VON SOLO in coma


 Vier jaar geleden was ik bezig het plafond uit onze te renoveren woning te slopen. Om onduidelijke redenen viel ik van een steiger en sindsdien lig ik in coma. Daar ben ik deze week achter gekomen. Het is een hele toer geweest, maar kleine en subtiele details hebben me nu toch met de realiteit van de situatie geconfronteerd. Het is een beetje onwerkelijk allemaal, maar ik zal het moeten accepteren, dat niemand dit werkelijk leest. Het zijn mijn spinsels in mijn hoofd. Hersengolven die me doen geloven dat ik werkelijk rondloop, terwijl ik al tijden met mijn ogen dicht in een bed lig.
 
Ik meen me nog van alles te herinneren. Dat ik bijkwam op de vloer en de trap op kroop om hulp te vinden. En dat ik toen wegviel. Vervolgens strompelden we naar huis, ondersteund door mevrouw Solo. Thuis ben ik gaan liggen op het gras. Daar werd de pijn zo intens dat ik vroeg om een ambulance. Ik herinner me nog hoe ik ingeladen werd. En het magische moment van de morfine. En dat ik wegzweefde en alles me niets meer kon schelen. De dood, die mocht komen. Maar dat niet deed. Lichtjes die in mijn ogen schenen en het bijkomen in een bed op een witte kamer. Ergens tijdens dit proces is de stekker van de werkelijkheid eruit gegaan. Vraag me niet meer wanneer.
 
In het begin leek het erop, dat alles zich weer langzaam naar normaal bewoog. In mijn hoofd tenminste. Er bouwde zich weer logica op in mijn hersenen en dit machtige orgaan paste zich aan, aan de gegeven situatie. Een levende geest in een slapend lichaam. De eerste stap was me te doen dromen. Me te doen geloven dat alles weer normaal zou worden. Een soort overlevingsmechanisme. Een slaap waakritme met het op en ondergaan van de zon. Gedachten reconstrueren als daarvoor. Niet te veel rare dingen. Een beetje extra ontspanning en daarna het zoeken naar een balans, die me zou kunnen doen geloven dat alles goed was, tot alles ook echt weer goed zou zijn. En dat is jarenlang bijna feilloos gelukt.
 
Tot onlangs. Het is me op gaan vallen, dat bepaalde patronen zich steeds matter herhalen. De gedachten worden sleets. De omgang met mensen wordt steeds voorspelbaarder. Het lijkt soms wel of ik dingen eerder heb meegemaakt. Of de film zich herhaalt op basis van ervaringen uit mijn eerdere, echte leven. En dan het kader waarin zich alles afspeelt. Ook hier vindt steeds slordigere herhaling van patronen plaats. Verkiezingsuitslagen en kabinetten zijn steeds slechtere kopieën van de eerdere werkelijkheid. Daarnaast produceert mijn brein puzzels. Zo heeft het een pandemie verzonnen, waar ook de keuzepatronen zich meer en meer in afgetakelde versies van een zelfde escape room voordoen.
 
En dat is het moment, dat ik het ineens door had. Mijn wezen heeft er geen zin meer in. De grijze massa wacht al vier jaar, tot het lichaam weer een teken van leven vertoont. Tot de geest het vlees weer kan verheffen en sturen. Maar het geheel wil niet meer. Alles is langzaam tot stilstand gekomen. Het blijven proberen heeft het geheel uitgeput. Er vormt zich een soort uitzichtloosheid, waar ik geen vat meer op heb. Zelfs geen keuze in heb.
 
Mijn zorgeloze coma is voorbij. Alles is nu overgeleverd aan de wereld die rond mijn bed staat. Monitoren houden me continu in de gaten. Met medicijnen en kuren word ik onderhouden. Zou het moment komen, dat zij snappen, dat ik het nu ook snap. En zij dan een beslissing zullen maken, die ik zelf niet kan maken. Misschien wel tegen mijn zin. Of er überhaupt nog sprake van zin kan zijn.

Een korte parabel over vreemde tijden en (on)mogelijkheden.
XV

VON SOLO

DICHTER, COLUMCheck de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nlLees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl NIST,  PERFORMER EN CINEAST

Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nlLees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl 

Share This:

Mirjam Al met een vooruitziende blik: ‘Doe de gordijnen open en kijk in de verte…’

foto: ten huize van dichter Vera van der Horst, afgelopen zomer 2021. fotograaf: pom wolff. ik beschouw deze foto als een hoogtepunt uit mijn fotografische carriere. de belangrijkheid van de foto zit m met name in wat niet is afgebeeld. dichter ditmar bakker viel als een vallende ster uit de hemel het huis in van dichter van der Horst. je ziet Mirjam Al denken – hee hoor ik iets en ze pakt haar luisterapparaat erbij. dichter van der torren laat zich door niets en niemand afleiden en zet met gesloten lippen zijn voordracht voort. even later verschijnt er op de houten schutting een poes die nooit meer is weggegaan.


Hoi Pom,
 
de inzending voor woensdag, deze keer van de hand van Mirjam Al, groet, Merik.


Oase

De zon ging onder, de maan lichtte op.
Sterren twinkelen in het universum.
Al slapende ging je op reis;
een koffer met herinneringen en een lege tas
liet je achter op de laatste halte voor het hemels blauw
zich openbaarde.
Zo helder en doodnormaal.
Doe de gordijnen open en kijk in de verte.
Er is geen weg terug
en in zekere zin is dat maar goed ook;
we zijn op weg naar de Oase, die
misschien een fata morgana is,
we weten het niet, al diegenen die in Vrede rusten,
die weten het en berusten.
 
 
Mirjam Al, december 2021, januari 2022

Share This:

Peter Posthumus over wegdrijven met het leven zelf…


Om te schrijven
kijk ik rond
zie ik alles
in een spiegel
waarin m’n oren
langs m’n wangen druipen
m’n mondhoeken tot op m’n enkels
en grauwe wolken
die wegdrijven met het leven zelf


sla ik die spiegeling aan stukken
dan is er die schittering
opeens die helderheid
die oproept, en dan
goed en gratis
weer zo’n dag
die niet op kan

Peter Posthumus

Share This:

Peter Berger vandaag over het Binnenhof: ‘Een waterval aan leugens wordt moeiteloos door slijmerige lippen uitgekotst. Waarheid prevelend met een wervelwind aan woorden; maar de boodschap gaat verloren in een nietszeggende fluisterbries…’

Karin Beumkes heeft laten weten pomgedichten 1x per maand te willen verrijken met haar poëzie. haar aanbod graag aanvaard natuurlijk na de afgelopen drie jaar haar wekelijkse poëtische bijdragen geadoreerd te hebben. steeds tegen de eerste van de maand een nieuwe Beum – we zien er naar uit. Peter Berger heb ik bereid gevonden 3x in de maand de vaste maandagcolumnist te zijn – trots als ik ben met zijn poëtische columns.


Het is stil op het binnenhof. En grauwgrijs als altijd. Even de wonden likken en meteen weer het gas erop. Broekpoepers op links. Doordravers op rechts. Met in het midden de schriftgeleerden en de ongenaakbaren. Vooruit met de geit! Uiteraard. Zo gaat niets veranderen. Blijft het donker. Een waterval aan leugens wordt moeiteloos door slijmerige lippen uitgekotst. Waarheid prevelend met een wervelwind aan woorden; maar de boodschap gaat verloren in een nietszeggende fluisterbries.

Als een wazige neon crucifix die passieloos pulseert tussen de plastic borsten van een pornoblond popje. Contraction. Explosion. An endless fashion. Q-marks. Q-marks. Q-marks. Commercials? Mode accessoire? Er zullen altijd vragen zijn. Want er is een groot gat in mijn leven dat niet gevuld kan worden met plezier. Ja, er is magie in passie en jouw schoonheid zit diep in de huid maar je stem zit boordevol geld.

It is in every glimpse. Je bent een gevangene van keuzes. Jouw keuzes. Ze drukken de aard van je intenties uit. Pas op voor de beveiligingscowboys. Ze bewegen zich als gedegenereerde tienermodellen. Beheer van de menigte. Sanitair onderhoud. Verminderde capaciteit. Hoeveel toekomst heb ik? Mijn enige zorg is dat ik morgen wakker word.

Peter Berger

Share This:

ARIE ARRIVEERT – met oa een liedje van The Ronettes. ‘You came, you saw, you conquered’.  (Die volgorde, ja. Het is niet The Voice, zeg. Geen dubbele Rietbergen hier.)





[Arie Arriveert 16.01.2022]
 
 
Diedemie
 
 
Een hele – geen halve – goeie morgen, beste Pomsitebezoeker. Lang niet meer gearriveerd zijnde dacht ik: kom, uit de schulp. ‘Naar buiten, jongmensch!’ (J.J.L. ten Kate). En wel met een licht bewerkt mailbericht (Jantje van Leiden een beetje, toegegeven). Al jaren, moet je weten, ben ik op mailafstand van meer dan 1,5 meter de drijvende kracht achter een cryptogramclubje. Elke zaterdag stuur ik de medepuzzelaars de digitale versie van het NRC-scrypto. De mailteksten worden steeds langer en hebben inmiddels – geheel los van het cryptogebeuren – het karakter van een overdenking gekregen, over actuele zaken bijvoorbeeld of een opvallend taalverschijnsel (stokpaardje).
 
 
15.01.22
 
Novax Chocofiets die redt het niet
 

Hoi. De kripmail die krijgen jullie wat vroeger dan gebruikelijk toegestuurd. De zaterdagochtend die ziet er nu namelijk voor mij wat anders uit. Straks dan ga ik per fiets, trein en bus naar mijn goede vrienden Rinus en Christine in Utrecht. De fiets die zal vast nog wel in de box staan. In Utrecht daar wonen ze al decennia. Maar goed, volgende week dan is alles wel weer volgens het oude normaal. De trein die moet ik gewoon halen. Op Amsterdam Centraal daar is misschien qua NS weer van alles (spoor)loos. Maar n.i.w. de koffie die zal wel smaken daar in de Goethelaan. Elke ontmoeting die is these days al een feest. De maatregelen die zijn dan wel versoepeld (Ernst Kuipers die kwam bovendien een stuk to-the-pointer uit zijn woorden dan Huug), maar moeilijk dat blijft het nog even. Ik bedoel, vorige week toen was het puntje bij paaltje niet dat je zegt anders.
 
De actualiteiten, het nieuwe kripmailitempje, die krijgen jullie nog van me.
 
Welnu, genoemde tennisser Novax Showcovids die blijft geweigerd worden daar in het open Australië. Novax die stapt nu naar de hoogste rechter (de lift die schijnt buiten werking daar in dat gerechtsgebouw). We gaan het meemaken. Interessant dat is het niet echt.
 
Ronnie Spector dan. Wie? Ronnie Spector die zong bij de Ronettes. Overleden. De naam die is officieel Veronica Bennett, maar ze was een paar jaar getrouwd met muziekproducer Phil Spector. Phil dat was de man van de Wall of Sound. Die is twee jaar terug ook overleden. In de  bak daar had ie jaren gezeten. De man die had een actrice vermoord. Zijn gun die smookte nog na toen ze hem in de kraag grepen. Compleet gestoord. Maar gek dat was ie altijd al. Veronica die had het zwaar onder zijn regime. Ook zij had zijn pistool tegen haar slaap gehad. En het huis verlaten dat mocht ze vaak ook niet. Haar schoenen die pikte hij in. En naast die Wall of Sound legde hij ook een Wall of Barbed Wire om het huis. Dat soort dingen die deed Phil. The Beatles die hebben nog met hem samengewerkt. Op ‘The long and winding road’ daar is het bijvoorbeeld goed te horen. Niet te geloven.
 
Deze mail die moet maar eens afgerond. 
 
Eén ding nog. Mijn veelvuldig gebruik van met name ‘die’ dat moet jullie zijn opgevallen. Dat gebruik dat was om stoom af te blazen. Die. Dat. Daar. Dan. Om het zelf eens lekker overdreven te doen. Die spraakafwijking die moest met een overdose maar eens flink aangepakt. Dat jullie het ook eens hélemaal zat worden. Ja, in het zand daar staan mijn hakken dan. Want het is erg: naast de pandemie, die hopelijk en waarschijnlijk in een endemie overgaat, hebben we qua taalgebruik te maken met een… ja, wie sag’ ich das jetzt… een ‘diedemie’, de ook besmettelijke varianten dat, dan, daar en toen erbij ingesloten. Zelfs nieuwslezers en de jongens van ‘Even tot hier’ die bezondigen zich eraan. Niet alleen tekstdichter Pierre Kartner (‘De mensen die zijn daar gelukkig gewoon’) en weerman Taper Puiker Nummerkes (‘Morgen dan houdt de storm aan’), nee, IEDEREEN DIE doet dat. Je moet eens opletten.
 
Laturrr, Hagraerix
 
 
PS bijgewallofsound een liedje van The Ronettes. ‘You came, you saw, you conquered’.  (Die volgorde, ja. Het is niet The Voice, zeg. Geen dubbele Rietbergen hier.)

Share This:

Ditmar Bakker wint de enige echte virtuele –  heerlijke zomeravond trofee – op pomgedichten punt nl – Cartouche zilver

we moeten echt deze week DITMAR BAKKER feliciteren met een prachtig gedicht waarin de gelatenheid en de berusting in een ultieme krachtsinspanning aan de poëzie wordt meegegeven ter troost van vele lezers en uiteindelijk ter troost van alle mensen – de mensheid in zijn geheel niet uitgezonderd – die vroeger of later zullen weten wat verliezen is. een soort zelfde schoonheid mochten we lezen bij Cartouche maar door hem is het thema wel op enige afstand gezet- zie het commentaar onder zijn gedicht met een zilveren rand. van harte!


Zolang als deze sigaret nog duurt,
één kort moment -al is ’t al aan zijn end-
waarin de as stil valt op ’t vloercement
terwijl wat afgestoken bij het vuur
rook werpt in wolken schaduw op de muur
waar vreemd doorheen men jazzmuziek herkent,
haal ik het beeld omhoog dat jij nog bent,
waartoe mijn dromen dienden tot dit uur.
En dan vaarwel, adieu! De droom: finis.
Ik kan ’t vergeten, dat gezicht van jou,
je trekken raken langzaam uitgewist,
je woorden nooit, je lachen nog niet gauw:
je schijnt net als de zon die onder is,
het laatste licht laat wolken donkerblauw.


***[D.B.]


–>
in een mooie vorm van gelatenheid – de fasen van  ontkenning en de woede voorbij –  het afscheid beschreven in vlagen van ja van wat – eerst verdwijnt langzaam het gezicht en dan de rest beetje bij beetje – de entourage zoals de entourage moet zijn wat as op een cementen vloer – maar niet de woorden – blijkbaar. en dan die ik-vorm – die bijna onmogelijk te hanteren én toch hier gehanteerde vorm – zo dat elk woord in pijn is uitgesneden – prachtig:  
 
het is de pijn die in de as
van wat ooit van de liefde was
wordt neergelegd
 
over hoe de liefde op gaat in de mist
en een geliefde de mist in drijft


Niet alles geeft zich uit zichzelf bloot
 
verwijt een dag nooit wat er kan gebeuren
bijvoorbeeld: je liefje bloedt jou dood
op zondag – vergun mij deze quote
er blijven dagen zat om te treuren
en geuren
 
waar ook die ene steevast wederkeert
het duurt een leven voor dat is verteerd
 
hoe men bij het einde blikt naar voor
zijn zegeningen wegwist van zijn handen
– maar toe, vertel me nu voor al toch muze –
van de man die de dagen terugtelt om te landen
bij de branding waar hij zich in jou verloor
 
die avond toen – zonder taal en dralen tezamen
jij je als lijfelijke deken spreidde voor zijn ogen
– saudade heeft nog niemand ooit bedrogen –
de zomer die jíj hem deed beamen
 
in hem rond bleef zingen
als kringelende waterdingen

15-01-2022 / Cartouche


–>
het is – de woorden zijn – net als bij dichter ditmar bakker van een zeldzaam schone gelatenheid – de dichter heeft de afstand kunnen vinden in de gebiedende wijs én in de tweede en derde persoonsvorm – jij – hem en men. en toch bij dit soort zo persoonlijke dingen hoort de ik-vorm. die bijna onmogelijke vorm in dit soort situaties. dat maakt het verschil deze week tussen goud en zilver. dat de titel precies aangeeft wat de lezer kan verwachten doet daar niet aan af. én hoe onovertroffen een strofe als deze ook is:
 
hoe men bij het einde blikt naar voor
zijn zegeningen wegwist van zijn handen
– maar toe, vertel me nu voor al toch muze –
van de man die de dagen terugtelt om te landen
bij de branding waar hij zich in jou verloor


 
  • RIK VAN BOECKEL – de zomerfontein een dansend gezicht
  • DITMAR BAKKER – je schijnt net als de zon die onder is, het laatste licht
  • FRANS TERKEN – het vroege licht op de hielen
  • ANKE LABRIE – doezelig door de witte wijn
  • CARTOUCHE – het duurt een leven voor dat is verteerd
BIER!

wie wint de enige echte virtuele –  heerlijke zomeravond trofee – op pomgedichten punt nl?
 
de dichters brengen ons – al is het  voor even –  terug in en bij die heerlijke zomeravond die we allemaal ooit mochten meemaken – die heerlijke zomeravond die we weer willen meemaken – geniet de gedachten, geniet de gedichten alvast – we zijn op weg! u kent de regels:
gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
 


laat alles los en eenmaal los van alles
het gedicht weer aan de poëzie
 
om op te gaan in de onaantastbare eeuwigheid
van die ene zomeravond die maar niet wil overgaan
 
 
pom wolff

Pom, hier mijn zomerse bijdrage. Om zo de winter even te vergeten.  Groetjes Rik


De zomerfontein


Stralen strelen een zachte wind
strekken zich uit in een bocht
de val in de vijver gezocht
nu de zomer haar glorie zoekt

de vijver herbergt herinneringen
het zinderend groen daalt neer
de opmaat naar de zomer
weerklinkt in het tjirpend ritme van vogels

ze vliegen van de hak op de tak
met een vrolijk speels gemak
koesteren de levensblije lucht
de zomerfontein een dansend gezicht

vredige stiltes doorzoeken ‘t groene licht
lonken naar de onsterfelijke liefde
van de zonnig zingende geest
zij is in winter en lente geweest.

Rik van Boeckel
15 januari 2022


–>
de opdracht was duidelijk: “de dichters brengen ons – al is het  voor even –  terug in en bij die heerlijke zomeravond die we allemaal ooit mochten meemaken…” – het is maar goed dat ik  dichters uitnodigde voor deze zondagochtend en niet zangers als aliB of marcoB. hoe dan ook de dichter rik van boeckel verhaalt over de vijver, de fontein met vogeltjes en het lukt rik inderdaad om dat blije zomerse gevoel in woorden door onze winterse natte dagen te jagen. blij twinkelerend op weg naar die altijd aanwezige zomerse liefde. een mooi relaas.
Zomeravond

Als op voeten die je niet bij kunt houden
zo hol je door dit dorre seizoen
het vroege licht op de hielen

je wrijft de winter van je botten
werpt je wolvenvacht af
om haar niet af te schrikken

dagen van diepe slaap overbrugd
haar gewekt als een lentebloem
een kus van vlinders in de buik

dat je haar weer bij de hand neemt
zoals op die laatste zomeravond
belofte alsnog waargemaakt

van ‘s ochtends liggen in het gras
dauwdruppels als parels op haar huid
in de ogen een zon die nooit nog dooft

© FT 15.01.2022


–>
Frans brengt die ene zomeravond wel heel dichtbij – die avond die in de ochtend al begon getuige de laatste strofe – in de eerste twee – drie strofen schrijft de dichter de barre zaken van de winter af. in de laatste twee drie strofen vertoeft dichter met zijn lezers in een dolce far niente van de ooit beloofde lezen wij en nu dan toch nagekomen liefdevolle zomerdag. de derde strofe als scharnierpunt gegeven ook van de jaargetijden.


zo’n zwoele zomeravond
de zee was kalm die dag
de zon had alle tijd genomen
lang was het zand nog warm
 
doezelig door de witte wijn
zachte muziek wat verderop 
te loom de liefde te bedrijven
het strand een kinderbed

de liefste kus die zij ooit kreeg
zachtjes midden op haar neus
zij wist zijn naam niet eens
die kus weet ze nog steeds

anke labrie
15-01-2022



–>
anke beschrijft het prachtige einde van die zomerdag die een leven mee gaat of ging. dat ultieme gevoel boven alles te zweven met wat wijn, in de armen van een geliefde, het zachte genieten in de lome zwoelheid van zo een avond en dan ja dan die zoen voor het leven.


Share This:

Yvonne Koenderman – geef haar alle dagen brood: ‘We droomden de dag voorbij adoreerden de gestolen momenten verzonken in suikerzoete roze wolken en verdronken in elkaars virtuele ogenblikken…’

We droomden de dag voorbij adoreerden de gestolen momenten verzonken in suikerzoete roze wolken en verdronken in elkaars virtuele ogenblikken.


We droomden de dag voorbij
adoreerden de gestolen momenten
verzonken in suikerzoete roze wolken en verdronken in elkaars virtuele ogenblikken.

Tussendoor werden er truffels gemaakt
romige vulling in bitter pure omlijsting
seconden die uren duurden
tijd gaven aan  ontdekkingsreizen binnen de kronkels van ons hoofd
daar schreven we boekwerken vol openbaringen en legden ons te ruste in vertrouwen. 

maakten stommiteiten goed of misschien zelfs dommer dan ooit.
Er gebeurde ogenschijnlijk niets maar 
het valt niet weg te kneden in het bruine brood wat nu ligt te rijzen…het neemt eerder toe.

Yvonne Koenderman

Share This:

VON SOLO vandaag: over: De omgang met Candy toen ik zestien was. Het hernieuwde contact, dat we onderhielden toen we rond de veertig waren. En de onvermijdelijke nieuwe breuk niet lang daarna. Een uitgemaakte zaak, maar een verhaal, dat zich nooit echt heeft af laten maken.




Er is weer een Kerstvakantie voorbij. Weer een Kerstfeest achter de rug en weer een nieuw jaar ingeluid. Dan volgt de leegte. Dat, wat je na doet denken over wat daar achter ligt. En doet nadenken over alles, dat niet meer is. De gedachten over morsige dagen in het Zeeuwsche. Net zo druilerig en grijs als vandaag. Met als enig geluid de wind door de polder, terwijl je op je fiets het niets doorkruist. Op zoek, naar iets, dat het verschil zou kunnen maken. Wat de monotonie zou doorbreken. Dit vacuüm roept geesten op. Voor mijn geestesoog verschijnt Candy weer.
 
Jaren geleden had ik me Candy voorgesteld als een meisje, waar ik een wereld in mijn hoofd rond opgebouwd had. Deze wereld kon echter niet materialiseren, omdat fantasieën in het hoofd van de één bijna onmogelijk leiden tot realiteit in het hoofd van een ander. Maar de hoop was er wel. En zelfs jaren later blijven er als een heel kleine veenbrand nog sporen achter. De omgang met Candy toen ik zestien was. Het hernieuwde contact, dat we onderhielden toen we rond de veertig waren. En de onvermijdelijke nieuwe breuk niet lang daarna. Een uitgemaakte zaak, maar een verhaal, dat zich nooit echt heeft af laten maken.
 
Bij mijn dochter zie ik de puberale worstelingen, die me zo herkenbaar voorkomen. Maar oude mensen gaan er anders mee om. Mijn dochter doorkruist de leegte van de stad Rotterdam, met het monotone gebrom van alle stadsgeluiden. Ze zoekt iets, maar weet niet wat. Zoeken zonder doel en wachten op een wonder, maken haar onrustig. Maar laten haar ook dromen. Misschien bouwt ook zij in haar hoofd aan een illusie, die alles goed zal maken. Een verpersoonlijking, van een droom. Van het containerbegrip ‘liefde’. Of eenvoudigweg, het vluchten van de leegte.
 
En ik? Denk ik dan werkelijk, dat het zin heeft oude geesten te bezweren? Of is het slechts verlangen, naar een vervlogen jeugd, waar ik me in retrospectief zoveel meer kansen had toegedicht? Nee. Het is een onbedwingbare drang om open eindes te creëren en te houden. Het is het verbergen van gemiste kansen in de hoop ze ooit weer te kunnen vinden als broodkruimeltjes in het bos, als je verdwaald bent. We falen niet per definitie, omdat we iets niet kunnen. We doen het, opdat we onszelf nog een keer de kans willen geven. Om zo de oneindigheid van de jeugd in leven te houden.
 
  

VON SOLO

DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST

Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl

Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl 

Share This:

pom wolff – om op te gaan in de onaantastbare eeuwigheid van die ene zomeravond die maar niet wil overgaan


foto: Ben Kleyn



het zou een heel gedicht geworden zijn
noodzaak zou je vroeger zeggen
urgentie nu! een leuze bijna
alsof je een nieuwe partij begint
 
maar je hebt het nieuwe jaar niet gehaald
en het is al weken weer dat ik met een bloemetje
jij maakt niet altijd je regels af
zie ik je nog glimlachend zeggen
 
nee ik maak niet altijd mijn regels af
jij je leven niet – mag ik dat nog
en hoe mooi je was – dat ook
zeggen
 

 
 
schrijf nou eens een gedicht zonder
dat verlangen
zonder het onopgelost zijn
van wat je in de verste verte nog
toe zou willen dichten
 
zonder die machteloosheid
die absurde poging tot communicatie
zonder alles
zonder alles alles te noemen
schrijf nou eens zo een gedicht
 
zonder afstand
 
 
….
 
 
ga je nou in dit derde gedicht
ook weer voor loodzware vragen en een ondoenlijk heden
 
of denk je na die twee hoekige gedichten
van van de week een afronding is nu wel passend
 
en laat ik alles los en eenmaal los van alles
dit gedicht weer aan de poëzie
 
om op te gaan in de onaantastbare eeuwigheid
van die ene zomeravond die maar niet wil overgaan
 
 
pom wolff

Share This:

Merik van der Torren met een hommage aan Hiltje Hettema


Hoi Pom,
 
Deze keer voor pomgedichten een hommage aan Hiltje Hettema, die ik sinds lang ken van de Amsterdamse Voorleesclub en Schrijfgroep de Klus en van diverse andere podia.


Voor Hiltje

Uit de verte kenden we elkaar ergens van.
Er klonk een trompet en een roffel.
 
Je maan betoverde je, dacht ik.
Dus zwierf je in je tentje langs stad en land
tot in Polen.
 
Af en toe een liefdesbrief aan een viooltje, schreef je,
aan een zwaan, een hond, iemand die
ik als je  zoon herkende.
 
Waar blijf je ?
Je danst je volksdans, je muziek, je gedichten.

Merik van der Torren

Share This: