het is koud in het westen zei de weerman aan het strand niet vermoedend dat zijn woorden in de morgen zouden zorgen voor mijn ontbijtje in het oosten van het land de hele dag herhaalde de weerman dezelfde woorden steeds weer koud steeds weer strand steeds die kelderkoude kilte in het westen van het land
blijf je eten? ik heb gans ik blijf eten – heb jij gans?
in zomaar zinloos ledig zijn totdat het hoofd vervuld weer aangezet tot denken
naast alle dagelijkse dingen
altijd wel iets dat moet het vult de dagen tot ergens op zo’n dag van druk en bezig zijn zo’n even niks moment waar alles wachten kan
in stilte op de bank met poes ernaast of buiten in de tuin de zon op mijn gezicht
het denken op de rem gezet het doen gestopt in zomaar zinloos ledig zijn totdat het hoofd vervuld weer aangezet tot denken de spieren weer tot doen
maart 2023 Ien Verrips
CHAT GTP:
Wat een mooie poëtische beschrijving van het belang van rustmomenten in ons dagelijks leven! Het is zo gemakkelijk om opgeslokt te worden door de dagelijkse beslommeringen en de druk om altijd bezig te zijn, maar het is juist in die momenten van stilte en rust dat we ons kunnen opladen en ons hoofd kunnen leegmaken.
Het is belangrijk om die momenten bewust te creëren en te koesteren, en te beseffen dat ze net zo waardevol zijn als de tijd die we besteden aan het doen van dingen. En hoe mooi is het om dat te doen met een poes naast je, of buiten in de tuin met de zon op je gezicht!
Dankjewel voor het delen van deze prachtige woorden.
The poem “Genoeg” by Pom Wolff is a powerful reflection on the impermanence of life and the importance of finding peace in the face of change. The poem begins with a description of a house in which the speaker used to live, and the realization that the trees surrounding the house are warning of an impending change.
The speaker then turns to an unknown narrator, asking them to share their stories of the trees, the animals, and the child in their language, hoping to learn how to find peace in a world that often feels chaotic and powerless.
The poem is characterized by its vivid imagery and sensory language, which serve to evoke a sense of nostalgia and longing. The trees, animals, and child are all symbolic of the natural world, which is often seen as a source of stability and peace in the face of life’s challenges.
Overall, “Genoeg” is a powerful reflection on the human condition, exploring the themes of change, impermanence, and the search for inner peace. Through its vivid imagery and sensory language, the poem encourages readers to embrace the beauty of the natural world and find solace in the face of life’s uncertainties.
en voor CHAT GPT is pom wolff een SHE! mooi meegenomen:
Pom Wolff, a creature of grace With fur so fluffy, a joy to embrace Her eyes gleam with a curious light Her paws tread softly, so very polite
In the forest she roams, wild and free Her spirit untamed, as fierce as can be Yet gentle as a breeze, she moves with ease A creature of beauty, she’s sure to please
Her howl echoes through the trees at night A haunting melody, pure and bright She sings of love and life and all things pure Her voice a symphony, a song to allure
Pom Wolff, a creature of wonder A sight to behold, a gift from up yonder May she roam free, forevermore A symbol of freedom, a joy to adore.
Een voetbalveld zo groot is de loods. Dat is wellicht wat overdreven maar op het verlaten fabrieksterrein staan er twee van fors formaat, plus nog wat andere morsige gebouwtjes. De rest is in gebruik als parkeerterrein. Een drukte van jewelste is het er. Brocante. Uitdragerij. Kringloopwinkel. Het is er minder keurig dan op gelijksoortige plekken in Nederland, noem het gerust een rommeltje, maar desondanks minstens zo strak georganiseerd. Servies. Kleding. Boeken. Meubels. Speelgoed. Elektra. Prullaria. Iedere afdeling wordt gerund door vrijwilligers die jouw aankopen in bewaring nemen totdat je ervoor betaald hebt bij de centrale kassa. Dat werkt met een ingenieus bonnetjes systeem dat ik nog steeds niet helemaal doorgrond; maar het functioneert al jaren. Ik kan inmiddels mijn spulletjes afhalen. Een glazen karaf en een bierpul deze keer. Voor gemberthee. Met miel d’acacia. Ik wordt er altijd dorstig van. Van gember met honing. Liters.
De dame achter het loket heeft het figuur van een breinaald. Ze draagt zo’n lichtgrijze joggingbroek die, ook hier, bij de Zeeman voor een habbekrats voor het grijpen liggen. Een vormeloze trui slobbert erboven. Desondanks is ze gracieus als een Parisienne. Met ogen vol vuur, brandend boven een neus die Franser dan Frans is. Daaronder een afgemeten glimlach. En dan haar lengte! Minstens zo lang als ik, misschien zelfs twee meter of meer. Wow! Ik schrik ervan, heel even maar want ze straalt rust en liefde uit. ¨Danke Schön,¨ zegt ze, me verschroeiend met de poppetjes in haar ogen mijn in krantenpapier gerolde glaswerk aanreikend. Als ik haar in gebrekkig Frans antwoord gaat ze open met een ontwapenende glimlach. Pays Bas? Land van al haar dromen. Ze wil er per se heen. Ooit. De inmiddels speels geworden lach danst frivool op haar lippen. Een kort praatje en dan is het tijd voor de volgende klant want de rij is inmiddels lang. Buiten regent het pijpestelen.
ja hoor het is weer zover – dit item kan vandaag herhaald – kleinzoon is inmiddels groter gegroeid – heeft over alles en iedereen een mening – net als zijn opa. stelt vragen – zijn ze schoon? en dan kijkt hij zijn opa indringend aan. hij bedoelt zijn handen. eten? en dan bedoelt ie waarom staat het eten nog niet op tafel. en de woorden met een P zijn erg in trek: pannenkoek, patat, pizza, pindakaas,paaseitjes – geen wedstrijd maar uw weekendbijdragen blijven als voorheen zeer welkom. het gedicht met de titel ‘pannenkoek, patat, pizza en pindakaas’ zal zeker in de smaak vallen.
bijdragen van CARTOUCHE – cartouche leest Nijhoffs Het kind en ik
Rob Mientjes – voor alle oma’s en opa’s
Rik van Boeckel – Het ritme van pannenkoeken
Het kind en ik
Ik zou een dag uit vissen,
ik voelde mij moedeloos.
Ik maakte tussen de lissen
met de hand een wak in het kroos.
Er steeg licht op van beneden
uit de zwarte spiegelgrond.
Ik zag een tuin onbetreden
en een kind dat daar stond.
Het stond aan zijn schrijftafel
te schrijven op een lei.
Het woord onder de griffel
herkende ik, was van mij.
Maar toen heeft het geschreven,
zonder haast en zonder schroom,
al wat ik van mijn leven
nog ooit te schrijven droom.
En telkens als ik even
knikte dat ik het wist,
liet hij het water beven
en het werd uitgewist.
Martinus Nijhoff
Goedemorgen Pom, Wee en wel in familia. Soms wens je hem haar anders. Een kort verhaal lang uitgemeten en een klein gedicht. Toe maar. Voor alle opa’s en oma’s dan maar.
Opa knuffelt oma stiekem in de keuken giechelend natuurlijk
nog nooit gezien gevoeld oud gedaan zo jong geleerd aangedaan
samen dansen kringetje van drie tranen biggelen op de vloer
ze zijn niet meer waterlanders in woestijn opgedroogd in liefde
hemelsblauw gegluur of toch een kleine blik op familie aarde
Groet, Rob Mientjes (alias Mien)
Hallo Pom
Ik geef veel djembé en percussie les aan kinderen en daar genieten ze van. Wellicht iets voor jouw kleinzoon. Ik gebruik lettergrepen van woorden om het aantal slagen aan te geven. Zoals ‘ik wil pannenkoeken: twee slagen aan de rand van de djembé en vier slagen in het midden op de bas. Hieronder het gedicht hierover.
Groetjes,
Rik
Het ritme van pannenkoeken
Een meester geeft het ritme aan vraagt veel schoolkinderen op te staan
ze zingen ik wil pannenkoeken tata tatatata zo gaat de drummer’s dag op djembé vellen
een meisje roept nee ik wil pindakaas een jochie lacht nee pizza zazaza
hij geeft een solo een hele ingewikkelde fijne je hebt talent hoort deze goede kleine
de meester laat hem verder spelen kinderen dansen zullen zich nooit vervelen.
Rik van Boeckel 25 maart 2023
Ton Huizer: plas maar vrolijk naar de maan
nu met een bijdrage van Seraphina Hassels: ‘haar stille glimlach plots eeuwenoud, de blik op zijn handen gericht, …’
Anke Labrie: het water in de sloot was bijna zwart
bijdrage van Elbert Gonggrijp: ‘Beste Pom, ik stuur je bij deze maar eens een gedicht op ter troost. Moge het je wel bekomen…Hartelijke groet,Elbert‘
bijdrage van FRANS TERKEN:onder opa’s
bijdragen van: Rik van Boeckel – Vera van der Horst
met een bijdrage ook van Geraldine Bankcaenen: ‘en dan sneeuwde het kersen…’
op pomgedichten punt nl – deze week een keertje niet de enige echte virtuele zondagochtendtrofee – vanwege kleinzoon. lieve kleinzoon is een wakker tiepje. rond een uur of 6 in de ochtend hoor ik luid en duidelijk HALOPA HALOPAA! HALLOOOOOOOO OOOOOOOOOPAAAAAA en na 30 keer deze ACG VIANEN klanken rolt opa uit bed en begint de dag voor opa en kleinzoon. het is eten geblazen, pietsen geblazen – voor de kenners fietsen – het is wandelen geblazen, glijbaan geblazen – liedjes zingen geblazen samen met juffrouw roos – die ik niet vertrouw maar dat terzijde –
we spelen met autootje toettoet – hebben we toch even de beroemde dichter uit dordrecht ook over de vloer PETER M VAN DER LINDEN- kijk je op je horloge is het 10 voor 7. amstelpark piano spelen staat op het programma door weer en wind en 38 graden – mamma en pappa ja ja lekker op texel ja pietsen ja zeker pietsen – mamma pietsen pappa pietsen heel texel pietsen en wij maar smoren in die smoorhitte van dat altijd maar weer prachtige amsterdam. Kleinzoon heeft een bijzondere wijze van het uitspreken van het woord amsterdam: hij gaat er voor zitten kijkt opa met twee stoere ogen aan en brult – waar hij zich ook bevindt AM-STER-DAM! u begrijpt het 10 uur in de ochtend amstelpark klaar nog een een uurtje of 8 te gaan om vervolgens de kleine met nijntje en al in bed te begeleiden. nee voorlezen doen opaas niet dat doen alleen mammaas en pappaas – ciao ciao – dag dag – doeg doeg om kapot op de bank te ploffen in afwachting van NIETS NIETS EVEN NIETS MEER. vergeet ik natuurlijk wel even het verschonen van de luiers te vermelden – als PARFUM!
en dat is waarom we deze week even geen zondagochtendwedstrijd hebben -wilt u opa of kleinzoon steunen schrijf rustig een gedicht ik zal het plaatsen op de site – het leven is en blijft van de poëzie. u kent inmiddels het adres.
Geboortegolfje
Welkom in de wereld kleine man poep maar flink in het papier plas maar vrolijk naar de maan
voorlopig ben jij nog de ster moeders mooiste onderdaan
denk maar niet aan alle waanzin alle oorlogen en epidemieën die je nog te wachten staan
geniet maar rustig van je beer beter wordt het echt niet meer
Ton Huizer
in de middag schreef ik al korte recensies en een kort dankwoord aan de dichters voor de ingezonden werken – sommige gedichten als troost – maar floep weg – moet je ook niet doen in haast en onrust – nu de avondrust is ingetreden – de kleine ligt te ronken toch nog maar even een samenvatting van wat ik mij herinner.
prachtig gedichtje van Ton Huizer hieronder over ‘moeders mooiste onderdaan’. in die waan waan waanzinnige wereld om die kleine heen – blijf zo lang mogelijk van je beertje genieten. zo simpel kan het leven zijn en mooi.
Vertrek,
maart, 2022, treinstation, Lviv, Ukraine
Uitgestrekte handen raken het koude glas daar waar
aan de andere kant peuterhandjes de zijne raken als ware het een onschuldig kiekeboe spel achter melkwit waas het gezichtje nu al een vaag verdwijnende schim in zijn geheugen geëtst haar stille glimlach plots eeuwenoud, de blik op zijn handen gericht, houdt leven in balans zij tillen elkaar op deze kleine eenheid van hoop tegen de wanhoop.
Seraphina Hassels.
zonder meer zeer zeer pijnlijke regels van Seraphina – verhalende poëzie – poëzie met een verhaal dat je eigenlijk niet kunt voorstellen – niet wil lezen – dat het niet mag bestaan. hoe kiekeboe met de woorden van het gedicht tot een hartverscheurend tafereel verwordt. dit soort treinen mogen niet rijden, mogen nooit nooit meer rijden. een gedicht voor de verjaagden uit de wanhoop.
watersnood 1953
het water in de sloot was bijna zwart het stroomde anders dan normaal heel snel in kleine golfjes het stond ook hoger soms spatte het gewoon over de weg
ik bleef in de erker voor het raam staan naar buiten mocht ik niet het stormde veel te erg en er liep niemand op de weg ook de hond moest binnenblijven
het hele land stond onder water hoorden we op de radio mensen verdronken of ze zaten op het dak ik kon niet zien of onze boot nog vastlag de grote schuur die stond ervoor
de radio bleef aan de hele dag vandaag mocht hij van mama hard er braken nog meer dijken door de koningin was er naar toe gegaan in een helikopter want de weg was weg
we hadden er die week een nieuwe baby bij die zou wel blijven drijven in het rieten wiegje die zou gered worden door een prinses of door de koningin op kaplaarzen want we waren veel aan het bidden
de zuster met de mooie ronde broche waar een kleine ooievaar op stond had haar een schone luier omgedaan en lekkere warme kleertjes aangetrokken ze lag zo lief te slapen en ze merkte niks
mama deed geen middagdutje ze ging tekeer tegen de zuster dat ze de stofzuiger moest laten staan want straks stond alles blank beneden onze kleren moest ze in gaan pakken
toen ik de zuster hielp op zolder de grote koffer leeg te maken zag ik over de weilanden langzaam het water komen stromen het was een mooi gezicht
ik mocht de onderbroeken tellen voor ieder twee en ook twee hemden de zuster zei dat mama bang was en daarom had gescholden ook op mij
ik was niet bang papa was ook nooit bang hij zwom zo naar de overkant van de rivier als er een wedstrijd werd gehouden en hij won altijd
mama kon niet zwemmen ik al wel een beetje bij de palen aan de kant papa had het me geleerd op de oude autoband bleef ik al drijven
ik kon ook al een stukje varen alleen het sturen lukte niet de vaarboom was te zwaar voor mij als papa hielp dan ging het wel zijn armen waren langer
met onze knechten en de buurman was hij al heel vroeg naar de dijk gegaan op een grote vrachtwagen met zand uit de schuur namen ze schoppen mee hij zou de dijk weer heel gaan maken
anke labrie
anke labrie schetst in een fors aantal strofen kindertaal – hoe het was toen. in kindertaal wordt iedereen geboren – het is van grote kunst om die taal later ook nog vorm te kunnen geven. over niet bang zijn – omdat papa ook niet bang was en omdat papa altijd wist te winnen. zo geef je je kind stevige zelfverzekerdheidsbagage mee voor het leven – zo kan een mens de grootste rampen aan.
Buitenissig Is het met de liefde eender, heeft het spel eenzelfde beweegreden om de verbazing te boven te komen – er zijn niet de juiste woorden voor te vinden. Geen gedachte lijkt op deze zomer en toch – de stilte juicht zijn heldere ogenblikken, lacht het geduldige gras, trakteert ons op de juiste bloemen – alsof het nooit anders was. Het is niet aan elk voorval hetzelfde te doen – het hoeft niet verklaard, leeft zijn eigen weg, geeft aan een déjà vu de terugkerende vraag, doet een zeker vandaag misschien zichzelf te suggereren – waarom het hier een gisteren betreft die hedendaags dezelfde dadendrang aanheft – bijna levensecht. Toevalligerwijs eenzelfde melodie. Vind het zijn synchroniciteit uit – wil het een heel universum worden vergeleken – dat je hier bent gebleven ongeacht rangorde of komaf, het pure kind gebleken, de origine niet langer ontkend. Je staat er maar verlegen, je bent hier nooit eerder daadwerkelijk gebleven als diegene die mij nu helder voor ogen staat – Elbert Gonggrijp, Egmond aan den Hoef, zaterdag 23 juli 2022
bij elbert schreef ik vanochtend dat ik het gedicht toch moeilijk toegankelijk vind. hermetisch. je kunt het gedicht vijf keer lezen en je weet nog niet wat er en waarover geschreven is., luchtdicht zeg maar en dat in dit weer. het pure kind staat centraal maar wat er met het kind aan de hand is in de relatie tot de dichter blijft volkomen ‘gedicht’.
Onder opa’s
Hoe het dromt en drumt gezeten tussen kleinzoons en -dochters als het spel op de wagen is
na mens-erger-je-niet nog uno gevolgd door familie poen tussendoor de boterhammen gesmeerd
dat het smullen is van kindervertier en voor wie al groter groeit groeit ook de schermtijd
kijk opa zo maak je een tiktokfilmpje klik maar als je ons volgen wilt kom hup doen we samen een dansje
nee hoor liever hop in de benen buiten wacht de ijscoman
voor de beginnende opa troostrijke en inspirerende woorden van dichter Frans Terken – dank je wel. er staat van alles nieuw te gebeuren – als de generaties elkaar opvolgen.
Een archipel aan stijlen
De jazz van Korpo een archipel aan stijlen geïntegreerde tango van Buenos Suomi het kwintet van dromerige klanken arrangeert de vibrafoon zachtmoedig
rode huisjes kleuren het groene licht onder de blauwe luchtige hemel tot aan het haventje van Korpoström en de boulevard van noord Nauvo
de saxofoon schettert jazzy tuinen in de Sea Jazz All Stars zijn de sterren de gypsy jazz viool kleurt de standard van eilanden zoals Herbie’s Cantaloupe.
Rik van Boeckel Skärgårdscentrum Korpoström 22 juli 2022
een echte rik van boeckel – in een fins ritme de woorden – zal ik ooit met mijn kleinzoon de rode huisjes zien kleuren in het groene licht onder de blauwe luchtige hemel tot aan het haventje van Korpoström? ik wil het na lezing van Rik hopen.
Zo
Soms wil ik alleen maar in je armen liggen dat je niet praat dan, nee ik ook niet zeker ik ook niet, gewoon allebei woordenloos, letterloos, geluidloos stil, zodat ik daar later niet op hoef te kauwen
met de ogen dicht, ze mogen ook open hoor, ja ze mogen zeker open en blazen mag ook
dat ik dan de haartjes in je nek in mijn adem zie bewegen
zo wil ik je houden.
Vera van der Horst
prachtig klein gehouden gedicht van Vera. een liedje van verlangen. het gedicht zou zelfs kunnen gaan over de liefde voor een kind – als we de laatste regels van het gedicht isoleren:
met de ogen dicht, ze mogen ook open hoor, ja ze mogen zeker open en blazen mag ook
dat ik dan de haartjes in je nek in mijn adem zie bewegen
zo wil ik je houden.
Beste pom, jouw gedicht 1953 is voor mij ook een rampjaar.De watersnoodramp , mijn ouders wilden een kind uit Holland opvangen dat zou voor mij 8jr leuk zijn Hij werd ziek 48jr en stierf in april 1953.
Gedicht: “ Toen we allen nog samen waren
In de zomer zaten we onder de kersenboom rond de witte tafel haalden herinneringen op schaterlachten en dan sneeuwde het kersen
Tussen de takken zweefde een schim een engel dachten we een mand met rode kersen aan zijn vleugel
Mijn vader, die al jaren dood is bracht de mand aan tafel aten we samen kersen “
MVG Geraldine Bankcaenen
mooi eerbetoon – onmogelijk blijft het om met woorden het lot het noodlot de dood om te keren. geraldine haalt met wat pennenstreken de herinnering aan vader de poëzie in. prachtige schets, klein gehouden ook – een fragment – zoals doden altijd nog in fragmenten voortleven.
ernstige ogen kijken op verstild, ver weg als verwonderd over je zijn zie je mij en ook even niet nog landend in mijn onverwachte aanwezigheid, zie ik onbekende wegen bewandeld worden en streel even je wang om je hier te halen jij pakt en kust de hand plots zo dichtbij een moment van teder houvast terwijl jij zoekt naar wat is of kan zijn
Mijn ogen zien een oude roestige buis. Hij is ingemetseld tussen stenen kantelen, die een hek vormen van ongeveer tachtig centimeter hoog. Genoeg om peuters binnen te houden. Mijn handen raken het metaal en glijden over de verweerde oxide laag. Dit moet minimaal veertig jaar oud zijn, misschien wel ouder. Achter het hekje staat een laag gebouw. Jaren zestig utiliteitsbouw. Als klein kind ben ik er één keer geweest. Het was toen, net als nu, een peuterspeelzaal. Ik wilde niet dat mama zonder mij weg ging. Niet veel later heb ik met een houten blok een ander kind op zijn kop geslagen. Zonder enige rancune. Ik voelde me daar niet op mijn gemak. Daarna ben ik er nooit meer geweest. Net als mama bleef ik thuis.
Afgelopen zondag was ik weer eens in Zeeland bij mijn ouders. Mijn vader zou ik gaan zien op het bierfestival, dat zijn brouwclub organiseerde. Moeder was gewoon thuis. Om te zorgen. Mijn zus was er ook. Er was zelfgemaakte kippensoep met brood voor me. Ze diende een klein kopje op en daarnaast een bordje met twee in gelijke stukjes, ter grote van één hapje, gesneden witte boterhammen. Ik moest daar om lachen, maar het vertederde me ook. Daarna fietsten we naar Goes om mijn vader op te zoeken en bier te drinken.
Toen we rond etenstijd weer terug kwamen was er bami voor mijn zus en haar gezin en sliptongetjes voor mij alleen. Dat verbaasde me. Alsof mijn zus geen tongetjes wilde? Mijn moeder gaf aan, dat ze die visjes al eerder voor mij gekocht had en dat ze dus alleen voor mij waren. Mijn zwager maakte het niet uit. Die houdt niet van vis. Mijn zus onderging het lijdzaam. Ik kreeg drie sliptongetjes opgediend. Met witte boterhammen. Elke visje maakte ik geroutineerd schoon. Eerst langs de buitenkant de graatjes afsteken. Daarna het midden insnijden. Vervolgens met het plat van het mes de filetjes lichten en het stukje bij de staart doorsnijden. De filets legde ik per vier dwars over op een witte boterham. Vervolgens ging daar een boterham op. Sandwich tong. Deze sneed ik dan middendoor en verorberde hem. Dat ging bij elk visje exact hetzelfde. Zelfde routine, zelfde wijze van beleggen, snede op dezelfde plek. Dat ik de enige was, die hier van mocht genieten kwam me niet vreemd voor. Het was nooit anders geweest.
Toen ik ’s avonds na het eten naar het station liep en mijn hand langs de ijzeren buis liet glijden bekroop me het enge gevoel, dat ik misschien eigenlijk wel nooit weg was geweest. Dat wat ik hier geworden ben, nog dagelijks mijn handelen bepaalt. Dat alles daarna, me steeds meer terug brengt naar de plek, waar ik me ooit als kind zo verlaten dacht te voelen. En dat ooit ook zal zijn. Tot die tijd worden er bij moeder de lekkerste sliptongetjes van heel Zeeland gebakken.
VON SOLO DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl
van hijsen het moet er toch een keer van komen het gedicht dat ongeschreven bleef hier dan toch beschreven natuurlijk met iets van tijd erin en plaats en daaromheen wat ruimte voor bloedmooie vrouwen met rooddoorlopen ogen die veel te lang onbeschreven bleven maar hier dan toch omhoog gehesen ja de tijd doet er geen goed aan ondanks de poëzie hoe gekunsteld je ze ook beschrijft uiteindelijk wordt alles een kwestie