
in vuur en vlam
mijn kristallen hart lag al lang aan scherven
die ochtend - met de moed der wanhoop
lijmde ik de stukken aan elkaar
de stoutste schoenen die
ik vinden kon nog in mijn hand
plakte ik er vlug een liedje aan
en ging op weg
even later langs het water
van de soestdijkse zag ik
haar in een vonkenregen
mijn hart sprong op
ontsnapte aan zijn oude verpakking
en ging uit streaken
naakt en zonder schaamte
het vatte vlam voor veler ogen
en liet zich niet meer doven - één
waaghals heeft nog blaren op de tong
maar jij - de zachte, de gewelfde
rond gehouwen uit zacht gesteente
blies met jouw adem zachtjes zuchtend
voor mij een nieuw hart zonder barsten
ml