pomgedichten heeft enige afstand bewaard in de zaak Derksen. Antony Oomen – de dichter die pomgedichten punt nl niet overslaat – tot ons groot genoegen overigens – mengt zich nu wel met een schimpdicht in genoemde kwestie derksen. wij van hier hoorden in de kwestie toch zo hier en daar enige noten hypocrisie. we misten wim kan als het ware. die wist altijd goed en kwaad aan het einde van een jaar om te keren. derksen de good guy en arie – ns – boomsma nogal the bad. het zou zo maar kunnen het zou ook zo maar niet kunnen. zelfs de trias politica wordt in de zaak derksen met voeten getreden. de zogenaamde onafhankelijke rechterlijke macht krijgt ineens een opportunistische instructie vanuit de politiek om de juridisch gezien volstrekt irrelevante zaak Derksen te onderzoeken. (niemand kent het echte verhaal en verjaring staat vast wat er ook verzonnen is). wij van hier vinden ons wel in de mening van RUTGER H. Cornets de Groot zoals te lezen was op FB. met name het tweede hieronder afgedrukte gedeelte. genieten maar !
Rutger H. Cornets de Groot:
(…)
Het idee is kennelijk dat je rechtschapen bent als je je distantieert van iemand die een zonde bekent. Derksen ziet daar juist vanaf, doet geen moeite om rechtschapen over te komen maar bekent zichzelf bij voorbaat als zondaar. Met zijn probleem wordt eigenlijk niets gedaan: door het meelachende gezelschap aan tafel niet, maar ook niet door het weldenkende deel van de natie. Derksen doet in feite niets anders dan wijzen op een vuiltje in ons oog. Een vuiltje dat vertelt dat ons streven naar een fatsoenlijke samenleving leidt tot een onleefbare samenleving. Hem kan het niets meer schelen, hij is 73, maar wij gunnen elkaar nauwelijks lucht. Een hele ‘kunst van het falen’, het betrachten van solidariteit in de zonde, is verloren gegaan. Wij zijn alleen nog solidair met wie ook vrij van zonden is: wel zo makkelijk. Het enige waar dat toe leidt, is dat men de kat in het donker knijpt.
als straks voorbij is het kruit verschoten is dan keren wij terug naar de plek van bloed en woede waar zelfs de honden van angst verbleekten
als dan de dampen opgetrokken waar ons huis ooit stond misschien als wij daar komen vinden wij nog iets van toen van thuis misschien blaft de hond ons tegemoet
Dear Pom, Deze maand heb ik lang nagedacht wat ik in zou sturen, uiteindelijk koos ik voor dit gedicht.Er zit een zweem van twijfel in omdat het een nieuw gedicht is en ik ben er nog niet zo aan verknocht.Ik werk door, dan ontstaat er vanzelf iets.En als ik daarvoor met de billen bloot moet, let it be. Liefs,Karin –
hoi kaar tsja het is wel even wennen hoor zo een sapje op je nuchtere maag van de maandag. maar dat god de schuld aan alles is maakt veel goed. want dat is ook zo. god en in een breder verband godsdiensten zijn nu eenmaal schuld aan alles. en de klm en poetin natuurlijk. die maken de wereld en pappa ook niet rijker. ‘De dood was eroverheen gegaan,…’ is een prachtzin. xpom
Mijn pappa had geen geld, dat was alles. De meeste konijnen die we aten waren eerst voor vogels. De dood was eroverheen gegaan, ze stonken volop met stijve staarten. Het vel dat uit hun lompen hing had dezelfde kleur als walgsap.
Ik prakte ze dapper met spinazie maakte een piramide van aardappels begroef de jus met hiëroglyfen. Ik zag Ra zweven op het klassieke omabord. We aten met smaak misvormde ogen. en na het eten bedankten wij de God die alles had misdaan.
heel vaak komt het niet voor dat we twee weken achter elkaar dezelfde winnaar kennen in de zondagochtendwedstrijd op pomgedichten punt nl – 2 en een half gedichten springen er deze week echt uit – en uit die twee en een half: één. het gedicht van IEN VERRIPS bekronen we met goud. op de voet gevolgd door het prachtige gedicht van Etwin Grootscholten zilver maar met een gouden randje. zo moet dat in de poëzie met de leegte. gunnen we Cartouche het brons – die gedroomde tweede strofe leidt een heerlijk lome zondag in vol van poëzie vandaag. dichters bedankt voor het insturen en zoveel moois. de uitslag ietsje eerder dan gemeld. we moeten naar die film – naar downtown abbey. die heerlijke verleden valsheid in een mooi jasje gegoten. winnaars van harte!
het is de leegte die mij wenkt verleidt omarmen wil kom tot mij lokt zij dit is de plek voor jou hier wil je zijn hier weegt geen woord betekenis verlost van betekenis bevrijd van zin en wicht
verlangen aangeraakt o lieve leegte ik zou wel willen dat ik wil maar durf niet ben te bezig nog en bang voor zoveel wat niet is
april 2022 Ien Verrips
‘ik zou wel willen dat ik wil’ verzucht de dichter mooi in de laatste sterkste strofe van het gedicht. hoe zeg je het – het menselijk tekort, het dichterlijk tekort neergelegd in een wereldregel. en daarachter aan nog twee wereldregels:
ik zou wel willen dat ik wil maar durf niet ben te bezig nog en bang voor zoveel wat niet is had vasalis deze regels geschreven en waren ze nu herontdekt literair Nederland zou te klein zijn. deze drie regels kan ik wel blijven lezen. ze maken heel veel regels overbodig – ook die andere regels in het gedicht van Ien. – nou ja in mijn enthousiasme doe ik toch een aantal regels in de eerste strofe onrecht aan bij nadere lezing. dan selecteer deze regels voor een verder volmaakt gedicht:
het is de leegte die mij wenkt verleidt omarmen wil kom tot mij lokt zij dit is de plek voor jou hier wil je zijn
ik zou wel willen dat ik wil maar durf niet ben te bezig nog en bang voor zoveel wat niet is
Ien Verrips
Beste Pom, Hier mijn bijdrage voor zondag.
RETOURADRES
hee huis. hallo. ik hou niet van je. sorry. je idealen kleven aan me.
je trap;
je bad-, je kinder-
en de straat waar je staat vervaagt, de
herinnering waarin ik leef.
je tuin woekert. ik en je muren bladderen.
dingen laten los.
Hartelijke groet, Etwin Grootscholten.
een zeer aansprekend gedicht. als je liefhebbers zou willen leren hoe dat moet met poëzie neem dit gedicht en zeg ze – kijk poëzie dat doe je zo. je wil iets over de leegte schrijven maar dan gebruik je dat woord niet. dan benader je het thema met eigen dingen – een huis waarin je hebt gewoond en de herinnering aan dingen en mensen in dat huis. welk huis het is of was dat komen we niet te weten – de dichter weet het ook bijna niet meer. dat komt omdat de dichter af- ‘bladdert’ – op een leeftijd is waarbij afbladderen niet is uitgesloten. net zoals de muren van dat huis – dat huis dat de dichter niet meer – bijna niet meer kan herinneren. dat huis is bijna weg, de dichter is ook bijna weg, zijn herinnering ook bijna weg en desondanks lezen we over allemaal dingen in dat huis dat we als lezer nooit zullen kunnen betreden – een nauwelijks nog bestaand huis dat alleen in het gedicht van deze dichter te betreden is middels zijn afgebladderde herinnering aan dat huis dat ooit zoveel heeft betekend. en met en in dit gedicht eeuwigheidswaarde heeft meegekregen. de tijd laat je nooit los. de dingen niet. het huis niet. de dichter niet.
dat in volheid niet te leven valt een rekening zonder einde een vrouw met dito benen en mos dat altijd vochtig is veen dat niet stopt met trillen lucht die alsmaar blauw en alle dagen zomer
ja – dan liever iets waarin je tot jezelf kunt komen – wat dat ook betekenen moge – in op kunt gaan een plek een woord als diepte vlakte veendam een leegte een lange liefst tot ook die dat weer is verdwenen
30-04-2022 / Cartouche
het is bijna een droom die tweede strofe – een dromerige toestand waarin de dichter bijna swingend, de woorden in een kadans van leegte brengt – om bij weg te dromen. ik weet niet hoe ik anders dit dichterschap van Cartouche kan duiden. het is wel hogeschool poëzie die we mogen lezen in die tweede strofe – ook nog onderbouwd met enige feitelijkheden@. op de eerste inleidende? strofe zitten we eigenlijk niet te wachten. oja maak van de laatste regel: dan weer is verdwenen
@: “Het sportpark De Langeleegte is een sportcomplex in Veendam waarvan het gelijknamige stadion het bekendst is. Het ligt aan de gelijknamige straat De Langeleegte. De Langeleegte is een Groningse naam. Veel mensen associëren het met leegte; in het Gronings is leeg echter de benaming voor ‘laag’.”
Etwin Grootscholten: ‘dingen laten los.’ …
Frans Terken: ‘dat het niet van de grond kwam…’
Anna Eikelboom Post: ‘hoor de bal zingend zweven …’
Cartouche: ‘een leegte een lange liefst tot ook die…’
Ien Verrips: ‘o lieve leegte ik zou wel willen dat ik wil…’
Anke Labrie: ‘nu staan ze daar …’
Jako Fennek: ‘als ogen zonder leden…’
foto: Ben Kleyn
“Mooie beschrijving van leegte, Pom.” de waardering van de dichter Etwin Grootscholten voor mijn gedicht hieronder – meteen maar het thema ‘de leegte’ als inspiratiebron genomen voor onze zondagochtend’wedstrijd’. heeft u ook iets met de leegte? of hoe de leegte om ons heen te vullen? – dat is een levensvraag die we dichters kunnen voorleggen. leggen we het u voor! u kent de regels:gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
kijk het was iets met een feest in de stad of was het twee hoog in een kraakpand
mogelijk in de van hogendorpstraat ik weet nog steeds niet wie van hogendorp was of welke
jij had bijzondere ogen aan iets met een kleurtje de grachten waren bevroren vanaf het spui gleden we van gracht naar gracht
richting de van hogendorp of we de van hogendorp hebben gehaald weet ik niet meer noch de kleur van die ogen noch je naam
pom wolff
Met een lampje gezocht
Daar waar leegte woont weet ik de bodem van een fles soms zelfs een hele glasbak
dat ik drink om te vergeten niet dat ik je na al die jaren kwijt ben maar dat het niet van de grond kwam
steken bleef in goede bedoelingen die niet het licht brachten waar ik op wachtte
geen antwoord kwam er op mijn vragen nog geen woord dat er toe deed het klonk hol als je ogen
en mijn batterij finaal leeg getrokken ik onderaan de trap in de kelder bij een laatste teug wijn
in wezen maakt frans een verhaal van het thema. legt het thema op een verhaal uit dichters verleden of uit zijn fantasie. er moet wel drank bij om deze leegte te overleven, te ontvluchten, om niet in deze onaangename leegte op te gaan. en dat ligt allemaal aan de toegesproken persoon – die mogelijk niet weet wat zij – naar ik vermoed – een dichter heeft aangedaan. de leegte is gebleven – volgegoten met drank – en later met woorden gevuld in dit gedicht.
Op het plaatsje
hoor een bal op het plaatsje na elke stuiter trilt hij na een basketbal denk ik (een voetbal stoft meer) (en dan zijn er ook meer voeten)
hoor de stevige tegels hoor de bal zingend zweven de echo in de toekijkende gevels ‘t is die nieuwe jongen zeker (iedereen hier speelt voetbal)
Hartelijke groet, Anna Eikelboom Post
Anna beschrijft een plaatsje dat we niet zien – dat dichter ook niet kan zien of slechts gedeeltelijk- we lezen mee met het vermoeden van de dichter – met haar vermoedens – wat geluiden – een paar voeten – een nieuwe jongen – de oude jongens en meisjes maken andere geluiden – de regel: ‘hoor de stevige tegels’ hoeft voor mij niet – is niet echt mooi en voegt niets toe – dat lege plaatsje daar gaat het om – met die mogelijk nieuwe jongen – die daar in iets van verlatenheid met een bal in de weer is. die we niet zien, niet kunnen zien, die wel nieuwsgierig maakt. een nieuwe jongen op een voor hem nieuw verder leeg pleintje, een leven nog voor de boeg voor deze jongen – maar nu al in een gedicht. als het stuiteren ophoudt, houdt de jongen op, is het plaatsje verlaten van mensen – is het gedicht voorbij is hij de grote onbekende gedicht voorbij.
alleen maar zon en zee en wind de horizon een eindeloze witregel geschikt voor al mijn dromen
nu staan ze daar geankerd in de zee aangejaagd door de wind beschenen door de zon zwaaien ze met stramme armen
een mislukte poging om mijn kilte te verdrijven
anke labrie (30-04-2022)
deze overdenking eindigt in een mislukking, lezen we – rest de kilte. in zekere zin – met hoe weinig regels ook – kent het gedicht teveel inhoud. het is meer een optelsom die daarna wordt afgepeld tot de benoemde kilte. er blijft niets te raden over voor de lezer. en daarmee is/wordt de inhoud van het gedicht te particulier.
hoi pom, toch even meedoen voor ik weg ben. fijne dag morgen. greetz van jako
vergeefs
de handen liggen in haar schoot als vissen dood op de vloedlijn van een zee de nagels als ogen zonder leden
als hij vergeefs zoekt naar gebaren van haar wezen ontmoet hij slechts de leemten in de kringloop van het leven
jako fennek
het gedicht heeft net teveel grote woorden (schoot/vloedlijn/wezen/leemten)- te deftige woorden ook. en dat zorgt ervoor dat je denkt – hee hier is een dichter bezig geweest. en dat moet niet. de vergelijkingen wel bijzonder maar ook bijzonder gezocht. nou ja die indruk maken ze op mij. en ik vind ‘de kringloop van het leven’ gewoon niet echt poëtisch klinken. ik kan ook gewoon dat overdreven woordje gewoon weglaten. ik vind ‘de kringloop van het leven’ niet echt poëtisch klinken.
Yvonne Koenderman schreef mij – draag mijn vrijdag op de pom maar op aan de deze week overleden dichter Ton Houtman – maak er maar een eerbetoon van – de sociaal bewogen dichter van het leven en van de liefde deze vrijdag centraal op pomgedichten punt nl – de reacties op internet waren talrijk – zijn leven en zijn dichterschap hebben veel luisteraars en lezers geraakt en geïnspireerd – blijkt ook uit de woorden van VON SOLO hieronder op youtube in de Rotterdamse Poetsclub in Tinekes café de Schouw – Witte de Withstraat 80 – waar al jaren maandelijks in ieder geval – ruim aandacht wordt besteed aan poëzie – ruim aandacht wordt gegeven aan dichters – goed toeven daar! vanaf nu zonder een oprecht bewogen dichter.
van het leven
Wissen
Scroll de namen langs zie je nummer staan minifoto en je achternaam Tik op het telefoonschermpje hoor de kiestoon tergend langzaam overgaan Je stem zegt ik ben er niet laat uw naam of boodschap achter Ik roep “ik mis je” mis je al maanden weet ook dat je me niet meer terug gaat bellen nooit, nooit meer Ga je nummer niet wissen je antwoordapparaat je overleden stem kan ik voorlopig nog niet missen
Wie deelt hier nou de douceurtjes uit, het volk of de Oranjefranje? Een stad vol rotzooi op kleedjes en die oranje tompouces zijn ook al niet te nassen.
Beste Pom Als ik het woord lintjesregen hoor grijp ik onmiddellijk naar mijn schaar (vrij naar Hermann Göring)
Wie deelt hier nou de douceurtjes uit, het volk of de Oranjefranje?
Een stad vol rotzooi op kleedjes en die oranje tompouces zijn ook al niet te nassen.
Vrijdenkersgroet Ton Huizer
Lintjesregen
Ik kroon een verre dwaze moeder ik kroon de jaren van mijn jeugd
ik kroon vergeten idealen ik kroon de weemoed en de deugd
ik vier de handen in het hospice ik vier het redden van een kind
ik vier het vorstelijk besef dat ik de schaar ben niet het lint
Vandaag kreeg ik van zijn vrouw en kleinzoon bericht dat dichter Ton Houtman is overleden. Ton had al eerder een herseninfarct gehad en kreeg vannacht de tweede, die hij niet heeft overleefd. Hij zou afgelopen zondag optreden op het Shaffy Poëzie Podium, maar liet verstek gaan. Hij appte me dat hij graag een volgend keer wilde komen. Dat zal helaas niet meer gebeuren. Ton was een bevlogen man die grote maatschappelijk thema’s niet schuwde. Regelmatig schreef hij over vrijheid, ongelijkheid, racisme, identiteit en klimaat. Hij ging voor de goede zaak, maar liet zijn hart ook liefdevol en troostrijk spreken. Laten we aan hem met warmte blijven denken. In zijn eigen poëtische woorden.
Vrijheid.
Vloeien tranen en bloed uit mijn ogen kan zeggen schrijven lezen wat ik wil zijn wie ik ben Vrijheid, ik hou van je zal me inzetten, opletten dat eenieder groot en klein met welke geaardheid of kleur geboren zichzelf kan zijn Vrijheid, ik hou van je Zal alert zijn op geweld, uitbuiting honger, onrechtvaardigheid grote woorden, maar ga het proberen Vrijheid, ik houd van jou Dit alles omdat ik door vrijheid hier in het openbaar hier in Gouda kan dichten en zeggen Vrijheid, vrijheid, ik hou van je.
majesteit – ik begrijp niet waarom ik de orde voor grote verdiensten nog niet/ weer niet heb mogen ontvangen – majesteit – u bent toch van poëzie? jawél dat bent u – en nou afkomen met dat lintje!
Ik denk aan die ochtend bijna een halve eeuw geleden,
dat ik ontwaakte op zolder bij Bas,
buiten de stoffige ramen de bouwvallige negentiende-eeuwse huizen van de Oosterparkbuurt.
Op tafel lag een opengeslagen dagboek met ontboezemingen, verdriet van Bas.
Ik vertelde hem dat ik zijn regels had gelezen, ze goede literatuur vond en zelf ook schreef.
Het was de laatste keer dat ik Bas sprak.
Merik van der Torren
en alvast voor in de agenda – Wegens enthousiasme van alle kanten “Poëzie en muziek aan tafel” in de herhaling – BAR BAUT op maandagmiddag 27 juni tussen 15.00 uur en 17.00 uur