VON SOLO terug NAAR DE NATUUR: ‘Ik kom uit een dorpje in Zeeland. Als je daar een paar minuten de juiste kant uit fietste, dan was je buiten het dorp en daar strekten de akkers zich uit, tot de dijk, waarachter het Kanaal door Zuid-Beveland liep. …’


We moeten terug naar de natuur. Het groen in. De bossen in. Weidse uitzichten. Daar vinden we ons zelf terug. Op Wadden eilanden, langs de kust. In de bossen en parken. Waar de vogeltjes fluiten en de insecten welig tieren. Daar ligt de kern van ons bestaan. De nucleus, die we middels onze ongebreidelde vooruitgangsdrang aan het splijten zijn. Het is nog niet te laat. Moeder natuur is er nog. Ga naar het platteland. Ga terug naar je wortels. Daar waar je vandaan komt!
 
Ik kom uit een dorpje in Zeeland. Als je daar een paar minuten de juiste kant uit fietste, dan was je buiten het dorp en daar strekten de akkers zich uit, tot de dijk, waarachter het Kanaal door Zuid-Beveland liep. Dijk en kanaal waren in mijn jeugd al rigoureus verhoogd en verbreed.  Ik kan me nog herinneren, dat ik samen met mijn eerste sekspartner betrapt werd in het bos achter het dorp door de boswachter. Ook toen trok de natuur me dus al. De weidsheid heeft nog steeds deze aantrekkingskracht op me.
 
Onlangs was ik weer een weekend in Zonnemaire op Schouwen-Duiveland. Op zondagochtend ging ik een lange wandeling met de honden maken. We liepen het dorp uit richting de dijk. Achter de dijk bleek meer polder te liggen. Ik volgde de dijk verder tot ik bij de Grevelingen kwam. Daar liep ik langs een verlaten haventje van Rijks Waterstaat. Vervolgens kwam ik langs een kwelder. Daarover uitkijkend was een soort theateropstelling van oude stalen tractorzittingen gemaakt, waarop je in alle rust de natuur kon aanschouwen. Daarachter de brakke Grevelingen. Waarvan een paar jaar geleden vastgesteld is, dat er weinig leven meer in zit.
 
Verderop ging ik weer beneden aan de dijk lopen, omdat ik anders erg natte schoenen zou krijgen door het hoge gras op de dijk. Op de akker zag ik een groepje hazen lopen. De honden zagen ze ook, maar konden er door de riemen niet heen. Op de dijk zag ik sporen van een terreinwagen, die er omhoog gereden was. In de sloot zag ik een drainagebuis uitsteken, waar langzaam gelig water uit liep. Toen bemerkte ik een leeg blik Schultenbrau in de berm, dat ik grappend afdeed als een teken van beschaving. En toen ineens kwam de realisatie.
 
Waar ik me bevond. De asfaltweg onder mijn voeten. De dijk en de sloten. De akkers. De hazen, waarvan de groei van de populatie door wildstandsbeheer wordt gereguleerd. De zorgvuldig geplante bomen. De eendenkooi bij de herenboerderij. Er was hier werkelijk niets, dat niet door mensenhanden gemaakt of aangeraakt was. De hele wereld zoals ik hem door de jaren heen had gekend trok aan mijn geestesoog voorbij. Overal was er altijd de hand van de almachtige mens geweest, die mijn omgeving vorm gegeven had.
 
Ik heb altijd gedacht, dat ik de natuur kon aanraken, als ik dat wilde. Maar, dat, waarvan ik dacht dat het de natuur was, is nooit meer geweest dan een decor.

VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST

Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
 
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl 

Share This:

Merik van der Torren bij ooms uitvaart: ‘Je wilde het zo. Met twee foto’s, een paar bloemen, jazz-klanken en je kleinzoon en zijn kinderen spelend bij de kist..’

Je wilde het zo.
Met twee foto’s, een paar bloemen, jazz-klanken en
je kleinzoon en zijn kinderen spelend bij de kist

Ooms uitvaart

U heeft veel verhalen;
het bordje “anstechende Krankheit “ achter het raam om
de moffen af te schrikken die je zouden komen halen voor de Arbeitseinsatz.
 
Dan de oorlog in Indonesië,
waarin ook jij vocht en
dysenterie opliep.
 
En veel later raakte je in de war.
In de inrichting haalde je de chef-kok erbij om
hem te bedanken voor de uitstekende maaltijd.
 
De luttele gasten op de uitvaart spraken niet over dit alles,
mooie jeugdherinneringen die waren er wel,
je was een leuke oom met veel grapjes.
Verder ging het over wintersport en zeilboten.
 
Je wilde het zo.
Met twee foto’s, een paar bloemen, jazz-klanken en
je kleinzoon en zijn kinderen spelend bij de kist,
 
rustig drijvend voorbij de kim.
 
 
1-2 april 2022

Share This:

Peter Posthumus: Toen ze er al bijna niet meer was zei ze nog: ” we hadden een goed leven we konden eten wat we wilden en hebben het nooit koud gehad”

Toen ze er al bijna niet meer was zei ze nog: ” we hadden een goed leven we konden eten wat we wilden en hebben het nooit koud gehad



Toen ze er
al bijna niet meer was
zei ze nog:
” we hadden een goed leven
we konden eten wat we wilden
en hebben het nooit koud gehad “

later dacht ik nog
dat je water hebt
om schoon te kunnen houden

én natuurlijk veiligheid
ja veiligheid
wat daarbij kijken komt
wat er daarvoor aan moet geloven
en wie daar dan nog in gelooft


Peter Posthumus

Share This:

PETER BERGER onderweg in MEXICO en verder weer – reisverslag en impressies

La Isla Bonita. San Pedro? Aha! That is what it was all about. Madonna. Belize. Weer wat geleerd. How to get there from Cancun? By air, of course, maar beter met wielen en over water. Bus. Taxi. Taxi. Boot. In die volgorde. Eerst met de Ado, Mexicaanse versie van de Amerikaanse Greyhound, tot aan grensplaats Chetumal. Hoofdstad van Quintana Roo. Dan per taxi iets verder zuidwaarts naar de Belize border. Een meer dan vriendelijke chauffeur met vlassig wit haar is bereid het erop te wagen. Poging zes ofzo. Eerdere taxi drivers reageerden hoofdschuddend. Lacherig soms. Maar Google zegt dat het kan. Dus. De man, die geen woord Engels spreekt, draagt kraakschone gebleekte katoenen hemdsmouwen als aanvulling op z´n even smetteloze mouwloze shirt dat van die glimmende parelmoeren plastic knoopjes heeft. Iets uit een boek over vroeger: losse hemdsmouwen. Nooit eerder gezien. Maar het bestaat. In Mexico. Eenmaal onderweg rolt hij ze, een voor een, met een slome veegbeweging langs beide onderarmen op tot aan z´n polsen, zachtjes neuriënd verder rijdend tot aan de slagboom bij de grens. Alle vier de ramen wijd open. Zongebruinde armen. De man weet van wanten en heeft het blijkbaar vaker gedaan. Grenstoerisme.

Eerst Mexico uit. Na een praatje met een onzichtbare wetsdienaar achter het spiegelende glas van het grensloket gebaart hij me het gebouwtje, dat nog geen drie bij drie meet, via de zijdeur binnen te gaan. De dienstdoende ambtenaar is vriendelijk, strikt en geloofwaardig. Spreekt uitstekend Engels bovendien. Z´n gesteven uniform zit ´em als gegoten. Geen plooitje of vouwtje te bespeuren. Snor perfect in model. Gezicht strak in de plooi. Een Mexican gentleman kortom. Die bestaan dus toch. Papierwerk. Toeristenbelasting. Stempels. Witte en blauwe formulieren. Hurray! Free to go. Eenmaal buiten staat de taxi geduldig te wachten. Vervolgens door de neutrale zone naar de Belizean border. De grens is weliswaar sinds kort weer open maar niet voor buitenlandse auto´s. Taxi´s incluis. Maar de goede man maakt geen aanstalten rechtsomkeert te gaan voordat er een Belizaanse taxi is gearriveerd. Gracias! Bagage verhuist van de ene kofferbak naar de andere. Ciao. Daarna wordt er wederom rustig afgewacht; hij weet wat er komen gaat. The new driver. Volgende loket: een verplichte antigeen test die serieus en met care wordt afgenomen. Eerst betalen. Roze formulier. Rechtsonder ondertekenen. Geel betalingsbewijs. Dan naar het loket om de hoek. Kijk er toch weer scheel van. Kriebelstaaf in je kop. Ik grap dat m´n hersens ervan jeuken. Er wordt gelachen. WTF? Iedereen lacht hier. Met een vette glimlach op z´n minst. Na een minuut of twintig de uitslag. Ze nemen het serieus. De Belizeans. Wat een contrast met Mexico. Daar is het soms, zonder duidelijke reden, verplicht bij een beach party. Zo´n test. Why? Joost mag het weten. Zolang je maar betaalt. Het dient geen enkel nut want het staafje gaat niet voorbij het randje van de neusvleugel en iedereen mag meteen door. De uitslag wordt niet eens afgewacht. Iedereen is negatief. Gegarandeerd. Methodology.

Maar hier in Belize is het niet voor saus. Landsbelang. Na de negatieve testuitslag met de nieuwe taxi door naar het immigration office even verderop. Bagage wederom de kofferbak uit. Formulieren. Stempels en nog meer formulieren in alle kleuren van de regenboog. Ik overdrijf. Het valt best mee met dat papierwerk. Het appelleert aan iets moois van toen ik jong was. Toen men nog rust in het lijf had. Bovendien wordt je bij ieder loket vriendelijk bijgestaan door een immigration official. Het duurt even, maar loopt allemaal smooth en het helpt dat Engels hier de voertaal is. Het is er trouwens erg rustig. Bij de grensovergang. Slechts drie man en een paardenkop willen erdoor. Hoogstens. Okee, zes misschien. Soit. Dan ter afsluiting de verplichte bagagecheck door een donker rasta meisje die me onmiddellijk doorlaat zodra ze Bob Marley Untold in m´n tas ziet zitten. ¨Nice read sir!¨ Glimlach. Boks. Hup weer de taxi in, richting kustplaatsje Corozal. Morgen met de boot naar San Pedro.

In de taxi denk ik terug aan de dagen in het compleet uitgestorven Sisal. Good memories. Liep er een Mexicaanse vrijgevochten dame tegen het lijf die hoog jumpend met haar kite eenzaam de golven trotseerde. Brown skin. Blauwe ogen. Blond haar. Duitse vader. In short: a macho magnet. Lustobject. Volgens eigen zeggen. Dezelfde avond spelen we darts en domino bij haar thuis en drinken we te veel bier uit groene en bruine literflessen. Zie haar nog zo voor me. Aangeslagen vertellend over de lockdown vorig jaar. Andere koek. Het dorp dat zonder pardon een half jaar hermetisch werd afgesloten van de buitenwereld. Ze vertelt over de armoede. Over de macho cultuur. Dat je er als vrouw weinig tot niks waard bent. In Mexico. Gratis kiteles aan jongens uit het dorp? Door een chica rubia? Dacht het niet. Girl power? No way! Feministische idealen worden niet omarmd. Integendeel. Ze kreeg onlangs nog een boete voor topless zonnen omdat nota bene de buurvrouw bij de sheriff had lopen klagen. Waarom ze Mexico niet verlaat? ¨I need to feel the pain. I need to feel the pain,¨ zegt ze vol hartstocht. ¨This is my home. See? My home. I know you can understand. I know. You can feel the pain.¨ Tranen in beide ogen. Eenmaal flink aangeschoten lossen we alle wereldproblemen op: lack of freedom. ¨People just don’t realize what freedom is,¨ proclameert ze plechtig met haar hand op het hart. ¨And this makes me really sad.¨ Ik voel het kloppen. Haar hart. Meer tranen. Snikken. Meer bier. Weird dreams. Koppijn.

De bootreis is hobbelig en ik heb het voorrecht om hoog en droog op het bovendek een metertje achter het stuurwiel en de breedgeschouderde kapitein plaats te mogen nemen. Tussen beide matrozen in. Het is vroeg. Een paar local teenagers liggen te slapen op de bankjes aan weerszijden van het dek. Het is er een natte bedoening. Op die bankjes. De overige passagiers zitten benedendeks. Het is een polyester schuitje van nog geen twaalf meter met vier buitenboordmotoren van tweehonderd paardenkrachten elk. Komt u maar. Beuken met die hap. Twee uur vol gas. Eerst nog achter de beschutting van een langgerekte landtong. Daarna gaat het los. Open seas. De kapitein maant de bemanning soms wat meer naar links of rechts te schuiven zodat de boot zo vlak mogelijk op het water blijft. Mijn gewicht helpt. Er wordt instemmend geknikt. Serious shit.


San Pedro is Belize´s number one tourist destination. Circus? Yes, but run by locals. Op een kleinschalige, niet al te opdringerige, manier. Caribbean vibes. Toeristen zijn er momenteel weinig. I don´t mind. Een kwart van voor de pandemie? Minder zelfs zegt men; blij dat je in deze barre tijden van ver komt om hier je geld uit te geven. Tuurlijk. Je bent en blijft toerist. It works: er heerst hoop. Dat voel je. En dat terwijl men hier drie keer armer is dan in Mexico. Ook dat zie je hier terug: barre armoede. Natuurlijk. Eerlijk is eerlijk: het is soms schrijnend in de achteraf steegjes. Drugs. Drank. Ellende. Roes uitslapen. In de goot. Ik kom er een rastaman tegen die compleet verrukt is als ik ´em vertel Bob Marley te hebben zien spelen. Live. Long time ago. Hij drukt me een dampende spliff in de handen en valt me daarna spontaan om de nek. ¨Want some? From the heart,¨ drukt hij me op het hart. ¨No problem. Ten grams legal.¨ Vertelt vervolgens met veel passie hoe hij ooit in de jungle Bob Marley in de wolken zag verschijnen. Samen met Marcus Garvey. Haile Selassie. En Malcolm X. Rasta icons. ¨And I aint smoke nothin´. Nothin´. Tellin´ you brother! Only recognize Bob back then, but ten year later my sista teach me bout rising awareness and show their picture. Blew me away. All those men in my vision and I know nothin´ back then. I man only sixteen year old. How could I see these men in the sky?¨ Vraagtekens. Ik was ook zestien. Jaren zeventig. Houtrusthallen. Den Haag. Bob Marley and The Wailers. In de wolken was ik zeker. Knetter. That´s for sure. ¨You and I? We´re from the same branch man,¨ zegt ie, en vervolgt na een homie handshake z´n weg. ¨One Love!¨ roepend.

Eilandje verderop: Caye Caulker. Veilig verscholen achter het barrier reef. Further down south. Half uurtje met de boot. Rustig aan. Geniet! Take it slow. In de laagste versnelling wel te verstaan. Totally my thang. Hangmatten tussen wuivende palmen. Zweten. Dobberen in het zilte nat. Lukewarm ocean. Ook hier snakt men naar meer toeristen. Prices go up; visitors go down, maar men geeft de moed niet op. ´s Avonds na een uur of tien is het er uitgestorven; behalve in de plaatselijke Sports Bar waar de lokale jeugd rondhangt en onder het golfplaten dak danst met schaars geklede blonde backpacker meisjes die luidkeels met de karaoke meeblèren. Vroeg naar bed. Geen asfalt hier. Althans, er ligt een decimeter zand op. Paperwhite fine sand. Op de enige asfaltweg. Als het regent een witte plakkerige blubber drek. Erlangs staan kleurige houten huizen op hoge en lagere palen. BBQ op straat. Island vibes. Maar voor hoelang nog? Het is me inmiddels meermaals verteld: dat het strand hier op de eilanden twintig jaar geleden dertig meter breed was. Veertig zelfs misschien. Tot aan de laatste palen van de langste pier in ieder geval. Daar is nog geen vijf meter van over. Van het strand. En ook hier spoelt onwelriekend afgestorven zeewier aan. Sinds een jaar of vijf. Veel minder dan in Mexico; maar toch. Het wordt iedere dag afgevoerd. Waar moet dat heen? Zand scheppen en ophogen? Doet men al jaren; het zogenoemde opvullen, maar de zeespiegel blijft stijgen. Een meter inmiddels. Tja. Een man met plakkerige dreads, een heel linkerbeen en een korte stomp, vraagt me vriendelijk iets van hem te kopen. To support the repair of his wheelchair. Het verhaal hoe ´ie z´n rechterbeen verloor is schrijnend. Onnodig ook: gebrek aan medical care. Klein wondje. Gangreen. Maar hij is dankbaar het gered te hebben. Ik besluit voor een enkelketting met fel gekleurde kralen in red, gold and green. Voor om de pols. Een opdringerige Amerikaan dingt ondertussen een dollar bij ´em af en laat vervolgens z´n nieuwe aanwinst, een handgeregen schelpenketting, vol trots aan z´n vriendin zien die een paar passen verderop naast een waste bin plaatjes schiet voor Insta. She´s not impressed. Niet geïnteresseerd bovendien. Sea levels? People got other worries. Ieder voor zich: If u not 4give u ll not be 4given. Staat er. Geklad op de afvalbak. In druipende spuitbusletters.


PETER BERGER

Share This:

geen wedstrijd deze week op pomgedichten punt nl wel LIEFDE alstublieft…. favo gedicht het gedicht over liefde op de Brunsummerheide van Frans Terken

zoveel liefde als vandaag heeft deze site nog niet eerder gekend – liefde van alle kanten op is mijn eerste indruk – de kleinzoon Mio uit Berlijn op bezoek – dochter en schoonzoon met vriendin naar de pure markt – “ga jij maar Mio lief met opa spelen”- u begrijpt het – het commentaar kan pas nu – nu ik de kleine voor zijn middagdutje het ledikant van binnen heb laten zien met nijntje – moet ik nog opschieten ook – in ieder geval is Mio een produkt van de liefde – zo is het toevallig ook nog een keer – dank aan alle dichters voor het insturen van alle liefdes – ik ga ze nu op mijn gemak lezen – en schrijf enige bevindingen onder de gedichten en ik zal een favo gedicht uitroepen tot favo gedicht van deze liefdeszondag. dank dank dank – en ga heen in liefde. zo was het ooit bedoeld – zo heeft de natuur het ook bedoeld.

mijn favogedicht is het gedicht van FRANS TERKEN – met lichte weemoed lees ik van ervaringen die zomaar ook de mijne hadden kunnen zijn. van het leven en de liefde.



Rode beek

Hoe we naast elkaar
en met elkaar 
daar aan de rand van de rode beek

jij met een voet
later een hand
speeltje in het kabbelend water

al dat zand dat je schepte
ik tekende er toekomst in
we kregen het er warm van

ik zag de gloed in je groene ogen
hoe hij glinsterde op de beek
wat drijft zal niet zinken zei je nog

niet dat het bleef
het gleed ons door de vingers
als het water op die zomerdag


© FT 09.04.2022/06.06.2021

ik denk dat ik die locatie ken uit mijn vroege jeugd – bij oma limburg – bij zuidlimburgs brunssum – de brunsummerheide met van die opwellende en opwekkende bronwatertjes – ik zou er nog eens terug moeten gaan – frans is van daar en brengt de natuur op zeer natuurlijke wijze in het gedicht. wat toch gezonken is ondanks de ooit zo lief gesproken woorden – de eerste liefdes die geen stand kunnen houden maar met de herinnering meegaan – zo zwom ik in zwembad zeekoelen in brunssum met tal van eerste liefdes – maar als oma met de mattenklopper op me stond te wachten omdat ik weer eens te laat kwam was de liefde snel over – hoe het allemaal door onze vingers is gegleden – schrijft dichter terken – de herinnering aan die zomerdagen mooi.


ANNA EIKELBOOM POST:  Als vanzelf   

FRANS TERKEN over liefde op de Brunsummerheide

RIK VAN BOECKEL over liefde op een eiland in de zon: ‘de tijd heelt geen donder…’

CARTOUCHE: ‘Dat ze alles overwint, zelfs mij…’

GÉËRALDINE BANK CAENEN: ‘op de draden zaten vogels…’

TON HUIZER: en een likje Vaselien

JAKO FENNEK: wat achterbleef, je verwarde haar én vandaag NIEUWE FOTO!!! van onze Jako – de look jonger dan ooit

we houden het ook op de liefde deze week van de letterliefde op pomgedichten punt nl – we lezen graag van uw liefde, van uw liefdes, uw exen of van die liefdes die nooit werden beantwoord – of die liefdes die u nu ‘sue-en’ -geheime liefdes óók die zo af en toe nog opspelen. liefde voor mensen, of voor dingen wellicht voor uw hondje, uw overleden hondje of voor bitterballen – of toch nog weer anders….. graag uw bijdragen – commentaar natuurlijk als altijd verzekerd.

gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst.

hoe zo’n liedje van de zanger
mij weer jou doet denken
hoor


hoe de zanger het ook niet weet
hoe wij het niet – het nog niet –
het nooit meer denken


vraag het de zanger maar
over zeven jaar
maar vraag het de dichter niet
nog niet – nooit niet


pom wolff



Als vanzelf   

in een stroom door de stad 
zie ik plots achter een raam 

mijn lief mijn lief, maar één keer 
zo in rouw — om jou 

een vogel gekapt uit boom 
even groot even zwart als jij 
sta ik ernaast streelt mijn hand als vanzelf 
zoals altijd bij een foei 
mijn hand als vanzelf  
zoals altijd als de dagen zwart 
jouw lijf als vanzelf 
tegen mij aan kroop 


Hartelijke groet, 
Anna Eikelboom Post


 inmiddels mogen we wel spreken van ‘onze’ Anna – de grote onbekende op deze site der sites maar inmiddels mogen we anna wel al weken welkom heten bij de zondagochtendwedstrijd. dit keer met een donker gedicht – ietsje ontoegankelijk ook. maar niet voor de dichter.  de rouw wordt door de dichter benoemd – altijd oppassen zeg ik met dit soort woorden – je kunt beter om begrippen heen schrijven zodat de rouw voelbaar wordt. het woord op zich leent zich meer voor proza. we lezen over een lief – intrigerende deelregel is daarbij ‘maar één keer’ – waarom maar één keer vraag je je af. of is het maar een keer zo erg? we weten het niet. een geliefde – een vogel – zwart en de herinnering aan de geliefde en geliefdes warmte. ja dit dichterschap is op weg naar dichterschap.

Horizonten van liefde

De tijd neemt horizonten waar
zij gaf geen grenzen aan
verliet de dagen van gelukkig samenzijn


de laatste kus dat was de laatste dus
vertrokken van het eiland in de zon
waar onze romance stilaan begon


van rumba de amor tot tango de dolor
de dagen laat ik achter in hoofd en hart
met een diep nostalgisch gevoel


de tijd heelt geen donder
mijn adem het gelukkige wonder
knalt met expressie zonder leedvermaak
en met onvolprezen letterliefde 


Rik van Boeckel
9 april 2022

soms springt in een gedicht één regel boven alles en iedereen uit – een we~reldregel! een regel die ook meteen mij tot een brede glimlach aanzet: ‘de tijd heelt geen donder’– en het is omdat die regel zo heftig gemeend dat de regel zich buiten elke poëzie en proza weet te plaatsen. het is een regel die de dichter, de lezer, de mensheid en ook het cliché waaruit de regel is ontstaan omdraait en op zijn kop zet.
neen schreeuwt de dichter het uit – de tijd heelt niet alle wonden –  DE TIJD HEELT GEEN DONDER! hahaha – en zo is het ook – nou ja soms – in ieder geval in dit gedicht bij deze zo geliefde geliefde.



Vind je het erg als ik me vermom 
als de zwaluwen
dan zie je mij als nieuw
want dat maakt jou gelukkig
plotseling een zwerm zwaluwen 
bij je thuis


En als ik wegga bijten mijn woorden
dieper in je schouder
onderweg
achteloos de eenzaamheid bewaard in mijn winterjas
zie ik de telegraafpalen zoals ik ze zag
toen ik uit school naar huis liep in de late namiddag
op de draden zaten vogels
op de bevroren draden zaten ze roerloos
in de schemer van de winterdag


Als in zwarte inkt geschreven woorden 


Géraldine Bankcaenen

ik weet niet of het stellen van een vraag – zo in het begin van het gedicht – verstandig is in een gedicht. ik zou er heel voorzichtig mee omgaan – het maakt een gedicht al heel snel particulier – op zich niet erg – maar een effect is dan dat de afstand tot de lezer wordt vergroot. en dat wil de dichter hier niet. ook beelden met vogels – onbeweeglijke vogels als sombere tekens in de lucht. voor dat beeld val ik niet – wel voor die ene regel – die o zo subtiele regel die zo enorm binnenkomt: dat is poëzie – dat is de kracht van de taal – die enorme zeggingskracht die opgeslagen kan liggen in enkele woorden van eenvoud: ‘achteloos de eenzaamheid bewaard in mijn winterjas..’ – eigenlijk hebben we die vogels helemaal niet nodig bij zo een wereldregel.
 
 
Zij
 
Dat ze alles overwint, zelfs mij
wist zij klein te krijgen
 
Ik stond aan haar voeten
keek op naar haar en wat ik zag was
om over naar huis te schrijven
 
Het beeld van drie gestalten
haar jeugd – de illusionistische
haar bloei – de bezetene – en ook de laatste
de ouderdom van de gratie – de verlorene
bij elkaar op een witmarmeren bank
 
Ernaast en erboven twee bronzen
marmerzwart, de ene – de gewonde
liggend met gebroken vleugels en de tweede
een jonge Cupido – degene die pijn doet
 
Allemaal tezamen in de Glorieta
van Adolfo Gustavo Becquer, de dichter
in het midden rondom een moeras-cipres
 
“mijn oogleden sluiten zich, wat gebeurt er?
Stilte! Het is de liefde die voorbijgaat


10-04-2022 / Cartouche


liefde overwint alles – stond bij oma op een bordje in de keuken – in het limburgse – het bordje hing blijkbaar ook in brabant. onze Cartouche in de ban van marmer. mag het gedicht zo samengevat? ik denk dat het kleinkind van Cartouche als het met opa mee mag met grote ogen zal luisteren naar de wetenswaardigheden die opa hem/haar wil meegeven. zo zijn wij hier lezers ook als kinderen bij opa cartouche verzameld. en leren we hoe opa tegen het leven aankijkt – welke beelden opa daarbij inzet en leren we iets van wat opa ons meegeeft – hoe het allemaal voorbij zal gaan en dat we met liefde wel een endje kunnen komen. en nou een ijsje opa!

Ook in Rotterdam klotst de relatiepoëzie inmiddels over de drempels 
Persoonlijk ben ik daar niet zo van. Nooit geweest. 


Als de relatie goed is heb je niet veel woorden nodig. Liefde is voor
mij niet veel meer of minder dan gesublimeerde vriendschap met een
sausje lichaamstaal.


Als de relatie niet goed is: geen gezeur, een rondje kringloop en,
indien nodig, nieuwe sloten op de deur… 

Warme groet
Ton


Rotterdams liefdesleven

Bij voorspel hoort een biertje
en een likje Vaselien
dat scheelt een hoop getreuzel
is verzachtend bovendien
 
dan nog tien minuten pezen
kopje onder in het sop
daarna spoelen we de glazen
en schudden we het dekbed op
 
sinds die hoogbouw in het
centrum, vervreemden we wat
in onze flat
groepsseks bleek een uitkomst
 
de oplossing lag in bed
gezellig op of onder elkaar met
de vereniging van eigenaren
meestal op z’n hondjes
 
terwijl we samen naar de
Lijnbaan staren
vraag me niet met wie of waar
want al die hokken en die ruggen
 
lijken sprekend op elkaar
zelfs bij ons kan seks best fijn zijn
als de sfeer niet wordt verpest
door romantiek of slap gelul
 
wij gaan voor de inhoud, de rest
is flauwekul
 
Ton Huizer

met enige rotterdamse zakelijkheid schiet dichter  ton huizer alle romntisch ingestelde dichters – singersongwriters en dergelijk volk af. praatjes vullen geen gaatjes. het is drop en de rover en dan gaan we over tot de orde van de rotterdamse dag – dat likje Vaselien dat doet het hem. en haar natuurlijk. en dan weten meteen ook met dichter huizer te maken te hebben. want ik geloof dat er nog nooit en te nimmer  eerder een likje vaselien een gedicht heeft gehaald. kijk die primeur krijg je zomaar hier op de site van ton huizer. hahaha. het is altijd met genoegen te lezen hoe ton de wereld voor zich uitrolt op zijn eigen wijze.
 
hoi pom,


hier in alpenland vandaag even zon, verbonden
met gedachten over de liefde. je moet het maar doen!
geniet van de dag
groet van jako



tranen


op liefde zaten we niet te wachten
die kwam vanzelf
verdween ook weer even spoorloos

wat achterbleef, je verwarde haar
en sporen van je nagels
en bijna tragisch soms, tranen

ja, tranen op papieren zakdoekjes
opgedroogd door de wind

wonderlijk wel
liefde is niets anders dan nattigheid
ze voelt ook zo


jako fennek

jako stuurde gisteren een nieuwe foto in uit het zwitserse. een prachtfoto. of die man steeds jonger wordt? hij zal rond de 80 zijn  – ik denk dat over jako heel wat liefde is heengegaan in de loop der jaren. anders kom je nooit op zo een charmante wijze uit het liefdesleven. als jako nattigheid voelt – dames dek je maar. hahaha – iets van wijsheid der jaren vermengd met jeugdige springerigheid. die combinatie lezen we alleen bij jako fennek.

Share This:

YVONNE KOENDERMAN – de mooiste zin


Hij komt nu al een jaar of zeven wekelijks langs. Soms met tussenpozen, dan weer twee maals per week. De man met zijn Jaquar, eerst het oudere type die ik persoonlijk mooier vond, maar nu de moderne volautomatisch waar je in wegzakt als je er in gaat liggen, want zitten wil ik het niet noemen. De eerste keer dacht ik aan de telefoon “wat een bal” en twijfelde of ik in moest gaan op zijn vraag, maar uiteindelijk ben ik blij dat ik hem heb leren kennen. De “oudere man” van de poolexpeditie, verhalen die ik in twijfel bracht, maar die steeds concreter werden. De foto’s van tocht met zoon. Bevroren haren die onder een capuchon vandaan piekten, helder blauw ijs vanonder de sneeuw en Noorderlicht.

Daarna bij terugkomst weer schitterende verhalen, geen bla bla en kijk eens wat ik allemaal kan en doe, maar meer die van een kleine enthousiaste jongen die volop geniet, maar ook goed kon luisteren. 
Toen werd zijn zoon ziek en even later ikzelf en het was fijn om met iemand te kunnen praten die geen familie was, maar ondanks zijn eigen leed een open oor had en wist dat dat omgekeerd hetzelfde was. Zijn verhalen sleepten me iedere week door een kut periode heen en ik was er toen zijn zoon het helaas niet meer kon winnen van dezelfde ziekte. Het werd even een maand stil. geen bezoek, maar berichtjes, want je hoort als ouder je kind niet te overleven, maar daarna was hij er weer als een prettige terugkerende factor,een ondertussen goede vriend die het leven weer oppakte. Natuurlijk wordt hij ouder, hij was altijd al ouder dan mijzelf, maar met eenzelfde achtergrond. Ouders van dezelfde leeftijd in een klein huisje met weinig geld, die van je hielden en stimuleerden vooral te doen waar je hart lag. Het maakte mij tot wie ik ben en daar ben ik trots op. Het maakte hem tot wie hij is, een man met enorm veel interesses die hem zonder middelbare opleiding brachten op plekken wereldwijd waar hij mooie dingen deed en nog steeds doet, maar ook het besef geld maakt niet gelukkig. Het is hooguit makkelijk, maar je koopt er bv niet gezondheid voor.

Momenteel zet hij zich erg in voor de wens ambulanche, vliegt rond nu het weer mag met zieke jongeren en zet samen met zijn kleinzoon een nieuw project op met het enthousiasme van een jonge hond. laatst hoorde ik een jonge knul tegen hem zeggen toen hij vroeg of het niet vervelend was om naar zo’n oude knar te luisteren. “Oud? U bent een jongen net als ik, die alleen wat eerder geboren is.”


Voor mij absoluut de mooiste zin van het jaar.


Yvonne Koenderman

Share This:

VON SOLO: Ik legde mijn kip op het blok, voelde de nek en kapte met één welgemikte slag de kop eraf…

Het was een vrijdagmiddag vijftien jaar geleden. Ik kwam binnen in café The Rythm op de Oude Binnenweg. Mevrouw Solo was er al. Ik kreeg meteen een Hertogje in mijn handen geduwd en er ging een schaal met cake rond. Ik barste van de honger en nam twee plakken. Iemand merkte op, dat het spacecake was. Ik dacht dat ik de effecten daarvan met wat bier wel kon compenseren. Anderhalf uur later liepen we door de Albert Heijn op de Lijnbaan en moest ik alle moeite doen bij bewustzijn te blijven. Bewegen ging bijna niet meer. We redden het nog tot thuis en aldaar ging ik out op de bank. Het laatste dat nog door mijn hoofd ging was: ‘Morgen kippen slachten in Brabant.’
 
De volgende ochtend werd ik gewekt daar mevrouw Solo. Ik probeerde op te staan, maar moest vaststellen, dat ik nog stoned was. De avond ervoor was mevrouw Solo thuis nog flink doorgezakt met PanzerDré, die we blijkbaar ergens onderweg naar huis nog van het station hadden gehaald. Kortom, ik kon niet recht uit ogen kijken en de andere twee hadden een monumentale kater. Mevrouw Solo had nog de moed om ons in onze oude Golf 2 naar Brabant te rijden. We kwamen aan bij mijn schoonouders. Er hingen prachtige mistflarden in de tuin die werd betoverd door de vroege voorjaarszon. Achter in de tuin stond een kleine stellage en stonden twee plastic kratten. Mijn schoonvader kwam naar buiten in zijn overal met in zijn rechterhand een bijltje.
 
We hadden in meer of mindere mate allemaal wel eens geholpen bij het slachten van dieren, maar dit was gepland als een ware workshop inclusief villen, plukken, schoonmaken en opsnijden. In de staat waar we in verkeerden, was dat een heikele onderneming. Mevrouw Solo kon zich afzijdig houden, maar Dré en ik zouden allebei twee kippen het proces van leven tot pan moeten laten doorlopen. Nadat mijn schoonvader een voorbeeldrondje had gedaan waren wij aan de beurt. Eén van ons hield de kip vast en de andere diende het kopje ervan af te kappen. Zoals wij eraan toe waren, wisten we, dat degene die de kip vasthield wezenlijk gevaar liep. Dré hakte als eerste en raakte de kip half door het hoofd in plaats van midden op de nek. Hij herstelde zich en maakte het werk af. Daarna was ik aan de beurt en tussen het dubbel zien door wachtte ik een scherp moment af en sloeg toe. Alsof het routine was. Verder verliep alles volgens plan en ’s avonds aten we kip.
 
Deze zomer pasten mijn gezin en ik op de boerderij van vrienden in Zeeland. We waren belast met de taak van het uitbroeden van wat eieren in de broedmachine. Dat leverde na twee weken vijf kippetjes op. Drie haantjes en twee hennetjes. Afgelopen weekend pasten Dré en ik op de boerderij. We hadden te horen gekregen, dat ze wel een haantje voor ons konden afhangen. ‘De haantjes moeten er toch binnenkort aan.’ Ik gaf aan, dat we dat zelf ook wel konden, dus dat ze zich de moeite konden troosten. Die avond in bed dacht ik aan de haantjes en ging met een onbestemd gevoel slapen.
 
Sinds die ochtend vijftien jaar geleden hadden we geen kippen meer geslacht. Toen de boerderij op vrijdagmiddag aan ons werd toevertrouwd was het weer zover. Als een echte American Psycho bedekte ik de werktafel met plastic. Ook op de plek waar de kippen afgehangen zouden worden bedekte ik de vloer met plastic en strooide er een flinke laag zaagsel overheen. De emmer stond klaar, de snijplanken en de messen. Ook het bijltje werd nog even bijgeslepen. Vervolgens liepen we naar het kippenhok en zagen dat er nog net een haan naar buiten liep. Ik sloot het uitloopdeurtje en we wisten dat de andere twee hanen in het hok zaten. Na wat geklungel hadden we de hanen te pakken en liepen beide met een haan ondersteboven vastgehouden aan zijn poten naar de schuur.
 
Ons was aangeraden ze eerst bewusteloos te knuppelen, daar dit humaner zou zijn. Ik gunde mijn haan nog een blik in de zon en gaf hem een klap in zijn nek. Ik kreeg door zijn gespartel echter niet het idee, dat dit erg goed werkte. Dré deed hetzelfde met vergelijkbaar resultaat. Binnen in de schuur zette ik ‘The Rooster’ van Alice in Chains op. Dré probeerde de kop van zijn haan af te kappen, maar murmelde, dat hij de nek niet goed kon vinden door al die veren. Hij had vier houwen nodig om de kop er af te krijgen. De vierkante meter waar we ons op bevonden leek wel een bloedbad. Ik legde mijn kip op het blok, voelde de nek en kapte met één welgemikte slag de kop eraf.
 
Terwijl de muziek speelde hingen we de kippen ondersteboven boven het zaagsel. Zwijgend begonnen we de nog warme haantjes te villen. Na het villen spoelden we de kippen en legden ze op de werktafel om schoon te maken en te portioneren. We lieten de schoongemaakte delen in een pan met zout water op de werkbank staan toen we klaar waren. Het zou die nacht toch koud genoeg blijven om ze daar te laten staan. We hadden geen idee van tijd meer. Alles was voorbijgegaan als een bijna automatische droom.
 
Weer buiten liep ik naar het kippenhok om het deurtje voor de hennetjes weer open te doen. Er snelde een kip naar buiten en het overgebleven haantje, besteeg haar meteen als een echte romanticus. Hij was vandaag goed weggekomen. Het is je soms moeilijk voor te stellen hoe futiel het leven is, tot je het zo onder je handen weg ziet lopen. Met een onvoorstelbaar gemak.  


Von Solo

www.vonsolo.nl

Share This:

pom wolff – ‘hoe wij het niet  – het nog niet – nooit niet denken…’

hoe wij het niet  – het nog niet –
nooit niet denken



hoe zo’n liedje van de zanger
mij weer jou doet denken
hoor
 
hoe de zanger het ook niet weet
hoe wij het niet  – het nog niet –
nooit niet denken
 
vraag het de zanger maar
over zeven jaar
maar vraag het de dichter niet
nog niet – nooit niet

pom wolff

Share This:

Merik van der Torren – kabouters – vinkenoog en vrede


Boskabouters

Zaten ze onder de varens,
lagen ze in het donker te dromen
onder de gespikkelde vliegenzwam
en slaapwandelden ze, deze vriendjes
met rode mutsen?

Of waren we zonder te weten
zelf deze kleine wezens
omarmd door sterren?

De grote mensen met hun zorgen
benzineprijzen en tegoedbonnen,
hun lange gesprekken zonder lachen,
stampen.

Wij kabouters gingen spelevaren,
eikels zoeken, bosbessen,

deden de afwas als de grote mensen sliepen


Merik van der Torren
Hoi Pom,
 
Dit t-shirt met tekst van Simon Vinkenoog werd verspreid onder Simons vele vrienden bij zijn uitvaart in 2009.
Deze tekst nog zeer actueel, groet, Merik

Share This:

IEN VERRIPS over ‘krantenangst’

als jij nog slaapt
de wereld nog
onrust mij het bed uitjaagt
de wanen van de nacht
niet afgeschud nog niet
echoos van bizarre dromen
die mij vergezellen totdat
zij zijn vervangen door de
krantenangst van alledag
van iedere dag
iedere dag
 
 
Ien Verrips
mrt 2022
parool 5-4-2022

Share This: