VON SOLO even terug in 020: “Het is de angst te gaan slapen en nooit meer wakker te worden. Vermoord te worden door iets, dat geen sympathieke gevoelens kent, maar enkel de absolute wetten van scheikunde, natuurkunde en biologie.”


Toen ik jong was vertelde mijn moeder me over de oorlog. Dat mensen een ruimte in gedreven werden. Een gaskamer. Dat ze verteld werd, dat het een douche was. En dat dan van buiten de deuren dicht werden gedaan door soldaten. En als iedereen binnen was, dan werd de gaskraan opengezet. Ik vroeg haar wat er daarna gebeurde. Ze vertelde me, dat er geen water maar gas uit de douchekop kwam en dat de mensen dan gingen slapen en niet meer wakker werden. Ik denk dat ik een jaar of negen was. Het was waarschijnlijk de eerste keer dat ik niet meer durfde te gaan slapen ‘s avonds. Ook douchen was een tijd lang problematisch. Dat deed ik vanaf dat moment altijd enkel nog met de deur open.
 
Nu zoveel jaar later ben ik nog steeds bang voor gaskamers als manier om aan een einde te komen. Ik ben ook bang dat ik het gasfornuis aan laat staan. Slapen doe ik altijd met de ramen open in verband met koolmonoxide vergiftiging. Op vakantie check ik de aansluitingen van de gasflessen altijd dubbel en draai de fles bij de tent dicht voor het slapen gaan. Het is de angst te gaan slapen en nooit meer wakker te worden. Vermoord te worden door iets, dat geen sympathieke gevoelens kent, maar enkel de absolute wetten van scheikunde, natuurkunde en biologie. Als door een zachte sluipmoordenaar, terwijl verzet zinloos en onmogelijk is.
 
Door de decennia heen heb ik altijd een fascinatie voor vernietigingskampen gehouden. Sobibor, Treblinka, Chelmno, enzovoorts. Kille moordfabrieken, waar mensen als onfortuinlijke varkens in de bio industrie werden afgemaakt. Altijd weer kwam het terug bij die gaskamers. En als vanzelf ging ik me verdiepen in de zogenoemde Aktion T4. Genoemd naar Tiergartenstrasse 4. Het adres waar keurige juristen en medici in dienst van het nazi regime landelijk beleid maakten dat erop gericht was, op een humane wijze af te komen van ongewenste medelanders. Er werden ook uitvoeringsrichtlijnen ontwikkeld. Alles werd eerst uitgeprobeerd op de groep die het minst gemist zou worden, de geestelijk gehandicapten. Vervolgens zouden de rest van de ‘ongewensten’ aan de beurt komen, met als summum de Joden.
 
Het landelijk beleid werd opgelegd aan artsen en verplegend personeel door den lande. Dit zorgde ervoor dat de ‘meest kansloze gevallen’ en later de ‘weinig kansrijke gevallen’ naar centra werden gedeporteerd voor een bijzondere behandeling. Natuurlijk had men geen idee wat er aan de hand was, omdat dingen nooit zó erg kunnen zijn. Toch werd Aktion T4 in 1941, nadat al zeventigduizend mensen waren afgemaakt, tijdelijk stilgelegd. Het volk moest van de gedachte afgeholpen worden dat zich hier iets gruwelijks afspeelde, voordat het programma onder een andere naam hervat kon worden. En hervat werd het.
 
Ik kan hier nog heel lang over doorgaan, maar het is allemaal in de geschiedenisboeken te vinden. Het heeft er in ieder geval aan bijgedragen dat ik geen vertrouwen heb in een repressieve overheid. Tel daarbij op de twee medische missers, waar ik slachtoffer van heb mogen zijn en waarvan de schuld onder het tapijt gemoffeld werd. Dat heeft niet bijgedragen aan mijn fiducie in hautaine, alwetende medici.
 
Als ik hoor van een vaccinatieplicht, dan komen de twee weer samen. De juridisch geschraagde macht en de onstuitbare medische Molloch. Net als toen op de Tiergartenstrasse. Beiden kunnen zich na willekeurig welk debâcle kwijten van elke verantwoordelijkheid. Zij vervulden op humane wijze hun taak. En natuurlijk zegt mijn verstand dat de waarschijnlijkheid, dat iets gruwelijks zich op dergelijke schaal ooit weer zal afspelen zeer gering is. En ik weet dat de holocaust en een vaccinatiecampagne absoluut niet vergelijkbaar zijn. Maar de risicomanager in mij vertelt me ook dat de impact echter catastrofaal en letaal zou zijn, als het onmogelijke toch zou gebeuren. Dat is een berekening waar je niet uit komt. Een zwarte zwaan. Op zulke momenten word ik echter onbewust bang. Een stem blijft fluisteren: ‘Niemand had dit kunnen voorzien.’ En hoewel ik weet, dat angst een slecht raadgever is, kan ik dan niet slapen. Zelfs niet meer met het raam open.

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Laat een reactie achter