–>
De keuze eremetalen was schier onmogelijk deze week als bijna iedere week hier. zo langzamerhand mogen we wel over een monument spreken. zoveel gedichten, prachtstrofen en prachtregels. om die zondagochtend tot een feest te maken. dank u wel heren dames dichters dank u wel. zo wordt zelfs ede-wageningen voor even mooi.
we moeten wel kiezen en ach de metalen deze week verdeeld onder ditmar bakker, cartouche, het ede-wageningen van jolies heij. frans terken toch ook weer – ja zeker ja. doen we het in deze volgorde – Ditmar goud, Cartouche in het zilveren zonnetje, Frans@Jolies het gouden duo brons. van harte!

MOMENTAAN
Ik lig, jij slaapt nog, lief. Mijn lief, zo zoet
of suiker in de mond niet smelten kon.
Ik droom—vast niet alleen—van hoe ’t begon,
waarschijnlijk onder smerig beddengoed.
Ik zie dat het er ook niet echt toe doet:
want hoe de avondspin haar zegen spon,
Ik denk dat morgenochtend met de zon
weer kommer, zorgen komen; scheiden moet.
Ik neem het allerlaatste lijntje coke
en van de vloer voortvarend mijn kledij;
je arm, mij vattend, schuif ik zacht opzij.
Ik weet dat ik een klootzak ben, maar ook
als ik je wakker maak en met je vrij:
de droom is dood en al gaat dood, als jij.
[D.B.]
***
-x-
D.
Ditmar Bakker
–>
ditmar speelt met het thema zoals hij ook met de medemens naast hem in bed speelt. het is de uitgewerkte liefde die onrustig maakt en hem doet verlangen naar meer, naar anders, naar berlijn in de nacht naar romy haag, maar eerst nog even een lijntje. zijn lief naast hem slapend nog en wie peert hem? – juist ja ditmar bakker peert hem de berlijnse nacht in om nooit meer over te gaan en om nooit meer weerom te keren – zo is dit de ditmar die wij kennen in zijn poëzie. bij herlezing een prachtig gedicht dat steeds mooier en droeviger wordt omdat we meeleven met de slapende – die een levenlang de pijn zal voelen van een nachtje ditmar de hero voor één nacht naast hem. ditmar gaat nooit meer, nooit meer over. dat voelen we met hem mee. zo weet ditmar – als in de liefde – ook elk thema op pomgedichten naar zich toe te trekken. hij mag dan wel een ‘klootzak’ zijn een lieve egocentrische jongen is hij zeker ook. ik kijk in de bespreking uit met het toevoegen van een persoonlijke noot – dat doet ditmar ook bijna nooit – vier strofen beginnen in zijn gedicht weliswaar met IK en toch heb je het idee dat het gedicht over de ander in bed gaat. over de pijn – de hero – die nooit meer terug – en nooit meer over gaat – zo dat je er liedjes van gaat zingen.
- Ditmar Bakker – Ik lig, jij slaapt nog, lief. Mijn lief, zo zoet
- Frans Terken – zoals het is voor wie alles opzij zet en dingt naar hart en hand
- Petra Maria – bewaar mij nog een mooi verhaal
- Cartouche – het was alsof de zon zich strekte, …
- Jolies Heij – van oosterbeek naar arnhem via ede-wageningen dit gaat nooit over
- Jako Fennek – dat verlangen naar jouw warme handen
- Rik van Boeckel – over de nachten van spijt
- Paul Bezembinder – over de rokken van de knoflook
wie wint de enige echte virtuele – ‘het gaat niet over…het gaat nooit over’ trofee op pomgedichten? zo prachtig bezongen door henny vrienten en groep. ik geloof dat vorige week een aantal mensen het wel en wee en vooral het wezen van de zondagochtendwedstrijd op de pom vergeten waren. geen wedstrijd maar de zondagochtend mooi maken met poëzie – dat is de wedstrijd.
na het tumult van vorige week hier op deze site deze week een – diep menselijk en medemenselijk thema – dieper nog – wat gaat er niet over bij u, bij de dichter niet en nooit – nog dramatischer wat zal nooit over gaan? we willen het graag weten – en als het effe kan in POËZIE: de ultieme vorm om wat niet over gaat te gieten. u kent de regels: de gedichten niet te lang svp – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
is er nog iemand die van mij houden wil
iemand die zegt:
je was lief voor me, die avond
je hielp me in het weten
hoe het was om naast je te zijn
in zo heel veel
in hoe je deed en altijd doet, die kleine gebaren
waarin je me voor laat gaan bij een deur
in hoe je naast me zat en keek
zo mooi, meer dan mooi
meer dan zeldzaam, onbenoembaar
iemand die zegt:
dat er een liefde in mijn leven was en is
die bijzonderder is dan alle liefdes die ik kende
bijzonderder dan liefdes die ik in boeken lees
of die ik me ooit voor had kunnen stellen
steeds dieper voel ik dat
door alles wat we mee maakten
door alles heen
om bij elkaar uit te kunnen komen
om elke keer weer te kunnen kijken zoals die eerste keer
iemand die zegt:
dat de stilte in mij waarop ik altijd terug kan vallen
daar waar verder niemand is
waar ik ooit alleen met me zelf sprak
iemand die dan zegt:
dáár ben jij en ga je niet
én dieper kan niet
dieper bestaat niet, lief
pw

Zoals het niet het strakgespannen koord
de kunst van overeind blijven is
die het uiterste vraagt van ‘n helder hoofd
dat het zelfs zwaar op de hand
naar de hemel reikt om balans te vinden
kop op en afgrond houden vast op de been
(zoals het niet het oeverloos schipperen is
tussen schrijven en wat geschreven staat
dat het scheve ogen geeft bij troebel zicht
de last die er ligt voor metaalschrijvers
voor wie één ochtend een trofee vasthoudt
het schijnt evengoed een mistig spel)
zoals het is voor wie alles opzij zet
en dingt naar hart en hand van z’n muze
haar in hoog woord en alle tonen looft
wie letters lichtvoetig dansen laat
teder een diep akkoord aanslaat
plukt liefde met een levensgrote L
FT 12.10.2019
–>
het mistige spel, de mystiek, de zware woorden, het zoeken, het wegen en overwegen, het adem halen van zo ver weg afgezet tegenover de lichtvoetige dans van het liefdevolle in de laatste strofe, zoals ook de commentaren op pomgedichten de ene week ook zo heel anders in de volgende week, zo als wij mensen in ons gevoel uiteindelijk niet veel meer zijn dan een vat vol met onberekenbare reacties – om dan toch terug in de poëzie van frans terken tot rust te komen in een laatste strofe van lichtvoetig, dansend, van diep gevoelde liefde. ja dat is poëzie van de bovenste plank.

is ook hagelslag
en dat de regen
misschien komt
niet alles
hoeft besproken
bewaar mij nog
een mooi verhaal
ik heb mijn zon
jij de jouwe
dus ga nu maar
en kom vooral terug
want liefste wij
wij staan geschreven
als geluk
Petra Maria
–>
zo zal het zijn en zo zal het nooit in petra maria overgaan. de holes in haar hart opgevuld met die liefde die zij bij zich draagt als poëzie, in haar poëzie. om toch nog
alles te hebben wat een mens nu eenmaal nodig heeft. zo dragen we allemaal onze liefdes met ons mee – krijgen zij levenslang een plaats in ons leven. en zo moet dat ook. het mooie mag niet vergeten, het mooie levert in poëzie, in liedjes, in alle kunsten – en is het tot troost voor iedereen. dank je wel petra maria.

Hallo Pom,
Tijdens mijn recente vakantie In Mallorca
zittend op een bankje in de schaduw naast de kathedraal
recht tegenover een mooie zaak, tienda ‘flor de lis’
overkwam/overkomt me toch het volgende
waarvan kond als zondagsbijdrage.
Er is ook een Spaanse versie, maar daarmee
wil ik jullie niet belasten
Cartouche
Hoe een hand zich buigt over het blad
een oog zich opricht naar de overkant
het was alsof de zon zich strekte, reikte
naar de schaduw van de kathedraal
een ongekende gloed uitspreidde
de kleur van flor de lis – leliegeel – die mij
naar binnen trok en sprak ‘como estas?’ *
en al wat men zich dromen kon
ontrolde zich – levende poëzie
een paar woorden volstonden
om het hart sneller te doen kloppen, een
brug te slaan tussen vrede zoekende zielen
als bloemen die zich zonder spreken weten
uit te drukken wat het zeggen wil te zijn
een lelie in het veld, een vogel in zijn vlucht
zonder zaaien of oogsten groeien en gedijen
zachtjes op en neer gaan als een hals –
slagader – una arteria corótida – tú
Carolina, mi Musa Mallorquina
por ahora y por siempre**
( * hoe gaat het? ** voor nu en voor altijd )
12-10-2010
Cartouche
–>
we mogen meegenieten met hetgeen cartouche overkwam in verre streken – zo lezen we – zo lezen we mee. ik spreek mijn buitenlands niet best – en mogelijk begrijp ik alles verkeerd wat cartouche ons hier schrijft – maar over bloemetje gaat dit gedicht niet. ze zal carolina hebben geheten, stel ik mij voor, en het was liefde op het eerste gezicht. en mooier kan die liefde niet beschreven. doet ie ook nog in 20 regels en biedt hij het ook nog pomgedichten aan. zo gaan we terug naar onze eigen eerste liefde – mijn god – zo ver als bij cartouche was zij niet van mij vandaan. en wat was ze mooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooi – zou martien krijsen. zo mooi als bij cartouche in het zonnetje martien – ja zo mooi. zo mooi mooi dat ik niet durfde te spreken toen, zo mooi dat zij alleen geschreven kon.

witte sneakers onder een te korte broek
(waarbij de huid vlasdun gegroefd)
dit gaat nooit over
het laatste verschaalde bier uit blik
(waarin je een vleugje as proeft)
dit gaat nooit over
op het asfalt uitgetrapte peuken
(waarin je het uitgedoofde vuur vermoedt)
dit gaat nooit over
de hele nacht niet kunnen slapen
(wanneer je ongenode spoken ontmoet)
dit gaat nooit over
van oosterbeek naar arnhem via ede-wageningen
(wanneer je de spoorwegen vervloekt)
dit gaat nooit over
het hart geplet tussen de raderen
(terwijl je vergeefs naar een sprankje hoop zoekt)
het is al voorbij, het is over
Jolies Heij
–>
och kind toch – kom hier – ik omarm je met al mijn troost – vergeefs naar een sprankje hoop zoeken – het doet zo pijn – maar mijn dochter – het zal overgaan – het gaat altijd over – het gaat altijd over in mooi – komt goed. de nodige relativering biedt jolies ons ook aan met die onvergankelijke strofe over – oosterbeek naar arnhem via ede-wageningen – zo is het OOK natuurlijk – dat vreselijke ede-wageningen – daar kunnen ze de crematoria opdoeken – daar wil niemand sterven. een gouden gouden gouden strofe jolies:
van oosterbeek naar arnhem via ede-wageningen
(wanneer je de spoorwegen vervloekt)
dit gaat nooit over

Hoi meester pom,
vandaag, de dertiende, maar weer eens fijn meedoen met de wedstrijd. Het zit me niet mee de laatste tijd. Veel te doen, weinig tijd voor poëzie, wat vreselijk jammer is. Het is vier uur in de morgen, de stilte om me heen werkt mee.
Heb het goed, pom. Warme groet van jako.
duurzaam
kastanjes vallen, in tuinen
straten, lanen sterft het groen
spreeuwen maken zich op
voor warme streken
luiken sluiten
alles kwijnt, verdwijnt, gaat onder
alleen in mij, o wonder
blijft dat verlangen
naar jouw warme handen leven
of dat ooit over gaat
jako fennek
–>
jako terug op het vertrouwde nest van pomgedichten – gelukkig en mooi geportretteerd – welkom terug – zonder jako is pomgedichten niet compleet. de teksten als altijd lief met die ene draai erin – die kleine uithaal – dat ene sarcastische woord dat alles in een ander dag of nachtlicht plaatst. hier vindt het proces omgekeerd plaats – alles sterft, valt uit, gaat ten onder – maar niet jouw handen, nou ja het verlangen naar die handen. mooi! (laatste regel is overbodig)

Gegeven de tijd zij rust
wat rest de dagen in herinnering
zij speelt een lied
over de liefde van toen
wij gaan pas over
als de dood ons scheidt
herinnering wordt een schim
van het leven dat verkast
van zomer naar herfst
van tijd naar vergetelheid
van dagen van eendracht
naar nachten van spijt.
Rik van Boeckel
13 oktober 2019
–>
en hoe het allemaal in de tijd plaatsvindt komen we bij rik te weten. de meester in het beschrijven van de vergankelijkheid tussen zon en maan en op aarde vaak. resten die nachten van spijt. een schim, het leven dat verkast, de liefde van toen, de dagen in een herinnering vastgelegd en toegelaten door rik van boeckel. dank je wel – zo zal het gaan ja.

zijn de rokken van de knoflook
dwarrelend in het vuilnisvat.
Paul Bezembinder
–>
dieper nog – wat gaat er niet over bij u, bij de dichter niet en nooit – nog dramatischer wat zal nooit over gaan? we willen het graag weten. dat was de opdracht deze week: zo komen in een paar dichtregels te weten wat er in het gemoed van de dichter bezembinder omgaat, altijd al omging. dat hij dit met ons wil delen is een heerlijke afsluiting van de wedstrijd. hoe alles naar beneden dwarrelt om terecht te komen in waar wij uiteindelijk toch ook samen zullen zijn. mooie tragiek.
Zoals het is
Zoals het niet het strakgespannen koord
de kunst van overeind blijven is
die het uiterste vraagt van ‘n helder hoofd
dat het zelfs zwaar op de hand
naar de hemel reikt om balans te vinden
kop op en afgrond houden vast op de been
(zoals het niet het oeverloos schipperen is
tussen schrijven en wat geschreven staat
dat het scheve ogen geeft bij troebel zicht
de last die er ligt voor metaalschrijvers
voor wie één ochtend een trofee vasthoudt
het schijnt evengoed een mistig spel)
zoals het is voor wie alles opzij zet
en dingt naar hart en hand van z’n muze
haar in hoog woord en alle tonen looft
wie letters lichtvoetig dansen laat
teder een diep akkoord aanslaat
plukt liefde met een levensgrote L
FT 12.10.2019
het leven
is ook hagelslag
en dat de regen
misschien komt
niet alles
hoeft besproken
bewaar mij nog
een mooi verhaal
ik heb mijn zon
jij de jouwe
dus ga nu maar
en kom vooral terug
want liefste wij
wij staan geschreven
als geluk
Petra Maria