we kregen hele mooie gedichten binnen deze week – dichters dank jullie wel – de wedstrijd even de koelkast in – mijn voorkeursgedicht heb ik bovenaan geplaatst – deze week het gedicht van Andrea van Herk. zo gaan we dat de komende week doen. het voorkeursgedicht van de week! Andrea van Herk dus – die van ik geloof in jou en mij – ik geloof in mij – heeft gemaakt. een bevrijdende gedachte.
VIDEO
Andrea van Herk – Misschien is het de liefde, de vrijheid, misschien zijn het de sterren die hier neerdalen en fluisteren Cartouche – we blijven alleen – raken aan die ene zenuwpijn zaken uit het leven van Rik van Boeckel en een herinnering aan wat verloren ging en MEAU kent Riks diepste angst Frans Terken is al waar warme dagen wachten voorbij onstuimig vaarwater Ton Huizer met lijn 8 van de RET naar de GGD
in plaats van de befaamde zondagochtendwedstrijd een uitnodiging deze week/ dit weekend aan de dichters om aan te sluiten bij dit item – mochten de vragen dichter inspireren tot een opmerkelijk gedicht – een opmerkelijke visie op de mens of de dingen. de commentaren als altijd verzekerd en insturen tot ongeveer half elf op zondagochtend. er verandert van alles in de wereld maar deze twee laatst genoemde zaken niet.
het zijn die avonden die altijd weer terugkeren, elke maand wel een, twee of dertig keer regen of geen regen rugpijn of geen rugpijn je put wat uit je leven je plukt wat van de dag je ontkomt niet aan je moeder aan je vader, ook dichters niet hoor het bezweren van het uiteindelijke wezenloze niets het is alsof de woorden meer en meer naar beneden vallen ook zij ontkomen niet aan de zwaartekracht nu alleen nog het verband eruit dat ze lichter worden dat je ze weg kunt blazen op dat ene ene na pom wolff
Ha Pom, Ik twijfelde…maar hierbij vanaf Texel de overdenking van de dag. Liefs, Andrea LANGS VELDEN EN NIEUWE WEGEN Tussen de velden van het verleden zie ik haar een vrouw die ooit hield van een jongen een vrouw geworden wie ze misschien toen al was. Woorden, herinneringen, flarden van gedachten de altijd maar terugkerende vraag: wat achter te laten en wat te doen bij afnemend tij? Hoe verhoud je je tot alle veranderingen Hoe schrijf je over dat wat niet valt te verklaren Hoe laat je los en houd je hem ook stevig vast? Misschien is het de liefde, de vrijheid, misschien zijn het de sterren die hier neerdalen en fluisteren “Laat maar gaan meisje, zo is het goed, alles kan en mag.” Andrea van Herk –> nu we een keer geen wedstrijd doen hier op de pom kunnen we vrij uit over de leesbaarheid van de woorden spreken. sommige dichters lijken te dichten zoals ze praten. Andrea is een van die dichters. maar zo is het niet – hoe gewoner de taal in een gedicht hoe moeilijker de woorden gekozen uit de vele woorden. wat is er van die vrouw geworden vraagt de dichter zich af – en ze geeft de lezer ook een antwoord – ze is geworden wie ze was – nou ja dat vermoedt de dichter. en hoe te handelen bij afscheid nemen van wie je lief is of lief was. ik denk dat de niet geoefende lezer hier het gedicht inkruipt. goede raad is altijd duur. de dichter weet het ook niet precies – misschien is het de liefde – misschien weten de sterren wat raad. Andrea van Herk weet in de door haar genoemde onzekerheden woorden van troost te leggen voor de lezer die het heel vaak ook niet weet.
Draagbaar De dichter wil enkel vingers en handen branden aan een wereld man, een vrouw dag na dag de eenzame knuppel weg waarop hij alleen zich volop zuigend zigzaggend bewegen kan ** Zwaluwstaart Alsof een kussen enkel in luwte kan gedijen een peluw eeuwig verlichten kan een zwaluw met een pen te beschrijven alsof jij en ik dag in dag uit een wit doodskleed met ons mee ja en nee, we blijven alleen raken aan die ene zenuwpijn 04-12-‘21 / Cartouche < –> hoe mooi meau ook zingt – ik geloof in jou en mij – cartouche schrijft over een alleen zijn – wellicht de diepste angst van een dichter – de alleen gang door het leven – in wezen ook hierboven verwoordt door andrea van herk – die van ik geloof in jou en mij – ik geloof in mij – heeft gemaakt. zover is Cartouche nog niet. de eenvoudige ongeoefende poëzielezer zal toch een beetje opkijken – 2 gedichten en wat wil ie nou eigenlijk allemaal zeggen zal die lezer zich afvragen. de geoefende lezer zal antwoorden dat cartouche de eenzaamheid van de mens uitschrijft voor zich zelf en de lezers. en dat alles voorbij gaat – ook het leven – ook het leven van een dichter. en dat dan als een diepe diepe dichtersangst.
Vanuit de hemelput Om de dag luisterrijk te doorgronden de mogelijkheden zijn klaar en eindeloos de sterren kijken toe vanuit de hemelput hoe de dichter wandelt door bos en leven de woorden vallende bladeren uit de bomen dansen door zijn hersenpan hij slaat ze op in zijn rikketik een vrouw luistert naar zijn gedachten het beeld van de wereld slaan zij op samen en alleen als de liefde wankelt de maan beroert hun angsten laat ze dansen in hun dromen de dichter put uit de put rent er af en toe aan voorbij herinnering aan wat verloren ging slaat hem langzaam door de tijd heen. Rik van Boeckel 3 december 2021 < over de leesbaarheid van een gedicht: dichters tocht door bos en leven in 8 strofen, van hoog naar laag, van vroeger en nu – van de herinnering naar wat het leven hem nog brengt – zo beschreven door Rik van Boeckel in fragmenten van taal, in fragmenten van een verhaal van angsten en dromen- om de dag én de tijd door te komen. ik vermoed dat de niet geoefende poëzielezer de gedachtensprongen, het verhaal van deze levenstocht door de dichter beschreven in fragmenten niet tot het einde wil meemaken. wat mij betreft mag de laatste strofe ook een gegeven zijn in het begin van het gedicht als een soort leesinstructie. herinnering aan wat verloren ging slaat hem langzaam door de tijd heen. als een poëziekan waarin alle andere strofen een voor een geschonken kunnen worden. om klaarheid.
VIDEO
Ontstijgen Deze dag dat de dichter vast in waterdichte wandelschoenen staat hij sopt door polder en langs dijk met het hoofd diep in de kraag de oren gespitst op onverwachte geluiden door noordwestenwind gedragen krijsen nijlganzen een hese roep alsof zij bij de dichter om taal bedelen van hem graag horen wat hier gezegd vreemde eenden die dit landschap door zijn woord willen kennen zegt hij dat hij vleugels wil weg van de ganzenmars in dit gebied en meevliegen met de trek naar het verre zuiden waar voorbij onstuimig vaarwater dagen van warmte wachten © FT 03.12.2021 <!> de dichter is op ook in dit gedicht op pad – een poldergedicht – we wanen ons in de polder – een dichter in gesprek met de overal in de lage landen oprukkende nijlganzen – de asielzoekers onder de vogels in de polder – de taal nog leren en vliegen maar – in overdrachtelijke zin is de dichter wel toe aan de meer warme gebieden die verlaten zijn door vreemde vogels – nederland wordt steeds kouder zo lijkt het – ook in medemenselijkheid. dichters voelen dat aan als geen ander. in zoverre zijn ook dichters vreemde vogels. ook de niet geoefende poëzielezer leest in 22 regels poëzie een verlangen naar warmte en medemenselijkheid in dit gedicht van Frans Terken.
Black Friday voor de Dikke van Dale We tonen een QR-Code op een I-Phone bij binnenkomst in het café en downloaden een podcast via de PC Mijn partner werkt vanuit huis en heeft via Zoom en WeBex contact met haar MT We hebben het aardig voor elkaar, maar er is alweer slecht nieuws van het OMT De intensivist verwacht een piek op de IC De driehoek komt voor overleg bijeen op het HB dus tram ik met lijn 8 van de RET voor een booster naar de GGD Ton Huizer <!–> bijna zou je zeggen dat dichter Huizer het cabaret in moet. een geestig spel met afkortingen die overal lijken op te duiken. in ieder geval dichter Huizer heeft ze opgedoken voor dit gedicht. actuele afkortingen zo geordend en bijna zo normaal gevonden dat ze nauwelijks nog opvallen. goed dat er toch dichters zijn als Huizer die ons wijzen op de absurditeit van deze communicatie in letters. vanaf nu moet ik mijn mailtjes voortaan ook anders beëindigen – mijn XXX zal bij Ton Huizer niet in goede aarde vallen. de niet geoefende poëzielezer zal dit gedicht omarmen voor wat de leesbaarheid betreft. dat is tenminste een man naar hart die begrijp je tenminste – hoor ik ze hier op twee hoog achter in de jordaan brullen. dat heb je niet bij die andere skriftgeleerden hoor ik tante sjaan schreeuwen. als tante sjaan zou weten dat Ton uit 010 zou komen zou der gebit van verbazing uit de mond vallen. dat de RET het openbaar vervoer in 020 verzorgt was haar nog niet opgevallen.