best wel vreemd ik zag je lopen op straat alsof je de wereld van je afgeworpen had zo leek het
je donkere ogen met het donkere groen de lange weg van de moeite moe het waren altijd al straten waar iets mee was – een optelsom van asfalt en zware luchten – zei je ooit en dat in niets niets geboren wordt omdat de tijd alles is alles laat zijn maar ook alles in iemand sterven doet
1 en zo ruim op tijd komen wij altijd staan liever in de regen dan te laat neurotisch noemde jij dit gedrag ach zo’n woord dat zich opdringt meer dwangbuis dan een jas.
2 Dat is niet de afspraak haar wenkbrauwen gaan omhoog schermpje trilt in haar hand lange nepnagels en we zitten in de trein
er is geen moeder meer om haar te troosten zal ik er vorm aangeven een omarming tekenen wie weet helpt het ( met terugwerkende kracht)
3 Hoeveel afspraakjes heb ik wel niet met mijzelf gemaakt in dit leven en het taaie bestaan behapbaar
nog schiet ik mezelf af als een zilverkleurig k ogeltje in de morgen zie hoe het een weg vindt naar de uitgang toeters en bellen mijn lichaam is een flipperkast
4 Het stormde alle afspraken zijn de boom uitgevlogen liggen te glimmen in de goot
weten de mensen nog waar ze zich dienen te melden en wanneer nu ook de tijd is verzet en er een uur is weggewaaid?
het blijft maar regenen.
Vera Jongejan
FB KAN ONZE LIEVE VERA JONGEJAN NIET AAN – HAAR TEKSTEN ZIJN TE HEFTIG BLIJKBAAR – maar wij van de pom eren elke dag, elk uur, elke minuut onze met poëzie begenadigde kunstenares!
FB KAN ONZE LIEVE VERA JONGEJAN NIET AAN – HAAR TEKSTEN ZIJN TE HEFTIG BLIJKBAAR – maar wij van de pom eren elke dag, elk uur, elke minuut onze met poëzie begenadigde kunstenares!
Afspraak
1 en zo ruim op tijd komen wij altijd staan liever in de regen dan te laat neurotisch noemde jij dit gedrag ach zo’n woord dat zich opdringt meer dwangbuis dan een jas.
2 Dat is niet de afspraak haar wenkbrauwen gaan omhoog schermpje trilt in haar hand lange nepnagels en we zitten in de trein
er is geen moeder meer om haar te troosten zal ik er vorm aangeven een omarming tekenen wie weet helpt het ( met terugwerkende kracht)
3 Hoeveel afspraakjes heb ik wel niet met mijzelf gemaakt in dit leven en het taaie bestaan behapbaar
nog schiet ik mezelf af als een zilverkleurig kogeltje in de morgen zie hoe het een weg vindt naar de uitgang toeters en bellen mijn lichaam is een flipperkast
4 Het stormde alle afspraken zijn de boom uitgevlogen liggen te glimmen in de goot
weten de mensen nog waar ze zich dienen te melden en wanneer nu ook de tijd is verzet en er een uur is weggewaaid?
onderweg ging mijn koffer kapot behalve mijn tandenborstel enzo zat er van alles in dat ik niet missen kon alsook mijn pas gestorven dode zus die ik had meegenomen om mij te vergezellen op mijn reis
vertwijfeld vroeg ik mij af of zij zich nogmaals in een nieuwe koffer op zou laten vouwen erg meegaand was zij al nooit geweest
bij het overpakken van mijn bagage bleek zij te zijn gevlogen het was mij niet gelukt
Een el cheapo hotelkamer in een uithoek van havenstadje Waingapu met een karaoke om de hoek? Biertje? Karaoke kent vele gezichten. Een dozijn dames van vertier ruilen bij binnenkomst opzichtig hun grimas in voor iets wat voor een verleidelijke lach moet doorgaan. Haren worden haastig gladgestreken en kleding snel geschikt. Er wordt driftig om de madam geroepen maar ik wacht het niet af. Biertje elders! Buiten is het aardedonker. De uitbaatster van een verdwaalde Warung even verderop excuseert zich dat ze alleen wat zwartgeblakerde babi en iets donkergroens heeft liggen. Het oogt pover achter het door groezelige vitrage afgesloten houten vitrinekastje. Doe maar gebaar ik. Je moet toch wat. Het blijkt van die gelakte Chinese cha-chiew te zijn. Roze, droog en verpieterd. Net als het groen. Datzelfde zou je kunnen zeggen van Sumba. Het is er ronduit schraal. Op dat eiland. De afstanden te groot voor scooter. Auto met chauffeur dus. Na een dagtrip nog niks gezien. Behalve de rauwe schoonheid van de eindeloze goudkleurige savanne. De zon wonderschoon in de zee zien zakken. Dat wel. Het westen lonkt. Strand en jungle. Maar daar plenst het inmiddels dagelijks. Druppels als knikkers. Regenseizoen. Op naar Lombok dan maar. Morgen.
Wat meteen opvalt is dat de honden er lui en vetgemest zijn. Van graatmagere scharminkels geen sprake. Relatief welvarend is het er. Hier op Lombok. Want toeristen. Niet heel raar. De parelwitte stranden schitteren verlokkelijk. Bekoorlijker bijna dan elders. Het is even wennen, maar heeft ook iets vertrouwds. Die drukte. In weken geen Europeaan gezien, en hier in Kuta meteen een overdosis aan Nederlanders. Cafe´s te over. Heuse restaurants. Best verfrissend ook dat je als grote witte man geen bezienswaardigheid meer bent. Dat men voortdurend met je op de foto wil. Dat men je starend van verbazing naroept. Mister! Mister! Dat zijn slechts nog echo´s van honderd vervreemdende momenten. Het is een dubbel gevoel. Chaos versus orde. Hoe dan ook, Kuta bevalt best.
Aan de andere kant van het eiland is het wat rustiger. Ook op toerisme ingesteld, maar het seizoen is hier voorbij. Vandaag op een houten boot genoten van de Gili´s, een paar piepkleine eilandjes voorbij de kust bij Senggigi. Hagelwit, de stranden. Water helder als kristal. Schildpadden. Duizend vissen een kleurrijke mozaïek. Enigszins verloederd is Senggigi wel. Zichtbaar het hoogtepunt voorbij. Met dank aan Kuta dat hier op Lombok inmiddels de toeristenmagneet is.
Op dit moment mijn nieuw verworven kookkunst aan het vieren. Lekker. Alles vers uit de tuin van een lokale dame die kookworkshops organiseert. Vanmiddag, na vier uur kokkerellen daar ter plekke al het buikje rond gegeten. Daarna keurig thuis afgezet. Nu de restjes. Op de veranda van mijn hutje met gevlochten bamboe wanden smaakt het nog beter. De avond valt. Krekels. Kikkers. Vliegende torren als veldmuizen zo groot. De jungle is oorverdovend indrukwekkend. Dat ga ik missen. Op zeker!
De afgelopen maanden de bijdragen van André heel graag geplaatst hier op pomgedichten – een ontmoeting uit een ver verleden leverde nieuw en bijzonder dichterlijk leven in de mooie woorden van André. één zondagochtendwedstrijd wist ie te ‘winnen’ – al is winnen niks voor hem – en deze week hier zijn laatste woorden aan en voor ‘de pom’ – eeen eerbetoon komt mooi uit want we hebben geen zondagochtendwedstrijd dit weekend vanwege het optreden met Bjorn in Alkmaar. André gaat zijn ‘eigen baan’- zijn eigen weg – verder. hopen wij van hier dat ie toch nog af en toe iets van zich laat horen. het ga je goed lieve André!
Hoi Pom, Inmiddels heb ik mijn FB account op slaap gezet en ga ik weer andere dingen doen. Dank je wel voor het plaatsen van mijn opgestuurde werk en dat ik twee keer geen winnaar heb mogen zijn. Als groet een laatste werk. Zie maar. Hoi, hoi, tot later, tot eens, wie weet. Een welgemeende groet, André
Het komt niet in haar op dat ook zout bederven kan. Zoals ze zegt, er zijn doden gevallen. Een mededeling. Ze vallen nog van haar af. Nooit naar haar toe. De dood als het zout. De dagen los van elkaar en elke dag is een belofte in een belofte. Het leven moet nog komen. Er zijn doden gevallen. En in de dag die nog geen dag is rijd ik langs de plek waar alles tot stil stand kwam. Een bord. Het waaide om. De dag beweegt genadeloos. In de zon die opkomt, de flarden mist die verdwijnen. Je was bijna thuis, denk ik. Een stap. Een tel. Bijna. Thuis.