dank aan alle dichters voor de ingezonden gedichten. in het commentaar onder de gedichten heb ik de richting van de persoonlijke voorkeur van uw webmaster al vrijgegeven. een schier onmogelijke opgave deze week. ik kom toch tot vijf voorkeursgedichten. anke labrie en vera van der horst – zeer persoonlijke gedichten – anke heel subtiel vera met tegenovergestelde passie. max lerou die de kunst voorrang biedt in zijn poëzie. en dan de teksten van ton huizer en van joz knoop – teksten op de rand van de poëzie – ton huizer reviaans, joz knoop op zijn jozknoops. nogmaals dank aan alle dichters maar het eremetaal gaat naar:
- ton huizer / joz knoop goud
- max lerou zilver
- anke labrie / vera van der horst brons – van harte!

Ik zit nu nog op het
kleuterlyceum
maar als ik later groot ben
word ik viroloog
dat is iemand die niet weet
hoe het komt
en ook niet wat je er aan
kunt doen
je krijgt grote oorbellen
en dure hardloopschoenen
om achter de feiten aan te
hollen
je komt ook op tv
om te zeggen dat je met een
zak over je hoofd
in een grot moet gaan zitten
dat helpt
Ton Huizer
–>
in huize wolluf werd onbedaarlijk gelachen. als het light verse is is het light verse. als het een cabarettekst is dan cabaret. als het poëzie is poëzie. het is het allemaal. die tweede en die vierde strofe benoem ik tot een poëtisch hoogtepunt. én van de eenvoud én heel bijzonder – samen met de derde reviaans. de eerste is van de introductie – ik zou ook niet weten hoe dat anders moet. maar we benaderen hier op die eerste strofe na – die zou nog ietsje deftiger moeten – echt de grote meester gerard reve.

Wat krijgen menu?
Gulzig als ik ben
gretig op zoek naar
het geestelijke vol
slik ik werkelijk alles.
Als entree
een bord agressie
gegarneerd met een
weerloos sausje
Voor mijn bloeddorst
puur sadisme
geflankeerd door
nederigheid.
Vervolgens schalen
dwangmatig gevuld met
het zal me worst wezen
wat ik hier nog slik.
Daarna volgt als hoofdmaal
totale ontering
en we ronden dan af
met een Coup de Grâce.
Zo proppen en slikken
dan eet je te vlug en
zo lig je te draaien
en alles komt terug.
O.N. Verzadigd
Inzending op het thema “Alles komt terug”
–>
samen met ton huizer leverde O.N. Verzadigd een onderscheidend gedicht aan – gericht op de lach maar toch het gedicht is net niet van het cabaret – aan de goede kant van de poëziegrens gebleven en geschreven.
Verzadigd schreef mij het volgende: Hallo Pom, Ik zag deze in mijn mapje zitten. ik wilde niet meedoen met een poëziewedstrijd van Akim Willems en ik kreeg maar herinneringen over de deadline in mijn mailbox. Eigenlijk maar één teveel. Baldadig als ik was heb ik toen op het thema “Alles komt terug” dit balwoordige gedicht geschreven en alsnog ingestuurd. Aan het einde komt alles netjes terug. Let op mijn pseudoniem eronder. Ik heb er nooit meer wat van gehoord. Voor de site van Pom nu speciaal door mij geselecteerd. Kom maar op met het commentaar. Het zal hier ook wel geen prijs winnen, hahaha. groet van Joz Knoop
Verzadigd/Joz heeft het mis. op pomgedichten houden we echt wel van baldadigheid. ik moet alleen nog even nadenken of het goud, zilver of brons wordt. weten we hier op de zondagochtend rond half 11.
- Ton Huizer helpt
- Petra Maria – over liefde maar dat heb je nooit geschreven
- Ditmar Bakker – geen mens dan u kan mijn gedachten boeien
- Ien Verrips – ik wil nog veel meer van jou dat soort kussen
- Elbert Gonggrijp – Het ijle gras heeft sterfte aangenomen
- Rik van Boeckel – de stilte zingt de zon nu toe
- Magda Haan – wij hadden geen geheimen
- O.N. Verzadigd “Alles komt terug”
- Erika De Stercke – wat wil ik en waar naartoe
- Gérard Vromen – zo’n dag waarop je stilaan breekt
- Anke Labrie – de dood een goede minnares hoop ik
- Max Lerou – haar schreeuw verlaten in het kanaal
- Babak Amiri – als een konijn bij station Sloterdijk
- Vera van der Horst – en toch doe ik je tekort

wie wint de enige echte virtuele – dit voelt als een van mijn beste gedichten – de zo een dag was het trofee op pomgedichten?
dichters hebben zo hun eigen voorkeuren. soms voelt het laatst geschreven gedicht als het beste. heel soms het eerste. soms ligt de voorkeur in een jaargetijde besloten dan weer is het de relativering van wat nooit gerelativeerd had mogen worden – soms ligt het beste besloten in the state of mind van de dichter. hoe dan ook laat ons uw voorkeurgedicht van vandaag lezen – hangen we goud of ander eremetaal – in ieder geval onze waardering aan de woorden. u kent de regels: de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
een langzaam brokkelend geheel
de boulevard of broken dreams
nu tussenpad afdeling groenten
ter hoogte van de kerstomaten
de rode wijn alvast geladen
lood voor vader om te vissen
sporen van herinnering
zo’n dag was het
kassa meisje lege vulling
een langzaam brokkelend geheel en kale muren
pomwolff

het mooiste gedicht
is altijd van nu
ook als het lelijk is
DE LIEFDE
wederom vertrekt
het vliegtuig zonder mij
mijn koffer vers
gevuld met kleine zonden
je zei me
brieven schrijf ik zelden
niet elke zin
begint met jou
wel het hoofdstuk
over liefde
maar dat heb je
nooit geschreven
tot wij, tot hier
voor altijd
en voorbij
de eenzaamheid
petra maria
–>
weg met die eerste strofe – houden we drie van die heerlijke droefgeestige romantische strofen over waar petra maria het patent op heeft. waarin het zachte verlangen strijdt met de lichte weemoed om het-nooit-meer heen gestrooid – dat straks het groen met de bloemen van niet uitgekomen liefde toch nog in een eenvoudige pracht zullen bloeien aan de droeve waterkant.

De Nieuwe Liefde – II
Zolang uw openheid resteert gelijk
de klaarheid van een verse waterput,
zolang uw liefde ’t firmament nog stut,
bestendig, in verbijsterend bereik,
zolang uw wasdom almaar onverminderd
het zaad ter aarde en ter akker legt,
zolang wat men dan ook ter wereld zegt
ons samenzijn noch ons geluk verhindert,
geniet ik van uw wassen, stutten, vloeien
en weet mijn kruik nooit ledig meer te zijn;
geen mens dan u kan mijn gedachten boeien,
geen rust bestaat buiten uw baldakijn:
wat men de ziel noemt, voel ik groter groeien,
door u verwarmd, als door oktobers wijn.
-xoxo-
Ditmar Bakker
–>
Bobby de liefste, we gunnen het Ditmar we gunnen het Bobby. vroeger had ik een hond die Bobby heette. maar dat terzijde. hoe dan ook een liefdesgedicht – de nieuwe liefde 1 werd voor webmaster geschreven – ik weet hoe het is gedumpt te zijn – de nieuwe liefde 2 is geheel aan Bobby. zolang u dit… zolang u dat… zolang zal ditmar bij bobby zijn.
bobby gewenteld in een heerlijke woordenpracht. en ditmar maar groter groeien – in menselijk en zeer zeker ook in lichamelijk opzicht. dat ik deze vloed aan woorden recenseren mag. Heer waarom heeft u mij verlaten? geef ditmar en bobby het mooiste dat een mens zich wensen kan – iets goddelijks groots – iets bovenaards goeds – iets bobbyaans.

ik zie ze kussen
op de andere hoek van de straat
afscheidskussen
korte intense kussen
vaak en veel
ik wil niet weg van jou
ik wil nog veel meer van jou
dat soort kussen
de veel te korte nacht
de dag nog veel te lang
zulke kussen
totdat hij gaat
haar glimlach nog in vol ornaat
dan onderweg mijn kant opkomt
mijn ogen blozen zacht
haar blik wijkt terug
haar lacht versmalt
ik wend me af
drink koffie
lees een krant
Ien Verrips
–>
‘onderweg’ kan wel weg. komt je kant op is wel genoeg. ‘dat soort kussen’ in de eerste strofe is een wereldregel. wat voor soort kussen – dat soort kussen! beide strofen bij elkaar een geestig geheel. ja zo is nou eenmaal int leven. een echte Ien!

Stem XLIII
Het ijle gras heeft sterfte aangenomen, terwijl de schermen
van wilde peen in schier povere skeletten berusten. Daar
waar het duin weer zo overig als voorheen, taant het
dralend licht een raden van waar eens het vergezicht
zich vergewiste.
De herfst een begin, maar dat alles nog moet. Wasem
bedauwt en vernevelt de kilte. Verdwaal jij eender in dit
uitzicht tussen sluimeren en slapen waar alles in grover
lijnen zijn ware aard verliest?
Braille wordt het, moeder, een gedicht dat zich
blindelings dient leren lezen om met de gedachten
op de tast. Het verankert zich zodra het mij
vervluchtigt.
Killer en eenzamer dan dit landschap
haar kleurend verwijt –
Uit de dichtbundel “ In alle dingen “(2020)
Elbert Gonggrijp
–>
het gedicht laat zich niet beschrijven. eerlijk gezegd kom ik er niet doorheen. het is in een hoge verhevenheid geschreven. op die momenten houd ik meer van de straat. ik kan gewoon niet – van wilde peen die in skeletten berusten- lezen – moeder geschilderd tussen sluimeren en slapen. het gedicht is een proeve van symbolisme:
‘Verbeeldingskracht, fantasie en intuïtie werden centraal gesteld. Kenmerkt zich door een sterke hang naar het verleden en een gerichtheid op het onderbewuste, het ongewone en het onverklaarbare. De innerlijke, irrationele ervaringen worden belangrijk, met de nadruk op droombeelden en de dood.’
Dit gedicht uit mijn poëziebundel met cd Beweeg als een strateeg draag
ik nog altijd graag voor, nu ook met muziek. Want ik heb het
geschreven terwijl ik naar Simeon Ten Holts Canto Ostinato luisterde.
Denkend aan jou zag ik een droom ontstaan
Als de dageraad mijn dromen raadt
het water tot mijn lippen drijft
duik ik onder in klanken
van de bovenaardse maan
de morgenstond blaast dromen uit
voorbij het duister zingt het luisterlied
daarachter vlamt jouw maangezicht
ik stel je me zo anders voor
maar zeg die tijd is al voorbij
de stilte zingt de zon nu toe
ik wens jou daarom alle goeds
zelfs als betekenis gebroken is
mijn zin bemint verleden tijd
en wordt voltooid ooit werkelijkheid
de zomerdans een vergezicht
een langzaam knipperend wonderlicht
de ochtend danst zo wakker voort
dromen heeft zij aangeraakt
en zing- daar is herinnering
zij heeft het jaren aangehoord.
Rik van Boeckel
(Gepubliceerd in Beweeg als een strateeg. December 2018)
–>
heerlijke beweging met lichte weemoed in de strofen – ik wens jou alle goeds zelfs als… – maar in dromen zingt rik het verleden weg hoe het verleden ook nog wordt bemind en in lieflijke herinnering de toekomst kleur zal geven. een echte rik van boeckel – met hemellichamen in een ritmisch spel van heden, verleden en van een gedroomde toekomst.

Zo’n dag die je eigenlijk veel vaker wil beleven
Smeltend vuur
je zult het niet
geloven
nog mooier
was de herinnering
dat ik vanochtend
loom mijn ogen opende
en de geboorte
van het oosten bekeek
de herinnering
aan het smeltend vuur
uit hete vulkanen
de met sterren
gevulde nacht
wij hadden geen geheimen
over de littekens
bedekt alleen het doven
van de nacht
Magda Haan
–>
ook bij Magda de herinnering meegenomen de ochtend in om de ochtend vuurrood te laten kleuren van warmte en de genegenheid. een gedicht met hemellichamen en een mens in vuur en vlam.

Inkijk
een tunnelvisie
beperkt mijn vriendschappen
ik hou de spiegel in de stroom
van bewustzijn
en stel mezelf in vraag
wat wil ik en waar naartoe
de lagen glijden
uit het verleden weg
angsten verdampen
en het licht loopt vooruit
jaargetijden nemen
de lasten in hun adem
over en ik groei
laaf me aan kansen
van geluk
bomen omarmen
wat er in de lucht hangt
een verhaal
de toekomst
kom, laten we praten
Erika De Stercke
–>
‘kom laten we praten’ – ik moet aan sven kokkelman denken – ‘we moeten praten’ zegt hij op radio 1 elke dag tegen de 1 op 1 te interviewen persoon tegenover hem. maar eerlijk gezegd ben ik na lezing van dit gedicht geheel sprakeloos. makkelijk gezegd – laten we praten – ik lees over spiegels, tunnels, lasten, bomen omarmende bomen – er hangt iets in de lucht – ik kan er geen touw vastknopen. ik wil echt wel praten Erika maar houd het verhaal in godsnaam een beetje samenhangend. hier in het gedicht hangt alles met alles samen – en dat is mij in ieder geval teveel

Geen woord te veel
Als dorpeling werd ik geboren kant en klaar
maar de klaproos en de korenbloemen blijven
mijn leisteengrijze brein in krijt beschrijven
wanneer ik op mijn dagelijkse brood bespaar
om dat te strooien voor de blote voeten
van vele soorten vederwit, terwijl
verliefden en passant aan rood inboeten
dool ik door doodgelopen straten, ijl
langs nabloeibermen, zoek naar middenweg
gestreepte lijnen, een vertrouwd gezicht
dat opduikt uit de draaiing van de rondweg
en bij de dolle kervel-kering richt
mijn blik zich naar de grote beek, ik leg
me te bleken neer in strijkend rimpellicht
ja, zo’n dag waarop je stilaan breekt
14-11-2020
© GV
–>
nou inderdaad de slotconclusie in deze laatste regel onderschrijf ik helemaal. het gedicht had net zo goed door Erika de Stercke geschreven kunnen zijn deze week. geen touw aan vast te knopen.
eerlijk gezegd ben ik na lezing van dit gedicht geheel sprakeloos. we moeten praten Gérard. ik lees over klaprozen, nabloeibermen en kervel keringen, beken en rimpelichten – er hangt iets in de lucht – ik kan er geen touw vastknopen. ik wil echt wel praten Gérard maar houd het verhaal in godsnaam een beetje samenhangend. hier in het gedicht hangt alles met alles samen – en dat is mij in ieder geval teveel

Ha Pom,
Dit voelt als een van m’n beste gedichten of het dat ook is , dat weet ik nog steeds niet.
Mijn eerste echte rouwgedicht, pas na jaren kunnen schrijven.
Afstand genoeg voor je commentaar hoor (het is al gepubliceerd en ik heb het zelfs al wel eens voorgedragen).
Lastig thema deze keer; hoe objectief ben ik zelf?
Fijn weekend verder,
Hartelijke groet,
Anke
de dood
een lichte zucht
meer was het niet
je hand nog warm
daarna zo vlug
je hoornvlies
en wat er verder bruikbaar was
je lieve lijf als as verstrooid
de dood
een goede minnares
hoop ik
en ik
het ging hier niet om mij
dacht ik toen nog
anke labrie
–>
in weinig woorden de grens beschreven. een teder gedicht in weinig woorden. bijna te teer om er woorden over te schrijven. zo ga je met een geliefde om die de grens is overgegaan. met onbaatzuchtige liefdesregels als : ‘de dood een goede minnares hoop ik’ – dat geeft ze hem mee.

habe angst’ kunnen weerstaan.
laten we de getuigen maar aan het woord…met liefs aan Annemarie ook en
extra nog een kus van Ingeborg.
38 getuigen *
het spanlaken van de nacht al iets gevierd
de eerste opvlieger van de zon
danst even boven de rand
de wagens met hun grote muilen
ze rollen langzaam door de straat
vreten zwijgend rot in bloemenhulde
opeengeperst de gouden monden
haar schreeuw verlaten in het kanaal
dat west met oost verbindt
voetstappen zoals ze klinken in de film
eenzaam links eenzaam rechts
leeg de straat en zij
ml
*38 témoins – film van lucas belvaux
–>
de dood, de slapende vrouw en de getuige. genadeloze regels bij een film – bij de filmbeelden die dit gedicht veroorzaakten. max doet niet aan romantiek hier, niet aan realisme, max doet slechts aan kunst.

Als je nou nog eens een keertje terug komt
als een jasmijn in het verkeerde lichaam van een tulp
als een olijvenboom in het polderland
als een konijn bij station Sloterdijk
of als een bonsai in een woonkamer in Zaandam
Als je nou nog eens een keertje iets van je laat horen
als een tocht door een versleten kozijn
als een ringtone in de stilte van een slapeloze nacht
Als je nou eens een keertje mij roept
in een melodie die mij midden in de nacht wakker maakt
in het gekraai van een kraai bij een of ander station
Als je nou mij nog eens een keertje een verhaal vertelt
het verhaal van de eerste moeilijke100 jaren van het leven
het verhaal van een mooie zwarte vogel
die van groene zeep hield
het verhaal van een geduldige steen
Als je nou nog eens een keertje me aankijkt
zoals ik naar jou keek
mij ziet zoals ik jou zag
zou zijn zoals ik
was
Babak Amiri
–>
en het blijft maar mooi deze week – dat onstuitbare verlangen weer eens in de week gezet van de ratio. de ervaring leert er komen mooie regels van, niet te beantwoorden vragen ook. ze kosten de dichter in persoon sloten energie. maar hij kan niet anders. een finale poging om de zaken ongedaan te krijgen, desnoods tot vluchtig contact, de onmogelijkheid als gegeven. pas als de analyse niet meer de hoofdzaak is pas dan is de strijd helemaal gestreden – is de boel verwerkt – zij dus- en weet je niet meer waarom van dergelijke heftigheid sprake was. blij dat dat wijf opgesodemieterd is met der praatjes zeggen ze hier in de jordaan op drie hoog achter. en zo is het ook – er bestaat liever er bestaat beter. gelukkig zal ze vergaan in de tijd.

er zijn woorden genoeg, zoals:
verlangen en liefde, mijn romantische vriend,
troost tussen de regels van een liefdeslied,
stilt niet, mijn gestolene, het vlees,
bloed kruipt tegen de kaken omhoog,
hier en daar, de hyperventilerende violen,
de passie met gierende banden
het drijfzand van de weemoed in,
romantiek is de fakkel in mijn hel.
Oja en ziel en hart en eeuwig en
vooral enige
en toch doe ik je tekort
daar waar de zanger zingt
tijd is een oceaan maar eindigt
aan het strand
Vera van der Horst
–>
romantiek is de fakkel in haar hel – mag ik natuurlijk niet opschrijven van vera – want de ik in het gedicht mag je niet gelijk stellen met de ik van de dichter. en toch is romantiek hier de fakkel in haar hel. een wonderschone regel – we lezen vlammende woorden van een vurige vrouw.
en toch doet ze hem tekort. een dichterlijk tekort. een gedicht dat blijft spoken. dit soort teksten worden alleen diep in de nacht geschreven. elk woord spat weg en brandt in. schroeit de aarde waarop de woorden vallen. een paar op mijn huid. brandzalf hebben we nodig in de vroege ochtend van een liefde en vol gedicht.
Pom,
het mooiste gedicht
is altijd van nu
ook als het lelijk is
DE LIEFDE
wederom vertrekt
het vliegtuig zonder mij
mijn koffer vers
gevuld met kleine zonden
je zei me
brieven schrijf ik zelden
niet elke zin
begint met jou
wel het hoofdstuk
over liefde
maar dat heb je
nooit geschreven
tot wij, tot hier
voor altijd
en voorbij
de eenzaamheid
petra maria