PETER BERGER voor even terug in KATWIJK (kattuk): “Daar aan de voet van de duinen bij het prikkeldraad ga ik straks even liggen. Op m´n rug. Want ik wil de wolken in het blauw voorbij zien waaien totdat m´n oogleden zwaar worden…”


Ik hou van Katwijk. Niet omdat Katwijk eigenlijk Kattuk heet maar omdat het pal aan de kust ligt: Kattuk Aan Zee. Strand. Zand. Zee. Soms zeehonden zelfs. Maar die zie je er eigenlijk maar zelden en dus ook vanochtend vroeg valt er op dat vlak weinig leven te bespeuren. Een spoor van door paardenhoeven omgeploegd zand verraadt echter wel die eenzame ruiter die hier bij eb in alle stilte voorbij is komen razen. Niemand heeft hem gehoord of gezien en het wassende water zal het bewijs van zijn wilde ochtendrit weldra volledig wissen. Zodat vandaag gewoon vandaag zal zijn. ´s Zomers, met beide poten stevig in het warme rulle zand, voel ik hier de aarde altijd zachtjes trillen wanneer Poseidon ergens ver weg aan de Bretonse kust z´n drietand tegen de rotsen rost. Kedang! Zelfs hier in Kattuk kun je dat dan voelen.

Maar daar is het nu te fris voor. Voor blote voeten. M´n schoenen zijn doorweekt en m´n enkels koud en stijf als hagel ijs. Toch ga ik het doen. Daar aan de voet van de duinen bij het prikkeldraad ga ik straks even liggen. Op m´n rug. Want ik wil de wolken in het blauw voorbij zien waaien totdat m´n oogleden zwaar worden. Blootsvoets ook, want ik moet het zand tussen de tenen kunnen voelen. Zodra alles overal danst en draait dartelt Pegasus, hoog in de lucht, woest briesend aan de wereld voorbij. Maar of ´ie ook echt boos is of gewoon verdrietig, dat wolkenbeest daarboven, dat weet niemand. Als ik die wolk zou zijn zou ik het wel weten en de verleiding niet kunnen weerstaan. Zwanger van verdriet zou ik die treurnis daar beneden van top tot teen onderzeiken. Het hele sneue zooitje. Met de ogen toe hoor ik Poseidon ondertussen luidruchtig rondbanjeren in de bruisende branding. Gierend van plezier port hij her en der z´n drietand in het drijfnatte zand. De vloedlijn klotst en schuurt terwijl de aarde onder mij hartstochtelijk begint te schuddebuiken. Het kietelt! En miezeren doet het inmiddels ook. Kortom, hoog tijd voor een vers gebakken visje. Ook al is het daar nog veel te vroeg voor.


Peter Berger

Share This:

CARTOUCHE schrijft deze week het gedicht van de week op pomgedichten punt nl – het thema – de aanwijzing luidt: schrijf een ode aan de door de dichter uitgekozen korrie-vee!


C.V.
 
Haperende thermostaat
roestig expansievat, flakkerende waakvlam
zo goed als ingeblikt, over de datum haast ik G
gdv*, die nog nooit uit volle borst een ode
totdat jouw stem, C, je hand, mijn lieve al
de kou uit ‘t lijf ,mijn bloed aan de praat
je ogen warmgroen als het malste gras
mijn grijs tot gloeien konden krijgen
 
je mij, zanger zonder naam
de geest wist te geven – tot schrijven
hoeveel wij samen in de melk hebben
brokkelen en te verhapstukken, jij, mijn a
b en c – Cariña, mijn omicron en omega
en ik, leeghoofd, hoe we de v van Viva
la vida zuchtend het gat dichten, vet
hoe jij heel mijn C.V weet te vullen
?‍❤‍
*GDV geïndividualiseerde distributievorm

11-12-2021 / GV


<!
het is dan toch nog net op de valreep gelukt Cartouche aan de praat te krijgen op pomgedichten punt nl – dit weekend en gelukkig maar – een liefdevolle uitbarsting van een ontploffende vulkaan mogen we meemaken – wie zou er niet smelten voor warm groene ogen in het malste gras – elke lezer luidt het antwoord. bijna had ik al ANKE LABRIES ODE  uitgeroepen tot het gedicht van de week – maar deze week na lezing van het CV van Vromen voor CARTOUCHES C. van harte! een prachtig gedicht – met dank aan de dichters voor insturen en toch ook een eervolle vermelding voor Anke Labrie.


ode

en lyrisch lofdicht ligt me niet
geen helden meer en geen idolen
ik breng aan niemand meer een ode
behalve aan die ene jongen

alleen hij kan me laten zweven
hallucinerend zing ik dus zijn lof

hoe hij naar boven ijlt
gelijk een jonge god
vleugels aan zijn sandalen
een goed gevulde tovertas
met alle kleuren van de regenboog

hij laat me weer geloven
in wat een arts ooit zei
voordat hij me ter plekke platspoot
‘de middeleeuwen zijn voorbij’

de pijn vermindert al als ik hem zie
en wankelend aan zijn voeten kniel
dus deze ode én vijf euro zijn voor hem


anke labrie


<!- –>
nou voor vijf euro verandert dichter labrie de hel in een hemel. een hemels gedicht vol van hallucinaties. anke gaat het druk krijgen in deze barre donkere tijden daar in amsterdam zuid – allemaal voor de lock down naar booster-anke. ik zie rijen in de staat met verlichte geesten zwevend huiswaarts gaan! een waar feest van licht.
 
“Goed weekend verder, mooi wandelweer!” voegt dichter toe in een persoonlijke noot.
 
  • FRANS TERKEN: laat mij daarom geen namen noemen
  • ANKE LABRIE: alleen hij kan me laten zweven
  • RIK VAN BOECKEL: in het koude blauwe licht rent zij dromend
  • ERIKA DE STERCKE: o man van mijn dromen
  • CARTOUCHE: jij, mijn a b en c – Cariña, mijn omicron en omega

het voorkeursgedicht van de vorige week werd geschreven door de door een ieder bejubelde Andrea van Herk!



ode aan ghislaine

o ghislaine plag of plak
ik ben geen gek
geen maniak noch etterbak
ik zoek geen vrouw
maar hoor ik jou
jouw stem die naam


ghislaine

dan springen hier spontaan
de rozenknoppen open
you know die ronde
wat best wel raar is
omdat er nooit rozen
in mijn kamer staan of stonden

pom wolff

wie schrijft deze week het voorkeursgedicht van de week op pomgedichten punt nl – het thema – de aanwijzing luidt: schrijf een ode aan de door de dichter uitgekozen korrie-vee – u kent de voorkeur van uw webmaster inmiddels wel. u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.

Ode

Dat je een ode schrijft
voor Ghislaine of Gerrie of een ander
waarvoor je bij het aanschijn van
in katzwijm op de knieën gaat

het blijft de afstand overbruggen
met roze woorden van adoratie
de liefde verklaard van jou aan haar
of hem – dat zal om het even wezen
in tijden van gender neutraliteit

laat mij daarom geen namen noemen
maar het in stilte aanbidden
tot tweede natuur maken

een kussen voor de gepijnigde knieschijf
met de foto van wie ik mateloos bemin

© FT 10.12.2021


<!–>
een beeldende neergang van de dichter terken – ja de houten kerkbankjes zijn ook niet alles hahaha – maar nee ‘de tweede natuur’ van frans zal niet het knielen op het uitgesleten rozerode matje zijn in heerlens laatste kerkgebouw.
een mooi geschreven reactie op het ghislaine gedicht van webmaster, in genderneutrale woorden opgezet geheel, de geheime liefde van elke dichter verwoord en gepersonificeerd – de knieschijven doen het nog maar ze piepen wel. een beminnelijke ode.
Over de lichtrivier

Over de lichtrivier danst zij
zoals ze schaatst met de moeder
van eeuwenoude koude tochten

ze werpt de herfstdromen weg
geeft ze geen naam meer
zingt een ode aan de toekomstige tijd

ze gooit een balletje naar de hond
hij springt met de stroom mee
glijdt langs de oevers van winterland

in het koude blauwe licht rent zij
dromend en dansend die tijd tegemoet
brengt hem aangelijnd terug naar zijn hok.


Rik van Boeckel
11 december 2021


<!– –>
Anke Labrie schreef het gedicht ‘Langs de oevers van de droom’ – Rik van Boeckel schildert  er een winterlandschap bij. de lichtrivier, de tijd tegemoet in een winters landschap. Rik van Boeckel weet elk gegeven te vertalen in de elementen die ze hoog achten op een vrije school. wat er vrij is aan een vrije school is mij volkomen duister – het sektarisme viert op die instituten meestal hoogtij –
wel weet ik dat dichter van Boeckel de elementen tijd, seizoenen, water en lucht en op zijn tijd een levendig hondje – in alle vrijheid los laat in zijn gedichten. 

dag Pom
groetjes uit een killig Gent


— 

ode aan de aanval
 


o man van mijn dromen
met jouw rondingen 
en haren in de oren 


je blijft mijn liefste
aan de tafel, in bed
tijdens de wandelingen 
met zachte tred


hoe onze schouders 
elkaar raken 
de handen op zoek
naar wat komt


mijn man van aanpak
zonder woorden  
strooi je strelingen 
van hoog naar laag


Erika De Stercke


<!- –>
 
ach  Erika toch  heb je een hondje aangeschaft in tijden van lock down? ik neem toch niet aan dat de woorden voor webmaster geschreven zijn? nee een dichter is hier niet beschreven: ‘een man zonder woorden’ – laten we op een geliefde houden. een aanpakker zoveel is zeker. zeg even dat ie scheerapparaat langs zijn oren haalt – dat staat wat netter. de handjes zijn wel goedverzorgd mogen we lezen – leuk gedicht ook.

Share This:

dichter Ingrid Noppen adviseert: gooi kleurrijke kerstballen door uw huiskamer en laat je kleinkind de hele bliksemse boel slopen!

Ingrid noppen:
Joh, gooi er kleurige ballen in en laat dat kind verdikkie lekker enthousiast slopen. En trouwens, maar 1x jong, hoor! Je bent wel een krent van een opa met je ene Nijntje zeg, kon je het missen? Arm kleinkind! En waar zijn de pakjes onder de boom verdikkie?


Pom Wolff aan mevrouw Noppen:
ik ben zo vrij uw advies ‘gooi er kleurige ballen in…’ niet over te nemen. in dit huis wordt niet met ballen gegooid en zeker niet met fragiele en uiterst breekbare kerstboomballen. hoe durft u mijn kleine Mio te laten kruipen door glasscherven. Neen Mio niet luisteren naar tante Noppen! zij smijt met ballen door de zo met zorg opgeruimde kamer! en dan nog iets over uw opmerking ‘je bent wel een krent etc..’ – mag ik u erop wijzen dat de boom nog een weekje buiten staat zoals – behalve voor blinden – waarneembaar is op de foto. ik weet niet hoe het bij U is maar hier in 020 leggen we geen kadootjes in de zeiknatte vrieskou voor de kinderen en zeker voor mijn Mio niet. verder maak ik u bekend met de prijs die de firma De Bijenkorf meende te moeten rekenen voor één kerstbalnijntje – de som van 16 euro 95 – noem dat maar krenterig. ik vermoed dat u geen ballen van 16,95 in uw huiskamertje heeft opgehangen. verder ben ik het wél me u eens – dat – zoals u treffend opmerkte – ‘een mens ‘maar 1x jong’ is. sprak u uit ervaring? een fijne kerst nog tussen al die scherven in uwes kamertje.


toestanden weer op pomgedichten punt en el vandaag – de anders zo bescheiden en de poëzie omarmende lieve Ingrid Noppen gaat helemaal los op pomgedichten vanochtend. goed dat we haar zachte poëzie nog hebben. voor mama:

Share This:

VON SOLO: ‘Waar ik me de eerste maanden van 2019 nog hevig verzette tegen het defaitisme, dat alles voor altijd anders zou worden, ‘de anderhalve-meter-maatschappij’ en ‘corona-is-hier-om-te-blijven’, moet ik nu toegeven, dat alles anders is geworden…’




<!
Op geen enkele manier heb ik geleden onder het juk van de heersende pandemie. Mijn werk en loon zijn nooit in het geding geweest. Vanaf week één was ik regelmatig op kantoor te vinden. Mijn favoriete koffietentje steunde ik met dubbele fooien in de afhaal. Iedereen is gezond gebleven, op degenen na, die aan kanker overleden zijn. Een kalander vol afspraken werd vervangen door spontane vrijdagmiddagborrels aan de overkant of bij ons in het atelier. Een jaartje of twee een vakantie naar Frankrijk overslaan, is ook overkomelijk. En langzaam aan, went alles wel. Optreden doe ik als ik kan. Net als twee weken geleden in Brussel nog. Mensen omhelzen, dringen en klappen aan de bar. Je vergissen in het biertje van je makker. Ach, wat maakt het. Niets te vrezen. En na twee jaar hetzelfde nieuws wordt je er sowieso doof voor.
 
Terwijl ik dit schrijf zit ik in mijn trainingspak met een dik hoofd achter mijn computer. De GGD gaf me gisteren uitsluitsel dat de test negatief was. Ik heb dus gewoon een ouderwets virusje opgepikt, dat me mottig en ziek maakt. Bijna niet te geloven, dat dat ook nog kan. Ik schaam me er bijna een beetje voor. Zo iets onbeduidends onder de leden te hebben, waarvan ik helemaal niet weet wat het is en waar ik me ook nog eens niet op kan laten testen om te bewijzen, dat ik het wel echt heb. Uit ellende en gewoonte nam ik vanochtend dan ook maar plaats achter mijn scherm en heb de meeste van mijn teams meetings brakkig afgewerkt. Vroeger had ik me ziek gemeld en was ik in bed gekropen. Maar dat lijkt iets uit een andere tijd.
 
En al schrijvend realiseer ik me, dat de tijd verandert. Stilletjes doet zij dat. Waar ik me de eerste maanden van 2019 nog hevig verzette tegen het defaitisme, dat alles voor altijd anders zou worden, ‘de anderhalve-meter-maatschappij’ en ‘corona-is-hier-om-te-blijven’, moet ik nu toegeven, dat alles anders is geworden. Dingen waar ik twee jaar geleden om gelachen had, zijn nu doorgedrongen tot de meest basale organisatiestructuren in onze samenleving en stevig verankerd aldaar. Alles draait nog maar om één ding. Dat ding, dat ik zo slordig als maar mogelijk is, al twee jaar uit mijn buurt weet te houden. Het is een vast onderdeel geworden van het dagelijks leven. Ingeburgerd zoals men dat zou noemen.
 
En dat is het moment, dat ik het gevoel heb, dat er een schaduw over me valt, alsof het elk moment kan gaan regenen en ik vergeten ben mijn regenkleding mee te nemen. Een dreiging. Er is de afgelopen twee jaar wel degelijk iets in mij veranderd. Ik weet nog hoe ik februari 2019 tegen een collega zei, dat ik een zorgeloos leven had. En ook al lijkt het of ik me nergens zorgen over hoef te maken, toch is dat gevoel weg. Waar vroeger de blik op oneindig stond, kan nu op elk moment een nieuwe beperking intrede doen. Niks is meer zeker.
 
Mijn wereld is een kleiner geworden. Mijn gaan en staan niet meer gratuit. Dat is sluipend gegaan. Mijn vrijheid, die ik in mijn hoofd, dacht te bezitten is niet meer wat het was. Ook daar beweeg ik me voorzichtig tussendoor gedachten en dromen, die ik niet meer te dicht bij wil laten komen. Omdat de kans, dat de vervulling er ooit in al zijn puurheid zal zijn, verdwenen is. Het blad van de toekomst is niet meer onbeschreven. De kanttekeningen, staan er voortaan vooraf al op.

 

VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST

Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
 
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl  

Share This:

pom wolff – we wisten


ik schrijf je op een bierviltje
dat als een volle maan voor me ligt
 
ik denk die volle maan
bij het schommelbankje
waarop we koffiedronken wisten
wat we niet zeiden belangrijker was
dan wat we wel
 
en wisten hoe half ook
de maan vol en wij niet minder
 
pom wolff
 

Share This:

Merik van der Torren nu al weer aan de zoetigheid!



De schoen van chocola

Ik kreeg van jou
een kleine fijne schoen
 
met gaatjes voor de veters,
een bruin leren van chocolade.
 
Hij pronkte met zijn zachte kleuren,
een teken van de liefde die je gaf.
 
Ik zette er mijn tanden in,
de zoete en bittere smaak
kleefde in mijn mond.
 
Het spijt me.


Merik van der Torren

Share This:

Peter Posthumus … dan zie ik haar weer zitten angstvallig in een koude wereld…



Omzichtig en met
aarzeling
open ik soms
een kleine houten doos


briefjes met een woord
om op te zoeken
stukjes tekst om te
onthouden
lijstjes met wat moest
en waar ze nooit
aan toe kwam


dan zie ik haar
weer zitten
angstvallig in een
koude wereld
bij de kachel
onder de klok
hoe tijd en wanhoop
hoe de pijn verstreek


Peter Posthumus

Share This:

Karin Beumkes in mens, poes en melodie op de maandag

Dear Pom

Deze week was niet gemakkelijk. Mijn 20-jarige poes moest ik in de armen van een engel geven, Vroeger dronk ik zoiets weg. Nu zit ik met een braaf colaatje op de bank. Vroeger was ik een van hun, tegenwoordig vind ik het lastig en vervelend om dronken mensen te zien. Ze zwalken maar wat. Ze zwalken me net iets te veel. Ik schreef dit gedicht, oordeel zelf.



Liefs Karin


Lor


Eén pilsje kan je nog hebben,
Twee ook nog wel.
Daarna begint je geroezemoes
hinderlijk te worden.
Na vier pilsjes wordt je regelrecht vals.


Jij zingt, maar ik voel me een spijker,
een kaarsrechte ijzeren spijker
die jouw dronken gedaante doorboort.


Na zeven pilsjes besta je enkel uit een woord
en ik ga verder
elders kijken.


Karin Beumkes




Muziek: Shane macGowan and the drunkest guy ever https://youtu.be/Qu3acy2MWQo

Share This:

de zondagmiddag overwegingen van PETER BERGER: ‘Ik geloof niet meer. Geloof ik. Waar is die dag dat god nog gewoon een DJ was?…’

Waar zijn ze? Die onbezonnen zondagen dat je na een after, ergens onbesuisd met je kop nog in de wolken, in een onbekend bed belandde om er diezelfde avond nog met een houten hoofd vol goede moed weer uit te kruipen?

Ongeremd op zoek naar nieuwe avonturen. Dat je de barman nog even op de valreep een laatste cognac laat inschenken om deze vervolgens ergens onderweg naar vergetelheid onaangeroerd te laten staan. Dat de chauffeur van je Uber naast je in slaap stort en jij onverhoeds naar het tollende stuurwiel moet grijpen om niet pardoes in de greppel te belanden.

Niets meer van dat alles lijkt er nog te zijn sinds we ons met z´n allen verkrampt door het leven sleuren; vermurwt op zoek naar een uitgang. Is alles straks slechts nog een kwestie van overleven in een hopeloze dystopie die zelfs door god himself vergeten is? Als in een globale psychose waarin de thought police haar inwoners de les leest en je dwingt blauw of rood te kiezen. Het galmt door m´n kop. Liberté? Egalité? Fraternité? Het zijn nog slechts drie losse woorden; loze frasen, als begrip beroofd van de samenhang die ze ooit betekenis gaf. Ik ben erin verdwaald. In het wit van de tricolore. In de baard van sinterklaas. De kerstman zo u wilt.

Ik geloof niet meer. Geloof ik. Waar is die dag dat god nog gewoon een DJ was?

Share This:

wat plukt de dichter van de dag, wat put de dichter uit het leven? het voorkeursgedicht van de week: Andrea van Herk – die van ik geloof in jou en mij  – ik geloof in mij –  heeft gemaakt.

we kregen hele mooie gedichten binnen deze week – dichters dank jullie wel – de wedstrijd even de koelkast in – mijn voorkeursgedicht heb ik bovenaan geplaatst – deze week het gedicht van Andrea van Herk. zo gaan we dat de komende week doen. het voorkeursgedicht van de week! Andrea van Herk dus – die van ik geloof in jou en mij  – ik geloof in mij –  heeft gemaakt. een bevrijdende gedachte.

  • Andrea van Herk – Misschien is het de liefde, de vrijheid, misschien zijn het de sterren die hier neerdalen en fluisteren
  • Cartouche – we blijven alleen – raken aan die ene zenuwpijn
  • zaken uit het leven van Rik van Boeckel en een herinnering aan wat verloren ging
  • en MEAU kent Riks diepste angst
  • Frans Terken is al waar warme dagen wachten voorbij onstuimig vaarwater
  • Ton Huizer met lijn 8 van de RET naar de GGD

in plaats van de befaamde zondagochtendwedstrijd een uitnodiging deze week/ dit weekend aan de dichters om aan te sluiten bij dit item – mochten de vragen dichter inspireren tot een opmerkelijk gedicht – een opmerkelijke visie op de mens of de dingen. de commentaren als altijd verzekerd en insturen tot ongeveer half elf op zondagochtend. er verandert van alles in de wereld maar deze twee laatst genoemde zaken niet.



het zijn die avonden
die altijd weer
terugkeren, elke maand
wel een,  twee
of dertig keer
 
regen of  geen regen
rugpijn of geen rugpijn
je put wat uit je leven
je plukt wat
van de dag
 
je ontkomt niet aan je moeder
aan je vader, ook dichters niet
hoor het bezweren
van het uiteindelijke
wezenloze niets
 
het is alsof de woorden
meer en meer
naar beneden vallen
ook zij ontkomen niet
aan de zwaartekracht
 
nu alleen nog
het verband eruit
dat ze lichter worden
dat je ze weg kunt blazen
op dat ene ene na

pom wolff


 

Ha Pom,
Ik twijfelde…maar hierbij vanaf Texel de overdenking van de dag.
Liefs,
Andrea



LANGS VELDEN EN NIEUWE WEGEN 

Tussen de velden van het verleden zie ik haar
een vrouw die ooit hield van een jongen
een vrouw geworden wie ze misschien toen al was.

Woorden, herinneringen, flarden van gedachten
de altijd maar terugkerende vraag:
wat achter te laten en wat te doen bij afnemend tij?

Hoe verhoud je je tot alle veranderingen
Hoe schrijf je over dat wat niet valt te verklaren
Hoe laat je los en houd je hem ook stevig vast?

Misschien is het de liefde, de vrijheid,
misschien zijn het de sterren die hier neerdalen en fluisteren
“Laat maar gaan meisje, zo is het goed,
alles kan en mag.”


Andrea van Herk


–>
nu we een keer geen wedstrijd doen hier op de pom kunnen we vrij uit over de leesbaarheid van de woorden spreken. sommige dichters lijken te dichten zoals ze praten. Andrea is een van die dichters. maar zo is het niet – hoe gewoner de taal in een gedicht hoe moeilijker de woorden gekozen uit de vele woorden. wat is er van die vrouw geworden vraagt de dichter zich af – en ze geeft de lezer ook een antwoord – ze is geworden wie ze was – nou ja dat vermoedt de dichter.
en hoe te handelen bij afscheid nemen van wie je lief is of lief was. ik denk dat de niet geoefende lezer hier het gedicht inkruipt. goede raad is altijd duur. de dichter weet het ook niet precies – misschien is het de liefde  – misschien weten de sterren wat raad. Andrea van Herk weet in de door haar genoemde onzekerheden woorden van  troost te leggen voor de lezer die het heel vaak ook niet weet.

Draagbaar
 
De dichter
wil enkel vingers
en handen branden
aan een wereld
man, een vrouw
 
dag na dag
 
de eenzame knuppel
weg waarop hij alleen
zich volop zuigend
zigzaggend
bewegen kan
 
**
Zwaluwstaart


Alsof een kussen enkel
in luwte kan gedijen
 
een peluw eeuwig
verlichten kan
 
een zwaluw
met een pen te beschrijven
 
alsof jij en ik dag in dag uit
een wit doodskleed met ons mee
 
ja en nee, we blijven alleen
raken aan die ene
zenuwpijn
 
04-12-‘21 / Cartouche


< –>
hoe mooi meau ook zingt – ik  geloof in jou en mij  – cartouche schrijft over een alleen zijn – wellicht de diepste angst van een dichter – de alleen gang door het leven – in wezen ook hierboven verwoordt door andrea van herk – die van ik geloof in jou en mij  – ik geloof in mij –  heeft gemaakt. zover is Cartouche nog niet. de eenvoudige ongeoefende poëzielezer zal toch een beetje opkijken – 2 gedichten en wat wil ie nou eigenlijk allemaal zeggen zal die lezer zich afvragen. de geoefende lezer zal antwoorden dat cartouche de eenzaamheid van de mens uitschrijft voor zich zelf en de lezers. en dat alles voorbij gaat – ook het leven – ook het leven van een dichter. en dat dan als een diepe diepe dichtersangst.
Vanuit de hemelput


Om de dag luisterrijk te doorgronden
de mogelijkheden zijn klaar en eindeloos

de sterren kijken toe vanuit de hemelput
hoe de dichter wandelt door bos en leven

de woorden vallende bladeren
uit de bomen dansen door zijn hersenpan

hij slaat ze op in zijn rikketik
een vrouw luistert naar zijn gedachten

het beeld van de wereld slaan zij op
samen en alleen als de liefde wankelt

de maan beroert hun angsten
laat ze dansen in hun dromen

de dichter put uit de put
rent er af en toe aan voorbij

herinnering aan wat verloren ging
slaat hem langzaam door de tijd heen.


Rik van Boeckel
3 december 2021



<
over de leesbaarheid van een gedicht:
dichters tocht door bos en leven in 8 strofen, van hoog naar laag, van vroeger en nu –  van de herinnering naar wat het leven hem nog brengt – zo beschreven door Rik van Boeckel in fragmenten van taal, in fragmenten van een verhaal van angsten en dromen- om de dag én de tijd door te komen.
ik vermoed dat de niet geoefende poëzielezer de gedachtensprongen, het verhaal van deze levenstocht door de dichter beschreven  in fragmenten niet tot het einde wil meemaken.
wat mij betreft mag de laatste strofe ook een gegeven zijn in het begin van het gedicht als een soort leesinstructie.
 
herinnering aan wat verloren ging
slaat hem langzaam door de tijd heen.

als een poëziekan waarin alle andere strofen een voor een geschonken kunnen worden. om klaarheid.
Ontstijgen

Deze dag dat de dichter vast
in waterdichte wandelschoenen staat
hij sopt door polder en langs dijk
met het hoofd diep in de kraag

de oren gespitst
op onverwachte geluiden
door noordwestenwind gedragen
krijsen nijlganzen een hese roep

alsof zij bij de dichter om taal bedelen
van hem graag horen wat hier gezegd
vreemde eenden die dit landschap
door zijn woord willen kennen

zegt hij dat hij vleugels wil
weg van de ganzenmars in dit gebied
en meevliegen met de trek
naar het verre zuiden

waar voorbij onstuimig vaarwater
dagen van warmte wachten

© FT 03.12.2021


<!>
de dichter is op ook in dit gedicht op pad – een poldergedicht – we wanen ons in de polder – een dichter in gesprek met de overal in de lage landen oprukkende nijlganzen – de asielzoekers onder de vogels in de polder – de taal nog leren en vliegen maar – in overdrachtelijke zin is de dichter wel toe aan de meer warme gebieden die verlaten zijn door vreemde vogels – nederland wordt steeds kouder zo lijkt het – ook in medemenselijkheid. dichters voelen dat aan als geen ander. in zoverre zijn ook dichters vreemde vogels.
ook de niet geoefende poëzielezer leest in 22 regels poëzie een verlangen naar warmte en medemenselijkheid in dit gedicht van Frans Terken.


 
Black Friday voor de Dikke van Dale
 
We tonen een QR-Code op een I-Phone
bij binnenkomst in het café
en downloaden een podcast via de PC
 
Mijn partner werkt vanuit huis en heeft
via Zoom en WeBex contact met haar
MT
We hebben het aardig voor elkaar, maar
 
er is alweer slecht nieuws van het OMT
De intensivist verwacht een piek op de
IC
 
De driehoek komt voor overleg bijeen
op het HB
dus tram ik met lijn 8 van de RET voor
een booster naar de GGD
 
Ton Huizer


<!–>
bijna zou je zeggen dat dichter Huizer het cabaret in moet. een geestig spel met afkortingen die overal lijken op te duiken. in ieder geval dichter Huizer heeft ze opgedoken voor dit gedicht. actuele afkortingen zo geordend en bijna zo normaal gevonden dat ze nauwelijks nog opvallen. goed dat er toch dichters  zijn als Huizer die ons wijzen op de absurditeit van deze communicatie in letters. vanaf nu moet ik mijn mailtjes voortaan ook anders beëindigen – mijn XXX zal bij Ton Huizer niet in goede aarde vallen. de niet geoefende poëzielezer zal dit gedicht omarmen voor wat de leesbaarheid betreft. dat is tenminste een man naar hart die begrijp je tenminste – hoor ik ze hier op twee hoog achter in de jordaan brullen. dat heb je niet bij die andere skriftgeleerden hoor ik tante sjaan schreeuwen. als tante sjaan zou weten dat Ton uit 010 zou komen zou der gebit van verbazing uit de mond vallen. dat de RET het openbaar vervoer in 020 verzorgt was haar nog niet opgevallen.

Share This: