IEN VERRIPS op inspectie: een en al ‘verlepping’en ‘achterstalligheid’!!!


op iedere begraafplaats hoor je het
blij gekwinkelier van vogeltjes 
zo’n dodenakker is niet echt zo rustig 
als je misschien denken zou 
het moet onderhouden worden 
net als nagedachtenis 
wat ik zie is achterstalligheid 
en veel verlepping



Ien Verrips

Share This:

PETER BERGER: ‘Glijden moet ´ie. Zonder uitjes. De keel gesmeerd met ouwe klare. En dat is een kunst. Haring happen is sowieso een kunst. Net als koekhappen. Of beschuitje fluiten. Oefening baart kunst…’


De markt is druk. Altijd op zaterdag. Drommen. Vis. Chrysanten. Wortels. Pastinaak en Vietnamese loempia´s. Stroopwafels ook. De enige echte uit Gouda. Vers geurend zo van de bakplaat. Voor onze Amerikaanse vrinden tevens verkrijgbaar in zo´n kitscherig Delfts Blauwig blik. Hoe verzin je het: stroopwafels uit blik. Hoezo voor Amerikanen? Die weten toch nauwelijks het verschil tussen Kopenhagen en Rotterdam? Toch? Laat staan tussen Delft en Leiden. Of Gouda. Juist daarom mag het. Zo´n blik. Zelfs hier aan de Nieuwe Rijn mag het: Delfts Blauw. Maar alleen omdat het blik is en geen namaak porselein zoals het hoort. Meeuwen schreeuwen en jatten nieuwe haring van nietsvermoedende toeristen die het maatje, weifelend, aan de staart boven hun opengesperde bek laten bengelen.

Hongerige monden. De lippen getuit, de tong verwachtingsvol uitgestoken. Lizards! Maar geen hap nog. Want het is best eng zo´n dood geworden ding, koud uit de pekel, zo, uit het vuistje, weg te moeten happen. Zonder dat Amsterdamse gepriegel met zo´n armetierig wegwerp vorkje. Nee. Glijden moet ´ie. Zonder uitjes. De keel gesmeerd met ouwe klare. En dat is een kunst. Haring happen is sowieso een kunst. Net als koekhappen. Of beschuitje fluiten. Oefening baart kunst. En die eerste keer duurt altijd lang. Net iets te lang. Een pietsje. Fataal. Schaduw. Schreeuw. Meeuw. Hap. The predator strikes. Weg Hollandse Nieuwe. Drie voor vijf euro. Vorig jaar nog! Inflatie. Amusant. Die verwilderde blik in dat mens d´r ogen. Vol ongeloof ¨That fucking gull stole my fucking herring!¨ gillend. In d´r roze XXL shorts met daaronder van die dikke tenen in zeer verantwoorde CO2 neutrale sandalen. Melkbleke dijen. De onderbenen blauw als het koekblik zelf. Mijn kop is elders. In de wolken. In de walvis. Maar dat is nog van gister. Van het kloosterbier. Merci Haagse Broeder.

PETER BERGER

Share This:

TON HUIZER bij nog een dag CAMPERT

Remco

Dichter in verwachting
niet meer storen
Hij wil de slaap ontvangen
zoals zijn poëzie

leeg en onbevangen
Achter het venster
ontwaakt zijn stad

Voor het venster legt hij
‘Lamento’
met de O van Pinot Noir
en de A van Charlie Parker

Drie maal woordwaarde



Ton Huizer

Share This:

de ontroeringstrofee deze week op pomgedichten punt nl – U door WIE? Lisan Lauvenberg † – Lieve Remco Campert †, U ontroert mij ….

hieronder leest u ontroerende gedichten – mede naar aanleiding van de dood van Campert die morgen in zeer persoonlijke kring zal worden meegegeven aan de dood. de ontroering voelbaar in het gedicht van Lisan Lauvenberg – prachtige ontroering voor de grote dichter Campert. deze week natuurlijk geen wedstrijd – dichters leveren een bijdrage al dan niet op Campert geinspireerd. Rik van Boeckel benoemt en memoreert de groten en kleinen der poëzie-aarde van de laatste dertig jaar.

Frans Terken verhaalt van een door Campert geinspireerde zoektocht door het ongewone gewone leven. en Anke labrie ontroert door het klein maken van het onmogelijk te accepteren grote – en dan is het kleine nog bijna te groot voor woorden. voelbare pijn laat zich niet klein krijgen. geen wedstrijd deze week slechts ontroering – de dood laat zich niet vertalen in goud, zilver of brons.

en Vera van der Horst besluit de zondagochtend met een klein gedicht over een bloemetje – een bloemenstruik die na zijn dood dichteres en haar lezers nog tot ontroering brengt –

Een liefde zonder doornen

Ooit gaf ik je een plantje
met roze roosjes, heel klein
je plantte het groots langs
de straat voorin de tuin

Het groeide 30 jaar maar door
ook na je dood, een meter of drie
soms bel ik aan, omdat je zoon
er nu woont en ik even je ogen
wil zien.



Vera van der Horst

  • RIK VAN BOECKEL: Bontebal Zevenbergen Starik Lauvenberg Niemeijer Offermans – Eijlders’ geest laat zich nimmer verjagen…
  • FRANS TERKEN: die mij uitlegt hoe alles in elkaar zit / de wereld en de regen / de oorlog en de dromen…
  • ANKE LABRIE: streelde hij een keer met die nog ene sterke hand…
  • VERA VAN DER HORST: Een liefde zonder doornen

wellicht ook door de grote Campert of wellicht door Lisan wel – ontroering laat zich niet sturen – doen we deze zondag een zondagstrofee met ontroering – met uw ontroering – mogen we mee lezen? u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.

op 12 mei hier op pomgedichten punt nl gepubliceerdlisan lauvenberg vandaag 10 augustus 2021 overleden


Lieve Remco Campert, 


U ontroert mij 


U reist al veertig jaar in mij.
Met woorden in boeken
nog meer in gedichten 


Het zacht gezegde 
nooit verdwenen verwonderen
ontroert mij telkens weer. 


Het leven is verrukkelijk.
Ook als het dat niet was
boden uw woorden troost. 


Ik sla u open waar anderen
weggaan, verdwijnen en sterven. 
Verleng uw sluitingstijd broos. 


En teder draagt mijn hart
de vele vragen verder die
u niet verloren liet gaan. 


Lisan Lauvenberg 
foto: Ben kleyn


vroeger waren r woorden voor
nu drinken we witte wijn
op een dag dat een echte dichter
de geest geeft aan maarten
 
hij geloofde het allemaal wel
liefdes leven en de hele kolere bende
alsie maar schrijven kon
 
hij sprak over verliefdheden
over Cafe Eijlders
en over alles en nog wat
 
wel fijn dat er vrijplaatsen zijn
waar het goed toeven is
met wie je lief hebt
zo lief heb ik jou ook gehad
 
 pom wolff
 

Pom hier mijn inzending voor de ontroeringstrofee. Voor jouw informatie: met Adriaan Bontebal en Frank Starik heb ik in de jaren tachtig vaak opgetreden en met Derrel Niemeijer na de Poëziebus van 2015.
In café Eijlders heb ik ook opgetreden. Simon Vinkenoog heb ik in 1986 geïnterviewd voor het artikel ‘Het podium van de poëzie’ in het underground magazine Trespassers W (heb ik bewaard) en daarna ook bij optredens ontmoet. En een enkele keer Johnny van Doorn en Lisan Lauvenberg. Remco Campert heb ik nooit ontmoet maar wel gelezen: Het leven is verrukkelijk en Een ellendige nietsnut! En verschillende bundels zoals Vogels vliegen toch en Een standbeeld opwinden!
Met Ton Lebbink heb ik wel eens het podium gedeeld in mijn popdichterstijd; en werd in de pers zijn kleine broertje genoemd omdat ik net als hij mijn poëzie voordracht met muziek combineerde; en met ritme want hij was drummer en ik percussionist.

Met dichterlijke groet,
Rik

Dood stil aan verwerpelijk

Het leven verrukkelijk met dichterszielen
naar Remco’s vader scholen genoemd
Annie MG Schmidts jeugdige naam
met Campert de grote literaire faam

kleiner Bontebal Zevenbergen Starik Lauvenberg Niemeijer Offerman
Eijlders’ geest laat zich nimmer verjagen
hun namen blijven we dragen
zoals stemmen van Deelder
Lebbink Vinkenoog Van Doorn

hun grote en kleine roem kan nimmer stuk
dood is stil aan verwerpelijk
daad van leeftijd ziekte ongeluk
ontroering ontstemt de tijd van gaan

metterdaad de kuren van Komrij verlicht
sterren brengen niemand terug
vallen op in verzen vol symboliek
zachte zinspiratie voor rijke verhalen.

Rik van Boeckel
8 juli 2022

mooie en ontroerende laatste strofe regels – zelfs de sterren brengen niemand terug – rest de dichter ‘zinspiratie’ en ‘rijke verhalen’ – de opsomming van kleurrijke figuren is een prachtig herinneringsbeeld van zoveel jaren poëzie – ze mochten er zijn n ze waren er – ieder op een eigen wijze – dichters hebben een eigen geluid – zowel in als buiten de performance. we hebben geen lexicon van de poëzie nodig – een gedicht van Rik is voldoende en verschaft de lezer op leeftijd dierbare herinneringen. je kunt zeggen van de dood wat je wil – ik blijf aan de dood een tering aan hebben. van mij hadden ze nog wel even mogen blijven.
Goedemorgen Pom,

Voor de ontroeringstrofee, mag buiten mededinging, vanwege te lang: dit gedicht schreef in in 2002, eerbetoon aan Remco Campert.
Weekendgroet, Frans


Vader

Mijn vader is al jaren dood
dus schiep ik langzaam
een nieuwe

een die nog eens vertelt
van hoe het was en wat er toen
te koop was, in het
oude woonhuis, in de straat
met bruinkoolwagens die
de muren deden scheuren
de ronde Gispenlamp viel nog
bijna op je hoofd

naar wie ik kan luisteren
naar wat er allemaal niet gebeurt
kleine rampen, het stille leven
afgewisseld met muziek
zoals op sombere zondagen
de Belcanto klonk uit
het radiodistributieapparaat
ik leerde dat er zoiets
als opera was
(wij wisten nog niet van jazz)

die mij aan zijn hand meevoert
op stap door de grote stad
door de straten, de pleinen over
en met me stilstaat bij
statige huizen waarin gewone mensen
wonen die hij al jaren kent
(soms mag ik zelfs in
zijn schoenen lopen)

die mij uitlegt hoe alles
in elkaar zit
de wereld en de regen
de oorlog en de dromen
en de liefde natuurlijk
en de geheimen van
de taal
die als hij reist
altijd naar mij blijft
schrijven
vanuit de hotels
en verre theaters
vanuit de plekken die
hij bezoekt

de zegels bewaar ik
in mijn album
de brieven de berichten
in de brandkast
van mijn hoofd


© Frans Terken
(uit de bundel: Op het plaveisel, 2002)

een lief bericht van de dichter terken – in wezen een beschrijving van het dichterschap Campert – het gewone gevonden in het gewone leven – een met dichtregels gelardeerde gewoonheid maakt het leven nog net leefbaar door de ongewone poëtische schoonheid van de dichtregels. – frans terken beschouwt het dichtwerk van Campert als persoonlijke berichten – als vaderlijke berichten – als een vaderlijke routebeschrijving door stad en land – door het leven. mooi en ontroerend.

woordeloos

ben je gek
kop op
je bent geen doetje
het gaat wel weer voorbij

nooit was hij ziek
daar deed hij gewoon niet aan
nou ja
later dan dat hart

tot door dat andere infarct
ook al zijn spraak
de vloeken inbegrepen
nooit meer terugkeerde

hierna streelde hij een keer
met die nog ene sterke hand
boekdelen in zijn ogen
heel voorzichtig
voor het eerst
een van mijn littekens


anke labrie
09-07-2022

een kleine ontroerende beschrijving – hoe in dat ene het allesomvattende kan zitten – een streling – heel voorzichtig – om het litteken heen bijna – dat altijd voelbaar is en blijft.

Share This:

VON SOLO voor U op pm – pomgedichten punt nl – ‘De dood is dus eigenlijk het grote vergeten. Het formatteren van het levenslange geheugen. Misschien is het daarom, dat de vergeten momenten na een bacchanaal voelen als een voorbode…’


Wakker worden en niet meer weten hoe de avond daarvoor afgelopen is. Dat kan erg
vervelend voelen. Jezelf nog voor de geest halen, dat je met de beste intenties niet te veel
zou drinken. En dan toch komt net te laat die fles weer op tafel, terwijl het eigenlijk al veel te
veel is geweest. Het voelt alsof je een stuk van jezelf verloren bent dan. Dat komt niet meer
terug. De harde schijf is niet meer herstelbaar.

Het vertoont overeenkomsten met het leven zelf. Als je er middenin zit, dan beleef je alles.
Op een gegeven moment ga je dood en rest enkel de vergetelheid. Daar ga ik voor het
gemak vanuit, daar het bestaan van een bewustzijn na de dood nog niet onomstotelijk
aangetoond is. De dood is dus eigenlijk het grote vergeten. Het formatteren van het
levenslange geheugen. Misschien is het daarom, dat de vergeten momenten na een
bacchanaal voelen als een voorbode.

Intussen vrolijk ik mezelf op het een liedje van Kathy Perry, ‘Last Friday night’. Daarin zingt
ze: ‘It’s a blacked out blur, but I’m pretty sure it ruled.’ Het is ook niet erg om van alles
vergeten te zijn. Je hele leven lang vergeet je dingen. Hoe je jeugd was, hoe het met je jonge
kinderen was, toen je zelf klein was, alle verliefdigheden. Er vervaagt zoveel, als waren het
tranen in de regen. Maar het gevoel van klein verlies blijft. Zoals toen ik op elfjarige leeftijd
de pen verloor, waarmee mijn vader vanuit het leger brieven schreef aan mijn moeder. Ik
heb daarom gehuild. Ben daar weken volledig van overstuur geweest en heb dat mezelf
nooit vergeven. Herinneringen die nooit meer terug komen. Door onachtzaamheid uitgewist.

En toch, wat brengt me ertoe. Soms zijn het ‘de omstandigheden’. Dat kan de euforie zijn
waarin je verkeert, de graad van beneveldheid. De duivel, die je nog één keer de fles
aanreikt. Onverschilligheid, onoplettendheid of gewoon een bijna wanhopige levenslust, die
enkel het moment kent en geen verleden en toekomst. Dom of niet, goed of niet. Zolang we
leven kunnen we ons de luxe van het vergeten nog permitteren. Niemand garandeert ons,
dat er als alles voorbij is, nog herinneringen zullen zijn, of zelfs maar iets als vergetelheid.
Nu op maandag is het ‘normale leven’ weer begonnen en trekken de wolken weg. Alles zal
weer normaal worden. Voor dat je het weet is het weer einde van de week. En zoals Kathy
Perry zou zingen: ‘Last friday night….do it all again’. Leren leven is ook zonder spijt en schuld
durven vergeten.

VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl 

Share This:

ANTONY OOMEN: over de invasie van de meeuwen en de teloorgang van de mens – een sonnet


over de invasie van de meeuwen en de teloorgang van de mens.


De meeuw


De zee, meedogenloos, megalomaan
Alles verslindend met huid en met haar
Met man en muis vergaat men daar
Komt nooit meer ter bestemming aan


De meeuw woont voortaan in de stad
Zij eet het afval van des mensen huizen
Ze concurreert met ratten en met muizen
Heeft zij het met het wad gehad?


De meeuw woont tussen stadse papegaaien
De mens gaat ongenadig naar de haaien
Hij wordt de loser van de eeuw


De zee rukt op en voor je ’t weet, ligt 
Haarlem aan zee en is Zandvoort gezwicht
Wat wij niet weten weet de meeuw


Antony Oomen
3.VII/2022
Amsterdam

Share This:

Merik van der Torren onheus bejegend, aangevallen zelfs.

Olympiakade 2

Loop ik in het zonnetje
met kwispelende Betty
langs het wuivende riet,
hoor ik lieve woordjes prevelen;
ganzen gakken: “houd moed” !

Kom ik daar dat mens tegen
die over hondendrollen,
mijn rare loopje.

De hemel betrekt.
Pas bij die Leffe Blond op het terras
kom ik bovenop
die aanval op mijn integriteit.

Hier Betty, een snoepje.
Het leven is vurrukkulluk,
zoals Remco Campert formuleerde.


2-4 juli 2022
Merik van der Torren

Share This:

PETER POSTHUMUS: ‘wanneer je door het onmogelijke bent ingehaald…’


het gedicht van Peter Posthumus lijkt geschreven bij de dood van Remco Campert – maar of dat zo is – ik ontving zijn bijdrage precies op het moment dat de uitgever het overlijden van Campert bekend maakte. dat is ook poëzie. gisteren in BAR JOOST 020 in de Molukkenstraat Peter per spiegelgedicht opgevolgd. de maandelijkse seance voor dichters met de host Catelijne – zij veegt het gedicht uit – veegt als het ware het leven weg om ruimte maken voor nieuw dichtersleven – in BAR JOOST is nu mijn gedicht te lezen – volgende maand ga ik er aan. lezen we nu PETER POSTHUMUS over ingehaald zijn:



Tussen de spaanders
en de splinters
van wat kon
en wat er was


wanneer je door het
onmogelijke bent ingehaald
aan je laatste zucht
bent uitgeleverd
moedeloosheid door
al je cellen trekt


dan is er nog
dat groot uiteindelijk houvast
dat voortaan alles beter is
dan dat het, tot nu toe was 


Peter Posthumus

Share This:

Karin Beumkes – muziek & melodie from tessel op pomgedichten punt nl: ‘Nu zijn mijn tanden oud – ik wentel me tegenwoordig in plastic…’



Dear Pom,
om het maar een beetje luchtig te houden kies ik deze maand voor een soort haai. Het beest is een wobbegong en hij leeft op de Australische riffen. Ik zag een documentaire en besloot dat ik er een gedicht over moest schrijven. Hier komt ie.



Wobbegong

Stil in het water
lig ik mijn lichaam te herinneren
ik bekijk hoe het licht eruit vloeit
uit mij gezogen wordt.

Vroeger was ik een vis
ik spartelde met prooien
kauwde op hun ingewanden
liet sporen achter
ik at vlees.

Ik at meer vlees
en liet het absorberen
in mijn koele maag
die nat van waanzin  was.

Nu zijn mijn tanden oud
ik wentel me tegenwoordig in plastic
als ik de taal van de wapens
in mijn mond niet meer kan begrijpen
laat me dan maar sterven.
Ik kan de riffen in de zee niet meer bezweren
en ik kom nooit meer thuis.

Muziek: Stevie Wonder – Free https://youtu.be/UAz9Q99ryMY


Liefs,
Karin

Share This:

FRANS TERKEN wint de enige echte virtuele – en wat was u vergeten te krassen in de boom van toen – trofee op pomgedichten punt nl

u zult wel denken – wat een geboefte die wolluf – vraagt ie naar een persoonlijke ervaring, een persoonlijk moment uit een persoonlijk verleden – vervolgens vertrouw je een persoonlijke moment toe aan het papier of aan het scherm en dan neemt meneer je kwalijk dat je gedicht te persoonlijk is geworden.

maar zo is het niet. persoonlijke of niet persoonlijke inhoud dienen in de poëzie te voldoen aan gelijke criteria om de lezer te kunnen innemen, overtuigen, op zijn minst om begrepen te worden. (meestal zeg ik erbij omdat in poëzie nu een maal ook alles mag: een keer oote boote boe mag ook natuurlijk en kan als poëzie benoemd worden).

ik zie een gedicht uiteindelijk toch als een vorm van communicatie tussen zender en ontvanger – weliswaar poëtische communicatie (het gedicht – de boodschap – de taal en de woorden  – ik noem ze voor het gemak maar even de tekens) – maar toch communicatie tussen dichter en lezer of  tussen dichter en toehoorder. we maken ook bijvoorbeeld  niet voor niets een onderscheid tussen gedichten die je beter kunt lezen en gedichten die meer geschikt zijn voor een directe performance dichter van rederijker tot slammer of spoken word artiest stopt andere tekens in zijn tekst dan de dichter die zich beperkt tot een bundel.

terug naar het persoonlijke aspect. de persoonlijke ‘tekens’ die de dichter in zijn gedicht stopt moeten wel begrepen kunnen worden door de ontvanger’ de lezer hier. als u in een gedicht de higgsdeeltjes gaat uitleggen omdat u persoonlijk zo gegrepen bent door die natuurkundige uitvinding dan zullen heel wat lezers afhaken. als u de hele of halve  klassieke oudheid opneemt in uw lange gedicht om uw eloquentie te tonen dan zullen ook heel wat lezers afhaken. of als u een hele honden kennel uw gedicht inhaalt dan zullen de kattenliefhebbers zeker afhaken en die blafbeesten dood wensen. (overal kom je die krengen tegen en nu ook nog op zondagmorgen in een gedicht!)

maar schrijft u bijvoorbeeld over uw geliefde – op een manier dat de lezers ook verliefd worden op uw geliefde dan bent u een groot  dichter- de persoonlijke tekens gegeven aan uw gedicht zullen door vele lezers worden herkend en erkend. u heeft als dichter alshetware van het persoonlijke het algemeen geldende weten te maken.  grote dichters kunnen dat – vraag mij niet hoe – vraag het maar aan FRANS TERKEN hier – die wint deze week het goud – hem is dat deze week gelukt. van harte Frans!

Aangetekend

Krassen in de bast van de boom
is als zagen aan de wortels
wat je ooit wilde kerven is na jaren
als vergane sappen op- en uitgedroogd

dat het snijden was
om vast te houden wat niet vergeten mocht
hakken als het mes niet scherp genoeg
om het duidelijk te maken

om er naam aan te geven
dat het niet in de lucht bleef hangen
maar als aangetekend neergezet
en met een pijl verankerd

tot de boom geveld en
als brandhout in blokken verkocht

FT 02.07.2022

dichter Terken stopt precies genoeg info in de woorden van zijn gedicht (tekens) zodat de lezer daar zijn eigen wereld bij kan denken. met prachtige regels bovendien:
 
dat het snijden was
om vast te houden wat niet vergeten mocht

 
zou ik poëzieles geven op school ik zou dit gedicht als voorbeeld van poëzie bespreken. ik zou opmerken dat de zender (dichter) van teksttekens aan de ontvanger (lezer) een prachtige poëtische boodschap – in mooie versregels –  heeft afgegeven:
 
dat hoe er ook wordt vastgehouden aan wat niet vergeten mag worden de boodschap uiteindelijk toch door de tijd wordt ingehaald
  • Jeroen Den Harder: Als ik me afvraag wat zou jij doen…
  • Jorge Bolle: …gelaten alsof dit seizoen dat jaar niet bestond.
  • Merik van der Torren: en ik heb iets groens
  • Rik van Boeckel: de boom van ‘t geheugen
  • Frans Terken: dat het snijden was om vast te houden
  • Anna Eikelboom Post: zoveel schoonheid
  • Ton Huizer: liefde wordt met scherp geschreven
  • Anke Labrie: de boom staat er nog steeds
  • Vera van der Horst: het stoepje waarop we oeverloos zaten
wie wint de enige echte virtuele – en wat was u vergeten te krassen in de boom van toen – trofee op pomgedichten punt nl?
 
zoals bekend bezoekt u op pomgedichten een min of meer soms ietwat zwarte soms een wat lichtere romantische site – maar wel voor poëzie. die boom van toen – die staat voor uw herinnering – staat deze week centraal in de zondagochtendwedstrijd.  en ach romantici houden zich helemaal niet aan thema’s –   dichters trouwens ook niet haha.  op zich zijn we op zoek naar die momenten die toen voorbij gingen – mogelijk achteloos voorbij gingen – en die toch blijvend zijn gebleken – blijvend blijven – waaraan terug gedacht kan worden en die een gedicht verdienen. en dat gedicht lezen we nou hier graag van u. het kan van vroeger zijn – van ooit of van gisteren wellicht – dat ze tegenover je zat bijvoorbeeld. u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
 
soms is een gedicht een aantekening
die nog wel gemaakt moet
vergeten te krassen in die boom van toen
 
kom nog een keer bij me zitten in het gras
wat niet meer zal en niet meer was
blijft in zich zelf van het zelfde mooi
 
je donkere ogen
met het donkere groen
de lange weg van de moeite moe
 
 
pom wolff
 
Deze heeft het niet gered in de bundel, maar vele anderen wel! (Waarom weet ik eigenlijk niet.)


Als ik naar je foto kijk
Als ik een mooi nummer hoor op de radio
Als ik een herinnering krijg
Als ik me afvraag wat zou jij doen

Nog zoveel te delen
Net als toen
Maar dat mag er niet meer zijn
Het is hier verleden tijd

Konden we nog maar even delen
Konden we nog maar even samen zijn
Konden we nog maar even…….
Die goede oude tijd

Jeroen Den Harder

de opdracht: momenten die toen voorbij gingen – mogelijk achteloos voorbij gingen – en die toch blijvend zijn gebleken – Jeroen haalt een aantal zaken terug uit een gedeeld mooi verleden. soms wordt poëzie krachtiger als je regels weglaat:
 
 Als ik naar je foto kijk
Als ik een mooi nummer hoor op de radio
Als ik me afvraag wat zou jij doen
Het is hier verleden tijd

 
in deze vier regels staat alles – maar mooier – wat ook in de eerste acht regels staat. een prachtige poëtische conclusie: ‘Het is hier verleden tijd.’
we krijgen met de IK te doen – zoveel verloren en zoveel verleden tijd – hoe nu verder vraagt de lezer zich af.
en dat zou ik graag op poëtische wijze verwoord willen zien in de volgende regels. in het gedicht van Jeroen – wat mij betreft deze twee slotregels. niet alles hoeft gemeld. laat de lezer ook wat Jeroen.
 
Konden we nog maar even samen zijn
Konden we nog maar even…….



Hij heeft de boom gedragen naar de wortels van zijn tijd. Niets gesnoeid, niet geknipt, gelaten alsof dit seizoen dat jaar niet bestond.

En zo is de boom niet geveld, als een lichting zonder licht. Maar omgevallen en weggesleept door handen zonder eelt.

Een boom gedragen door de wortels zonder tijd.

Jorge Bolle


in zekere zin een mysterieuze tekst. een derde persoon is met een boom in de weer. de tijd doet het werk zoveel is zeker. de derde persoon laat de natuur het werk doen – maar dat dan toch weer niet helemaal zo – gelet op de eerste regel. de omgevallen boom word door de derde persoon verplaatst. is dat het wat de dichter kwijt wil? een gedicht zonder wortels is mijn conclusie.
 
Boom

Ik heb iets groens,
iets houterigs over me
en groei het dak dicht.

In bedompte schaduw
groeien mossen,
kweek ik geestverruimende zwammen

In mijn vermolmde oksel
schuilt de wijsgeer
en eekhoorns verstoppen
in mijn bast schatten
van onzegbare waarde,

en ik heb iets groens,
iets houterigs over me,
ik schrijf een rapport

Merik van der Torren


ha weer een boom! een gedicht met regels die herhaald worden. waarom weet ik niet. ook hier wordt de lezer toch een beetje de duisternis van het door de dichter gecreëerde woud ingeduwd. het is toch een persoonlijke beschrijving, een beleving wellicht die de dichter aan de woorden meegeeft.
de tekens die worden meegegeven aan het gedicht door de zender/dichter moeten wel open gelegd kunnen worden door de ontvanger/lezer. dat ontbreekt hier een beetje. die tekens zijn te persoonlijk van gevoel – door paddowerking wellicht.

Goedemorgen Pom
Hier een poëtische terugblik op een traumatische gebeurtenis in 1963 in Den Haag waar ik toen woonde.


Haagse bomen van Pex

De hond kwispelt bij de boom
tilt zijn poot op tegen de tijd van toen
nu ontworteld vervaagt herinnering
aan Kniertjes laatste tocht
naar Haagse bosjes van Pex

bomen zingen het lied van verdriet
takken weerstaan geen jaren zestig
reizen nemen landen door
van Laan van Meerdervoort
naar Lago Maggiore en Dordogne

oude bladeren gevallen
in zicht van denderende aarde
laten de boom van ‘t geheugen groeien
boven de kwispelende staart
stervend onder vier wielen.

Rik van Boeckel
2 juli 2022

een droeve gebeurtenis in poëtisch vacuüm geseald – ben niet goed  in Engels of je sealen zo schrijft weet ik niet.

een dood hondje waar hebben we het over? zegt deze lezer. de dichter spreekt over een traumatische gebeurtenis.
hebben we het toch echt over persoonlijk leed – niet voor de lezer – voor deze lezer al helemaal niet – ik houd niet van honden – ik heb liever een dood hondje dan een levend mij ongevraagd likkend en aanblaffend hondje.

als ik u zomaar op straat bespring vind u dat dan ook gewoon?  zeg ik vaak tegen hondenliefhebbers die hun onopgevoed beest niet in bedwang kunnen houden – dan kijken ze net zo stom uit hun ogen  als dat beest van ze.
Werk van Gini Ruitenbeek
Nog groen achter de oren, olieverf op doek, 50 x 50


Hi Pom, 
In de boom gegrift dit miniatuur met knipoog naar Clouseau. 


Late liefde 

Het linkerbeen wat stram 
op de trapper, het andere zwaait 
onvast door de lucht. Het wat 
scheve lijf geeft 
een slinger aan het stuur. 

Met trage zwier 
fiets je de straat uit, zoveel 
schoonheid heb ik nooit verdiend. 

Anna Eikelboom Post

 ik houd van miniaturen. maar in poëzie loert dan wel het gevaar dat elke woord maar dan ook elk woord telt. en ja dat is hier het geval. elke woord telt mee – er kan er geen een weg. misschien hoeft ‘nooit’ niet en kan het gewoon niet zijn. verder geen kritiek. dichter houdt zich niet echt aan de opdracht – alles in de tegenwoordige tijd levert meer een actueel gevoel op dan een herinnering. dat dan weer wel.
 

Dag Pom,
Allereerst hartelijke felicitaties voor buurtgenoot Solo. Altijd goed voor een strijdbare
en originele bijdrage op de Pom. 

Geen overbodig geromantiseer, de bijl aan de wortel. Miller in de boekenkast, Zappa
op de draaitafel. Zo lezen en horen wij het nog steeds graag in ons Rotterdamse
Kleiwegkwartier.  Waar ik ooit vis kocht in wat nu de huiskamer van von Solo is.
We missen nog steeds een behoorlijke viswinkel in de wijk, maar kregen er gelukkig
wat ongezouten meningen voor terug.

Hopelijk kun je wat met mijn bijdrage. Ik heb inmiddels wel begrepen dat het in
Amsterdam meer over glijden dan over knarsen gaat.
Komt wel goed. De tijd…
Tot de volgende
Ton


Rode beuk bij het oude toegangshek
van begraafplaats Crooswijk te
Rotterdam –


Poortwachter

Je ving de wind van honderd herfsten
spande je kroon boven een
eenvoudig bankje

een collegebankje
voor mensen die mooi oud willen
worden
er is in gekerfd

net als in je huid
liefde wordt met scherp geschreven
door jonge handen die nog niets
van taal en tijd begrijpen

nog niet weten hoe zwaar de dagen
soms in de scharnieren draaien
als staal op staal

door merg en been

Ton Huizer

een fijne beschrijving over hoe jong gelukkig nog niet van oud weet. alles wordt wel precies gezegd en uitgelegd hier. een fijn kort verhaal – met merg en been en  staal op staal als  poëtische toegevoegde elementen aan een soort – hoe heet ie –  a.l. snijdersproza.
treurwilg

ik durf haar best een zoen te geven
en ik heb het net gedaan
onder de boom daar bij de sloot

een kamer vol verjaarsvisite
wat kunnen grote mensen lachen

door de grond wilde ik zakken

de boom staat er nog steeds
ooit nog door die oom
in de oorlog omgekomen
als onbedoeld gedenkteken geplant

die boom heeft alles overleefd
barstensvol herinneringen
maar er is nooit iets ingekerfd

anke labrie
02-07-2022

het zal aan mij liggen maar die kamer ineens met verjaarsvisite – die kan ik niet plaatsen. ik vermoed een herinnering en dat de aanwezigen de zaak (het verhaal van het meisje) belachelijk hebben gemaakt. moeilijk voor een kind. en dat de tijd alles overwint de beschreven boom als getuige. ik kan niet zoveel met dit gedicht. het is meer een ja-ok-en-wat-nu gedicht.

Dit is een ongeschreven brief
naar een adres dat ik niet weet
aan een persoon waaraan ik denk
die ik heel even heb gekend

Ik schrijf:
je zal nog wel dezelfde ogen hebben
heel nieuwsgierig en als absint zo groen
daaronder een mond die alsmaar vroeg
naar wat ik toen niet wist

Vaak loop ik nog langs het stoepje
waarop we oeverloos zaten en dat
daarna nooit meer hetzelfde was
maar als je dit leest, weet dan

jij man, ik een heel leven nodig had
om te antwoorden op al je vragen

Vera van der Horst

toch maar even melden – deze dichter is het gewoon om meerdere versies in te sturen – en bijna altijd is de eerste versie in mijn ogen de beste – nu ook weer – maar om oorlog met eindhoven te voorkomen plaatsen we maar met alle tegenzin de door de dichter gewenste versie. het is al beter dan vroeger – dichter pleurde vier vijf versies van een gedicht over het hek en schreef erbij – zoek maar uit wat je het beste vindt. als ik dat dan vervolgens deed kreeg ik een enorm commentaar dat ik weer eens niet de goede versie had geplaatst. zie daar de vrouw in de dichter. hoe dan ook nu dit gedicht en deze versie: hoe leuk ik dat stoepje ook vind en die oeverloosheid ook – het is me net TE poëtisch gezocht deze vondst. die hele derde en vierde strofe heb ik niet nodig om de eerste twee prachtig te vinden – EN rond! EN af!

Dit is een ongeschreven brief
naar een adres dat ik niet weet
aan een persoon waaraan ik denk
die ik heel even heb gekend

Ik schrijf:
je zal nog wel dezelfde ogen hebben
heel nieuwsgierig en als absint zo groen
daaronder een mond die alsmaar vroeg
naar wat ik toen niet wist

Share This: