ELBERT GONGGRIJP – BIJ BENADERING MISSCHIEN DIT – Een nieuwe J.A. der Mouw is geboren – om zo op de rand van het bestaan te kunnen schrijven – een kunstzinnig solipsisme dat we sinds Johan Andreas der Mouw niet meer hebben kunnen lezen

ELBERT GONGGRIJP  – BIJ BENADERING MISSCHIEN DIT – Een nieuwe J.A. der Mouw is geboren – maar we zitten zonder god! om zo op de rand van het bestaan te kunnen schrijven – een kunstzinnig solipsisme dat we sinds Johan Andreas der Mouw niet meer hebben kunnen lezen

Laten we bij het begin beginnen – de bundel. ‘Die prachtige titel: ‘Bij benadering misschien dit’ – ik heb inmiddels het eerste hoofdstuk NABIJ gelezen – met dat werkelijk fenomenale gedicht “Dit dus” –

(…)
 
Misschien wil iets
blijven om naar te kijken, iets
blijvends, zoals jij nu
 
(…)  je wilde, je luisterde
een heel lichaam lang.
 

het gedicht dat heel veel gedichten overbodig maakt – ik had zo gehoopt het te kunnen vinden – heb het in jouw bundel gevonden – maandag de recensie.’,  schreef ik aan Elbert. Maar nee niks maandag – in een ruk heb ik de bundel verder uit gelezen tot het bittere einde, tot de laatste regel: “Hoe gelukkig maakt ongeluk nu het zich niet meer laat traceren –“

In deze bundel van Elbert Gonggrijp, en voor alle duidelijkheid zeg ik het maar meteen – alle vooroordelen kunnen de deur uit. Ook die van mij.  Natuurdichter – niks natuurdichter – geen bloemetjes of  beestjes – in deze bundel staat de mens centraal. En god is ver te zoeken. Een troostrijke god heeft de dichter al helemaal niet gevonden of tot zijn beschikking. Hij moet het helemaal alleen doen. In het eerste hoofdstuk is er nog even ‘een meid’ – heeft ie heel even meer dan de dichter der Mouw – maar na het eerste hoofdstuk zit ie ook zonder meid – Moeder is ook nog even aanwezig in hoofdstuk 2 TOENADERING geheten. Maar de toenadering is tot mislukken gedoemd in deze bundel – deze zoektocht – deze Alleingang: ‘een moeder die mij niet herkent, terwijl ze nog kan, terwijl ik het wil – ‘

De bundel telt 62 gedichten – 6 hoofdstukken met achtereenvolgens 13-13-7-23-5-1 gedichten. We hebben een nieuwe der Mouw maar in het jasje van Elbert Gonggrijp. En waarom ik op de achtergrond Stef Bos toch soms zacht hoor zingen als ik de gedichten van Elbert lees – ik hoop het antwoord vandaag nog te vinden. 

De vergelijking met Der Mouw is natuurlijk niet per ongeluk gekozen. BIJ BENADERING MISSCHIEN DIT – deze bundel – deze zoektocht – deze alleingang  is een prachtig voorbeeld van kunstzinnig solipsisme – dat er maar één enkel bewustzijn bestaat: dat van de dichter-waarnemer  in zijn poëtisch weten.  Het universum en de personen waarmee gecommuniceerd wordt, bestaan slechts in de geest van de dichter-waarnemer. Waar de dichter  der Mouw zich begaf in zijn zoektocht van atman tot aan brahman – heen en weer geslingerd – tussen het onvolmaakte en het verlangen naar een volkomen al –  begeeft Elbert Gonggrijp  zich door de tijd heen. Elbert Gonggrijp behoedzaam wadend door een levenslang tekort – door  ‘de lege gaten in de tijd’.

Wat achter hem ligt kan vergeten worden, desnoods herhaald  – wat voor hem (ons) ligt is slechts een gissen, wel met  ‘de gedachte dat elk begin bericht van een nieuw einde’. Het leven gezien als een voortdurende herhaling van gebeurtenissen – Zo komen we uit bij de opdracht in de bundel met de hand geschreven: ‘uiteindelijk vertaalt poëzie zich in stilte’. Hoe uiteindelijk het leven zich vertaalt in stilte – hoe alles samenvalt als het voorbij is,  de woorden oplossen in een dodelijke stilte. En dan – in zekere zin troostrijk –  dat dit alles weer ten dienste staat van een nieuw begin.

Deze dichter moet het alleen doen – met slechts één hoofdstukje liefdeslyriek. Hoofdstuk 1 – de eerste 13 gedichten. Maar dan houdt het op – is het over en voorbij.  En daar staat hij. Het leven houdt hem op.  Niemand om tegen aan te leunen. Niemand! Het is niet de wereld die door draait – het is de angst. In Hoofdstuk 2 TOENADERING in 13 gedichten komt de dichter heel dicht bij zijn poëzie.  Krijg je als lezer de dichter als het ware er gratis bij. Maar ik schreef het al. Elke toenadering is hier tot mislukken gedoemd.

En bestond het eerste hoofdstuk NABIJ al uit wonderbaarlijk mooie poëzie de laatste drie hoofdstukken in deze bundel zijn van een –  na hoofdstuk 2 –  onverwachte aangename lichtheid, waarin de dichter met ingehouden explosiegevaar maar ook met die hem kenmerkende behoedzaamheid de regels van de poëzie het werk laat doen:  het oponthoud (het leven) kleur geeft, de tijd stilt – geduldig wacht. Het is werkelijk adembenemend. Je moet als Elbert hebben geleefd om zo op de rand van het bestaan te kunnen schrijven – om zo vorm te kunnen  geven aan een kunstzinnig solipsisme dat we sinds Johan Andreas Der Mouw niet meer hebben kunnen lezen. En nergens dondert hij zijn eigen gegraven graf in. Hoe de kunst hem op de been houdt in deze wonderbaarlijk uitgebalanceerde prachtbundel.

 

pom wolff

 

de bundel is te bestellen bij uitgeverij Silhouette Artistique

info@connylahnstein.nl

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Doe mee met de conversatie

1 reactie

  1. Die alleenstaande eenzaamheid, tussen haakjes, is geen poëtisch gegeven, nou ja, als je maar dat hebt dan schrijf je daar maar over. Het kan ook anders, uiteraard. Een stuk van je leven vergooien aan een of ander wijf om dan uiteindelijk alsnog de ware te vinden en lief te hebben.

Laat een reactie achter