JOLIES HEIJ in Festina Lente: Daar had je Ditmar met een lied van Dalida, Erika over obscure vrouwen, Ali over gevonden voorwerpen en Monique Hendriks over de eenheidsworst.

Over piranha’s & voetstukken

Hoog tijd voor weer eens wat gezelligheid en sociale interactie en nee, niet in het tuinhuis waar de natuurgenezer het tegenwoordig alleen met het servokroatische leraresje af kan. Ik geb mijn levensgezellin gevonden, sprak hij verrukt, ik ben gegeel gelukkig met gaar. Maar ben je niet een beetje te oud voor haar, Radovan? wierp ik bezwaren op. Ik ben sowieso te oud om mijn paal te olieën, glimlachte hij, wij gebben een zuiver platonische vader-dochter, dokter-guisgoudster relatie. Jaja, dat hebben wij ook sinds heugenis, gaf ik, wat is er eigenlijk met de geilsoldate gebeurd? Die geilt tegenwoordig op die leipe, gekuifde dichterdokter die levenslang gekregen heeft. Wie? Hans Plomp? Ondanks de gelijkenis met de kuif moet ik dit ontkennen. Neen, zij slijt gaar dagen met get schrijven van liefdesbrieven aan Karadzic en gaar voorgevel voor zijn raam in de scheveningse gevangenis te ontbloten zonder dat gij enige sjoege geeft.

Ach, we gebben allemaal begoefte aan onze onbereikbare liefdes die we op een voetstuk kunnen zetten, maar niet betasten laat staan bepotelen. Daarom gebben wij geen sex, ik wil dat jij goog en droog op jouw voetstuk prijkt. Wel, na deze natuurgenezerswijsheid ga ik maar es naar de jaarfinale in Festina Lente om nog meer woorden aan te horen, sprak ik al staande in de deuropening. Ik goorde trouwens laatst een of andere Kosovaar beweren dat mijn aartsvijand Milosevic nog leeft, veerde hij op alsof hij me voor weggaan wilde behoeden. Lijkt me een typisch Balkancomplottheorietje, gaf ik. Jullie Balkanezen hebben zo’n levendige fantasie, daar kan geen eenvoudige dichter als ik aan tippen. En nu moet ik gaan. Wacht nou toch, zei hij eveneens in de deuropening staand, ik geb nog een gedicht voor jou, dat goort bij jouw voetstukstatus. En hij hield mijn hand als een reddingsboei vast. De vuurspuwende blik van het servokroatische leraresje om hem te doen terugdeinzen bleef achterwege waarop ik zelf maar mijn hand uit de zijne wrong en het tuinpad afliep.

Het was niet eens goed gevuld in Festina, zodat ik zelfs op het podium een tafeltje voor het uitzoeken had. Ali Serik, die ik van Taalpodium ken, nam tegenover me plaats. Zo, al in de startblokken? informeerde hij. Ik doe niet mee, antwoordde ik, behalve de publieke spek- en bonenprijs heb ik hier nog nooit wat gewonnen. Hij zette grote ogen op. Maar je bent zo goed! Dat zijn de ondoorgrondelijke wegen van de Slam, gaf ik. Jan Bulsink uit Veenendaal voegde zich bij ons. Hoe is het in Veenendaal? informeerde ik. Breek me de bek niet open, brieste hij, die gemeentelijke verordeningen… Een vriend van me had piranha’s in de sloot uitgezet, maar dat mocht niet omdat er alleen maar inheemse stekelbaarsjes mochten zwemmen. Dát is Veenendaal, eigen soort eerst. Nou, op de Utrechtse Heuvelrug willen ze niet eens uitheemse dichters, zei ik. En als die piranha’s zich nou hadden laten dopen? Niks hoor, hij moest ze allemaal weer uit de sloot vissen.

Toen zwegen we omdat de Slam begon. Daar had je Ditmar met een lied van Dalida, Erika over obscure vrouwen, Ali over gevonden voorwerpen en Monique Hendriks over de eenheidsworst. Ik verdrong me voor de bar voor een kopje koffie, het was immers nog vroeg op de dag. In mijn ooghoek zag ik Ditmar met Erika in een donker hoekje duiken. Ik wilde me discreet uit de voeten maken, maar Ditmar wenkte me luidruchtig. Mogen we vanmiddag niet van jou genieten? informeerde hij. Neen, gaf ik, er zijn jury’s die mijn tweetrapsmetaforiek te moeilijk vinden. Bij mij glijdt het anders als sperma naar binnen, zei hij verlekkerd. Zeg, schiet die jury nou eindelijk es op met dat rapport? Ik moet nog assisteren bij een homo-orgie in de Biltsche Hoek. Wat? Speel je orgel? kwam Erika. Nee, eerder fluit. Daar is trouwens ook een geile SM-dokter met energetische knot van de partij. Is dat soms jouw natuurgenezer? Nee, zijn dubbelganger. Verdraaid, riep hij uit, waarom doet die jury toch zo lang over het hoogtepunt? Dan maar voor het zingen de kerk uit. En weg was ie, zonder Erika of mij af te zoenen.

De muze geeft antwoord

Zul je ooit aan de liefde leven? Zie het toch aan
een beetje doodgaan is makkelijker, het is je liever
voor het hart uit te reizen, het gegeven paard
in de bek te kijken, het geschenk niet te verpakken.

Je wilde een ouderwetse muze, geen hartendievegge
een kunstwerk om ongenaakbaar aan te raken
je hebt liever een idee dan een vingerwijzing
je hebt het beste met de wereld en de mensheid voor

maar een vrouw is een grillig, onbarmhartig wezen
wees op het lijden toch niet jaloers. Het is platvloers.
Zetel in die zachte stoel. Sta hem niet af aan hartstocht.

Je hebt me in beton gegoten als betere versie van jezelf.
Vrouw die jij zoekt maar niet wilt vinden. Het geheim
in ieder beeld, in iedere regel die je nog moet schrijven.

Jolies Heij

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Laat een reactie achter