WILFRED ALLOY helemaal in Etappe 4 di 9-7: Reims – Nancy (213,5 km, vlak)



Etappe 4 di 9-7: Reims – Nancy (213,5 km, vlak)

‘Als je wilt meedoen voor de overwinning, dan moet je niet achterin zitten.’ (Krootprokwoot)
 
Die tourcircustent, ik weet het niet hoor, maar het blijft een soort fort. Echt doordringen in die wereld is een onmogelijke opgave. Niet dat ik de behoefte daartoe voel, ik bedoel, het wielergebeuren is in de kroeg toch verworden tot een kapstok waaraan wij Kantelaars via vreemde détours en associaties het echte leven ophangen – oké, we hebben er vooraf na goed overleg ook bewust voor gekozen – maar het moet natuurlijk niet te gek worden. Je moet nog wel een béétje de etappes volgen, vind ik. Dus ik probeerde via mijn contactpersoon aldaar antwoord te krijgen, inzicht te krijgen in het soort etappe dat er vandaag op het programma stond. Van Reims naar Nancy. Zou er bijvoorbeeld weer geklommen worden? Zoals gisteren? Zo ja: meer of minder? Hoeveel colletjes? En waar? En welke categorieën, stijgingspercentages? Hoeveel kilometer? En hoe ligt de verhouding asfalt-kasseien? Lastig. Ten eerste bleek ik helemaal geen contactpersoon in Frankrijk te hebben zitten. Moment… (Wat vroeg je, Nelis? Een houtenkopstootje. Gewoon een vaasje. Nee, doe maar een fluitje. Rustig beginnen. Wat? Fluitketel ja. Aaargh!) Die contactpersoon had ik mezelf wel toegezegd. Nee, zo eenvoudig gaat dat niet, ik geef het toe. Daar moet je wat voor doen. Anyway, het schoot niet op. Via via, vraag niet hoe, kreeg ik toch een hoge pipo van de organisatie aan de lijn. (Lekker, Nelis, dank je.) Herstel, het was Kruijswijk, de wielrenner. Die 3e stond, ook zoiets. Slechts 25 zielige secondjes. Waarom hebben we het daar niet over? Nou goed, het was een kwartier voor de start dat ie opnam. Dus ik stelde hem bovenstaande vragen. Wel, om kort te gaan: datzelfde kwartier lang gaf ie geen gehoor. Toen verbrak ik maar de verbinding. Kruijswijk hield zich op de vlakte. En dat 213,5 kilometer lang. Het hele pak, begreep ik later.
 
Ik heb vanochtend pillen voorgeschreven gekregen en gehaald om zoiets grondig tegen te gaan – flinke joekels – en neem ze al braaf in, maar ze slaan nog niet 100 % aan.
 
Het is best relaxed in De Kantelaar, ik bedoel, minder bezoekers, zeker als je denkt aan al die optredens gisteren. Wat een drukte. Wat een inname ook. (Dank voor de drank Rank.) Wilfred heeft het nog wel zwaar. Hij had van alles door elkaar gedronken, ook na het optreden. Moet je natuurlijk niet doen, zeker niet op die leeftijd. Stropdas op half zeven, jasje in de kreukels, en z’n overhemd… gewoon verloren, ergens van ‘m af gevallen. Over vallen gesproken: het podiumtrapje omlaag ging een stuk sneller. Terugreis ook horizontaal afgesloten. Zou ie überhaupt zijn thuisgekomen? Hij ziet er nog steeds niet uit. Gebutst, gekrenkt, gekreukt. Vooral dat colbertje. Ik zeg net nog tegen ‘m: hé joh, breng toch die jas naar de stomerij, want dat vod, dat begint al knapjes te verminderen. Begreep niet waarom Nelis daarop plots moest gaan zingen. Was maar een stukje refrein, viel mee. Mot… mot moge, zoiets.
 
Gelukkig, de kroeg begint weer ouderwets te wiebelen. Te deinen, lijkt het wel. Zo voelen meer gasten het: dat De Kantelaar een soort schip is. Zeker als ze flink kantelen – trossen los! – en kant noch wal meer raken. Hoe dan ook: het stroomt goed vol. (Dat is ergens toch minder prettig. En dat stomme strijkorkest blijft maar spelen. Nelis, zet eens iets vrolijkers op! Iets van Céline Dion of zo! En heb je een whisky ijs voor me? Graag iets minder ijs dan de vorige keer!) Begint alleen wat later vandaag. Kun je zo hebben. Verderop aan hetzelfde tafeltje opnieuw die kroegkraaksters, en nog wat bekende gezichten waar ik even geen namen bij heb. Ben ook niet op m’n best nu. Komt wel weer. Dichters, geloof ik. Ze lezen elkaar voor. Moet geen gewoonte worden, zeg. Ik heb niets gehoord over een voorprogramma vandaag. En nu in het D-Drents! hoor ik er een aan die tafel met dubbele tong roepen. Er wordt inmiddels in heel Nederland aangemonsterd voor MS De Kantelaar.
 
Herbertje van de Dag en Ducrootkwoot. Dijkstra babbelde opnieuw onderdanig naast allesbeterweter Ducrot. Onzeker van zijn zaak stelde hij weer regelmatig vragen. ‘Kun je me uitleggen, Maarten, waar deze mannen vandaag in geloven?’ Kroot bracht tussen zijn kruitdampen, middeleeuwse martelingen en hakactiviteiten in het tourabattoir wijsgerige uiteenzettingen over des renners gevoel/verstand-houding tussen verstand en gevoel en de strijd tussen lichaam en geest. ‘Je hebt altijd hogere aspiraties dan het lichaam waar kan maken.’ ‘Alaphilippe koerst op emotie. Dat maakt ‘m zo onvoorspelbaar. Die emotie die onder de prestatie zit. Dat maakt dat ie meer kan dan ie kan.’ Te veel overdrijfzand. Vandaag twee opendeur-tochtige uitlatingen, niveau basisschool groep 6. (Bij de omweg: Viviani wint de sprint, Alaphilippe krijgt voor de tweede keer geel en mag gaan douchen.)
 
HvdD: ‘De situatie verandert altijd in een bocht qua windrichting. Jij hebt toch ook gezeild, Maarten?’
DK: ‘Martin kijkt niet eens op als hij water aangeboden krijgt. Dat betekent dat hij aan het rijden is.’
 
Op het podium staat Alloy in zichzelf wat te murmeloefenen. Zichtbaar gespannen. En dat terwijl de snelverzen er altijd vlekkeloos uitkomen. Waarom toch? Ik zeg ‘m net, je weet tóch niet wat ze roepen, dus wat zou je gaan lopen oefenen? Bovendien houd je tot nog toe perfect koers. Je bent sneldichter, okeee sjampseeliseee, maar het blijft me verbazen hoe snel je je dingen… ververst, zeg maar. Nee, het zit ‘m nu opeens in de rijmwoorden, verduidelijkt hij. Ik ben gaan twijfelen. Er liggen specifieke probleempjes. Wat rijmt er op Reims? En wat op Nancy? Ik begin Alloy te begrijpen. Je kunt je wél voorbereiden op meer waarschijnlijke dan mogelijke kreten uit de meute. Ze hebben steevast met het wielercircus van doen. Je kunt al een paar regelwegen voorplaveien. Mijn ‘dansie’ op Nancy lacht hij weg. Is niks. Past als rijmwoord bovendien niet in het metrum dat ik heb aangeleerd, zegt ie. Stom dat ik dat zelf niet doorhad, voegt hij er beschaamd aan toe. Geeft al aan dat ik vandaag niet scherp ben. Nancy schaffen we af. Alloy zucht even. Een pak van zijn hart. Zitten we alleen nog met Reims, voel ik met hem mee. Tja. Het heeft iets geheims. Geheims! roept hij enthousiast. Yesss. Op naar het podium. Het trappetje in twee kwieke hupjes eronder gekregen. En hij staat! Er klinkt gejuich uit het publiek op.
 
ROEPT U MAAR
 
“Nancy!”

De eerste karakteristiek jachtige klanken van Supersisters ‘Present from Nancy’ ellebogen zich onrustbarend tussen Wilfreds rood aangelopen oren. Valse start, mensen, even opnieuw! (Geschater en gejoel uit eerder genoemd publiek.)
 
ROEPT U MAAR

“Het pak!”
 
Gebeurde hem wel vaker, dat men hem iets verzweeg,
en dat hij essentiële info van de tour niet kreeg.
Zo was hem thans niet helder, waarheen ‘het pak’ zou gaan.
Hij vroeg het dan zijn vrouw maar. Die bescheid wist, kijk es aan.
Nu zou hij verder koersen, vooruit en hupsakee,
al kon geen hond hem zeggen waar het lag, dat Teinturier.
Best pijnlijk hoe zo’n ‘pak’ soms tot misverstanden leidt.
Maar we zitten hier gebeiteld en we zitten hier geheid!
 
[klapklapklapklapklap]

[Top 3 algemeen orangement: 3. Kruijswijk +0.25, 10. Kelderman +0.51, 46. Mollema +1.43]

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Laat een reactie achter