JOLIES HEIJ verwacht bommen op Utrecht – ‘Als er morgen bommen op Utrecht vallen, ben ik weg. Na jaren kom ik nog eens terug om erover te schrijven…’


Columniste is altijd en overal te laat. Vroeger was ik daardoor regelmatig met de papierprikker op het schoolplein te vinden, tegenwoordig valt het met het lijfelijke te laat komen wel mee, ben ik liever te vroeg voor een optreden en vreet me op als het openbaar vervoer weer eens tegenwerkt. Waar ik eigenlijk op doel is dat ik te laat kom bij de belangrijke gebeurtenissen in de wereld. Voor de Tweede Wereldoorlog ben ik te laat geboren, voor de moord op JFK eveneens, bij de maanlanding kon ik dat woord nog niet uitspreken, bij de val van de Muur zat ik in het gekkenhuis, bij de val van Srebrenica kwam ik net met een gebroken hart uit Duitsland terug en ongetwijfeld zullen er tegenwoordig in Syrië belangwekkende dingen gebeuren die me ontgaan omdat ik deze column moet schrijven.

Goed, 9/11 met die inzakkende torens heb ik op TV gezien, de moord op Pim Fortuyn live op de radio gehoord – dat was wel speculair, het ene moment werd hij nog door de deejay geïnterviewd en het volgende moment klonk het schot – , Theo van Goghs ontzielde lichaam onder een wit laken zag ik in de krant. Ook van de aanslag op de tram in het utrechtse Kanaleneiland kreeg ik niets mee, behalve dat ik me de hele tijd geïrriteerd afvroeg of die ellendige helikopters niet eens hun wieken konden houden. Was de oorlog uitgebroken ofzo? Over de oorlog gesproken, ik had altijd wel het gevoel dat ik een avontuurlijk heldinnenbestaan in het verzet à la Hannie Schaft was misgelopen. In de oorlog, toen gebeurde hét – een uitgesproken opwindendromantische gedachte voor een pubermeisje dat opgroeit in een bosrijk kakdorp waar buiten de rituele autobandenverbranding met nieuwjaar niets gebeurde. Wat in Duitsland “die Gnade der späten Geburt” heette te zijn werd hier in bitse bewoordingen gestraft: daar kun jij niet over meepraten, want jij hebt de oorlog niet meegemaakt.

Een heilig ontzag had ik voor mijn oma, die tijdens de hongerwinter met een baby op de arm door een haag van vals loerende Duitsers de Veluwe afstruinde op zoek naar eten. Mijn eigen slagveld bestond uit een hart, lekgestoken door de dolk van een gemene Duitser, maar dat telde niet, je weet toch dat er van de moffen niets goeds te verwachten is. Ook bij al die andere belangrijke gebeurtenissen was ik, hoewel al in leven, “afwezig”. Misschien past dat wel bij mij. Als u, lieve lezer, een onvriendelijke opmerking tegen mij maakt omdat deze column u niet bevalt, of ongezouten kritiek op mijn poëzie levert, zeg ik u dat ik er nu niets mee kan. Ik sta op, trek de deur achter me dicht en ga wandelen om uw woorden te laten indalen.

Als ik na een paar uur weer naar u terugkeer, zal ik zeggen: ik heb nagedacht over wat u zei en heb hierop het volgende te zeggen. Verwacht van mij dus geen spontane reactie, want ik sta er letterlijk met mijn mond vol tanden naar te kijken, zeker bij heftige gebeurtenissen. Als er morgen bommen op Utrecht vallen, ben ik weg. Na jaren kom ik nog eens terug om erover te schrijven. Het voordeel in deze is dat je niet wordt verblind door de waan van het moment, de hijgerigheid van de actualiteit. Het nieuws reist tegenwoordig steeds sneller. Maar ik wacht liever tot er een dikke laag stof op ligt om die dan minutieus weg te schrapen en de werkelijke gang van zaken te ontrafelen.

Misschien ben ik meer een geschiedschrijver dan een verslaggever of journalist. Van de Tweede Wereldoorlog weet ik inmiddels meer dan mijn oma of mijn moeder, ook al was ik er niet bij. En weet dat wat voor hen zonder uitzondering moffenschoften waren, ook nog vijftig jaar na dato, niet allemaal Nazi’s waren. Dat Duitsers hele normale mensen als u en ik zijn. De geschiedenis heeft juist nazaten, kleinkinderen nodig die haar objectief kunnen waarnemen. Daarom ben ik gaan schrijven.


Sluitertijd


Je was thuis in ingerichte kamers
in een geleende jas die je gehaast had aangeschoten
die er na sluitingstijd weer afschilferde.
Al pratend gaf je een zeker gewicht
aan je ontwortelde status.
De woonboten schurkten aan het raam,
de roerloze reigers in ons gewetensvolle lied.


Ik had moeten zwijgen
maar stilte is zoveel luider dan woorden.
Ik liet ze uit de borst, jij wierp ze uit het raam.
Het was uit liefde
dat ik je wenste naar waar je vandaan kwam
ons naar een andere tijd en ruimte
voordat alle klokken in galop
naar een teruggedraaide allereerste werkelijkheid.


Jolies Heij

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Laat een reactie achter