GERDIN LINTHORST op de vrijdag: ‘En opeens wordt Nederland bevolkt door louter literatuurliefhebbers.’

Gerdin Linthorst in 2016 over haar ervaringen op het Boekenbal : “dat er geen bal is aan dat Boekenbal. Het eerste dat opvalt nadat men een dampende schouwburg heeft betreden, is dat er bijna geen schrijver te bekennen is. Men baant zich een pad door soapsterren, andere televisiepersoonlijkheden, pr-types, cabaretiers, trendwatchers en meer loslopend volk.…”

gerdinfoto

 

Goedendag poëten en anderen,

En opeens wordt Nederland bevolkt door louter literatuurliefhebbers.
Want het is Boekenweek. En dan plegen de media zich als een hongerige wolf te storten op schrijvers en uitgevers en poseurs als zodanig. Er zijn niet veel Nederlanders meer die nog boeken lezen maar dat mag de pret niet drukken. Kranten behandelen in hele pagina’s – doorgaans alleen beschikbaar voor sportverslaggeving – de mores van de literatuur. De omroepen hollen amechtig achter BS’ers aan en aangezien de televisie een in zichzelf gekeerd medium is, waarin geen buitenwereld bestaat en alleen ons ons kent en ons dan ook alleen ons uitnodigt aan de praattafels, waarbij het klootjesvolk dient om met open bek van bewondering het omroepnarcisme nog wat te voeden, zijn het iedere keer weer dezelfde BS’ers.

Elke zichzelf respecterende schrijver zou zich moeten hoeden voor reguliere tv-optredens want hoe ontluisterend is het wel niet om een geliefde en bewonderde auteur te zien verworden tot ‘sidekick’ van een bekende televisiepresentator. ‘Legt u ons nu eens in anderhalve minuut uit wat het thema van uw oeuvre is. Kort graag!’ En dan een volwassen schrijver als een Jan Siebelink, met tig titels op zijn naam, gehuld in zondagse rode schoenen en pauwblauw jasje, te horen stamelen als een kleuter. Nee, dat kunnen de schrijvers beter overlaten aan door vele mediawateren gewassen routiniers als Adriaan van Dis, terwijl de anderen stug doorschrijven. Omdat sommigen zo graag hun boeken lezen. Daar wijzer van worden. Daarmee andere werelden betreden, hun eigen grenzen verleggen, nieuwe inzichten opdoen, kortom hun geest verrijken. Wie schrijft die blijft. Wie vaak met zijn kop op de buis verschijnt wordt besmet door iets waarbij de Zika-mug verbleekt.

Intussen dringt in deze hype- en trendtijden, waarin zelfs Het Boek en Zijn Maker niet meer heilig zijn, de televisie ook binnen bij het Boekenbal. En ontneemt daarmee de lezer zijn laatste illusie.
Want ik kan u melden uit eigen waarneming – ja, sla mij ook niet weg – dat er geen bal is aan dat Boekenbal. Het eerste dat opvalt nadat men een dampende schouwburg heeft betreden, is dat er bijna geen schrijver te bekennen is. Men baant zich een pad door soapsterren, andere televisiepersoonlijkheden, pr-types, cabaretiers, trendwatchers en meer loslopend volk. Sinds Harry Mulisch ons is ontvallen is het in dit circus vruchteloos zoeken naar literaire helden. Het eerste uur vliegt om in de rij voor de plastic consumptiemuntjes, de volgende uren met de parade door gangen en trappenhuizen, moeizaam bevochten glaasje in de hand, als in beton gebeitelde glimlach om de mond. Dit afgewisseld met korte bezoekjes aan de dansvloer waar men met afgrijzen de spastische bewegingen gadeslaat die sommigen aanzien voor dansen.

 

gerdinx

 

Nee, leest u liever een boek. En wel – mede omdat het thema van de Boekenweek Duitsland is – het magistrale Rummelplatz (Kermis) van de jonggestorven Oostduitser Werner Bräunig (1934-1976). Een adembenemend verhaal over de eerste jaren van de DDR dat zich afspeelt in de uraniummijn Wismut, met een stoet aan kleurrijke personages en hun door nazi-Duitsland getekende verleden. Bräunig, aanvankelijk een van arbeider tot schrijver geworden DDR-coryfee, zou het best eens tot een Nobelprijs hadden kunnen brengen, ware het niet dat hij zich op zijn 42ste dood dronk omdat zijn magnum opus in 1965 door de autoriteiten werd verboden. Hij heeft nooit meer gepubliceerd. Dertig jaar na zijn dood kwam zijn boek uit. Opnieuw werd een groot talent gefnuikt door middelmatigen met macht, zoals dat gaat in deze wereld.

 

Met hartelijke groet,
Uw DinLin.

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Laat een reactie achter