
Lang geleden ben ik ooit lid geweest van de plaatselijke badmintonvereniging. Het was de enige sport, waarvoor ik enigszins geschikt leek op dat moment. Mijn ouders hadden de suggestie gedaan. Ik was hier besluiteloos in mee gegaan. Het bood geen uitdaging en diende ogenschijnlijk geen enkel doel behalve badminton spelen. En dan elk jaar een toernooi spelen misschien. Ik kan me uit die tijd enkel Kees nog herinneren. Een irritante puber, die net wat ouder was dan ik. Een puistenkop die witte chocola at met gepofte rijst. Ooit zag ik hem huilen, toen hij zich bezeerd had. Dat vond ik vooral erg zielig. Op het irritante af. Na twee jaar mocht ik gelukkig stoppen van mijn ouders. Het verenigingsleven gaf mij geen enkel gevoel ergens bij te horen.
Twintig jaar later kwam ik terug uit Amerika met een aangewakkerde liefde voor vuurwapens. In Nederland betekent dat om te beginnen dat je het lidmaatschap van een schietvereniging moet verwerven. Daaraan ging een ondoorgrondelijke screening vooraf. Deze werd uitgevoerd door een schietinstructeur met een Death-metal shirt en een overgewichtige voorzitter. Tijdens het vraaggesprek kwam een onsamenhangende keur aan vragen voorbij. Het leek er vooral op, dat de inquisiteurs zichzelf aan het bevestigen waren in hun rol als verenigingsbestuur. Ik heb geen idee of ze iets over mij te weten zijn gekomen. Eénmaal door de ballotage kon ik na een aantal proeven van bekwaamheid en een theoretische overhoring toetreden als lid van de vereniging. Na mijn wekelijkse rondje schieten, deed ik aan de bar nog een drankje. Veel verder dan wat kletspraat met de barvrouw kwam ik meestal niet. Uiteindelijk leerde ik wel een aantal schutters oppervlakkig kennen. Daarvan staat me nog de verwijfde relatiegeschenkenverkoper bij. Hij bleek me nogal eens van nut als ik mijn dienst van baancommandant wilde verschuiven. Verder kon ik er niet veel sympathie voor opbrengen. Na het drama in Alphen aan den Rijn, werden de regels vanuit de overheid zodanig absurd, dat ik er na drie jaar het geweertje bij neer gooide en met stille trom, opgelucht afscheid nam van de schietvereniging. Ik was er klaar mee.
Dit jaar wilde mijn dochtertje gaan zwaardvechten. Daar was ik het mee eens. Maar dan zou ze zelf wel moeten uitvogelen waar dat beoefend kon worden. Dat had ze binnen een uur voor elkaar. Ze zette uiteen wat de lestijden en de kosten waren. We konden een introductiecursus Iaido van tien lessen konden doen. Ik vroeg haar of ze het op prijs stelde als ik mee zou gaan. Dat deed ze. Op een donkere maandagavond betraden we een kale sporthal in West. Daar werden we losjes voorgesteld aan onze mede-aspiranten en de instructeur. Wat me wederom opviel was de onduidelijkheid over het reilen en zeilen. Een bekend gevoel diende zich aan. Na enkele maanden begonnen de Iaido lessen me steeds meer te bevallen en voor dat ik het wist was het moment van de keuze daar. Stoppen of doorgaan. Bij mijn motivatie om door te gaan zou ook de keuze van mijn dochtertje belangrijk wegen. Tot mijn verbazing merkte ik, dat naarmate het moment van de keuze dichterbij kwam, ze zich steeds meer in zwijgen en ontwijkende antwoorden terugtrok. Toen ik het haar direct vroeg antwoordde ze dat ze niet verder wilde. Ze had het te druk met haar andere extra-curriculaire activiteiten. En als jong meisje voelde ze zich niet helemaal thuis in de groep. Ik probeerde ze nog te overtuigen dat ze juist heel goed in de groep lag. Uiteindelijk gaf ik maar toe dat ik het ook wel heel leuk vond om samen met haar een dergelijke activiteit te ondernemen. Met een wijze blik keek ze me aan en zij dat ze het snapte. Ik drong niet verder aan.
VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl