VON SOLO over een jonge Zeeuwse meid. De bouw van een pony die haar spieren nodig heeft om een klein ploegje door de vruchtbare klei te trekken.



Deel 373. Triviaal
 

Achter een computerscherm eet ik drie boterhammen met pindakaas uit mijn broodtrommel. Daarna een bakje koffie uit de automaat. Een goede anderhalf uur later fiets ik naar Rotterdam Centraal. De trein naar Zeeland vertrekt rond halfdrie in de middag. Hij zal er iets meer dan een uur over doen om Kruiningen-Yerseke te bereiken. Een stationnetje dat zich bevindt in het niemandsland tussen de dorpen, waar het naar genoemd is. Het is daar sinds mijn jeugd langzaam veranderd in een wat verspreid industrieterrein.
 
Tegen vieren houdt de trein stil op het troosteloze grijze station. Er stappen hoofdzakelijk oude tieners en jonge twintigers uit met grote tassen, die wasgoed bevatten. Wat instapt zijn werkers in overalls. Schoonmakers en ander volk van de frietfabriek van Meijer. Lamb-Weston heet dat tegenwoordig. Zeeuwse klei, Zeeuwse aardappels, ook dat is intussen Amerikaans geworden. De lucht is echter als vanouds voor dit seizoen. Alle kleuren grijs die je kan verzinnen. Ik ga op zoek naar de ov-fietsenstalling.
 
Na wat zoekwerk kan ik concluderen dat die er niet is in Kruiningen-Yerseke. Dat houdt in dat ik dus zal moeten lopen naar Yerseke. Een kilometer of vier over vlak terrein. Een klein uurtje. Vanuit de grijze hemel begint het langzaam te regenen. Mijn waterdichte laarzen heb ik standaard aan en uit mijn tas tover ik een regenbroek. Met rugzak op en geheel gehuld in regenkleding sjok ik gestaag onderlangs de Molendijk, over het modderige asfalt, richting de mosselhoofdstad van de Benelux. Ik denk aan de roadie van de metalband Gorefest, die zich hier net als zovelen te pletter heeft gereden ooit. Bomen, dijken en doorgaan.
 
Na een uur loop ik Yerseke binnen. De dijk op klauterend, zie ik in de verte de oesterputten al liggen. De oude, wrakkige, bakstenen sorteerhuisjes met de bassins van gewapend beton, waar het betonrot rustig oprukt. Sommige zijn herbouwd met paviljoens er bovenop, waar Belgische toeristen oesters en kreeften komen eten. Druipend van de regen met mijn capuchon nog op, struin ik de bijna lege Oesterij binnen. Nadat ik me van mijn broek heb ontdaan, mijn rugzak neergezet heb en ga zitten, komt er een serveerster naar mijn campingtafel.
 
Ze kijkt me schuchter en schattend aan. Een jonge Zeeuwse meid. De bouw van een pony die haar spieren nodig heeft om een klein ploegje door de vruchtbare klei te trekken. Ze vraagt me wat ik wil. Met een Zeeuws accent vraag ik of ze champagne hebben. Er trekt bij het horen van mijn stem een glimlach van onbewuste herkenning over haar gezicht en ze schudt ‘ja’. ‘Doe dan maar champagne en twee van elk soort creuses, die je op dit moment hebt’. Het is aangenaam achter de plastic ramen die, tussen de druppels door uitzicht bieden over de oesterputten in de invallende duisternis.
 
Vierentwintig oesters en een paar glazen champagne later, betaal ik de rekening. Ik stap naar buiten, de regen in, alwaar de auto van mijn vader precies op tijd komt aanrijden. Hij ziet me, stopt en opent van binnenuit de deur. ‘Je moeder is visjes aan het bakken.’
 
Het lijkt allemaal zo triviaal. Maar dat is het niet. Het is alleen zo verdomd lastig om dat te zien soms.



VON SOLO
DICHTER, PERFORMER, COLUMNIST EN CINEAST
www.vonsolo.nl

Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl 
En volg VON SOLO ook op Facebook, Twitter en LinkedIn!!!

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Laat een reactie achter