VON SOLO: ‘Wat is het belang van het afwassen van een mok afgemeten tegen pakweg het belang van ‘op tijd’ in de file staan?’

Deel 326. Afwas

Vorige week donderdag liep ik langs de pantry bij ons op kantoor. Er stond een ongewassen mok op het aanrecht. Naast de kraan lag een afwasborstel en stond een flacon afwasmiddel. Aan het handvat van de koelkastdeur hing een theedoek. Vrijdag stond er een beker bij. Maandag was het assortiment aangevuld met twee glazen en een koffiebeker. In de glazen stonden twee lepels. Het keukenblok met koffieautomaat en wasbak staat midden op een afdeling, waar dagelijks gemiddeld dertig collega’s hun dag doorbrengen. Dinsdagavond liep ik om kwart over zes nog over de afdeling. Deze is dan meestal geheel of ten minste bijna leeg. In een donker separeer kantoortje zat nog een medewerkster te buffelen. Op de open afdeling zat nog één communicatie medewerkster te typen. De afwas had zich intussen opgestapeld.

Ik bleef staan om de stapel te bekijken, twijfelend. Zou ik deze afwas doen, of me omdraaien en naar huis gaan. Naar huis gaan was een aanlokkelijk vooruitzicht. Afwassen zou wel heel dol zijn. Andermans vaat doen in mijn eigen tijd. Oké, ik hang daar wekelijks een schone theedoek op, om het gebruik van mokken te bevorderen, maar zelf afwassen? Niemand anders doet het, dus waarom zou ik het wel doen? Ik heb wel wat beters te doen. Het idee kwam me vreemd voor en dat gaf dan ook de doorslag. Ik draaide de kraan open en spoot wat afwasmiddel in het water terwijl, ik de mokken in het wasbekken begon te leggen. Stiekem hoopte ik dat iemand me zou komen helpen, want het voelde raar.

Terwijl ik, na de eerste ‘schaamte’ voorbij te zijn, uiteindelijk op het gemakje in een nagenoeg leeg kantoor de vaat stond te doen, dacht ik aan alle dingen, waar ik de tijd niet voor neem. En dat dan in het licht van deze schijnbaar nutteloze actie. De conclusie was, dat onverschilligheid gevoed wordt door onverschilligheid. En dat sluipt, vermomd als achteloosheid of onschuld. Die ene mok nodigt een tweede mok uit. Een moment van onverschilligheid worden er twee en twee worden er vier en zo maar door. Tot het moment dat de kritieke massa is bereikt en de macht van de onverschilligheid verheven wordt tot norm. En degene die afwast de vreemdeling is geworden. Dat was waarom het, toen ik eraan begon zo raar voelde.

Maar er is nog iets dat veel gevaarlijker is. De macht en meetbaarheid van het belang. Wat is het belang van het afwassen van een mok afgemeten tegen pakweg het belang van ‘op tijd’ in de file staan? Of dat wat maakt dat een mens zich te verheven voelt en iets kleins als het wassen van een mok als te min of futiel bestempeld. Zo kun je dieren en andere mensen ook als van minder belang bestempelen. Zo kun je ecosystemen lager waarderen ten opzichte van economische systemen. Zo blijft in het einde enkel nog het hoogste belang over om te dienen. En je voelt je dom en raar als je je met iets bezighoudt, dat van geen of minder belang is.

Maar laat mij u vertellen. Niets is triviaal. Het is hoogstens de mate waarin we collectief onverschillig zijn, die zaken hun waarde of belang ontneemt.

VON SOLO

DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST


Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Laat een reactie achter