Rob Mientjes wint de enige echte virtuele – verzoent u zich met het afnemen van de betekenis der dingen – trofee op pomgedichten punt nl
dank aan alle inzenders voor de mooie gedichten ingezonden naar aanleiding van de publicatie Alja Spaans prachtbundel – het langzaam voorovervallen – de zondagochtendwedstrijd genereert prachtige gedichten – het thema vanuit vele kanten belicht waarbij de esthetiek en het activisme niet worden geschuwd zijnde ook functies van de poëzie. ik kies deze week voor de taalkracht die Rob Mientjes in zijn woorden heeft gelegd. op indringende wijze weet hij van proza poëzie te maken. van een zakelijke tekst – een oproep – een dichtwerk met sprankelende taalkracht – van harte! goud voor Rob Mientjes.
- Rik van Boeckel – Laat het leven duren
- Erika De Stercke – dat er hoop is
- Frans Terken: alsof het tasten is in het donker
- Rob Mientjes: de verlorenheid
- Anke Labrie: de woorden wankelen
- Vera van der Horst: de veerman, het licht de horizon
- Paul Bezembinder: die noodlottige decemberdag
- Ditmar Bakker: als alles minder wordt. buiten deelname wedstrijd
DITMAR BAKKER vertaalt! 17 weken de reeks ‘Sonnets From An Ungrafted Tree’ van Millay – 6
De reeks ‘Sonnets From An Ungrafted Tree’ werd, al experimenterend, door Millay gemaakt, en, tja, grossiert in prachtig leedwezen. Het heeft me vrij veel werk en tijd gekost om de ruwe omzettingen, die je website sierden, te schaven en politoeren naar contemporaine(r) werkjes, later dan 1975 wordt ’t niet denk ik—zelfs van een telefoon wordt in de reeks geen gewag gemaakt, wel van grutters die maar ‘bezorgers’ zijn geworden e.d.—maar ach, Millay stierf zelf al 25 jaar daarvoor, en deze reeks bleef onafgerond(?). Het líjkt echter grotendeels gaaf, en behelst het ziekbed-en-sterven van een man, bezien door de bril van zijn vervreemde wederhelft, die terugkeert naar hem als hij ziek is (ondanks het feit, dat zij niet van hem houdt, wat dat dan ook precies moge zijn—hier verwijs ik graag naar het andere werk van Millay) en hem verzorgt tot het eind. Ik stuur je de eerste negen, van de zeventien, oorspronkelijke sonnetten en hun schaduwrijke fluisterstem in het Nederlands toe. Geniet, of niet!
Liefs!
D.
VON SOLO schrijft van zich af – ‘De Übe-Airbnb-globetrotter die op de centen van zijn vader en de subsidies van de Nederlandse staat een jaartje pretstudie meepikt…’
VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl
Merik van der Torren noemt het als volgt: ‘droevig filosoferen’ (zie foto)
Peter Posthumus: “zo jongen” zei hij – “ben je daar uiteindelijk”
” zo jongen ” zei hij
” ben je daar uiteindelijk “
FIENE is geboren – een zondagskind – welkom in het leven FIENE
met Frans Terken schreef ik wekenlang ‘over en weer’ in afwachting van onze kleindochters – en nu zijn ze er – LIVA en FIENE – welkom in het leven hier – hoe zij de wereld mooier zullen maken – in ieder geval voor de opa’s frans en pom. onder het item leest u bij de ‘#terken en wolff over en weer’ alle gedichten vol verwachting en blijdschap – zo u dat wenst. vader en moeder – frans en familie van harte!
PETER BERGER in de super: ‘Gehuld in een slobberend zilverkleurig trainingspak klemt ze zich onhandig vast aan een kneiterwit stepje dat, hier in de supermarkt, een blok aan haar been is…’
Anke Labrie – de poëziekoningin uit a’dam zuid in het programma van Merik van der Torren – POËZIE- EN MUZIEKMIDDAG OP 10 SEPTEMBER in de OBA van het Olympisch Kwartier 1500 uur
POËZIE- EN MUZIEKMIDDAG OP 10 SEPTEMBER
in de OBA van het Olympisch Kwartier, Laan der Hesperiden 18 – 1500 uur
DITMAR BAKKER vertaalt! 17 weken de reeks ‘Sonnets From An Ungrafted Tree’ van Millay – 5
De reeks ‘Sonnets From An Ungrafted Tree’ werd, al experimenterend, door Millay gemaakt, en, tja, grossiert in prachtig leedwezen. Het heeft me vrij veel werk en tijd gekost om de ruwe omzettingen, die je website sierden, te schaven en politoeren naar contemporaine(r) werkjes, later dan 1975 wordt ’t niet denk ik—zelfs van een telefoon wordt in de reeks geen gewag gemaakt, wel van grutters die maar ‘bezorgers’ zijn geworden e.d.—maar ach, Millay stierf zelf al 25 jaar daarvoor, en deze reeks bleef onafgerond(?). Het líjkt echter grotendeels gaaf, en behelst het ziekbed-en-sterven van een man, bezien door de bril van zijn vervreemde wederhelft, die terugkeert naar hem als hij ziek is (ondanks het feit, dat zij niet van hem houdt, wat dat dan ook precies moge zijn—hier verwijs ik graag naar het andere werk van Millay) en hem verzorgt tot het eind. Ik stuur je de eerste negen, van de zeventien, oorspronkelijke sonnetten en hun schaduwrijke fluisterstem in het Nederlands toe. Geniet, of niet!
Liefs!
D.