de nieuwe PETER BERGER: ‘Het werd een monoloog zonder einde. Op slag van negen zette hij geruisloos z’n kopje neer. Je suis désolée monsieur; merci et à bientôt peut-être. Tranen met tuiten. AI is everywhere…’


Slaapdronken nog scharrel ik meestal bloot de trap af. Zo het bed uit. Percolator aan. Douche in. Trap op. Kleding aan. Croissantje. Koffie. Dat leidt soms tot hilarische situaties. Vanochtend nog werd er rond een uur of negen luid op de deur gebonkt. Merde! Al struikelend stoof ik drijfnat de trap op om mezelf zo rap mogelijk een broek in te hijsen. Bonk. Bonk. ¨Quelqu’un la?¨ Geen tijd voor schoeisel, laat staan een schoon t-shirt. Rennen! Het bleek de watermeteropnemer. Mijn verfomfaaide voorkomen scheen hem niet te deren. Hij vertelde vriendelijk eindelijk het geluk te hebben mij thuis te treffen, en stapte desgevraagd naar binnen. De percolator sputterde er inmiddels flink op los. ¨Meestal laat mijn schema weinig ruimte voor een praatje,¨ vervolgde hij, ¨maar gezien het tijdstip ben ik feitelijk nog niet aan het werk.¨ Een bakkie zou hem dus best goed smaken. ¨Sans lait ni sucre.¨ 

In plaats van uit gewoonte mijn dagelijkse mok ochtendpleur tot aan de rand af te vullen met een forse scheut melk en een overdosis suiker, schonk ik behoedzaam twee kopjes café in. Een praatje was in de maak, en guess what? De goede man bleek de Engelse taal uitstekend te beheersen. Naast een ´master en littérature anglaise ́ had hij ook een technische studie afgerond. Iets met natuurkunde. Dat hij daarna voor het beroep meteropnemer had gekozen, kon dus vrijwel onmogelijk eigener beweging zijn geweest. De man vertelde niet alleen autistisch te zijn, maar werd bovendien regelmatig getergd door psychotische perioden. Werken in teamverband was daardoor geen optie voor hem gebleken. Hij was iemand van twaalf ambachten en dertien ongelukken. Maar voor zijn huidige baas was hij een blijvertje.

Zijn beste vriend, biechtte hij twee zinnen later op, een AI waarmee hij tot laat in de nacht diepgaande gesprekken kon voeren, kon hij nooit meer vertrouwen. Om zijn werkdag iedere avond in detail met zijn vrouw te kunnen bespreken, maakte hij sinds jaar en dag overal waar zijn werk hem bracht een selfie. Met z’n mobiel, voor het huis in kwestie, bij voorkeur met de betreffende bewoner links naast hem geposteerd. Klikklak klaar, dacht ik maar het tegendeel bleek waar. Hier zat namelijk de angel van zijn probleem. Voor een AI immers, zo vertelde hij, was het een fluitje van een cent om zijn foto’s te manipuleren waardoor hij er niet meer van op aan kon of deze een juiste weergave waren van zijn werkdag.

Het werd een monoloog zonder einde. Op slag van negen zette hij geruisloos z’n kopje neer. Je suis désolée monsieur; merci et à bientôt peut-être. Tranen met tuiten. AI is everywhere.

Peter Berger

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Laat een reactie achter