waar is het feestje? bij merik van der torren is het feestje!… over ‘hoe Richard Olga ranselt met de takken, naakt met veel wijn en bluesmuziek…’ – met een reactie van Rik Van Boeckel
Ien Verrips heeft het gehad met de amsterdamse conducteur – op naar Den Haag vandaag
Peter Posthumus over giraffen met dubbele nekbreuken en eieren die maar niet willen uitkomen
Karin Beumkes: ‘hier liggen de zilveren schubben nog steeds / je lieslaarzen, je gele oliejas, je bundel met zeemansgezangen…’
hier liggen de zilveren schubben nog steeds
je lieslaarzen, je gele oliejas,
je bundel met zeemansgezangen
Cartouche wint de enige echte virtuele – dat er altijd weer opnieuw een nieuwe fanfare door de straten zal gaan – trofee op pomgedichten – Rik van Boeckel zilver
dat er altijd weer opnieuw een nieuwe fanfare door de straten zal gaan. een loflied op de vrijheid, de lust de liefde en het leven – twee dichters raakten wat mij betreft de kern van het thema deze week. Rik van Boeckel zilver en Cartouche het goud. onder de gedichten kunt u lezen waarom de eremetalen deze week naar deze dichters gaan. neemt niet weg dat ik alle dichters bedank voor de inzendingen – het was mooi om te lezen hoe de dichters de fanfare aan ons voorbij lieten gaan. dank jullie wel
- Rik van Boeckel: het verhaal speelt zijn eigen chanson
- Petra Maria: het is zo niet uit te leggen mooi
- Frans Terken: met een krat of wat en flessen
- Ditmar Bakker: ’t is tijd nu voor vertier op zonde volgt plezier
- Ton Huizer over merelen en kraaien
- Cartouche: jij en ik koek en zopie
- Peter Posthumus: zolang het duurt zolang het gaat
- Vera van der Horst trok een mini-rok aan
- Anke Labrie: een polonaise leek het uit de verte
- Erika De Stercke: op de tafel een paar flessen wijn en een spiegel
die onovertroffen versie van de fanfare van honger en dorst van Lieven door Thé Lau gezongen brengt ons het thema van deze week voor de zondagochtendwedstrijd – hoe het ook gaat en hoe het ook was – het zal altijd weer doorgaan – wellicht met andere spelers met andere muziek in een andere tijd met andere tijdgenoten– dat er altijd weer opnieuw een nieuwe fanfare door de straten zal gaan. het leven zo mooi hier in een lied bezongen.
ik vraag de dichters deze week in hun gedichten bij de fanfare aan te sluiten. het leven te bezingen zoals het leven bezongen moet. u kent de regels: de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
en het zou nooit meer
terug naar de plaats
waar heftiger werd gezoend
dan god het ons leerde
de tuin!
en god keek weg
het was teveel
engelen vlogen niet meer
mensen bleven staan
er werd gegild
er was vrede
wij deden waarvoor we bedoeld waren
en het zou nooit meer nee nooit meer zo
pomwolff
‘bij de eerste witte vlokken zal ik weten dat ze voor jou vallen…’
‘bij de eerste witte vlokken zal ik weten dat ze voor jou vallen – en zo hoort dat ook. hou je taai XXX’ – Yvonne Koederman de vrijdagcolumniste heeft een zware nacht achter de rug en is nog even aan het bijkomen – voordat de sneeuw gaat vallen hoopt ze weer achter de open haard het leven te genieten. dat de sneeuwvlokken voor haar vallen. zoveel is zeker – want wie valt er niet voor Yvonne. in de tussen tijd genieten we van die onovertroffen versie van de fanfare van honger en dorst van Lieven door Thé Lau – dat er altijd weer een nieuwe fanfare door de straten zal gaan. het leven in een lied bezongen. voor Yvonne ook. en meteen ook het thema voor de zondagochtendwedstrijd – u kunt u alvast voorbereiden.
Suzanne Krijger op de donderdag: ‘Toen je plotseling de glasscherven al voorbij was/ Je tas gepakt, trein in gestapt, op reis…/ wat we zien krijgt pas later betekenis…’
Martin Sjardijn spreekt nu ook al kwaad over kunstenaarsverenigingen in den Haag: ‘Kunst wordt er nagedaan…de jaloezie groot, de gesprekken gaan nergens over.’ deel 3
eerder las u hier over de grote kwestie en de achtergronden:
en hier
nieuwe onthullingen in haags liefdesdrama in de haagse kunstwereld: over een keukendeur met gewapend glas, over keldertrappen over duwen en vallen – deel 2
Martin Sjardijn hangt inmiddels alle vuile was aan de haagse kunstlijn. we moeten lezen over ‘snailmail’- wat is in godsnaam snailmail? we moeten lezen over een keukendeur met gewapend glas, over keldertrappen over duwen en vallen – kortom toestanden in de haagse kunstwereld lieve lezer – dat het allemaal zo ver moest komen. Martin Sjardijn schrijft:
“Anne Borsboom en ik zijn bekende mensen in de Haagse kunstwereld. Verstoppen heeft geen zin. Iedereen wist van onze liefdevolle relatie die in valsheid eindigde. Nu zoiets gepubliceerd wordt hoef ik niets te verhullen, dat ligt ook niet in mijn aard. Inderdaad anne woodward voorgesteld aan Pulchri en de Haagse Kunstkring mij te royeren, vanwege “plagiaat en stalking”. Plagiaat is een onterechte beschuldiging, immers waarom zou ik? Ik heb genoeg creativiteit voor eigen werk. Mijn naarstige pogingen om wat duidelijkheid te verkrijgen in gesprek met Anne over een plotselinge breuk in onze relatie van meer dan 7 jaar is waar, ik heb haar steeds e-mails gestuurd en wel gezegd dat ze die gemakkelijk zou kunnen blokkeren als ze dat wilde. Verder heb ik wat snailmail gestuurd. In twee jaar tijd een boek voor haar verjaardag, een brief en een paar briefkaarten, met niets dan aardige droefenis over ons gebeuren.. Ja als je fout wilt en vals kan je dat stalken noemen. Slechts een verdrietig gebeuren is een feit. Anne Borsboom heb ik nooit beschuldigd van iets. De paar machteloze gewelddadigheden vergaf ik haar onmiddellijk. Haar onmacht in een gesprek, waarbij ze me door het gewapend glas van haar keukendeur duwde is een feit. Ik repareerde de ruiten de volgende dag. Een bijna dodelijke val die ik maakte in een keldertrap nadat Anne dreigend op me afliep, vergaf ik haar ook. Wonderlijk mankeerde ik weinig. De merkwaardige uitbarstingen begreep ik niet. Vandaar steeds pogingen om van haar te horen wat de oorzaak was van die radicale houding na meer dan 7 jaar. Dat Anne zich op deze wijze opstelt is ook onbegrijpelijk voor mij en ik kan niet anders bedenken dat ze hiertoe is aangespoord door anderen. Haar karakter ken ik niet op deze wijze. Anne heeft me gestimuleerd tot schrijven en dichten. Alle werk staat openbaar op onder meer Facebook en LinkedIn. Als er een aanwijzing is van plagiaat, zou ik dat graag vernemen. Nu er echt een valsheid tevoorschijn komt zal ik niet schromen om een en ander ook in openheid te publiceren, fictie of werkelijkheid, was het thema in de gesprekken tussen Anne Borsboom en mij. Alleen Anne weet wat er fictie is, verder niemand. Zo was en is het ook in haar romans. Persoonlijk geef ik er de voorkeur aan om zo dicht mogelijk bij de werkelijkheid van de geest te blijven via de letters en de taal. Immers alle tal is al fictie Is een dergelijke openbare aanklacht een fatsoenlijke mentaliteit, zeker als het gaat over dit soort droevige zaken na een zeer liefdevolle relatie, die Anne en ik genoten en door materiële omstandigheden moest worden verbroken?”