VON SOLO: “als het donker wordt, is de dag niet meer dan een herinnering. En als de hoop op de volgende vervlogen is, blijft het donker.”


Deel 354. Conserven
 

Het was druk in de Albert Heijn op Eudokiaplein. Haastig liepen mijn dochter en ik door het mierennest. Ineens, in mijn ooghoek zag ik ze. Toch even twee keer kijken. Hoe zag ze eruit. Wederom precies als vroeger. Hoge zwarte Dr Martens laarzen tot de knie. Leatherlook legging daaronder. Zwarte pony met lang zwart haar. Ze had alles om een lekker wijf te zijn. Toen ik langs haar liep keek ik naar haar gezicht en profiel. Haar lippen had ze op laten spuiten, voor een jeugdige eendjesuitstraling. Ook al zoiets waar ik heet op loop.
 
Maar warm werd ik niet van haar. De eerste keer dat ik haar zag, was bijna vijfentwintig jaar geleden. Ik woonde op de Teilingerstraat. Zij woonde daar ook in de buurt, want vaak zag ik ze lopen, als ik door mijn raam naar beneden keek. Ze had toen ook al alle kenmerken die een vrouw voor mij aantrekkelijk kunnen maken. Een keer heb ik haar aangesproken om te vragen of ze een keertje wat wilde gaan drinken. Daarop gaf ze aan daar geen zin in te hebben. Ze trakteerde me nog wel op een hatelijke blik en dat was het dan. Niet lang daarna liep ze regelmatig met een jongen langs, waarvan ik inschatte dat het haar vriend was. Een typische surfdude. Soms keken ze naar boven als ik naar beneden keek. Het glas hield de dodende blikken tegen.
 
Haar blik nu echter, was er niet meer één die zou doden, tenzij er sprake zou zijn van suïcide. Een rilling trok door me heen, toen ik naar haar ogen keek. Ogen die ooit een arrogante zelfverzekerdheid hadden uitgestraald, waren veranderd in lichtblauwe, troebele glazen bollen, een kikker waardig. Puilend van angst en tegelijk afgesloten van alle beweging eromheen. Ogen die niet meer waarnemen dan een grijze wereld binnenin.
 
Laatst sprak ik een vriendin die ook in de Agniesebuurt woont. Zij kent de vrouw ook van zien lopen. Ze wist me te vertellen dat de vrouw in kwestie haar hondje, een chihuahua, had vermoord. Er wordt gefluisterd dat er een steekje aan haar los zit.
 
Het doet je afvragen wat ons uiterlijk ons maakt. Een vrouw die in vijfentwintig jaar niet veranderd is. Maar waar het licht in gedoofd is. Hoe is het mogelijk, dat de buitenkant zo geconserveerd is, terwijl er binnen niets meer leeft? Wordt een gebouw simpelweg een spookhuis door er de lichten uit te doen?
 
’s Avonds in bed voelt het of een ijskoude hand mijn rug een moment raakt. We doen zo ons best alles te houden zoals het is. Maar als het donker wordt, is de dag niet meer dan een herinnering. En als de hoop op de volgende vervlogen is, blijft het donker.
 


VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Laat een reactie achter