pomgedichten dit weekend wegens vakantie gesloten – wél in de herhaling een zondagochtendwedstrijd uit augustus 2015

Wie wint de enige echte virtuele CULT trofee op pomgedichten? STOP DE PERSEN MAAR! We hebben de enige echte CULTHELD op pomgedichten gevonden. GER BELMER – nu al goud voor ger! ger belmer wint de culttrofee ruim voor sluitingstijd van de wedstrijd!
Gepost door op 2015/2/8 7:50:00 (742 keer gelezen)




‘Met droge ogen zingen kan ik niet.’



STOP DE PERSEN MAAR! We hebben de enige echte CULTHELD op pomgedichten gevonden. GER BELMER – ger kan zo ‘man bijt hond’ in op weg naar nationale faam en meer – we liggen aan zijn voeten. GOUD voor GER en niet zomaar goud – blinkend goud –het goud van tante leen rammelend om haar net te dikke polsen – glimmend als de gouden kronen van sjonnie jordaan. We schreven:

Het criterium lerou: Het personage moet heel dicht bij zichzelf blijven – moet het vooral ook menen – en het selecte publiek (de ergernis voorbij) gaat er eens even lekker voor zitten. – geldt ook voor ger belmer. Maar dan heel anders. Onze zangeres met een naam ger belmer gelooft zo erg in zich zelf dat ie erbij glimt. Hij vindt het zelf ook mooi! Neemt zichzelf bloedserieus. Is max lerou nog op weg – ger belmer is al bijna de vlees geworden cult held voor zijn publiek. Verder dan max en ger kunnen dichters niet uit elkaar staan. de instelling van ger levert op termijn toch de grootste kans op om door te breken als cultheld (buiten purmerend). Hoe trots hij ook is – nog steeds en overal waar hij optreedt te horen – dat hij ooit voor conny vanden bosch een nummertje schreef – draagt bij aan de nationale status die inmiddels in de purmer al is bereikt. Het – de definitieve cultstatus – wordt in gers geval wel een race tegen de klok. Hij zou daar een prachtig liedje over kunnen schrijven. In tegenstelling tot max voldoet ger ruimschoots aan het criterium: “zo slecht dat het weer goed wordt”. Bij ger vergeleken is max nog een kleine jongen.
Nee met ger zijn we niet ver af meer af van een definitieve cultstatus – hij voldoet óók aan het derde cult criterium – niet gek doen om op te vallen maar geadoreerd worden vanwege die exclusieve bijzonderheid die je eigen is.
Wel voldoen aan alle criteria van een cultstatus en dan nog die niet te hebben bereikt. tragiek! Zoveel droefheid maakt ger vandaag tot de enige echte en ware cultheld. Aan zijn gedicht kan het niet liggen.




Leed en ellende

Zij was er gedwongen met hem mee te gaan
zojuist van de schoolbank, bij moeder vandaan
Ach vadertje riep zij, wat heb ik misdaan
Wil niet met die man mee, hij staat mij niet aan.

Haar vader, één snodaard, hij lachte haar uit
Met hem zul jij mee gaan, jij wordt er zijn bruid
Hij heeft haar genomen met al zijn brute kracht
Zij kon zich niet verweren, zij was in zijn macht.

Negen maanden later toen kwam het kind er uit
In het stijfselkissie lag een kleine spruit
Toen vader dat hoorde sprong hij door een ruit
en kwam een meter lager in z’n voortuintje uit.

Leed, leed, leed en ellende
Pijn, pijn, pijn en verdriet
Het was in haar leven een bende
Met droge ogen zingen kan ik niet.


Ger Belmer



http://www.youtube.com/embed/K72skS5JCGk




FRANS TERKEN over hoe en waar ze wat uitkneep
MARC TIEFENTHAL en de primitieven
RENÉ BRANDHOFF houdt het op mooi
DITMAR BAKKER en waar de dood huist
RAYMOND VAN DE VEN en de NS in zeeland
ANNE BORSBOOM sag mir wo die V&D sind
YVONNE KOENDERMAN fluisterstil
MARTIN WIJTGAARD over jonge vrouwen en kauwgom
JOLIES HEIJ over surrogaatgeluk
MAX LEROU over Gerben
ANKE LABRIE koffiepot
GER BELMER stijfselkissie





U kunt het zo gek maken deze week als u wilt. – Maar het moet wel van de CULT zijn – ouwe zangeressen heerlijk – of neem een voorbeeld aan onze leidse cultdichter MADJ. te excentriek, te bizar, controversieel of anti-establishment om door de meerderheid van het publiek te worden geapprecieerd – dat is CULT ook. of de profielfotootjes op FB als dat geen cult is? die van van der schaaf of die van le nobel. lerou ken er ook wat van. van rooij en de rooie. heerlijk allemaal! Of “zo slecht dat het weer goed wordt” zeggen ze weleens. Leiden gaat ons voor:


Kaarslicht

Mijn kamer is een grote bende
mijn leven is een en al ellende.
Ik sta voor het raam
en fluister je naam
maar jij hebt mij verlaten
en wilt niet meer met mij praten.
Ik vind het heel, heel erg gemeen.
Nergens, nergens kan ik heen.
De tranen stromen over mijn wangen
want ik blijf nog steeds naar jou verlangen.

Martin M Aart de Jong


U kent de regels: Gedichten niet te lang, tenzij noodzaak. Als u er een eind aan wil maken, ok, dan mag het een regeltje meer zijn. (hooguit 20 regels). de commentaren als altijd verzekerd. Insturen voor zondag 11.00 uur.


https://www.youtube.com/embed/5k91fmvQxRw?list=RDahyLLX0tmD8


Ha Pom,
ik las iets over Cult, met het gedicht waarin MA de Jong weer eens verlaten is.
Ongetwijfeld door iemand die Bekende Nederlanders afwerkt, in volgorde van binnenkomst.
Ik zag het vorig jaar al aankomen, lees het hieronder. Groet weer, tot spreeks,
Frans




Triomf


Ik durf het zonder blozen aan
zoek de grenzen van mijn kunnen op
en neuk me omhoog in de wereld
van kwart Bekend Nederland

niet dat ik daar slechter van word
ik kom achter kasten van deuren
die doorgaans gesloten blijven
lik me een geheime liefde in

en nog is het niet genoeg
publiekelijk kom ik klaar
in de schoot van een tv coryfee
deel mijn kunst in mediapanels

triomfantelijk kijk ik de kring rond
ik knijp het talent uit m’n kut


Frans Terken 2014


‘waar onheil naast de aanstoot ligt
en aanstoot naast triomf, ze noemen het triomf’

triomf wel een echt cultthema. Op de achtergrond la dietrichs stem hier. Dat nivo haalt de dame in het gedicht niet. de cultstatus ook bij lange na niet. een beetje in het rond neuken om omhoog te vallen heeft weinig met cult te maken. Het is andersom – niet gek doen om op te vallen maar geadoreerd worden vanwege die exclusieve bijzonderheid die je eigen is. Dat is cult. De dame in het gedicht is meer aan het deckmoppen heb ik het idee. Laten we daar maar een nieuw werkwoord van maken: deckmoppen. Een perfect gedicht met de nodige woede geschreven én een wereldregel passend bij deckmoppen: ‘ik knijp het talent uit m’n kut’.
1000 deckmoppen op een rijtje dat is ook cult op een gegeven moment stralen ze rozeblauw uit als mariabeeldjes.








Vlaams-Waalse primitieven

Ja, dat zal zo, jawel, zo zal ik
niet betogen hooguit ogen
niet erbarmen breed omarmen
vleugels kweken & opgaan, raadsel
dat zichzelf oplost: ja ja dakeda.

Ja, dada, si merci merrie, sire
mijn paard voor dit koninkrijk.

Met de avond val ik mee, met de ochtend
doem ik mee op. Weg met alle gedonder,
bliksem die me doorslaat, jawel, dat zal zo.


marc tiefenthal



net iets teveel de dadakant belicht lijkt me gelardeerd met de primitieven – dan krijg je een bevreemdend mengseltje waar tiefenthal natuurlijk wel de taal bij weet te vinden als geen ander. De gedichten van de tief zijn niet van de cult, tiefenthal zelf heeft inmiddels de cultstatus bereikt. Een als een zangeres zonder naam door velen afgebrand herrezen dadamonument die met de avond meevalt en met de ochtend weer opdoemt.






mooi

dan nemen we de dag zoals die komt
alsof het een mooie vrouw is
niet omdat er iets diepers achter zit
maar omdat we het lekker vinden

dat is het mooie van aanbidding
de stille bewondering
voor wat we niet begrijpen


06-02-2015 – René Brandhoff


een pareltje – een pleidooi voor de lust en het leven – gewoon omdat het lekker is – het is die groningse nuchterheid die rene brandhoff hier een cultstatus verleent. Het is goed dat hij het doet – verder zou niemand op DAT idee gekomen zijn. We houden er wel een prachtig gedicht aan over. Kopland heeft er een concurrent bij.






Tweeëntwintig

Een rotzooi was hem geenszins onbekend,
Twee huizen terug was hij méér troep gewend:
Onzichtbaar, onbekend zelfs was zijn vloer…
Ik leid u door het huis heen. Le grand tour!
Een hellend dak; een bruine balkenbrij,
Een douche met een keukentje erbij
En beige–of oranje het tapijt:
De stofzuiger was toen al maanden kwijt.
Een vuilniszak, wat kleding op de vloer,
Wat afwas ook, en zelfs een klein parcours
Van sigarettenpeuken naast hun bak.
Door ’t raam scheen maanlicht een projectievak,
Daarin geconcentreerd een vies matras.
Venster, bank, een raam, het schimmerplein. Pas
Op de plaats. De stank. De gekte. Drank op.
Daarbuiten valt een eerste regendrop.
Getakkel op het plein. Een sigaret.
Aan moeder denken: Wenen op het bed.
Een jointje–áán die stereo; muziek!
Gevolgd door platte auto-erotiek.
De ogen toe, reikhalzend naar het licht
Waar huist de dood, geluk…en dit gedicht.

Ditmar Bakker


bei mir bist du schön – ditmar – cult of camp? Wat een rotzooi heeft meneer weer bij elkaar weten te slepen. die frische lola even uit het oog verloren? ‘een klein parcours/ Van sigarettenpeuken naast hun bak..’ – we laten ons graag leiden aan de hand van Ditmar de hele route. Hoe je van gewone dingen bijzonderheden maakt is ditmar gegeven als geen ander. Voorbij aan de ‘De stank. De gekte.’ Maar wel even pas op de plaats. Ja we passen op alle plaatsen waar ditmar ons heen brengt. Ditmar bakker is geen cult ditmar bakker is rauwe seks verpakt in de gedichten die hij ons schenkt. Hij blijft om op te vreten. Om leeg te slurpen. Je moet alleen altijd even geduld oefenen totdat meneer de omgeving in zijn rijm heeft gegoten.






ns-dienstregeling

In Zeeland rijdt men nog met paard en wagen
men is er ook zo zuinig naar verluidt
dat men alleen maar warm eet op even dagen
waarna men met gebed de maaltijd sluit

in Zeeland wordt ’s mans lot devoot gedragen
er valt geen onvertogen woord nee zelfs geen geluid
de trein heeft het station overgeslagen
een Zeeuw maakt dat geen ene donder uit

in Zeeland rijdt men nog met paard en wagen.

(De NS blijft Zeeuwse stations overslaan als ze dat nodig vindt voor de dienstregeling.)


Vriendelijke groet,
Raymond van de Ven


zo hebben we zeeland ook meteen op de kaart. Warm eten alleen op even dagen. Prachtig. Als we er een strenge klederdracht bij denken en porceleinen beeldjes komen we in de buurt van de cult. Hoe strenger de zeeuwse dames ingesnoerd zijn hoe culter. We gaan er natuurlijk niet voor naar zeeland – je moet ze niet in hun eigen omgeving zien. Nee op een rijtje in de nachtpaleizen van aanstoot en verderf waar de pilletjes het werk doen.






Chuck

V&D is draaideuren achter borstels
terugduwend Louwman nu
die Porsches inzet, uit nostalgisch oogpunt
maar ook om de bank te tarten

aan de overkant, bij de Bijenkorf,
zingt alle dagen van de week
zijn gitaar, applaus of niet

’s nachts kraakt bot boven oud kinderhoofd
zijn mond verloor alles wat misbaar was

alweer geen kerstlied
het leger gaf niet thuis vannacht

toch zingt hij door en soms houd ik een hand
tegen zijn hoofd, schilder zijn geheugen
dan lachen zijn lippen

ik draai mij om, zie de oude deuren van V&D
en Chuck, wat als die er nog zouden zijn…


Anne Borsboom


Wel een beetje veel cult zo bij elkaar. De V&D kan in ieder geval een doorstart maken – zoveel rommel zie je niet vaak bij elkaar in een warenhuis – niets meer aandoen – anne borsboom de nieuwe filiaalcheffin en de zaak loopt weer als een trein. Kijk daar komt het leger des heils reeds aangemarcheerd – alles krijgt anne voor elkaar – voor het goede doel – en dan weet zij voorheen de ballentent ook nog poëtisch op te poetsen – in alle etalages haar prachtig regels:

toch zingt hij door en soms houd ik een hand
tegen zijn hoofd, schilder zijn geheugen
dan lachen zijn lippen


we staan in rijen voor de deur – voor die oude deuren – ja zo zal het zijn.







Het fluisterstille moment
van staal op stalen snelheid
razende gedachten ontspoort
en hooguit één stap tot het einde
lijkt gelukzalig zo nu en dan

Geluk zit hem in kleine dingen
onbegrijpelijk voor de een
herkenbaar voor de ander
sensationeel als een vrije val
zwevend zonder parachute

De klap kom je toch altijd
te boven
dieper dan de bodem
is alleen de weg terug
enkele reis hemel na hel


Yvonne Koenderman


Vallen en opstaan – maar dan zo over de top vallen en zo over de top ook het hemelse licht weer in – dat lees je niet vaak. Yvonne breekt een lans voor de hulpverlener die zelf geheel uit het lood is geslagen en in zijn/haar kolkende emoties zijn/haar clientele de hemel in jaagt. De homeopathie van koenderman – ik ben er wel voor in. We worden toch nooit beter dan maar met een parachuutje van yvonne omlaag en op haar poezie weer omhoog.





meubilair

het achteloze savoir-faire
waarmee een man van zestig jaar
een opdracht op het schutblad krast
gaat hem nog niet zo lekker af

nu plotseling, zoals dat heet,
‘een nieuw publiek zijn werk ontdekt’
en hij na jaren lauw applaus
zomaar volle zalen trekt,

nu vier decennia te laat
zijn jongensdroom bevredigd wordt
door een gehoor van jonge vrouwen
dat stimorols zit bloot te kauwen

en in hun leuke startersflat
zijn bundel op het plankje schikt
tussen de ansicht van doisneau
en het cd’tje van piaf.

nu enkel nog de rietveldstoel
en het is af.


Martin Wijtgaard



wel een goed gedicht, hele aardige schets, maar van de cult is het gedicht niet. een aardig tijdsbeeld waar nodig wat cult doorheen moet.






Dansant voor gerijmde geliefden

De hele dag staarden wij uitzinnig
uit het raam en trokken thee als de
tranen van onze synchroonhuiselijke vrede
dit surrogaatgeluk om des avonds naar het bal

voor sterren en andere hemellichamen
te gaan dansten wij ons naar de top
van de prijzenvulkaan met de helden
van de Turinglotto want met een postzegel

op de juiste ansicht word je miljonair
zwermen we als motten om het licht
van Ilja’s geslacht en steeds een ander
meisje om mee de afgrond in te sleuren

alleen omdat je benieuwd bent hoe een berg
er van onder uitziet weet dat vallen
altijd nog kan zo lang je maar niet
misstapt uit je maatpak scheurt.


Jolies Heij


Weinig cult aan te ontdekken of ligt het aan mij. De ik wil zo graag gezien worden feestjes zijn zooooo gewoon inmiddels. Facebook live. Nee mevrouw heij gaat aan het voorgeschreven thema voorbij. Vroeger had je fabiola om de boel nog een beetje op te tuigen in amsterdam. nu loopt brummen uit in maatpak. Over het geslachtsorgaan van zweethoofd pfeiffer zullen we maar zwijgen. niet gek doen om op te vallen maar geadoreerd worden vanwege die exclusieve bijzonderheid die je eigen is. Criterium niet gehaald.






gerben

zijn naam betekent speer
van de beer hij is dus niet
meer dan een varkenslul
u weet zo een met een krul

die zich vastdraait
in de zeug ook
als zij tegen heug
en meug de poten spreidt

zijn piepend zwoegen
lijdzaam in het kleinste
gaatje ondergaat en blij is
als hij weer de stal uit glijdt


ml


aan het criterium – te excentriek, te bizar, controversieel of anti-establishment om door de meerderheid van het publiek te worden geapprecieerd – voldoet max met menig gedicht – en dit is er ook eentje. Voor cult ga je even goed zitten. Eens even kijken wie max vandaag te pakken neemt. En ja hoor daar gaat gerben de lucht in. Het ‘jaaaaaa verfpoppetjes…..’ klinkt niet veel later – zo vult max met sonore stem de ruimte. En zo trekken de klassieken een voor een voorbij. Het personage moet heel dicht bij zichzelf blijven – moet het vooral ook menen – en het selecte publiek (de ergernis voorbij) gaat er eens even lekker voor zitten. Max komt heel dicht bij de eretitel cultheld. Aan het criterium ‘”zo slecht dat het weer goed wordt” voldoet max echter niet, wil ie ook niet aan voldoen. Dat staat hem in de weg.









‘Heb je even voor mij’
hij plakt zijn wijsheden op tegels
in de veel te kleine ruimte:
24 uur

Zij vult in haar eentje heel Carré
twee hele avonden
lang zal ze leve
en iedereen zingt mee

Hij gelooft in haar en koos het luchtruim
Is nu een echte ster geworden
verlengd tot in der eeuwigheid

En hij mag ook weer
las ik gisteren in de krant
lekker op een bed met rozen
vlij ik me naast hem neer

morgen zet ik koffie voor hem
in die saaie koffiepot van V&D
en die bewaar ik goed


Anke Labrie
Bauer en afgeleiden van Hazes en Bon Jovi


een aardige poging anke. maar zo tussen de helden lerou en belmer word je vermalen kind – je had het niet slechter kunnen treffen met de plaatsing van je gedicht. je ziet dat de heren lerou en belmer dat specifieke en zo eigen ‘door alles heen’ die door alles heen mentaliteit tot op het bot beheersen – daar staan wij – wij kunnen niet anders – als onschuldige basisschoolkinderen bij te kijken.







Leed en ellende

Zij was er gedwongen met hem mee te gaan
zojuist van de schoolbank, bij moeder vandaan
Ach vadertje riep zij, wat heb ik misdaan
Wil niet met die man mee, hij staat mij niet aan.

Haar vader, één snodaard, hij lachte haar uit
Met hem zul jij mee gaan, jij wordt er zijn bruid
Hij heeft haar genomen met al zijn brute kracht
Zij kon zich niet verweren, zij was in zijn macht.

Negen maanden later toen kwam het kind er uit
In het stijfselkissie lag een kleine spruit
Toen vader dat hoorde sprong hij door een ruit
en kwam een meter lager in z’n voortuintje uit.

Leed, leed, leed en ellende
Pijn, pijn, pijn en verdriet
Het was in haar leven een bende
Met droge ogen zingen kan ik niet.


Ger Belmer



Het criterium lerou: Het personage moet heel dicht bij zichzelf blijven – moet het vooral ook menen – en het selecte publiek (de ergernis voorbij) gaat er eens even lekker voor zitten. – geldt ook voor ger belmer. Maar dan heel anders. Onze zangeres met een naam ger belmer gelooft zo erg in zich zelf dat ie erbij glimt. Hij vindt het zelf ook mooi! Neemt zichzelf bloedserieus. Is max lerou nog op weg – ger belmer is al bijna de vlees geworden cult held voor zijn publiek. Verder dan max en ger kunnen dichters niet uit elkaar staan. de instelling van ger levert op termijn toch de grootste kans op om door te breken als cultheld (buiten purmerend). Hoe trots hij ook is – nog steeds en overal waar hij optreedt te horen – dat hij ooit voor conny vanden bosch een nummertje schreef – draagt bij aan de nationale status die inmiddels in de purmer al is bereikt. Het – de definitieve cultstatus – wordt in gers geval wel een race tegen de klok. Hij zou daar een prachtig liedje over kunnen schrijven. In tegenstelling tot max voldoet ger ruimschoots aan het criterium: “zo slecht dat het weer goed wordt”. Bij ger vergeleken is max nog een kleine jongen.
Nee met ger zijn we niet ver af meer af van een definitieve cultstatus – hij voldoet óók aan het derde cult criterium – niet gek doen om op te vallen maar geadoreerd worden vanwege die exclusieve bijzonderheid die je eigen is.
Wel voldoen aan alle criteria van een cultstatus en dan nog die niet te hebben bereikt. tragiek! Zoveel droefheid maakt ger naar ik vermoed vandaag tot de enige echte en ware cultheld. Aan zijn gedicht kan het niet liggen.





http://www.youtube.com/embed/K72skS5JCGk






Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Laat een reactie achter