De enige echte virtuele… (zondagochendwedstrijd op pomgedichten) in de herhaling – deze week die van 2 mei 2015 – winnaar max lerou, met oa joop komen nog, miranda de haan en Cartouche op eierkolen

tot januari 2020 vindt u hier enige herhalingen van de enige echte virtuele zondagochtendwedstrijd op pomgedichten. een decennium lang of langer al doen we elke week hier de zondagochtendwedstrijd – in de herhaling vele verrassingen, voor de webmaster zeker, wellicht voor de dichters zelf ook, mede een eerbetoon aan de reeds overleden dichters – we gaan genieten! we doen het kris kras en volkomen willekeurig.

DER HAMMER MAX (lerou) wint de enige echte virtuele ‘STAND BY ME” trofee op pomgedichten – JOLIES HEIJ zilver – MIRANDA DE HAAN brons
Gepost op 2015/5/2 0:10:00 (459 keer gelezen)






de soldeerbout stond altijd warm

er wilde wel eens wat ontploffen
was het mijn semtexpoppetje niet

waren het de speakers wel
het geluid kon niet
droog genoeg we kozen

philips en hoe dat schuurt
alles als het maar niet gladjes
we dronken zure wijn en dansten op de kjoe
waren overwinnaars van het leven

ik was de man de lepel altijd vol
bracht ik je thuis en jij bracht mij


ml
02 05 2015


Een mooi eerbetoon zo aan ben e king – de onbekende king van wereldberoemde liedjes. Zo doken we af en toe het verleden in met warme soldeerbouten, de lattenzolder op, het getoupeerde haar door de war. De dames blijven liever in de tegenwoordige tijd – frans terken in de toekomstige. Waar cartouche vertoeft weet cartouche alleen. Ga er maar aan staan. Ik vond de uitnodiging van jolies heij aan martin m aart de jong erg aardig – sta op mij!– het ego van de dichter goed neergezet – ‘altijd neem je een te veel aan jou mee – daarbij ben je ook nog eens dichter’- in tijden dat martin aart heel nepals leed annexeert en meetorst op zijn schouder de beste relativering. Heer de jong treedt niet meer op met hongerlief, levert een toegezegde column niet af hier te pom – we hebben allemaal straf! – dat we het weten – omdat er leed heerst in nepal. Daarom.

Prachtig zilver voor jolies heij. De zilveren prijswinnaar sprak als volgt: ‘het gedicht van lerou was voor mij der hammer’. Voor HAMMER MAX het goud vandaag. Van harte. Rest ons nog brons. Joop komen valt af – die was deze week te mokkig. Die estetiese overbodigheid neergelegd door miranda de haan in de laatste strofe van haar gedicht verdient wel brons deze week.






MAX LEROU soldeerde
JOOP KOMEN reflecteerde
FRANS TERKEN bezeerde zich
RONALD M OFFERMAN probeerde
MIRANDA DE HAAN ontredderd
MARC TIEFENTHAL van de vos
ERIKA DE STERCKE een avondje uit
CARTOUCHE loopt op eierkolen
JOLIES HEIJ op lerou
MAJA COLIJN en een halve film







laten we zanger eren, of zijn lied – stand by me – of haar of hem die in ieder geval stand by moet blijven – omdat het allemaal van de liefde is – dat is het thema van de week omdat het allemaal van de liefde is. De regels zijn bekend. U kent de regels: Gedichten niet te lang, tenzij noodzaak. Als u er een eind aan wil maken, ook prima!, dan mag het een regeltje meer zijn. (hooguit 20 regels). de commentaren als altijd verzekerd. Insturen voor zondag 11.00 uur –



het is voor wie de zanger
het hoofd buigt
aan het einde van zijn lied

en dat hij haar weer ziet
mooier dan ze ooit geweest is
in wegstervende klanken van muziek

een eenvoudig lied
twee mensen die vertrokken
ze leefden van de wind

zij droomde van een kind
hij bouwde haar een huis
van leem en klei en brokken


pw









de soldeerbout stond altijd warm

er wilde wel eens wat ontploffen
was het mijn semtexpoppetje niet

waren het de speakers wel
het geluid kon niet
droog genoeg we kozen

philips en hoe dat schuurt
alles als het maar niet gladjes
we dronken zure wijn en dansten op de kjoe
waren overwinnaars van het leven

ik was de man de lepel altijd vol
bracht ik je thuis en jij bracht mij


ml
02 05 2015


mijn tuintje opgezocht, zonnetje, plantjes van het tuincentrum osdorp gisteren de grond in gehakt – ook 6 planten kattenschrik – de beestjes vinden het zo gezellig mijn tuintje dat ze collectief besloten hebben – schijten doe je bij wolluf – maar wel keurig de een na de ander – die onnavolgbare hooghartige waggelloop ken ik inmiddels uit mn hoofd net voor ze op moeten – vanaf vandaag dus langs de kattenschrik – gaan jullie effe lekker thuis graag op de donkere tegels en het zwarte grint – want ‘schijten bij wolluf’ komt natuurlijk niet uit de lucht vallen – meneer wolluf onderhoudt nog als enige in de buurt een tuin met plantjes en met groen en met zaden – vrij ouderwets – bijna onnatuurlijk staren ze mijn tuin in – die verfpoppetjes – zoals max lerou ze graag omschrijft. de moderne vrouwen met hun zwarte tegels en het zwarte anti kattengrint. Hoe dan ook een lange inleiding om bij max uit te komen. Een heerlijk gedicht. Even terug in de tijd – zou joost den draaier zeggen – de radio het vertrouwde geluid, meisjes achterop – een heerlijk tijdsbeeld met op de achtergrond de klanken van stand by me – oooh darling. Ze wilde wel en max wilde ook wel. Soldeerde wat af toen al.







reflectie

avondstilte
nog wat geruis
tikken van regen
krakend blad

murengeluiden…..|…….burengeluiden

verledendenkend
repulsief papier
vergeten toekomst
was jij maar hier

verre klokken……>……verrekte klokken…>…….kerkklokken

wordt het koffie
of nog een glas
verdomde
eenzaamheid


joop komen



zo tussen de betties in komt joop komen tot nieuw leven. Wilde ik bijna schrijven. Een nieuwe vorm een nieuw geluid! Even opzoeken wat repulsief papier ook al weer is. Lezen we op google dat joop een 10 jaar oud gedicht heeft ingestuurd dat hij toen onder de titel ‘gebroken takken’ publiceerde. Ja was zij maar hier. Zit ze toch zeker al een decennium in joops hoofd. Tenminste als het gedicht niet over gebroken takken gaat maar over het takkenwijf dat onze joop zo lang geleden al weer troosteloos achterliet met zijn glas verdomde eenzaamheid.
http://nl.kunst.literatuur.podium.narkive.com/i37hm8Kl/gebroken-takken
hier komen we ook nog meer komen tegen maar dan wel weer in de vertrouwde sonnetvorm:


Min 108.

Het zijn zeshonderdachttien stappen lopen.
Zo heb ik leren tellen, aan mijn vaders hand
drie straten door, en daarna op het strand.
Soms koud en guur, maar soms een ijsje kopen.

Mijn vader sprak van windkracht en van knopen.
Ik zag de golven, duinen in het stille land,
en proefde zout mijn lippen, zag het zand
dat sneed en stoof, en mij naar huis deed hopen.

Als oude man ben ik terug gekeerd
naar daar, waar ik met vader was gegaan,
daar waar ik eens het tellen had geleerd.

Ik ben er aan de vloedlijn blijven staan.
Gedaan wat ik nog eens had willen doen.
Vijfhonderdtien, maar langzamer dan toen.









Mannenlast

Is het weer in het lijf geslagen
spring jij meteen bij
koel met een doek
dep je het ergste zweet

mannen voelen ze ook eens wat
kloppen in het klamme voorhoofd
liggen ze al kermend languit

niet dat de hand moet vastgehouden
de kussens in de rug geschud
een stoombad is genoeg
om tot jezelf te komen
zeg je nog
droog ik je met liefde af


Frans Terken 02052015



ik droog je met liefde – af. Frans loopt een beetje vooruit op wat nog komen zal – fraai verwoord door maarten:



stand by me – geen ontkomen aan na verloop van tijd. In de natuur is het geregeld zoals het geregeld is tot dat we de ogen sluiten en ook als we ze zelf niet meer kunnen sluiten, dat ze gesloten worden








Ben E King is ook al dood

Ik probeerde je te zoenen op die lattenzolder
Toen, toen feestjes nog om zeven uur begonnen
En je dan om elf uur al weer thuis moest zijn
Met haar oppassende ouders op de derde etage
En je meisjes zolderkamertje op de vierde

Nat wasgoed van de buren op de gang
En jij die toen mijn grote liefde was
Maar hoe was je naam nou ook alweer
Ik weet nog wel hoe je toen keek
En ook hoe je niets wilde


Ronald M.Offerman
Amsterdam 2-05 -2015



Op het bellamyplein had je zolders op vier hoog die je op kousen kon bereiken zonder dat de deuren van 1 hoog 2 hoog of 3 hoog open hoefden hoor. (ja als buurvrouw zich niet opgehangen had) Waar de ouders en de buren woonden. Maar ja wat al die moeite ook als ze niks wilde. Natte lappen lakens op de gang die te drogen hingen – hihi – geen veranda’s? de titel hangt er een beetje bij maar is toch wel functioneel – ronald schetst het verleden en hoe alles uiteindelijk over gaat – jongens hadden het niet makkelijk vroeger – voor een zoen naar een lattenzolder – en maar trappen lopen achter haar pettie coating aan.







Ontreddering

droomde van een huis vol torren
schildjes krakten onder zolen
toen ik wakker schrok, was jouw kussen koud
en ik dacht dat ik je hoorde roepen
(jij gruwt al van een langpootmug)

je was niet in de keuken
de koelkast bromde aangeslagen
o-of er soms iets was
de lamp knipperde bleekjes op de overloop
het kleed krulde op in de gang

na lang aandringen pas
maakte mijn bed weer plaats voor mij
mijn deken bleef nog uren kriegelig.

Vergat vannacht
dat jij me bent vergeten
mijn redderen nooit nodig hebt gehad.


MdH



standby is ie niet gebleven ‘in the night’ bij miranda – zoveel is wel duidelijk. ‘jouw kussen koud’ – dat zelfs de koelkast aangeslagen is – goed gedaan zo. Mooie laatste strofe. Was wel al duidelijk maar in deze schoonheid mag ie wel blijven als heerlijk voorbeeld van estetische overbodigheid.






Een klein dorpslied

Reynaerd, hij was rein van aard en grootmoedig,
groot zijn moed, klein zijn hoed.

Hem verging het goed, dank u zeer,
toen hij zijn rein Katrijn trouwde.

Hij trok van stad naar stee,
steeds trok hij zich terug in eigen bedstee.

Een ander echter, meer muntgericht en minder rein,
ontvouwde zich bij het late ontpoppen tot schaatsrijder.

Het ijs begaf het niet, daar niet van,
de wind was het die het spel brak.
Hij blies zijn hoedje af en schaatste het achterna.

In een ver dorp beland,
golvend op de koude oostenwind,
vond hij het deksel terug
dat op zijn hoofd diende te passen.

Daar werd hij uitgeroepen
en verblijft hij sindsdien in het klein.


marc tiefenthal


Hoe het kan vergaan. Van een scheve schaats tot aan of in de eigen bedstee. Was het niet altijd al kop of munt?







Avondje uit

Dat we als lucifers aanstekelijk
ontvlambaar tegen elkaar staan,
blijkt uit het vuur in de ogen.

De tent slokt een beginnende
hitsigheid op, zwiert ze naar
de gitaarsnaren die er het genot
uitpersen.

Zweetgeuren blijven achter op
mijn t-shirt, twee maten te klein
en de stof, bij een bruuske draai,
scheurt vooraan.


Erika De Stercke


je ziet het niet vaak in de disco dat twee maten te klein uit een blousje scheuren. Als erika het op haar heupen heeft is alles mogelijk. Hier wordt gedanst – zoveel is duidelijk. Tot scheurens toe.







Stavast


Altijd stond ik achter jou
jij bij mij – hetzij voor-
overleunend in het raam
hetzij op handen en voeten
zoekend naar hoogste staat

of liggend op de linker-
zij, de blik op oneindig
de warmte die opstoof
naar voren toteierkolen

opgestookt
alleen nog rook en as
het oog de spiegel vond
jou voor het eerst
voor mij zag staan

o god, o vrouw
sta mij bij


Cartouche 02-05-2015


cartouche weet uit elke scene wel iets religieus te persen. Als een sinasappeltje op de zondagochtend het gedicht. De eierkolen tot leven gebracht, gerold. Zo lijkt alles op te gaan in vuur en vlam – het jongetje cartouche kijkt zijn ogen uit. bij elkaar toch een merkwaardig geheel. Alles rolt door elkaar in het hoofd van cartouche en dat alles op de maten van vrolijke muziek. wel graag gelezen.





de ledige dagen zonder columniste goed doorstaan?
ik vind het een waardeloos thema, daarbij zag ik ook nog een of ander suf sonnet langskomen, maar het gedicht van lerou was voor mij der hammer




sta op mij

je brengt muziek in alle toonaarden
ik geef je een bed

ook al snurk je als een drilboor
hebt niks te makken voor arme nepalese kindertjes

dat je no ordinary love op de autokjoe hebt gezet
iets voor mij opkrabbelt bij de afhaalchinees

je laat me wachten tot ik uitgewoond ben
en zegt dan dat je me nooit meer vergeet

altijd neem je een te veel aan jou mee
daarbij ben je ook nog eens dichter


Jolies Heij


De ledige dagen zeker goed doorgekomen – dank u wel knedige frau – en U? De paaseitjes weer veilig opgeborgen? Nepal ook keurig bijgehouden bij onze oosterburen zie ik. En aldaar een eerbetoon geschreven op martin aart de jong, mogen we lezen. De weldoener ingehaald door vijf vijf vijf. Dat ie je laat wachten totdat je uitgewoond bent – tsja dat zijn die merkwaardige kantjes van dichters he – wel mooi opgeschreven zo. en lekker afgemaakt in de laatste twee regels. u bent geen varkentje om zonder handschoentjes aan te pakken. hoe lang wacht ik eigenlijk nu al niet op U? en dan heb jij het over nepalese kindertjes. dit doet me ergens toch ook denken aan het duet willy en willeke alberti – uit de jantjes – je bent geen knappe vrouw, je nagels zijn altijd in de rouw etc. maar dat terzijde.






meisjes met getoupeerd haar
en jongens
in baretta t shirts

op de achterste rij dreef
een halve film voorbij

wie maalde daarom

jij wilde toch ook niet weten
wat je ouders zaterdags
onder het gouden maanlicht deden


Maja Colijn



geschreven met griep onder de leden schrijft maja. We hebben haar beterschap gewenst. De griep levert enige leuke flarden en vlagen op die elkaar in ijltempo afwisselen. Wie zich geroepen voelt om de vraag in de laatste strofe te beantwoorden reageer zonder schroom. Een tijdsbeeld drijft hier voorbij – de liedjes blijkbaar voor de lust. of het de koorts doet afnemen?





Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Laat een reactie achter