IEN VERRIPS: ‘onzichtbaar tot zij in het nieuwe jaar gevonden wordt…’

Ien heeft in de maand augustus de dinsdagen hier verzorgd en de vakantiedinsdagen met Ien voorzien – dank je wel – hopen we dat peterposthumus vanaf volgende week weer om en om met Ien ons lezers door de dinsdagen heen zal kunnen brengen.


ze ging zitten toen het lente was
het nieuwgeboren licht op haar gezicht haar benen
haar tasje naast zich op de bank
tot in de zomer zit ze daar haar armen bloot
met toegeknepen ogen zoekend in de verte
alsof het daar gelegen was

ook in het najaar zit ze er het groen vergeelt verdort
vol ongeduld wacht zij ze weet
de winter komt de kale kou die haar de zin ontneemt
de vorst die haar omarmt omhelst de sneeuw die haar bekleedt
onzichtbaar tot zij in het nieuwe jaar gevonden wordt

juni 2022
Ien Verrips

Share This:

DITMAR BAKKER – Stilistisch Alfabet, of: Lollige Figuren – een wonderschoon stilistisch, typografisch, poëtisch, ditmariaans wondertje uit de poëzie zoals ze niet vaak – zeg maar nog nooit geschreven zijn – een kleinood.

DITMAR BAKKER – Stilistisch Alfabet, of: Lollige Figuren – een wonderschoon stilistisch, typografisch, poëtisch, ditmariaans wondertje uit de poëzie zoals ze niet vaak – zeg maar nog nooit geschreven zijn een kleinood.
 
 
voor de prijs hoeft u het niet te laten:  25 euro voor de nieuwe bundel van DITMAR BAKKER – een alfabet maar dan licht stichtelijk – een stilistisch alfabet – STILISTISCH ALFABET getiteld met als ondertitel: LOLLIGE FIGUREN – 26 letters grafisch zeldzaam mooi weergegeven en 26 gedichten – met om en nabij 26 stijlfiguren voor de lezer samengesteld. (U mag ze zelf aanvullen maar daarover meer hieronder) –  en dat dan weer op zijn ditmars. (een wonderdichter, dit zeldzaam taaltalent, een mengeling van bouwkunst en vormgelei, kortom dichtkunst – kortom de god in mijn gedachten. alleen god is er niks bij.
 laat ik niet overdrijven. maar de mensheid is na vandaag in twee-en te splitsen – zij die deze bijzondere uitgave van Ditmar Bakker wisten te bemachtigen – er bestaan van de bundel 50 gesigneerde en genummerde exemplaren  – en zij die deze bundel niet in hun bezit wisten te krijgen. mijn exemplaar nummer 23 zal ik na mijn heengaan schenken aan het Letterkundig Museum – als u nog even wacht – het wordt wel na 2023 –  is nummer 23 op aanvraag een dag te bestuderen – heb u wel mijn oa vingerafdrukken erbij – en die zijn ook niet mis.
maar u gaat niet wachten gaan – u gaat naar ditmar bakt en bestelt – voor zover ze nog ter beschikking van de mensheid worden gesteld door de dichter – een van de laatste beschikbare exemplaren zonder mijn  vingerafdrukken. veel frisser ook.

en u verovert een wonderschoon stilistisch, typografisch, poëtisch, ditmariaans wondertje uit de poëzie zoals ze niet vaak – zeg maar nog nooit geschreven zijn – waarin dichter de hoeren en de snoeren zeker niet uit de weg is gegaan – het wordt wel lezen als de kinderen al naar bed zijn gegaan en liefst ook als loeder de vrouw haar vrijwillige kookcursus of yogales aan het afwerken is. lezen als het huis vrij is van smetten, een zachte poëtische  wind door tuin of  huiskamer waait en u zacht gezeten het stilistisch alfabet op u laat inwerken – en u aangeraakt zal zijn door ditmars woorden en wenst dat het nooit meer anders zal zijn –
een hemelse glimlach op uw gezicht omdat  u nageniet van de inleiding door de dichter hoogstpersoonlijk toegevoegd aan de bundel waarin hij u uitnodigt op zijn zo eigen wijze de pen ook eens ter hand te nemen:  “Zo lieve lezer meent figuren te missen die er dan toch echt ten minste in hadden moeten staan: het staat lezers vrij ze erbij te schrijven – waarbij ze hopelijk hun pols verrekken.”
 
pom wolff / 29-8-2022 – voor de bundel zie:
  http://www.ditmarbakt.nl/Publicaties/216

Share This:

PETER BERGER Frankrijk wacht – La France attends. – I have a dream

I HAVE A DREAM
in een kleine 4 uur waren we van amsterdam in eindhoven – maar in een kleine 4 uur zijn we ook in La Chaussée de la Capelle – de picardie waar “onze” Peter Berger verblijft – ik zie een uitgestrekt landgoed, een zwoele zachte noordfranse augustus zomeravond – iets van haard en iets van vuur – ik zie een tiental aan dichters – een juryvoorzitter Le Nobel – ik zie singer songwriter Bjorn van Rozen die ook samen met een Ditmar Bakker het franse land in woorden nog mooier maken – ach ik zie lichte romantiek met zwarte zware randen en ochtenlicht – die zomeravond daar – een lang weekend daar – ik zie een frans restaurantje – een hotelletje – ach er is zoveel poëzie en overal poëzie. toch eens aan Peter Berger vragen of ergens in augustus volgend jaar de enige echte zondagochtendwedstrijd op een lieve zaterdagavond in het noorden van douce france zou kunnen plaatsvinden.
maar eerst zijn geweldige maandagochtend column!


Het is zo´n Chinees met de kaart van vroeger. De porties ook nog maar de prijzen zijn wel van vandaag. Rommelig druk als een vestiging van Gorillas want afhalen is niet meer van deze tijd. Uit Chinezen ook niet blijkbaar. De tafeltjes zijn leeg. Ik bestel een ouderwetse Babi Pangang en een biertje. En daarna nog eentje. Fris koud vers getapt. Zo lekker als het alleen bij de Chinees om de spreekwoordelijke hoek smaakt. Nog maar eentje dan.

Het meisje heeft zojuist de verplichte warmhouder midden op tafel geposteerd en inmiddels ook aangestoken. Spiritus? Maximus. I´m obsessed with her eyeliner. Nee, het is niet zo´n ordinair potloodstreepje dat ze vanochtend na het douchen snel, doch met vaste hand, op beide oogleden heeft aangebracht. Neen. Twee messcherpe diepzwarte driehoeken zijn het. Kunstig vanuit de buitenooghoek schuin omhoog getrokken bovenlangs het jukbeen tot halverwege beide slapen. Met krullende contouren. Langgerekt en donker als een vers gezette tattoo. Zwart als het duister dat geen naam heeft.

Het meisje is een Samurai. Nou weet ook wel dat ik hier niet bij de Japanner zit en dat het meisje, waarschijnlijk de dochter van de uitbater, voor de volle honderd procent Chinees is. En dat ze gewoon een Hollandse trien is die patat met mayonaise eet. Maar toch is ze een Samurai. Zo uit een manga gekropen. In zwart wit. Zelfs de kleren kloppen. En haar ogen spugen vuur en haar lippen zijn onverbiddelijk vriendelijk. Zo iemand. Heroïsch is ze. Eet smakelijk! Ik wel. Alleen die saus. Ruikt ver weg naar Del Monte met kaneel. Nee. Die saus snap ik nog steeds niet. Ik vraag er sambal bij. Van die zwarte die in olie drijft. Straks de auto in. La France attends.


Peter Berger

Share This:

DITMAR BAKKER wint de zondagochtend wedstrijd op de pom eenmalig op de zaterdagmiddag – OP LOCATIE EINDHOVEN – onder en met de heerlijke klanken van singersongwriter BJORN VAN ROZEN!! juryrapport door de enige echte en een keer niet virtuele PETER LE NOBEL!!  nu met alle commentaren!

Nou hieronder maar mijn zeer persoonlijke verslag van een prachtige middag en avond bij Vera van der Horst -de zondagochtendwedstrijd eenmalig op de zaterdag met als juryvoorzittter Peter le Nobel – op de site pomgedichten leest u de inzendingen – 7 gedichten ingezonden door dichters en aanwezig op locatie en beoordeeld door Peter – en andere gedichten vandaag met een commentaar voorzien van mijn hand nog. vera meldde mij zojuist dat haar filmopnamen allemaal mislukt zijn en dat ze in een diepe droefheid daarover de nacht heeft doorgebracht. maar wat was het mooi – de gedichten voor de wedstrijd voorgedragen te zien door de dichters – kon zelf ook een keer meedoen met het gevaar te winnen – maar Ditmar Bakker werd terecht uitgeroepen tot winnaar – hij had niet ingestuurd maar was wel aanwezig op locatie – de filmbeelden op FB geven een indruk van zijn kunnen. een liefdesgedicht voor Vera -de zo lieve gastvrouwe – uitgesproken later op de avond met begeleidende klanken van Bjorn van Rozen –

zo kregen we een heel intiem poëziefeestje voor 10 personen met dranken en spijzen met woorden over geliefden en verloren geliefden en waren we elkaar tot steun – wij poëten en zangers toch altijd als de verjaagden uit wanhoop aan de drank. ja wat was het mooi de voordracht van Hans F. Marijnissen – de lokale held in eindhoven – met prachtige en helende poëzie – tot troost van de toehoorders. wat was het mooi arie van egmond met kritische blik amsterdam gedichten te zien doen. na elk wedstrijd gedicht besprak Peter le Nobel in gewijde woorden de kunstuiting en wist in elk gedicht wel een bijzondere twist. we kregen bloederige maar zeer aanschouwelijke poëzie te verwerken van Ien Verrips – ien weet altijd heel indringend te beschrijven waar de individuele mens niet toe in staat is – en dat dan doet ze heel overtuigend. Ditmar deed en passant een gedicht uit het hoofd – Ditman kwam zag en overwon – de primus inter pares meneer wolluf krijste Bettie – hoorde ik in goed eindhovens naast mij brommen. onee dat was Abraham Von Solo die met een gedicht de show stal en daarna nog enige van zijn befaamde spermagedichten de wereld inspoot. René Brandhoff die uit groningen eindhoven als enige zonder file wist te bereiken – was blij weer met een begin van POËZIE inspiratie en overtuigde met zijn observatiepoëzie – een bijzonder persoonlijk geluid – waarin eigenaardigheden van de mensheid worden opgetekend. onder tussen zong Bjorn van Rozen nieuwe romantische liedjes met en zonder lieflijke rafelranden. Ditmar won en gaf zijn gewonnen trofee aan vera van der horst – om haar later in het poëtische zonnetje te zette op FB nog net op filmbeelden vastgelegd. het was mooi en indrukwekkend. en dat was het. dank jullie wel.

ergens op de zondag mijn verslag. van deze bijzondere middag/avond in eindhoven – lekker beginnetje de A2 dicht – even omrijden via breda antwerpen eindhoven – maar toen – maar toen ontplofte de schoonheid aan alle kanten om stil van te worden met poëzie René Brandhoff – de tot in haar puntjes – tot in het gaatje zoals ze zelf sprak – voorbereide poëzie van gastvrouwe Vera van der Horst – van de immer strenge doch rechtvaardige Ien Verrips die in de tweede strofe van haar tweestrofelige gedicht zoveel bloed wist te openbaren dat de eindhovense ambulance-brothers en sisters er geen herman brood  meer in zagen – Hans F. Marijnissen las Evelien gedichten en een bijzonder gedicht voor zijn zusje van wie afscheid werd genomen – we kregen een zeldzaam optreden van Bjorn van Rozen met o zo fragiele nieuwe liedjes en daarbij ook een bjorn van rozen/ Ditmar Bakker duo optreden zo fijngesnaard dat er gehuild werd en zonder schaamte gehuild werd – het was zo wonderschoon dat schoonheid voor heel even in een oneindig geluk veranderde in iets van oneindige gelukzaligheid opging.  en toen moest Arie van Egmond nog met amsterdamse gedichten – gedichten over AM – STER – DAM!!!.  en kregen we de aktiepoëzie van Abraham Von Solo als hoofdgerecht – stonden wij toehoorders weer met beide benen op de grond. waarop von solo hier en daar iets van sperma had gedeponeerd –  morgen meer verslag – het was zo mooi – zo mooi. een middag / avond om dankbaar te zijn.


Peter Le Nobel spreekt het juryrapport uit – hieronder te lezen – woorden van waardering over de werken van de aanwezige dichters – iets later roept de juryvoorzitter dichter DITMAR BAKKER uit tot winnaar van deze zondagochtendwedstrijd –



Een meetbaar niets – Hans Marijnissen 
Met als kop ‘Een meetbaar niets’ maakt het gedicht van Hans Marijnissen eigenlijk een valse start. Komt een ‘meetbaar niets’ mijn niets meer of minder over als een woordspelletje, een ‘aangelengde herinnering’ roept dan juist weer wel bijzondere beelden in mij op, mede dankzij dat ‘verstrooide as’. Marijnissen komt dan ook op dreef in het gedicht met kudden wolken die elkaar opzoeken en verstrengelende wortels. En er speelt zich een verhaal af: via de afslag ontsnapt hij als al die verbroedering wel erg klef wordt. 

Een zaterdag – Arie van Egmond

Het moet een enerverende zaterdag zijn geweest, maar uiteindelijk komt alles toch nog goed. Van Egmond weet deze alledaagse situaties zo te verwoorden dat je de adem inhoudt: komt het ook nog recht? Er wordt wel twijfel gezaaid: “We hebben geen grond, bouwen is zinloos.” En dan een welhaast opgewekte uitsmijter: “Maar vliegen tegen de laatste slok / voldoet.” De verwikkelingen zijn te groots, te meeslepend en te veranderlijk om van een eenhapscracker te mogen spreken. 

Zonnewende – Vera van der Horst

Eerst kreeg ik even een allergische reactie toen de maan en de sterren ten tonele werden gevoerd, maar gezegd moet worden: de dichteres moest wel iets doen nu zij stelde: “Alleen de zon kan ons nog aan.” De stijlmiddel was nodig voor het laten binnenkomen van de derde strofe, waar de metafoor wordt gedragen door krachtige beelden en schijnbare intenties, met als uitsmijter: “in de glazen die wij zo gulzig leegden.” 

Iets in de verte – Pom Wolff

Wolff houdt van metaforen met verontrustende rafelranden, zoals een bloesem als graftak of meer van beelden met een prozaïsche kant: ‘halte liefde’. De grote woorden wanhoop en troost weet Wolff te tackelen met de eenvoudige zin: ‘Dan heb ik wat voor onderweg’. Door het grote en kleine te combineren, blijf je geboeid doorlezen. De derde en vierde strofe zou je bijna fluisterend moeten voordragen, en in het laatste onderdeel weliswaar een ster, de zon, wat onmiddellijk weer wordt gerelativeerd met ‘iets in de verte’. ‘Brak en ontdaan’ werd ik zeker niet van dit gedicht. 

Hans brak – René Brandhoff

Enige relatie met Hans berust op zuiver toeval, waarschuwt de dichter. Er zijn namelijk vele personen die in hun doorzonwoning simpele oplossingen voor grote problemen hebben. In hele eenvoudige, parlando bewoordingen wordt de onmacht van een doorsnee man geschetst om het leed door oorlogen, klimaten en mislukte relaties onder woorden te brengen, te temmen desnoods. Het is een gedicht dankzij de uitsmijter: ‘Hij brak’.  




Zonder titel – Abraham von Solo

De eerste helft van het gedicht heeft een wat lange aanloop: dat de personage volop aan het drinken is, weten wij zo langzamerhand wel. Maar in de tweede helft volgt een grappige wending, als de wijsheid zodanig in de kan is, dat zijn partner wel op sterk water gezet moet worden. De laatste twee strofen maken uiteindelijk veel goed als daarin afgevraagd wordt waar het fout gelopen was: “De keel in / Of de gootsteen.” De poëzie komt aan het eind naar voren, met juist zo min mogelijk woorden: “Je stralen verwarmen me / Breken / In het glas / Op tafel.” 

 Zonlicht brak de glazen – Ien Verrips 

Verrips houdt het bij een eenvoudig beeld, maar wel als lijdensweg dat de hele nacht duurt. Toen ik in de keuken werkte, was de paniek altijd groot als er splinters vielen in het eten of een stuk van een mes verdwenen was in het diepgevroren vlees. Alles kon altijd meteen worden weggegooid. Verrips maakt duidelijk waarom. 

de zondagochtendwedstrijd op de pom eenmalig op de zaterdagmiddag – OP LOCATIE EINDHOVEN – onder en met de heerlijke klanken van singersongwriter BJORN VAN ROZEN!! juryrapport door de enige echte en een keer niet virtuele PETER LE NOBEL!!
 
wie wint de enige echte virtuele maar ook echte ‘het zonlicht brak in de glazen…’ – trofee op pomgedichtendag? (naar een dichtregel van de gastvrouw) – nu al inzendingen van:
  • Hans F. Marijnissen – het zonlicht brak
  • Arie van Egmond – het zacht met liefde te spreken woord
  • Vera van der Horst – in alle kleuren van de regenboog
  • Pom Wolff – dan gaan we in ons zelf op
  • René Brandhoff – Hij brak.
  • Ien Verrips – de zon was al lang onder
  • Abraham Von Solo – Je stralen verwarmen me
  • …………………………………………………………………………………….
  • Rik van Boeckel – van harte met je 70ste verjaardag
  • Erika de Stercke – hoe een glas in stukken kan spatten
  • Cartouche – het zonlicht dat de glazen brak
  • Anke Labrie – weerkaatste het in jouw ogen
  • Frans Terken – zo gebroken als we zijn

Een meetbaar niets

Er was een ochtend voor nodig,
een slordig ontwaken
en een hernieuwd afscheid
voor deze vlucht. Ik kwam bijeen.

Bossen drongen aan,
tegenliggers naderden,
een kudde wolken zocht elkaar op,
het zonlicht brak.

In de glazen pui
en verstrooide as hervond ik
een aangelengde herinnering
aan wat had kunnen zijn. Ik kwam weg.

Bomen streelden elkaar
en verstrengelden wortels.
Tussen de stammen werd het niets
weer nu en dan meetbaar.

Een afslag bracht opluchting,
ik zag weer een zon
en wat op een uitweg leek,
even maar, lang genoeg. Ik sloeg af.

© Hans F. Marijnissen 2022.


Een zaterdag
 
Jou in het hoofd, jou en je roesglas.
Jou in het hart en wat waar al niet.
Barst de strijd los, vallen er scherven,
als log de zon bezig is te zakken.
 
Ik sleep een foto van een uithoek, een jaar
met nauwelijks nog woonrecht in herinnering.
Die staat. Dan meld je je.
 
Ik schenk bij en het herneemt de positie,
het zacht met liefde te spreken woord
in de bewogenheid, uit de kooi van het kader.
 
Je bent terug, je laat je horen, kromt of danst
als ik verder in de gloed je hier al weet.
We hebben geen grond, bouwen is zinloos.
 
Maar vliegen tegen de laatste slok
voldoet.
 
Arie van Egmond
Amsterdam, 2013
Zonnewende

We hebben alles zelf gedaan
de maan en sterren in de hemel geprikt
de goden verzonnen

We hebben de geur uit de bloemen gehaald
en alles wat zwak was weggeveegd
alleen de zon kan ons nog aan

Zie hoe hij met enig leedvermaak
moeiteloos zijn licht breekt
in alle kleuren van de regenboog

in de glazen die we zo gulzig leegden
 
 
 
Vera van der Horst
iets in de verte
 
natuur is mooi
er loopt van alles uit
de bloesem van nu is je graftak morgen
ergens – vallen we uit elkaar

chauffeur
doe mij halte liefde maar
voorbij de wanhoop en de troost
dan heb ik wat voor onderweg

iets moet er zijn
misschien te teer om te benoemen
een onontkoombaar niemandsland
nog zo onaf
 
zo onontgonnen
dat niemand daar ooit leven kon
of taal een weg heeft kunnen vinden
maar wij wel 

mijn laatste woorden zijn voor jou
nog een maal licht – de zon – iets in de verte
dan gaan we in ons zelf op – brak
en ontdaan van wie we waren
 
pom wolff
BJORN: ‘de zon komt op…”


Pom,
 
Dit moet het dan maar zijn. Voor een herbeginnende dichter. Enige relatie met welke Hans dan ook berust op zuiver toeval.
 
 
Hans brak
 
Zijn huis en doorzontuin; bloedjeheet 
van voor tot achter de geraniums.
“Dubbele beglazing helpt niet veel, 
twee bier is beter”.
Hans vond zichzelf tóch even leuk.
 
Hans dacht altijd dat het zijn tijd nog wel zou duren, 
dat het met die zeespiegel wel goed zou komen.
En die oorlog, die verrekte oorlog,
die houwe ze maar bij hun eigen.
 
Hans hield al nooit zo van die moeilijke dingen, 
zoals oorlogen, klimaten en mislukte relaties.
Liever zag hij het zonlicht door een biertje schijnen.
Dáár werd Hans emotioneel van.
Hij brak.
 
René Brandhoff

Zonlicht brak de glazen
 
zonder licht te maken
begon ze de scherven op te ruimen
dat had ze beter niet kunnen doen
de zon was al lang onder
 
ze likt het bloed van haar vingers
glas kleurt haar mond rood
de splinter trekt voren in haar keel
rijt haar slokdarm open
boort zich in haar maagwand
 
zij was al dood
lang voor de zon opkwam
 
aug. 2022 – IEN VERRIPS
 
 
Ik neem nog een slok
En blijf drinken
Tot je weer verschijnt
Vanaf het moment dat je verdween, heb ik dorst
 
Ik drink bier
Drink wijn
Drink whiskey
En water met paracetamol
Maar jij komt niet terug
Nog niet
 
De dorst wel
En ik drink
En blijf drinken
In de morgen aan de keukentafel
Na twee scotch met ijs is de depressie verdwenen
Verlaat ik me op logica
Neem nog een borrel
Nullen en enen
En weet hoe het zit
 
Jij bent ontstaan uit sterk water
Staat nu ergens in een weckpot
Ik kijk rond me
Maar durf niet naar de kelder
Waar de jampotten staan
Beter er nog één achterover te slaan
 
Het daalt 
Ineens voel ik het anders
Het is duidelijk waarom ik drink
Dat is omdat je dan weer terug komt
Je kan elk moment de kamer binnenstappen
Of ik de kamer uit
En dan zul je daar zijn
 
Maar ik kom de kamer niet uit
Ook jij verschijnt nog niet
Nog één dan en nog één in het verschiet
Tot de morgen
 
Wanneer je verschijnt na de nacht
Lig ik allang met mijn kop op het hout
Me dromend afvragend
Waar het fout gelopen was
De keel in
Of de gootsteen
 
Je stralen verwarmen me
Breken
In het glas
Op tafel
 
Abraham Von Solo

pomgedichten feliciteert RIK met zijn 70ste rondje – van harte RIK

Universeel inzicht

Het licht verdwijnt nimmer uit zicht
sterren geven universeel inzicht

glazen blinken uit op terrassen
wij dagen elkaar vaak uit

zonsondergang koelt ze af
breekbare inhoud licht geduldig op

na zon volgt liggend maanlicht
wij dansen door de nachtschaduw

tot het ochtendrood verschijnt
zien wij dromende glazen in duisternis

zij breken de dag langzaam open
in de keel wordt het licht geproefd.

Rik van Boeckel
26 augustus 2022 de jarige rik van boeckel die helaas niet aanwezig kon zijn – wij van pomgedichten – ik en de majesteit feliciteren rik van harte met een nieuw levensjaar vol van hart en ritme en poëzie – ongetwijfeld – dansen tot aan het ochtendrood – dat is het optimisme van rik van boeckel – heerlijke energie – bijna in elk gedicht over de lezer gegoten en in volle teugen genoten.


meezinger 
 
hoe een afstand ons wegduwt in stilzwijgen
bloesems zijn de bloemen van fruitbomen 
ze maken sprongen naar het gras 


vochtigheid aan mijn voeten in een ochtend
waar de slaap niet wil opstaan, ik gaap mee
en door de wolken heen zoek ik jou


hoe een glas in stukken kan spatten zelfs 
zonder dat een ruzie de aanleiding geeft
scherven dansen op de mat 


een zonnige dag betekent veel bij een kilte
van het alleen zijn, ik draai aan de radioknop 
en zing bij de hits als een opgeladen batterij 



Erika De Stercke 

erika – schoonheid levenslust maar ook de pijn verwoord in dit gedicht – een gedicht dat eigenlijk een peter le nobel behandeling behoeft voor een gepast commentaar -peter zou het wellicht als volgt verwoorden: erika weet in opgeladen woorden de taal die kracht mee te geven dat hierbij niet meer gesproken kan worden van een eenhapscracker. neen hier is het leven en de eenzaamheid van het leven in volle glorie beschreven – maar door alles heen weet de dichter de zon te laten schijnen – door alle strofen heen het zonlicht waaraan de lezer – ook de lezer zich kan warmen. dank je wel erika.
Voor jou

ik heb jou – C. – alleen gelaten’
of was jij het veeleer die mij, wij
die elkaar al zo lang hebben
vergeven het zonlicht
dat de glazen brak

jij als enige – sirene –
die een boot omzingt, uitkijkt
op mijn spiegelschip, vannacht nog
toen ik je droomlach in het water zag
je hoge zang me ervan langs gaf

haast heel voorbij leek
te komen in een golf van zuchten
voer voor vreemde vissen

varend op lokroep van verlangen
hang je aan een draad van zij en ik
vastgebonden aan mijn pijnboommast
de oren vol was voel ik dat je erbij bent
het bauwgroen in je blik die me volgt

–als ik na je eilandrots gerond
je landengte achter me gelaten
de doorsteek naar spuigat maak–

mij na zingt zoals nooit tevoren – jij
weet mijn stem zal je achterhalen, vangen
en overstromen in je aren, niet als lood
of oudrood ijzer maar als klare taal
het aabbcc van een Lodeizen

in lengte van dagen
*kun je me niet verlaten – nu
morgen overmorgen ooit

gaan we
samen onder zeil

Cartouche , 26-08-2022


*geïnspireerd door en geënt op het
gedicht “je hebt me alleen gelaten” Hans Lodeizen

je hebt me alleen gelaten
maar ik heb het je allang vergeven
want ik weet dat je nog ergens bent
vannacht nog, toen ik door de stad
dwaalde, zag ik je silhouet in het glas
van een badkamer
en gisteren hoorde ik je in het bos lachen
zie je, ik weet dat je er nog bent
laatst reed je me voorbij met vier
andere mensen in een oude auto
en ofschoon jij de enige was die
niet omkeek, wist ik toch dat jij
de enige was die mij herkende de enige die
zonder mij niet kan leven
en ik heb geglimlacht
ik was zeker dat je me niet verlaten zou
morgen misschien zul je terugkomen
of anders overmorgen of wie weet wel nooit
maar je kunt me niet verlaten

Hans Lodeizen
Uit Verzamelde gedichten
Amsterdam, Van Oorschot 1996
Zie ook de uitleg van Lambert Wierenga


een adembenemende lodeizen inspiratie door Cartouche – buiten mededinging – wat hadden we hem en deze graag voorgelezen gehoord in veraas tuintje – ooit gaan we Cartouche horen – deze toch wel erg goed geslaagd – ik hoor de woorden zelfs met begeleiding van bjorn van rozen op de achtergrond – deze overgave in woorden zou zo erg gepast hebben gisteren avond – cartouche dank je wel.
het zonlicht nam de tijd
verdween achter de bomen
speelde daarna nog tikkertje 
met de golven in de baai

pas bij de laatste stralen
brak het in onze glazen 
weerkaatste het in jouw ogen
waarin ik voor het eerst 
mezelf nu eindelijk weer zag
zoals ik ooit bedoeld was

anke labrie
in twee simpele strofen weet anke – maar eerst die prachtige eerste regel over het zonlicht en de tijd – door naar de tweede strofe – het leven te schetsen zoals het bedoeld is. in twee strofen 4 ogen op de kaart. om het leven te 4en.
Scherven

Zoals alles breekt
lege glazen na beschonken
de scherven na de dronk
na de nacht de ochtend

ik bood je een bed
koos jij het strand
waar we de roes van de wijn
met de sterren deelden

dat je de zon als troost hoopt
niet de stralen kleuren het hoofd
het is schaamrood dat uit de glazen
op de wangen trekt

zo gebroken als we zijn
de stoet van lege flessen
wij temidden van de scherven
die als kaarsenhouders om een baar


© FT 27.08.2022 –
frans helaas op locatie verhinderd toch een inzending buiten mededinging deze week. over scherven. de herinnering aan tien jaar geleden wat betreft scherven – ooit een zondagochtendwedstrijd op locatie in de groote weiver in wormerveer – toen juryvoorzitter – toen al – peter le nobel – iedereen liet winnen de foeilelijke trofee aan diggelen liet vallen en elke dichter een scherf aanreikte. deze scherven van frans meer poëtisch en romantisch met een zwart randje: omdat toch alles breekt – maar zo gebroken als we zijn het leven dienen en aanvaarden. mooie gedachte.

Share This:

de vrijdag met SERAPHINA HASSELS: verdoofd, stil, wachtend nog, zwaait ze naar de sterrenhemel…




Vlakke lijn


Verdoofd belde ik nog een laatste keer om 
je zachte stem te horen


ongeloof dat jij nu weg bent
stuur ik nog één bericht
mijn laatste vraag


Ik wacht eindeloos op antwoord


Alleen de stilte
van de vlakke lijn 


ik zwaai naar de sterrenhemel 
wang nat zonder regen


Seraphina

Share This:

FRANS TERKEN – DUODICHTERS IV – met JOOP SCHOLTEN

Duo-dichters IV

Met Joop Scholten maakte ik kennis bij de Haarlemse Dichtlijn in mei 2008. Wij droegen voor in hetzelfde blok, 10 dichters, hij raakte mij meteen met zijn gedichten, ze riepen bij mij een zekere herkenning op; wij spraken elkaar later die dag over het gevoel van verwantschap, de onderwerpen die ons raakten. Zijn gedicht ‘Vijftien’ (opgenomen in zijn bundel “Ook dit is een vorm van geluk”, De Witte Uitgeverij 2011) inspireerde mij tot ‘Wij kwamen’. Joop antwoordde daarop met ‘Pinksteren in Haarlem’.

Het idee om elkaar bij wisseling een gedicht te sturen, waarbij de woorden van de een door de ander op eigen wijze gebruikt mochten worden, sprak ons zeer aan. Het bracht een veelheid aan poëzie als ook een warme vriendschap, waaraan helaas door het overlijden van Joop in 2018 een einde kwam. Ik schreef hier afgelopen weekend al over op de Pom, in ‘We zeggen dat missen mag’.

In die 10 jaar zijn er in onze wisseling 165 gedichten geschreven, traden op diverse podia samen op (altijd vergezeld door Meta Boldingh, de partner van Joop) o.m. bij Eijlders, bij Dichters in de Prinsentuin in 2012, bij de Haarlemse Dichtlijn jaarlijks, en o.m. op tournee bij Beeckestijn in Velzen, bij de OBA Amsterdam en op de pont bij Sail Amsterdam in 2015.

In de serie Dichter bij Eijlders is een deel van de reeks gepubliceerd: “Voor de dag van morgen” (2016).

Hieronder 2 gedichten, uit 2012: 

(81) Hoe ver nog  

Waarom hier blijven en afwachten

wij staan niet aan de grond genageld 

zie wat je achterlaat onder ogen 

neem de resten in je handen 

en vind er een plek voor 

de doden laat hen 

rusten in hun aarden uitzicht

de glazen kist van de hoop in scherven 

neergevallen uiteengespat

met het bloed aan onze vingers schrijven wij 

heldere maar bittere woorden

in het windstille zand

over de doden niets dan goeds 

hoezeer wij ook hun dorre honger zoeken

niemand die zo aanwezig is

door er niet meer te zijn

ons gedenken bij de zerken de stenen 

een onomstotelijk bewijs van verlies

wij boren andere bronnen aan

ontginnen ongeschonden gronden

onder het oog van een herder 

ligt onze verbeelding ingezaaid 

een waarheid die koffers kan openen

ongezien laten ze dromen los 

ik trek een lijn over de einder 

wijs je de vergezichten

onze bemeten ruimte 

© Frans Terken 20/05/2012

(82) Aan wie mijn gezicht draagt 

Hier sta ik en wacht en kijk in de verte 

kijk naar de muren die mijn uitzicht 

ontkennen die blindelings 

tegen mij aanlopen 

die ik aanraak met de huid van mijn handen 

strelend mijn vingers de stenen 

tekenend een gezicht 

hier zeg ik: wie jij ook bent 

kijk mij in de ogen 

dat de stenen nu spreken. 

Is het oog van de doden voor altijd gevangen? 

Zijn zij niet langer? Zijn zij voorgoed? 

Zijn zij achtergebleven 

vergeten, verdreven, verdwenen? 

Zijn zij onze toekomst, is hun mond een bron 

die zich opende, die ontsprong 

en dan wegdreef 

daar waar wij heengaan? 

Hier sta ik en buig mij voorover 

schrijf met mijn vinger 

een brief in de aarde. 

Aan wie mijn gezicht draagt. 

© Joop Scholten 26/05/2012

De reeks is in zijn geheel te lezen op de blog ‘Dichterbij dan dit kom je niet’: http://dichterbijdandit.blogspot.com

Share This:

Merik van der Torren: Hoi Pom, Een korte beschrijving van een ontmoeting met buurvrouw Daisy en haar hondje Teuntje,…


Hoi Pom,

Een korte beschrijving van een ontmoeting met buurvrouw Daisy en haar hondje Teuntje, voor pomgedichten, groet, Merik



Dagboekaantekening
Hoe de hond…

Teuntje met drie poten keek me droevig
maar zelfverzekerd aan,
ik aaide hem over zijn kop en we zeiden:
“ Veel beter zo, bij vrouwtje Daisy,
niet meer in het asiel. “
“ Fijne dag, “ zei Daisy en liep weg
met hinkende Teuntje.

Merik van der Torren

Share This:

IEN VERRIPS spreekt toch over het ‘ongezegde’


niet de woorden
die de ruimte vullen
maar het ongezegde
dat blijft hangen
tussen ons

ik keek weg naar buiten
dreef met de wolken mee
met wolkenwit schreef
ik je naam

een liedje roert zich
zingt wat zeggen niet vermag
het harde hart
wordt zacht


IEN VERRIPS

Share This:

PETER BERGER festivalganger in Benicasim: ‘Zo Spaans dat men er nauwelijks Engels spreekt en waar de obers, onaangetast door het onbeschofte gedrag van buitenlandse toeristen, nog beleefd en vriendelijk zijn…’


Warm is het hier wel. In Benicàssim. Benicasim mag ook. In het Valenciaans. En dat is dan weer Catalaans maar dan anders. Het is zo´n stadje waar je niet zo snel komt. Benicasim. Zo Spaans dat men er nauwelijks Engels spreekt en waar de obers, onaangetast door het onbeschofte gedrag van buitenlandse toeristen, nog beleefd en vriendelijk zijn. De menukaart is Spaans. De gerechten zijn Spaans. Alles is Spaans betaalbaar. Of kan ik maar beter Catalaans zeggen? Valenciaans? Whatever. Twee euro voor een biertje. Toeristen zijn er wel. Zeker wel. Best veel ook. Goed boerende Madrilenen die vanuit hun vakantievilla zo het zandstrand op lopen. Het grindstrand echter, even verderop, is nagenoeg verlaten. Ik hou ervan. Warm grind. Zon in steen gevangen. Op de rug. Zonder handdoek. Totdat je je vel uit zweet. Totdat het grind je in het lijf gegrieft staat.

Huppa. De zee is lauw. Het water helder. Blauw met van die bescheiden kabbelgolfjes. Muziek is er ook. Tot diep in de nacht. Tot de morgenstond. Reggae all over. Het festival is op loopafstand. Richting bergen. Een half uurtje vanaf het strand. Straks ga ik weer. Je moet ervan houden. De diepte. De bas. Het ritme. De rust. Ze spelen hier graag. Al mijn oude helden. Rastafari. Dikke zeventigers inmiddels. Still going strong. Plus een nieuwe generatie muzikanten die het roer langzaamaan over begint te nemen. Hedendaags. Met dezelfde intensiteit. De message steeds even krachtig. Het festival is buitengewoon chill.

Haast bestaat er niet. Men staat er vrolijk in de rij voor hapje of nog een drankje en voor de heren is er nog gewoon een ouderwetse plasgoot. Bier wordt nog per glas met de hand getapt en men doet er ook niet aan van die stupide plastic muntjes. Hoewel een van de meest bezochte muziekfestivals in Europa is er van drukte geen sprake. En van drukdoenerij al helemaal niet. Druktemakers bestaan hier niet. Kortom, een paar dagen genieten nog. Gracias Rototom!

Peter Berger

Share This:

Etwin Grootscholten wint de enige echte virtuele – vertel maar – van de stille avonden – die schreeuwend stille – trofee op pomgedichten punt nl

de commentaren stonden toch een beetje in het teken van het algemeen zo vaak geldende in de poëzie: met minder meer. maar dan moet dat mindere ook wel de kracht hebben van heel veel meer. de 11 woorden van dichter grootscholten dreunen na. dreunen door. het zijn stuk voor stuk mokerslagen passend bij het genadeloze thema van vandaag.

hier lezen we arends, schierbeek en grootscholten in één adem – ademloos. goud. ademloos goud voor Etwin.

een punt

op een gegeven moment
moet ergens gewoon

op een moment 
ergens


          Etwin Grootscholten

waar een klein land groot in kan zijn: dichters die hele grote dingen klein kunnen houden. het is bij deze grootscholten ook een beetje of we jan arends lezen – jan arends in een sausje van schierbeek – het ‘herhalingsgestotter’* van schierbeek in zijn bundel ‘de deur’ geschreven na het dodelijk verkeersongeluk van zijn vrouw. het gedicht als een kale dunne boom. hoe kan een mens – een grootscholten – zoveel herhaling in zo weinig woorden krijgen?
op een gegeven moment lees je het. ergens. hier.


*
ik
ik zal
ik zal je
ik zal je nooit
ik zal je nooit vergeten
ik zal je nooit meer
ik zal je nooit
ik zal je
ik zal nooit
zal ik je
meer


Bert schierbeek
  • Etwin Grootscholten: moet
  • Frans terken: er hangt slechts wit in de lucht
  • Rik van Boeckel: seizoenen van stilte
  • Cartouche: dat ogenblik dat ik mysterie zag
  • Geraldine Bank: Ik zocht je in de zomer 
  • Anke Labrie: Zorgvlied heeft geen straatnaambordjes
  • Erika de Stercke: een stipje aan de hemel
  • Ien Verrips: jouw naam wordt niet vergeten
  • Ton Huizer: naast zoveel overmacht
het verlies van wie of wat je lief was gaat als een vorm van verdriet onder je huid zitten – we kennen het gevoel van machteloosheid allemaal wel. een huisdier, een geliefde, een familielid, een kind, een samenzijn. ik lees op dit moment ‘Want de avond’ van Anna Enquist over de verschillen in  de verwerking van ellende door de hoofdpersonen in haar roman.
het thema van deze week is verwerking: wie wint de enige echte virtuele – vertel vertel maar – van de stille avonden die schreeuwend stille – trofee op pomgedichten punt nl? u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
 

liefste
 
laten we terug gaan naar
waar alles alles was
zacht en voeten
waar alles rook
naar wat er was
 
en wij niet wisten
waarom
niets meer wisten
het was zo een avond
zo een avond was het
 
we waren nergens
we hielden op
het was een bos
het was geen bos
het was van ons
 
pw


 
‘We zeggen dat missen mag’

Hoe ‘je mist meer dan je meemaakt’
van een onweerlegbare waarheid is
ik mis meer het meemaken met jou

alsof er op het podium een lege stoel
de knop van de microfoon uitgezet
er rest slechts ruis uit de boxen

of dat mijn inbox tevergeefs wacht
geen bericht dat het scherm vult
er hangt slechts wit in de lucht

zoals het wit dat tussen de regels rust
dat ik daar even inhoud en stilsta
bij wat er niet meer komt

waar ik eerder naar uitkeek
hoe het dan toch het laatste gedicht
waarin je schreef voor een pasgeborene

iemand die nog beginnen moet
leven vanaf de eerste dag
leren wat missen is

© FT 30.12.2018
‘We zeggen dat missen mag’: Katelijne Brouwer,
(‘Uit de tijd’, in: De maagden moeten bloeden, uitg. De Harmonie)
‘je mist meer dan je meemaakt’: Martin Bril


prachtige titel het citaat van Katelijne Brouwer – frans schreef als begeleidende tekst: ‘gedicht, (…) dat ik eind 2018 schreef, kort nadat Joop Scholten overleden was. Of het helemaal past in het thema? Anders maar buiten mededinging (..) “-

Joop Scholten de duo-dichter en vriend van Frans Terken over wie Frans aankomende donderdag of een donderdag later op pomgedichten punt nl  een column zal schrijven.  het gedicht past natuurlijk in het thema. de woorden hier gaan inderdaad onder je huid zitten. de herinnering aan een bijzondere man als joop scholten en de pijn van het verlies en dan die bittere laatste algemeen geldende strofe – we plaatsen het gedicht uit respect voor Frans en Joop  buiten de wedstrijd. ook al omdat ik niet onbevangen kan oordelen in dit geval.
Het afscheidsseizoen

Missen in de seizoenen van stilte
het gehechte samenzijn en praten

jouw stem in mij roept herinnering op
het afscheidsseizoen ligt achter ons

het verdrijft de tijd met zwijgen
lijden laat overlijden niet los

jij kijkt mij aan zonder gebaar
zegt: doe wat je zelf wilt

blijf dichter bij jou als symbool
voor de jaren van saamhorigheid.


Rik van Boeckel
19 augustus 2022

mooi hoe degene die achterbleef toegesproken wordt door de degene die verloren ging. mooi ook hoe rik van boeckel de dood transformeert tot een seizoen van stilte, tot tijd zonder gebaar. deze ronduit dichterlijke en troostrijke constateringen maken de woorden die ik minder poëtisch vind als ‘samenzijn, symbool en saamhorigheid’ acceptabel. die woorden zijn mij te veel uit de wereld van het proza gelicht.
 
Huidig

licht ontstoken
rood als een spaanse peper
gloei je als toen dat ogenblik dat ik
mysterie zag, het oog dat mij als hand
te doorboren wist, de vonk die aan
ritme van het hart dimensie gaf

elke keer ik je nu herlees
vleugelwoorden op vloeipapier –
schreeuwt het stilte om me heen
een gezicht, onbezonken blik hoe jij
de wereld – een slinger gaf waar geen
Foucault zelfs toe bij machte was

glijdt een vinger huiver over mijn huid
voel ik mijn liefste – zoete pijn van al
verterend samenzijn hoe jij als een
gezwollen ader op mijn netvlies
en aan mijn lippen ligt – de graal
mijn huidige staat van zijn

Cartouche / 20-08-22

eerlijk gezegd vind ik het gedicht – hoe zeer de woorden ook gekozen en ook  hoe zeer de lezer het beschreven leed kan navoelen – dat wekken de woorden wel op in me – over de top.

bij de eerste strofe haak ik al af. teveel teveel en nog eens teveel vergelijking voor zoveel pijn – het teveel schuift de pijn achter het dichterschap en maakt het beschrevene in zekere zin niet geloofwaardig. hij is met dichten bezig denk je en niet met verdriet. het had ook over een broodje gehakt kunnen gaan. o nee in gehakt stop je geen spaanse peper.

Ik zocht je in de zomer 
Achter oude struiken
Smeekte ik je stem

Zomertafel met lege glazen.

In de winter keek ik naar buiten
Dat je ineens voor het raam stond
Sneeuwvlokken op je wimpers.

Nu heb ik een wereld ontdekt
Waar buiten de tijd wordt geleefd
Het vage verdriet blijft bij me

Het vage verdriet
Dat om de blueszanger hangt.


Geraldine Bank

de woorden geven me het gevoel bijna een gedicht te zijn. de aantekeningen moeten net nog tot een geheel gevormd. er zitten mooie beelden in – die blueszanger prachtig. het is wat hooghartig om het te doen maar ik wil met iets minder meer hier – ik doe het toch:
 
Ik zocht je
Achter oude struiken
Zomertafel met lege glazen.

In de winter keek ik naar buiten
Dat je ineens voor het raam stond
Sneeuwvlokken op je wimpers.

Het vage verdriet blijft bij me
Het vage verdriet
Dat om een blueszanger hangt.



geboortedag van een vriendin   
met drie witte rozen richting Zorgvlied


je zit  nu tegenover me 
‘even een lunchje doen’
bij ons vaste restaurant
waar de Amstel nog steeds stroomt 
steeds maar weer voorbij blijft stromen
ook deze drie jaren 

je moet lachen als ik zeg
Zorgvlied heeft geen straatnaambordjes
en dan ik en plattegronden…

doodmoe van het dwalen 
heeft die lieve jongen
die bij zijn vader op bezoek ging 
ze hopelijk bij je graf gelegd

ons lunchje wordt een lunch 
we lachen om het leven 
proosten als vanouds
dwars door het missen heen 

anke labrie (21-08-2022)

misschien is die lieve jongen er toch teveel aan. ik houd van eenheid van tijd en plaats en personen in een gedicht. in de werkelijkheid natuurlijk niet maar het gedicht wél – kan zonder die zoon. twee vriendinnen die in staccato taal met elkaar praten is genoeg voor het drama. voor het overwonnen drama. voor het verwerkte drama. voor het te verwerken drama. mooi tafereel aan de amstel.
 
overtocht

hoe kan ik jou vergeten 
zelfs al is het snikheet
een stipje aan de hemel 
zegt zoveel

we reisden naar steden 
legden contacten, namen 
vriendschappen mee 
beloofden terug te keren

onze drang naar verder 
droogde langzaam op 
en herinneringen vulden 
het bed met zottigheden 

hoe mooi een leven kan 
zijn in de geur van liefde 
het strelen van de tijd 
was je maar gebleven

Erika De Stercke 


Erika heeft ‘de Cartouche in haar’ gelukkig even weggelegd. de woorden ontsporen en ontploffen nog weleens in haar poëzie waar je bij staat – maar hier niet! en daarom pleit ik ervoor om de eerste en de laatste regel te schrappen – het zijn gevoelsregels die wat mij betreft niet hoeven – cartouchiaans teveel zijn. als we het gedicht zonder die twee regels lezen hebben we de inhoud van die twee regels al helemaal tot ons genomen. dat ze niet geschreven hoeven. ook hier is minder meer:
 

zelfs al is het snikheet
een stipje aan de hemel 
zegt zoveel

we reisden naar steden 
legden contacten, namen 
vriendschappen mee 


beloofden terug te keren
onze drang naar verder 
droogde langzaam op 

hoe mooi een leven kan 
zijn in de geur van liefde 
het strelen van de tijd 


we drinken op jou
delen onze herinneringen
jouw naam wordt niet vergeten
we noemen je bij wat we doen
alsof je er nog was
bij ons
en als het monster grauwt en klauwt
het gemis ondraaglijk wordt
dan zal ik huilen
zachtjes in mijn eentje

aug. 2022
Ien Verrips

huilen we mee hoor Ien – en we drinken mee dat ook hoor – doe maar twee witte wijn. erg goed medicijn tegen grauwe monsters – haha mooi beeld – zo kunnen ze zijn inderdaad zo monsterlijk die monsters – de pijn en de gedachten aan wat of wie ooit – ik zou de tweede regel hier schrappen – die is wel duidelijk genoeg in het gedicht verwerkt. en hoeft niet gezegd of eigenlijk voor de herhaling heeft plaatsgevonden herhaald.
Naast het bed

Vele malen afscheid genomen
in de pauzes van je diepe dromen
gebogen

als het rietje in het lege glas
verkreukeld
als de zakdoek in je hand van was
beneveld

na een zoveelste doorwaakte nacht
klein
naast zoveel overmacht

Ton Huizer 

het lijkt op waken en op  het wachten tot de dood zal intreden – die moeilijke momenten – in ieder geval hier moeilijke momenten gevangen in hele kleine aanduidingen – een rietje, een leeg glas. en samengevat in het grootste woord dat te vinden is: de overmacht.

Share This: