
Smullen werd het zeker niet. Maar het volk heeft gesproken. Luid en duidelijk. Arme Frans. Dat nou juist hij, de gedroomde premierskandidaat op links, door datzelfde volk werd genegeerd valt hem uiterst zwaar. Gekrenkt en gekwetst is ‘ie. Vol ongeloof dat hij van Geert verloren heeft. Dat juist hem dat moest overkomen is ook wel een zure appel. Een deuk voor z’n ego. Maar verblind door ijdele woede sloeg Frans met z’n eerste reactie de plank meteen weer mis. Als een slechte verliezer schoffeerde hij een kwart van de Nederlandse kiezers door ze rücksichtslos weg te zetten als ultrarechtse extremisten. Hij moet toch beter weten? Het zijn toch juist mensen aan de onderkant, allochtonen inbegrepen, die massaal voor Geert kozen? Frans´ klassieke achterban nota bene! Dat past blijkbaar niet in zijn Europese denkraam. Dat die mensen niet op hem stemden: Frans, redder van Nederland. Verslagen op eigen terrein. Woest is ´ie. Toegegeven, het was natuurlijk niet makkelijk balanceren op die splijtzwam. Rood met groene stippen. Daarvan heeft Geert optimaal profijt getrokken. Nou ben ik helemaal geen fan van Geert, integendeel, maar hij hamert al jaren op thema´s die zwaar op de onderkant van de samenleving drukken. Of men dat nou horen wil of niet, heeft hij daarvan consequent een punt gemaakt. Zowel op links als op rechts werd Geert steevast genegeerd als een roepende in de woestijn en weggezet als louter een racistische clown. Op zijn best werd hij in de kamer gedoogd. Nooit serieus genomen.
Doof voor duidelijke signalen uit de samenleving ging de politiek gewoon door met het eigen droombeleid voor een betere wereld. Vanuit de eigen koker, comfortabel in het pluche gezeten. Groen, groener, groenst. Kom allemaal maar lekker binnen. Vlees in de ban. Sturen op stikstof en CO2. Als een rupsje nooitgenoeg moest Nederland daarin per se voorop lopen. Geert mag dan op deze thema´s een stevig conservatief beleid willen voeren, maar vanuit sociaal economisch oogpunt is de man gewoon keihard links. Meer geld in de schrale portemonnee van de burgers! En mede op dat thema heeft hij de winst binnengeharkt. Dat het onmogelijke is gebeurd verbaast mij weinig. Een kat in het nauw maakt nu eenmaal rare sprongen. Die stemt met hart noch hoofd; maar met de portemonnee. Als daarvan de bodem is bereikt, laat dat weinig ruimte voor idealen. Alle huilers likken nu hun wonden. Hadden ze nou maar beter naar Geert geluisterd. Ook voor Dilan is het zuur. Zij werd afgestraft voor het draaideurbeleid van haar voorganger die daarmee de eigen achterban keer op keer in de kou liet staan. Zachte heelmeesters maken nu eenmaal stinkende wonden. Boontje komt om z’n loontje. Met haar laatste stellingname laat Dilan via diezelfde draaideur de splijtzwam ook bij haar achterban floreren. Geert, nota bene ooit politieke mentor van Rutte, heeft nu het heft in handen.
Met dank aan Frans en Dilan, die, langzaam verdrinkend, campagne voerden met hun kop in het eigen drijfzand. Oogkleppen op, in de blinde overtuiging het gelijk aan hun zijde te hebben. Maar gelijk hebben is iets anders dan gelijk krijgen. Hun schaduw staat hen in de weg. Politiek is nu eenmaal lelijk. Verliezen? Dat is ook democratie. Of je het nou leuk vindt of niet. En gelukkig hebben we Omtzigt nog, als hoeder van de rechtsstaat. Dat gaat nog wat worden. Wie er straks ook als laatste lacht zal dat hoe dan ook als een boer met kiespijn doen. Wat er ook gebeurt. Na regen komt zonneschijn. Vroeger of later. Altijd.
————-PETER BERGER———-
Ilja Leonard Pfeijffer in HP/DE TIJD over ‘de populist‘ OMTZIGT: “…Maar een pleidooi voor een zakenkabinet is een populistisch pleidooi. De buitenstaander Omtzigt wil het land laten besturen door buitenstaanders. Hij wil ministers die verre staan van de politieke elite. Bovendien is het allemaal niet zo simpel als Omtzigt het wil doen voorkomen. Het is een illusie om te denken dat beleidskeuzen objectiveerbaar zouden zijn, zodat specialisten louter op grond van hun kennis de juiste besluiten zouden kunnen nemen. De keuzen die gemaakt moeten worden zijn politieke keuzen. …“
“Je ziet het aan zijn irritante glimlachje tijdens de debatten. Hij is ervan overtuigd dat dossierkennis alle kennis is die ertoe doet tussen hemel en aarde en dat hij in dat opzicht superieur is aan zijn uitdagers. Hij heeft een continu wereldbeeld, waarin goed en fout overzichtelijk uitgesplitst zijn op een spreadsheet…”