Merik van der Torren over een witte hoed hoog in de lucht en mensen in het rood



Droom

We kwamen het huis binnen van de nieuwe vriend,
een hoge ruimte vol met kleurige beelden en schilderijen.
Iedereen was uitgenodigd op het feest, het was een vrolijke boel.
Een gast gooide zijn witte hoed hoog de lucht in.
Ineens viel me op dat iedereen iets roods droeg, een rood hemd,
soms onder een zwarte trui, behalve ik.
Gelukkig had ik mijn gedichten bij me.


Merik van der Torren

Share This:

IEN VERRIPS met nieuwe ogen



van de schilders de dichter 
genoemd Vincent 
alzo gekend 
scheppend en herscheppend 
zijn wereld manifest 
met nieuwe ogen kijken wij sindsdien 
als je het geschenk aanvaardt 
 
aug 2023 IEN VERRIPS

Share This:

PETER BERGER een dagje aan het strand: Ik schat dat het een tafel voor zes is, maar de dames zijn fors van formaat. Er wordt gelachen, geroddeld en geklaagd. Mansvolk? Dat valt niet te vertrouwen!


Twee aan twee zitten ze. Op twee schamele houten bankjes, die, scheef weggezakt in het rulle zand, aan weerszijden van een smalle tafel staan. Ik schat dat het een tafel voor zes is, maar de dames zijn fors van formaat. Met z’n viertjes is het er al krap genoeg. Ik denk dat het zussen zijn: drie zussen en een dochter. Gezusters’ wiebelende bovenarmen zijn bleekwit als het strand; dochterlief is wat donkerder van tint. Haar geoliede halflange haar, dat te weinig krullend is om kroeshaar te mogen heten, heeft ook nog eens te veel slag om van een hollandse krullebol te kunnen spreken. Haar lijf pronkt in iets straks; zijdeglans met een soort van tijgerprint. Maar dan van een panter. Een geblokte smalle shawl, ook in geel met zwart, op de haargrens strak tegen het voorhoofd gebonden, maakt haar look compleet. De playlist draait ondertussen almaar smartlappen en houdt haar zeegroene ogen verwachtingsloos gevangen in een treurige blik.

Een glimmende aluminium bak met gegrilde kippenbouten, althans het kerkhof dat daarvan over is, staat te druipen midden op tafel. Een vage veeg donkerbruine sambal op de gedeukte bodem getuigt van een feestmaal. De friet heeft het evenmin overleefd. Een paar vette servetten slingeren slordig samengepropt rond naast een paar nog halfvolle bakjes mayo. Er wordt gelachen, geroddeld en geklaagd. Mansvolk? Dat valt niet te vertrouwen! Het wordt de dochter nog maar eens flink ingepeperd. Wir wissen! Na een paar minuten van louter muziek staat de deerne stilletjes giechelend op om vervolgens, opzichtig heupwiegend, naar een stiller plekje verderop te schuifelen. Alle zussen steken nog maar eens een peuk op. Er wordt geleuterd over politiek, de te slappe Irish koffie en het vrouwenvoetbalteam. Schade, dass sie nicht dabei sind! Dochterlief danst inmiddels vrijpostig met een lachende getatoeëerde Haagse dikbuik. Met dito blonde mat. Vannacht speelt Nederland. Ik ga voor een wandeling langs de branding. Straks terug door de duinen.

PETER BERGER

Share This:

etwin grootscholten schreef een weergaloos gedicht – hans faverey is even terug onder de levenden


Parel: Gebed voor een Ander
– voor M.N.


Het was niet in Schotland
en het regende niet.

We liepen heuvels in parken op
en die waren onmogelijk Schots te noemen.

Er lag geen zwart zand op de stranden,
de korrels zaten niet tussen je tenen.

Het bureau waar we werkten liet ons niet samen,
maar gelukkig waren er Buddha en God

in deze wereld.
En ze zongen de blues
over hun eigen fouten,

die wij dan weer hadden verzonnen,
in de regen, ergens in Schotland,
op een zwart strand.

Nadat we elkaar hadden gelezen,
kwamen we thuis, springend op paarden
over de heuvels.

Etwin Grootscholten

Share This:

Pom Wolff en Frans Terken over en weer – week 7: ‘lieve liva je bent er…’ – heb het leven lief

de dichter Frans Terken neemt de uitdaging aan – de komende negen weken schrijven wij in het weekend op pomgedichten punt nl over en weer. ik schreef Frans dat wat mij betreft het een persoonlijk thema mag zijn. dochter Sonne bevalt rond 1 augustus – ik schreef Frans: een persoonlijke reeks – de verwachting – het geboren worden – en dan het leven in Frans – en dat we het mogen meemaken. Frans stemde in:  eind september wordt zijn oudste zoon Tjebbe vader.

lieve liva mijn
 
lieve liva je bent er
ik zit nacht na nacht nog bij te komen van je
en luister naar de mooiste liedjes van liesbeth, alex en wende
list, roeka en snijders zeggen grote mensen
 
wat ben je klein
ik smelt in je handjes
opa’s moeten eigenlijk geen gedichten schrijven
opa’s moeten stil zijn en smelten tot ze op zijn
 
heb het leven lief zingt liesbeth
het lijkt of ze het lied voor jou heeft gezongen
dat je nooit bang hoeft te zijn
en dat je ook mag huilen hoor
 
karin de dichter van texel wenst jou ook mooie dingen
een plaats in de wereld waar je van de liefde weet
om ‘op eigen benen’ te ‘houden van’ schrijft frans
en opa – opa zingt stil: dochter van mijn dochter liva lief
 
pom wolff
voor liva

(-)
jij die van je kruin tot in je kleine tenen
het mooiste gedicht bent
dat een opa zou willen
nee nooit zal kunnen schrijven

laat hij jou in zijn armen wiegen
in jouw handjes weg smelten 
liever nog liedjes voor je zingen
van ‘heb het leven lief’

laaf jij je aan de liefde van je moeder
zoals je de melk naar binnen slokt
dat gulzige van vers leefvocht drinken
zo teder geborgen bij haar 

(-)
het wezenlijke van moeders
een opa als vader van een dochter 
die zelf een dochter baart 

en jij liva met je lach in alle talen
hoe het het gulzige van wennen is
dat verwennen voor zich spreekt

denk niet dat opa’s dat niet zullen doen
het is opa en oma op het lijf geschreven
als een gedicht dat je steeds weer leest

zo mag ik hier als afwachtende vader
de zoon omarmen die vader in spe
nu hij met haar de tijd nog in weken telt 

© FT 07.08.2023

Share This:

Ons vertaal wonderkind Ditmar Bakker op de vrijdag op ‘de pom’ – in 17 weken de reeks ‘Sonnets From An Ungrafted Tree’ van Millay

Ditmar B: ‘I. Goed, zij is in zijn huis teruggekeerd,…’


Beste Pom,
Mijn felicitaties met je tweede kleinkind. Ik begreep dat het in Berlijn het levenslicht zag, en er zijn slechtere plekken om dat te doen ter wereld. 
Geluk is een vreemd ding; geluk is gevaarlijk; een zeepbel, heb ik ook weleens horen zeggen. Sommige mensen vinden geluk in de kinderschaar, anderen vinden geluk, en maken van de weeromstuit kinderen om dit geluk te delen en de toekomst in te katapulteren. 
Soms zijn er helemaal geen kinderen, en dat brengt ons bij Edna St. Vincent Millay, je weet wel, die Amerikaanse dichteres die zo mooi over liefde schreef, en over geluk. 

Qua vertalingen is het karig gesteld in ons taalgebied: Wikipedia rept enkel van Warren, die dit ongetwijfeld fijnzinnig uitgevoerd heeft—gevonden heb ik het nog niet; Herman de Coninck, die erop stond haar werk te mangelen (delen van gedichten dooreen gegooid, onnauwkeurige of slordige vertalingen…het is alles werkelijk niet fraai en na te lezen op DBNL); en de bundel Dwars Vers van Ans Bouter (www.ansbouter.nl). De laatste heeft haar sporen wel verdiend met het vertalen van muzikale evergreens, maar soms blijven in haar Millay’s een soort rafelrandjes over, die mijns inziens de subtiliteit van de oorspronkelijke idee niet helemaal vatten, zo moeilijk als dat ook is…goede vertalingen zijn schaars en kom je soms nog als eenling tegen in een literair tijdschrift of zo, wat je doet brommen dat Wilmink echt veel te vroeg overleed en Kal niet genoeg respect heeft gekregen. 

Millay zelf zal het een worst wezen, die is al zo’n 75 jaar dood en schreef haar beste werk jong—zo rond haar dertigste werd haar poëzie al bekroond met een Pulitzer. Necrologie alvast schrijven, Wikipediapagina aanmaken, niets meer aan doen, zou je zeggen. En dan zijn daar die types die zeggen van ‘het moet over’. De paar sonnetten die ook de Pom sierden, zijn uit hun verband gehaald. De reeks ‘Sonnets From An Ungrafted Tree’ werd, al experimenterend, door Millay gemaakt, en, tja, grossiert in prachtig leedwezen, denk ik. Mijn flauwekul als reactie op flauwekul, daar had ik me niet toe moeten laten verlokken. Zwak vlees. Enfin.

Het heeft me vrij veel werk en tijd gekost om de ruwe omzettingen, die je website sierden, te schaven en politoeren naar contemporaine(r) werkjes, later dan 1975 wordt ’t niet denk ik—zelfs van een telefoon wordt in de reeks geen gewag gemaakt, wel van grutters die maar ‘bezorgers’ zijn geworden e.d.—maar ach, Millay stierf zelf al 25 jaar daarvoor, en deze reeks bleef onafgerond(?). Het líjkt echter grotendeels gaaf, en behelst het ziekbed-en-sterven van een man, bezien door de bril van zijn vervreemde wederhelft, die terugkeert naar hem als hij ziek is (ondanks het feit, dat zij niet van hem houdt, wat dat dan ook precies moge zijn—hier verwijs ik graag naar het andere werk van Millay) en hem verzorgt tot het eind. Ik stuur je de eerste negen, van de zeventien, oorspronkelijke sonnetten en hun schaduwrijke fluisterstem in het Nederlands toe. Geniet, of niet!
Veel geluk met Liva, en veel geluk voor haar.
Liefs!
D.

***

I. Goed, zij is in zijn huis teruggekeerd,
te zorgen bij zijn bed tot aan zijn dood;
ze hield niet van hem. Regens vielen neer
en spatten buiten in de botervloot
waar haar geranium ooit had gestaan,
waarvan je nog kon zien de rotte steel,
en zij is voor het vuur om hout gegaan,
rende naar buiten, rende naar dat deel
van ’t schuurtje, waar de goot van ’t oude dak
haast aan een draad hing, van gerafeld touw,
zag triest de klimop kruipen in het nauw
(en iemand, schriel, in schort en overjak,
de mouwen opgerold die lentedag,
die zaadjes plantte, en hun bloei toedichtte en voorzag).



So she came back into his house again
And watched beside his bed until he died,
Loving him not at all. The winter rain
Splashed in the painted butter-tub outside,
Where once her red geraniums had stood,
Where still their rotted stalks were to be seen;
The thin log snapped; and she went out for wood,
Bareheaded, running the few steps between
The house and shed; there, from the sodden eaves
Blown back and forth on ragged ends of twine,
Saw the dejected creeping-jinny vine,
(And one, big-aproned, blithe, with stiff blue sleeves
Rolled to the shoulder that warm day in spring,
Who planted seeds, musing ahead to their far blossoming).

Share This:

dichters van Eijlders luisteren met stijgende verbazing én met open mond naar de poëzie van Annagriet Diesman

de dichter die roeit
met de riemen die hij schreef, wiens vers te water gaat…



…en ik,
het zout in de gaten van mijn vel, slaapdronken nog, met stramme knoken noteer:
niet eens heel ver hier vandaan sluipt sloom de winter door het huis
en klit jouw geur als al wat nog rest nog even aan mijn trui.

of misschien:

jij ging weer sneller dan verwacht, een taxi in de sneeuw na middernacht,
onrust op de stoep en verder: vierde colonnes, meer onrust en een kat.
de straat leeg als je hazenhart, de stad is koud als wij.

en ook:

ik zal niet langer schikken, ik zal mijn boezem niet meer branden aan jouw vingers
het zijn slagpinnen, kortstondig, het zijn wrede waarheden
het zijn oudbakken woorden, oudbakken woorden die komen te laat.


++ ++


Hugo in Brussel

Aan het Théâtre Français paalt nog steeds verleden grond in taal van bloed gedrenkt,
slingeren gebroken flessen rond in vuile glazen plassen. Niets gloeit:
deze stad wordt donker gewekt, door woorden en zinnen gekrenkt.

Verslagen ontwaakt dan, ginds, de dichter die roeit
met de riemen die hij schreef, wiens vers te water gaat
en volgzaam glijdt tot op een Brussels plein
waar de dichter weet waar niemand over praat.

Verdoken blaast dan, daar, de wind, zijn
letters rollen langs elkaar door doordeweeks gewoel.
Ik hoor zijn lied.
Ik ken zijn doel.
Terug naar ‘t land dat hem verried.

ANNAGRIET DIESMAN

Share This:

Merik van der Torren op het terras voor het Hilton


merik
Hoi Pom, “Alles gaat goed in Amsterdam-Zuid”, behalve dan een kleine burenruzie hier of daar.



Alles gaat goed in Amsterdam-Zuid


Na het bezoek aan de expositie
Art-Zuid op de Apollolaan

strijk ik neer op het terras
voor het Hilton,

bestel een koele fles Chablis
en een kommetje knoflook-olijven,

pak pen en cahier en
schrijf het gedicht.

Ik heb mijn leukste hoedje op.

Alles gaat goed.

Muisstil fietsen kinderen langs me heen.


Merik van der Torren

Share This:

IEN VERRIPS op haar vasalis’: ‘zolang de hemel hemelsblauw het lange lichten dagen vult…’

zolang de hemel hemelsblauw
het lange lichten dagen vult

 

als ik zonder jas naar buiten kan
de warmte mij omarmt in weldaad
zolang de hemel hemelsblauw
het lange lichten dagen vult
zolang ben ik bevrijd van somberheid

tot dan de oude wolken grijzen
de koude adem van de wind zich gelden doet
het lover geeft het op en laat zich vallen
de regen vreugdeloos mij binnensluit
de geest verzwaart

tot dat de lente weer in ’t zicht
de zon de wolken scheurt
de kou verbant het grauwe denken fleurt
mijn jas weer aan het haakje hangt


aug 2023/ IEN VERRIPS

Share This:

KARIN BEUMKES – heb het leven lief – koester haar en geef haar iedere dag een wonder. én over weerbarstige matrozen in hartverscheurend blauw.

Dear Pom,
Natuurlijk eerst van harte gefeliciteerd met Liva, ook namens Roop, en dat wij hier op ons gouden eiland blijven, zoiets wens ik jouw kleindochter toe, een plaats in de wereld waar ze Liefde weet en waar Liefde zal wonen. Wens haar eigenlijk van alles toe, In mijn geval is het niet moeilijk want ik ben verslaafd aan de zee. Zo verschrikkelijk verslaafd dat er een poem van moest komen
Knuffel je lekkere schattebout, die nog alles te beleven heeft, koester haar en breng haar groot, geef haar iedere dag een wonder.

Liefs, Karin.



Test

Terug. Desnoods met zwembandje.
Dit keer ga ik voor je liggen zee
biddend zingen hoe ik adem uit je haal
zonder mijn systemen te verliezen.

Wildvreemd dan. Ten doop gehouden in je sop
dat het niet uitmaakt of ik blank of wit ben
dat het niet uitmaakt voor de bodem van mijn grond.

Geef me aan het reine, zee van zee, in zee
tot de dag van een schip schuift en
weerbarstige matrozen vertrekken in hartverscheurend blauw.


Karin Beumkes

Liesbeth List – Heb het leven lief https://youtu.be/YMUc8WrxPss

Share This: