Merik van der Torren: ‘Een klein koolwitje fladdert om de seringen, danst luchtig ballet…’

Een klein koolwitje
fladdert om de seringen,
danst luchtig ballet

Hoi Pom,
 In Tuinpark Buitenzorg wordt al jaren een poëzieroute ingericht. Op een paar plekken in het park worden
gedichten geplaatst van tuinders met betrekking tot Buitenzorg. De redactrice van dit gebeuren vroeg mij onlangs om een bijdrage. Dat zijn deze vier haiku geworden.
De vierde haiku is geïnspireerd door de zinsnede “Auf Flugel des Gesanges” door Heinrich Heine,
 
Groet, Merik



Vier haiku
( voor Buitenzorg )

 
Ergens verder weg
richten tanks verwoesting aan,
lees ik in de krant.
 
Een klein koolwitje
fladdert om de seringen,
danst luchtig ballet
 
knipoog van de zon
in fantastisch Buitenzorg,
klink op de vrede.
 
Op vleugels van zang
over zeeën en bergen
vind en zoek ik je.
 

Merik van der Torren,
15 mei 2021
 

Share This:

Peter Posthumus: …’sommigen moesten huilen…’

foto: Ruth Hoeck


Buiten adem stond ze stil
hield een tak vast
langs het pad

ga maar, doe jij maar
ik kom later

wat ik zo nodig doen moest
is vergeten
eerst zag ik de helikopter
daarna mensen op de binnenplaats
sommigen moesten huilen

nog even
zag ik haar gezicht
en later was
definitief nooit meer

Peter Posthumus

Share This:

Peter Berger in een jubelstemming: ‘Vandaag is feestdag. Straks zie ik alles scherp. Op Netflix. Tien films tegelijk als het moet. Glasfiber. Dat belooft wat…’


Vandaag is feestdag. Straks zie ik alles scherp. Op Netflix. Tien films tegelijk als het moet. Glasfiber. Dat belooft wat. Adieu! Vaarwel. Er komt nu definitief een einde aan het gewoonlijk nogal waterige beeld over de schokkerige connexion die me hier jarenlang met de bewoonde wereld verbonden hield. Snel. Sneller. Snelst. Einde mist. Dat moet ook want Suikerberg´s Metaverse rukt op. De monteur, die niet zonder trots in een kleine Renault hoogwerker kwam aanzetten, had zijn aankomst vanochtend vroeg al aangekondigd. Mondeling. Per telefoon op mijn nieuwe mobiele nummer. In onverstaanbaar Frans uiteraard. Dat ´ie al in aantocht was. Niet dat ik nou op een Frans telefoonnummer zat te wachten. Het is een kwestie van koppelverkoop. De man in de Orange winkel twee weken geleden liet er geen twijfel over. Doen!

Want met mobiel nummer erbij betaal je minder dan zonder. Bijna twee tientjes minder zelfs dan voorheen. Per maand! Meer voor minder zeg maar. En als Hollander ga je dan gauw overstag. Toch? Mijn trouwe Nokia heeft twee SIM slots bovendien dus alles kan verder bij het oude blijven. Of moet ik toch aan de smartphone? Met zo´n aanraakscherm dat niet voelen kan? Even niet nog denk ik. Laat die Metaverse maar ijskoud zitten. Voorlopig heb ik genoeg aan de ongekende snelheid van glasvezel. Het is in een uurtje gepiept. Klaar is kees. Fini. Ze waren met z´n tweeën trouwens. Die monteurs. In van die Franse werkman overalls die hier wel goed van schnitt zijn. Modieus bijna. Nu heb ik turbospeed. Sneller typen kan ik niet. Dat blijft aanmodderen. Maar downloaden kan nu zonder gemopper. Gamen ook. New horizons. Uploaden? Dat was voorheen mission impossible. Ik ga het meemaken. Vanavond nog.

Peter Berger

Share This:

gaat u ook aan de slam? stuur uw tekst in (het kader van) de enige echte virtuele….. op pomgedichten punt nl – Frans Terkens, Rik Van Boeckels en Anke Labries eerste schreden op het pad der slammers

vooraf maar eens een paar meer algemene opmerkingen over de slam en slampoëzie. zoals poëzie zich niet laat vangen in een definitie – fictie niet – laat ook slampoëzie zich niet vangen. gelukkig maar. poëzie is net zo veel en vaak een meisje als een duizendkoppig monster, net zoveel jongen als honderdduizend staalborstels zwemmend in een zee van woorden. kortom aan een definitie: niet aan beginnen.

een paar kenmerken laten zich wel benoemen. slampoëzie is performance-poëzie en vindt plaats in een directe interactie tussen zender en ontvanger: dichter en zijn/haar publiek. teruglezen is er niet bij dat betekent dat de teksten (zo u wilt de boodschap) toegankelijk moeten zijn. vaak zoeken slamdichters dan ook het rijm op – en/of andere rederijkers of raptechnieken. vaak ook wordt inhoudelijk gezien het moralisme in de teksten niet geschuwd. (dit of dat vinden we allemaal toch? – wordt er dan als het ware uitgeschreeuwd – de slammer zou ‘uitgemest’ of ‘uitgespuwd’ zeggen – grof en populair taalgebruik wordt niet gemeden: ook dat is vaak een kenmerk – behalve door meisjes die cursussen van de schrijversvakschool hebben gevolgd – die worden getraind in het vinden van spitsvondige vergelijkingen – je vinger een wortel! )

twintigers/dertigers vertellen graag een verhaal met uitgeschreven meisjes of jongensleed. S-10 komt niet uit de lucht vallen – eigenlijk is zij met haar nummer in de DIEPTE alles wat de moderne slampoëzie ook inhoudt – eigen persoonlijke ellende in een fraaie performance eenvoudig weergegeven. gooi over de eigen persoonlijke ellende nog een sausje van rap of van schrijversvakschool – tips en je hebt de slammer anno 2022.

slammers van mijn generatie – de fossielen – vragen zich dan ook vaak af – waar de poëzie toch gebleven is als er weer eens in een slamwedstrijd 3 of 4 minuten persoonlijk proza word gedebiteerd. tot zover enige ontwikkeling en enige kenmerken.

wat blijft is dat de dichters/slammers in een wedstrijd wel aandacht moeten hebben voor de uitvoering van hun slampoëzie en dat uitvoering samen het wedstrijdkarakter van de slam voor een leuk avondje en vaak ook spraakmakend avondje voordrachtskunst zorgen. en zo was het ook gisteren bij mijn afscheid van de slam in de VRIJBURCHTSLAM onder de bezielende zorg van Pieter. een afwisselend mooi avondje slampoëzie. niets meer aan doen – zo houden! SLAMMERS vernieuwen – getuigen – en performen en dienen zo de poëzie! het waren – het zijn – en het blijven helden.

  • FRANS TERKEN: over de hoofdschuldige die weer eens schittert door afwezigheid
  • RIK VAN BOECKEL: laat de woorden gillen
  • ANKE LABRIE: van die rappers heb ik niets te vrezen

gaat u ook aan de slam? stuur uw tekst in (het kader van) de enige echte virtuele….. op pomgedichten punt nl

u las het hieronder – de zaterdagavond doe ik het nog één keer – slammen – ik begreep dat ook vriend ROOP de vrijburchtslam zal bezoeken als deelnemer – nou ja dan is poëzie op die plek in het nieuwe amsterdam verzekerd. roop zeker ook bekend als genadeloos jurylid hier op pomgedichten in de zondagochtendwedstrijd – verder bekend als eiland/stadsdichter van Texel. en roops lieve levensgezellin leest u hier heel vaak op de maandag – KARIN BEUMKES is haar naam. zij is geen slamster –  zij is de beste dichteres van nederland. maar dat terzijde.

stuur uw tekst in voor zondagochtend:

gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  –insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.

en ik zal u zeggen waarom het geen of waarom het wel een slamtekst is. dat zal dan morgen zondag  gebeuren na een prachtavondje poëzieslam op VRIJBURCHT! doe ik er alvast ook een!

BUFFELS

ik maakte je knoopjes los
wilde dichter bij je hart
ik meende wat ik zei
er liepen buffels door mijn hoofd
ze graasden jou hun koeientongen
 
en dat ik je borsten tegenkwam
vond ik ook niet erg
 
als ze me straks de scan in duwen
zien ze denk ik wel die buffels
hoe is het mogelijk zullen ze zeggen
meneer wolluf! u heeft er veel te veel!
en dat het allemaal maar past
 
pom wolff

Uit de knoflookdialogen

Laat me met één gerichte opmerking
vrienden en aanverwanten plat leggen
ik vul m’n grote muil met gebakken rijst
uit een stevig Thaigerecht van de kaart

ze schenken er voor mij walsende wijn bij

adem diep in bij het aanhoren van al het leed
de notoire klaagzangen die aan tafel borrelen
haal een besmuikte lach uit de mondhoeken op
en hamer als een specht stevig op tafel

tot er een fles in glasgerinkel uiteenspat
wij zitten tot enkelhoogte tussen de scherven
zeg ik en wijs met de vinger naar de hoofdschuldige
die weer eens schittert door afwezigheid


trek nog de mond wijd open en geef de walm
alle ruimte tussen de gangen door
verspreid zo luchtig voor- en tegenspraak
onder de kroonluchters slaat de vlam in de pan


© FT 21.05.2022

laat ik de tekst als slamtekst beoordelen. slammer frans heeft dichter frans niet helemaal weten te elimineren: walsende wijn/notoire klaagzangen/besmuikte lach zijn toch een beetje van de poëzie. het verhalende is wel van de moderne slam – zie mijn uitleg – en met het woord ‘muil’ is frans de goede slamweg ingeslagen. ik mis wel iets van genadeloosheid – zeg maar ze moeten omvallen van de walm – we gaan niet voor niet minder in de slam. de dik gedrukte regels kunnen zo een slam tekst in. als frans nog een week oefent kan ie ook zo de slam in.

Dichtslam Rap

Slammen is woorden in de oren klemmen
op de veroorzakende oorwurm stemmen
een prijs winnen het gevolg van goede zin

twee prijzen is het publiek beminnen
vervolgens naast de schoenen lopen
 met het hoofd in de volle glorie 

ga eens housen en dicht op die beat
dit ritme van ’t moderne levenslied
doe de dichtslam rap met een open klep 
ga zo de slagen en de reizen rond

laat de woorden gillen zo de oren trillen 
 niet als een slak doch met speels gemak 
met expressie nee niet zonder
een vulkaan van vurige woordenwind.


Rik van Boeckel

klemmen/stemmen – beat/lied zijn goede slameffecten – met ‘laat de woorden gillen’ heeft Rik de slam wel goed te pakken. de boodschap van het gedicht is me niet geheel duidelijk – er zit wat goede raad in de tekst en ietwat moralisme – niet ongebruikelijk in de wereld van de slam – ik zeg nog twee weken oefenen en rik is een slammer. lezen we van hem een genadeloze afrekening – dan wel – gelet op riks altijd positieve persoonlijkheid – een himmelhochjauchzend eerbetoon aan weer en wind en woord – maar dan in een gillend vulkanisch verantwoorde vurigheid aan woorden schoon.


Ha Pom,
 Deze parodie schreef ik jaren geleden eens. Het raakt enigszins aan het thema en is wel geschikt voor een podium, merkte ik vroeger, dus toch maar mailen.

(Ik dacht er weer aan toen ik onlangs bij Vertaalwedstrijd op fb  ‘opperrapper’ werd genoemd n.a.v. mijn allereerste vertaling van een Amerikaanse rap, leuk, waarmee ik in de prijzen viel.)
Mooie column van jou rond het slammen. Het was vast een mooie avond.
 
Hartelijke groet,
Anke



De rap en het sonnet

Wordt het sonnet al door de rap verdrongen
lelijk gedreun in plaats van mooie klanken?
Hiphoppend staan die dichters op de planken
hoe er hier met de taal wordt omgesprongen…

Woorden half gezegd en half gezongen
Spraakmakende taal, allemaal te danken
aan de straat en nergens aan de schoolbanken
waar echte dichters ooit ’respect’ afdwongen

Maar van die rappers heb ik niets te vrezen
hun motief is primitief en agressief
Zelf zit ik in een perk poëet te wezen

schrijf daar prachtige sonnetten voor mijn lief
die ik haar mooi op toon dan voor mag lezen
Daar vind ik weerklank, daar ligt míjn motief



Anke Labrie
(lang geleden)

een zeer toegankelijke tekst en op rijm – én badinerend én een stevige afrekening als boodschap – je zou zeggen een prima slamtekst – niet helemaal cabaret. want daar moet de slammer vanaf blijven. cabaretiers zijn beter in cabaret – zij richten zich op de lach – dichters en slammers op de kracht van de taal – tenminste zo zou het moeten/kunnen. en toch mist de tekst iets. de tekst is TE netjes. zeg maar een tekst niet van de straat. net TE keurig voor een slammer. als Anke weer de straat op kan na covid komt alles goed – ook de slammer in haar.



Share This:

afscheid van de slamwereld zaterdag 20 uur 30 poetryslam VRIJBURCHT 020 – Pieter Stroop van Renen schrijft….

tijdje terug al weer – die jaarfinale van Festina Lente – het was een heerlijk gevoel voor een amsterdammer om festina lente te winnen – ik zou voortaan langs die kroeg fietsen in de wetenschap DAAR een jaarfinale gewonnen te hebben. het is nog steeds een heerlijk gevoel. festina lente bestaat nog steeds – de jaarfinale binnenkort – en weer zal één slammer een leven lang trots kunnen zijn. tot de selecte groep van jaarwinnaars daar behoren grote grote dichters. en performers.

ik ben natuurlijk een soort fossiel aanstaande zaterdag op de jonge vrijburchtslam – tweede aflevering – de eerste jaarfinale moet nog plaatsvinden. ik zal nog een keer het plezier meemaken – van goede setjes van een paar minuten maken – afhankelijk van de sfeer in het theatertje de boel op het laatste moment omgooien – een ander gedicht in het setje – een andere volgorde – en de performance zo doen dat ze mijn leeftijd bijna zullen vergeten. van belang is dat de jonge dichter die in vrijburcht wint niet zomaar wint – de winst niet zomaar kado krijgt. ik heb die ouwe wolff verslagen moet hij/zij kunnen zeggen. het begin van een grote toekomst in de dichtkunst. zo moet het zijn.

pw



Pieter Stroop van Renen schrijft….: Hoe bijzonder is dat: slam-koning en NK Poetry slam-finalist pom wolff neemt officieel afscheid als slammer en treedt nog eenmaal op als slammer tijdens de https://theatervrijburcht.nl/agenda/poetry-slam-vrijburcht-2/
Pom Wolff is in 1953 geboren in Amsterdam, studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit.
Zijn optredens bezorgden hem eretitels: hij stond jaren lang in de finale van de NK Poetry Slam, hij was Dichter van het jaar in Delft, voorts winnaar in 2005 van de poëzieslag in Festina Lente te Amsterdam. Winnaar van poetryslamfinales in Zaanstad, Amersfoort, Zeist.
In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren. Pom Wolff won her 2e Drentse open dichtfestival.
Ach wat moeten we nog over Pom Wolff zeggen.
Zijn poëziesite is wereldberoemd in Nederland en Vlaanderen met anderhalf miljoen hits per jaar. Zijn mooiste slamoverwinning was die in zijn geboortestad Amsterdam: de jaarfinale van Festina lente.

Sven Ariaans schreef in zijn juryrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: “hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid”.
In de befaamde Windroosreeks van uitgeverij Holland verscheen in 2005 zijn debuut “je bent erg mens”. In 2006 gaf uitgeverij Holland zijn tweede bundel “toen je stilte stuurde” uit. In 2009 verscheen zijn derde bundel ‘de ziekte van guigelton’. In 2014 verscheen zijn vierde bundel bij Uitgeverij Douane: ‘een vrouw schrijft een jongen’.
Jos van Hest over de gedichten van pom wolff: Ze zingen en kreunen. Ze zijn onrustig en argwanend. Ze vertederen en verlinken je tegelijkertijd. Ze barsten uit hun voegen van karigheid. Maken onverwachte grappen die geen grappen zijn. Vechten zich een weg de bundel uit. Het oog van de lezer, het oor van de luisteraar in.
Kaartje, bijna op maar ze zijn er nog wel: https://theatervrijburcht.nl/…/poetry-slam-vrijburcht-2/

Share This:

Betty Prikkeldraad over Johan Derksen

Het geheime avontuur van Joop Idee
 
Cor belde me. Luister, zei ze, dat verhaal van JD, dat wat hij met Annemarie heeft uitgehaald, dat gaat hij dan vijftig jaar na dato in de publieke aandacht brengen. Daar zijn we laaiend over. Ik, Cor, Loes en Doortje. Vroeger waren we ook woedend, maar het was zo’n smerige story dat we er maar liever over zwegen. Maar nu kunnen we niet langer stil blijven. Nu gaan we hem terugpakken en vertellen wat wij met hem hebben gedaan, snap je?

We komen uit hetzelfde dorp en iedereen had een bijnaam. Dus, hij werd Joop Idee genoemd omdat hij altijd grootscheepse ideeën had waar nooit iets van terechtkwam. Hij was bevriend met Henk Hangmat die om alles zat mee te grinniken wat Joop zei. En dat doet hij nog steeds.
We dachten dat we een feest zouden organiseren in een oude boerderij, waar we elk weekend uit ons dak gingen. Muziek, drank, dansen en verder alles wat niet deugde maar wel leuk was. “O, Joop”, schmeichelden wij, “kom je zaterdag ook op de fuif? En trek je witte broek aan! Die staat je zo leuk als je danst!”. Gevleid stemde Joop in dat hij zou komen.

Wij, Cor, Loes en Doortje kochten een fles jajem en togen naar de boerderij waar al vanaf de verte de luide muziek klonk. Rock around the Clock, Blueberry Hill van Fats Domino etcetera. Het feest was geweldig. Tegen middernacht was Joop zo lam dat hij nauwelijks op zijn benen kon staan en wij voerden hem weg naar de Tafelberg waar een pannenkoekenhuis was met tafels en banken buiten. Doortje Dartel was de dochter van een slager en zij had gezorgd voor een stuk varkensdarm die zij vulde met een mengsel van satésaus, koffie, zwarte chocola, vijf tenen knoflook en een potje sambal. Ze bond het ding af met een touwtje en prikte er gaatjes in. Joop was al zo dronken toen we hem naar het pannenkoekenhuis voeren, hij riep dat hij later wereldberoemd zou worden. “Ja, Joop”, zeiden we, “daar twijfelen wij niet aan. Iemand met zulke briljante ideeën als jij, ga maar lekker hier op het bankje zitten”. Cor verdween naar het huis van een oom en tante die op vakantie waren en waar zij voor de katten en planten zorgde. Loes en Doortje streken met Jopie op een bankje neer. Loes haalde de fles weer tevoorschijn en schonk nog eens in. En toen was het hoogtepunt bereikt, Joop zeeg ineen op het bankje. Loes ging schrijlings over hem heen liggen en deed net of ze wou tongen met hem, maar ondertussen haalde ze haar make-up tas tevoorschijn. Joop was inmiddels al bijna buiten westen en merkte niets van wat Loes op zijn gezicht smeerde. Rode wenkbrauwen, blauwe neus, enzovoorts. Doortje ritste ondertussen zijn broek open en stopte de worst, waar ze gaatjes in geprikt had, in zijn onderbroek. Joop lag zachtjes te kreunen van genoegen.

Toen smeerde de twee meiden hem naar het huis waar Cor verbleef. En toen ze daar ferm aan de vermout gingen, gilden ze het uit van de pret. ’s Morgens om een uur of vijf besloten ze maar eens te gaan kijken hoe het met Joop Idee was en toen ontmoetten ze een vrouw met een grote bouvier die helemaal over haar toeren was. “Help, bel de pliesie”, riep ze, “daarboven ligt een vent met een masker op en hij ligt met zijn broek open. Nico mijn hond sprong er al bovenop! Die viespeuk heeft zich helemaal bevuilt. Bel de pliesie!”.
 
Iedereen in het dorp weet het nog, al is het vijftig jaar geleden dat Joop de Duinweg afstrompelde met een grote bruine vlek op zijn achterste. Hij sukkelde naar Café het Swarte Schaep, waar hij om hulp vroeg. Nou hadden ze in die kroeg al heel veel meegemaakt, maar dit was nog nooit vertoond. “Donder jij even op”, riep Kees, de baas, “en ga niet op mijn stoelen zitten met die smeerboel. Man je stinkt als een varken! Weg jij!”.
En daar ging Joop. Een half uur lopen naar zijn huis midden door het dorp uitgejouwd door een hele groep kinderen “Joop heeft in zijn broek gescheten!”.
 
Dit verhaal hadden we nooit verteld als hij niet zelf het verhaal over Annemarie gedaan had. Ze is al tien jaar dood en kan zich niet verdedigen. En daarom, bij dezen, doen wij dat. Gezondheid, proost, Joop Idee!  
 
 
Betty Prikkeldraad
 

Share This:

VON SOLO: ‘Nergens meer veilig Altijd verdacht Aan het einde van de rit Wordt je opgewacht…’

Nergens meer veilig Altijd verdacht Aan het einde van de rit Wordt je opgewacht…



Het bedrijf waar ik werk gaat prat op integriteit. Dat is zo’n dingetje net als veiligheid, maar dan met vertrouwen. Je bent het of je bent het niet, of je bent het soms wel en soms niet en soms een beetje en soms niet. Maar waar ik werk, wordt verondersteld, dat je het zeven dagen in de week, vierentwintig uur per dag bent. Net als dat elke minuut van de dag veiligheid gegarandeerd moet zijn. Voor die veiligheid hangen ze de stad vol met camera’s. Voor die integriteit geven ze je verplichte cursussen, zodat je, als er onverhoopt iets gebeurt, niet kunt zeggen, dat je het niet wist. In beide gevallen iets met het wegschuiven van verantwoordelijkheid en schijn wekken. Maar dat tot zover.
 
Al jaren bezoek ik met regelmaat ons hoofdkantoor. Daar loopt een uitgebreid korps aan gastmensen en beveiligingslui rond. Doordat ik er al jaren kom, ken ik een behoorlijk aantal gezichten. En zij kennen mij ook. Die kleine kalende man met een knotje en werklaarzen. Overwegend gekleed in stemmig zwart. Heeft de neiging op de meest vreemde tijden binnen te komen. Bij voorkeur aan het einde van de werkdag. Blijft soms een half uurtje, soms tot heel laat. Gedraagt zich keurig en collegiaal. Niemand heeft een idee, wat hij nou exact komt doen, maar daar wordt in alle discretie ook niet naar gevraagd.
 
Als ik ons hoofdkantoor bezoek, dan nestel ik mij meestal in de kelder. Dat heeft iets heimelijks en daardoor ook wel weer iets leuks. Dan werk ik nog wat en als ik klaar ben, verlaat ik het pand weer via de achteruitgang. Afgelopen week kwam ik rond zes uur weer aan. Een nieuwe beveiliger knikte wat onzeker naar me terwijl ik met zekere pas de automatische deuren passeerde. Ik had hem niet eerder gezien en hij mij dus waarschijnlijk ook niet.
 
De beveiligers brengen meestal hun pauze ook in de kelder door Op een gegeven moment stond ik stukken te scannen bij het kopieerapparaat, toen mijn telefoon ging. In mijn dode hoek, zag ik dat er in de zijgang wat beveiligers zaten. De beller was een anarchistische vriend van me, die me vroeg of ik niet wat kon ritselen bij mijn bedrijf. Hierop antwoordde ik, dat dat niet integer was en ik dat nooit zou doen. Bovendien zou me dat op ontslag komen te staan. Ik hing op, en liep naar mijn werkplek en stopte de stukken in mijn tas en sloot deze, hing hem om en sloot af. Terwijl ik naar buiten liep keek ik een kort moment in de ogen van de nieuwe beveiliger, die zat te pauzeren.
 
De blik die ik zag was nog meer van twijfel doordrongen, dan toen ik hem bij de ingang zag. En ineens vormde zich een beeld, zoals hij me waarnam. Een onduidelijke verschijningsvorm, afwijkend, van wat hij normaliter de poort ziet passeren. Eerste alarmbel. Vervolgens overhoort hij een telefoongesprek, waar blijkbaar een niet integere vraag wordt gesteld. Tweede alarmbel. Hij twijfelt sterk. In zijn hoofd combineert hij de waarnemingen met wat hij geleerd heeft. Er is geen directe aanleiding tot staande houding, maar wel indirect. Hij zwijgt echter, omdat hij twijfelt over mijn rang. Hij vergeet dit echter niet. Het risico, dat een slecht gerucht zich over me zal verspreiden is imminent. Want elke afwijking is verdacht.
 
Natuurlijk zegt deze gedachtegang veel meer over mij, dan over de beveiliger in kwestie. Maar het zegt ook iets, over wat het huidige normen- en waardenklimaat blijkbaar met mijn vooronderstellingen doet. Als kunstenaar ben ik veel voorzichtiger geworden met mijn woorden en de verspreiding hiervan. Ik houd er rekening mee, dat wat ik doe mogelijk ten onrechte tegen me gebruikt gaat kunnen worden. Die cursussen en camera’s op zich doen niets fout. Het is wat eraan ten grondslag ligt. Er is wantrouwen gezaaid en het heeft wortel geschoten, overal. En begint langzaam te kiemen. Wat rest is het wachten op een oogstfeest.
 
 

VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST

Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
 
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl 

Share This:

MERIK VAN DER TORREN bij de plastic David van Michelangelo van Jan

Hoi Pom,
 
Een terugblik op het knusse huisje van vriend Jan, waar ik indertijd regelmatig op bezoek kwam, groet, Merik.
 


Bij Jan

Tussen de tapijten en schemerlampen
en schilderijen, bij een plastic
David van Michelangelo
hing een bordje met de zin:
“Als je nadenkt, ben je geweest.”
 
Hier moest ik wel even over nadenken.
Ik dacht te veel na.
Jan schonk nog eens in.



Merik van der Torren

Share This:

IEN VERRIPS herinnert zich oude tijden – koude tijden – gouden tijden wellicht


iets was er
iets dat me deed denken
enigszins verbaasd door mijn gebrek aan
‘hoe zou het zijn na al die tijd’
was ik vergeten wat we
toen we voor het laatst
maar dat het ranzig was
dat vooral
 
mei 2022 – Ien Verrips

Share This:

PETER BERGER IN DE DIEPTE! – ‘Kwetsbaar als het leven zelf is ze. Bloot. Stien durft. Ze voelt. Verdriet. Vrijheid. Ze ruikt. – S10? My heroine….’


Ja, ik weet het. Lelijke dingen riep ik. Over het Songfestival. Vorig jaar nog. Kneuzen Festival. Of zoiets. Ik neem het terug. Want Stien maakt het verschil. Ondanks de nogal stupide schrijfwijze van haar artiestennaam: S10. Mwah. Jeugdzonde. Het zij haar vergeven. Een beetje afstand kan geen kwaad bovendien. Mensch. Machine. Stien is een powerhouse. She´s real. Ik geloof haar. Onbreekbaar. Regels. Gebroken. Angel? Demon? Freak? Een mooierd is ze. Nee, niet omdat ze blond is. Of slank. Of door haar omfloerste blik. Het helpt misschien. Een beetje. Uiterlijk. Maar meestal niet. Schoonheid zit dieper. Altijd. Deep deep down. Papillons en profondeur. Stien put uit bronnen dieper dan de diepste put. Daar waar slechts nog donker heerst. Kwetsbaar als het leven zelf is ze. Bloot. Stien durft. Ze voelt. Verdriet. Vrijheid. Ze ruikt. Go. Go. Go. Het hol van de leeuw in. Wat je zegt maakt niet uit. Niet meer. Er is niets te verliezen. Niet meer. Alleen maar te vieren. S10? My heroine. Ik blijf vanavond thuis voor de buis. In de diepte.

Share This: