Abraham Von Solo over dwanggedachten op het franse platteland


Het was rond de twintig graden. Kwart over acht in de ochtend. De koperen ploert liet zijn kopje al boven de bomen zien. Binnen een uur zou de temperatuur oplopen tot vijfentwintig graden en een uur daarna de dertig over gaan. Maar nu was het nog mogelijk op een drafje met mijn trailschoenen over een grindpad langs de rivier te rennen. Slechts een paar dingen zouden deze idylle kunnen verstoren.

In de eerste plek andere mensen. Die zie ik liever niet in de ochtend. Ten tweede een valse, Franse plattelandshond. Maar de waarschijnlijkheid, dat die zou opduiken was niet heel groot en in geval dat, had ik nog altijd een mes bij ter verdediging, nog even afgezien van alle keien die langs het pad lagen. Er was één ding, dat ik vergeten was en waar ik niet op gerekend had. Na een paar kilometer zag ik tien meter voor me iets op het grindpad liggen. Een paar passen verder herkende ik wat het was. Een blauw pakje papieren zakdoekjes van het merk ‘Floralys’. 


Op mijn vakantie drie jaar eerder in de Auvergne ben ik daags na een hardlooprondje nog eens een keer met de auto terug geweest naar een plek, waar ik een PET-fles in de berm had zien liggen. Een dwanggedachte in mij, verplichtte me ertoe deze op te ruimen. Juist omdat het landschap zo mooi was en er geen zwerfafval lag. Op zich niet zo raar als je bij de Roteb werkt, maar alsnog ongemakkelijk. Als je namelijk alles wil oprapen dat je aan zwerfvuil ziet liggen en je daar dan ook nog irrationeel gedwongen toe gaat voelen, dan worden zaken wel erg gecompliceerd. Toen ik het pakje zakdoekjes zag liggen die ochtend, moest ik een keuze maken. Of toegeven aan mijn neurotisch complex, of kiezen me er overheen te zetten. 

Uiteindelijk koos ik ervoor om het pakje te laten liggen. Mijn gedachten sloegen natuurlijk eerst op hol. ‘Zou ik nu niet de hele vakantie enkel aan dat pakje zakdoekjes denken? Zou dit de enige herinnering zijn aan de vakantie die echt blijft hangen. Verlies ik hiermee een stukje van mijn ziel?’  En ga zo nog maar even door. Later die dag zat ik in de schaduw van een boom met een ijskoude Kronenbourg 1664 wat te delibereren met mevrouw en dochter Solo. Het ging over rare gedachten. Ik haalde de zaak met de papieren zakdoekjes aan. Als je dat in gezelschap doet, dan wordt zoiets al gauw grappig en wordt er milde spot mee gedreven. Dat gaf bij mij verlichting en het zware gevoel verdween. Uiteindelijk heb ik de hele vakantie tijdens mijn looprondjes niets ‘opgeruimd’.

Eenmaal thuis vergeet je dat soort voorvallen ook weer. Tot ik op de tweede ochtend dat we thuis waren uit de douche kwam. Bij onze kleerkast lag een pakje papieren zakdoekjes van het merk ‘Floralys’ op de grond. Ik heb het toen speciaal niet opgepakt. Drie dagen heeft het pakje daar elke ochtend gelegen. Na de derde dag was het weg. De rare gedachte besloop me, dat ik misschien wel helemaal niet op vakantie was geweest en alles had gedroomd. Dat het pakje ‘Floralys’ een constante in het algoritme was dat mijn geest vult met data, die me doet geloven dat ik van alles meemaak. Ik schudde mijn hoofd om het hersenspinsel te bezweren. Dat lukte. Natuurlijk was ik wel in Frankrijk geweest en natuurlijk berustte dit op, ongetwijfeld zeer verklaarbaar, toeval. Ik denk wel, dat dit hele voorval met het pakje papieren zakdoekjes verklaart, waarom ik gewoon ouderwetse, katoenen zakdoeken gebruik. Dat lijkt me logisch.


Abraham Von Solo
foto: theo huijgens
 

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Laat een reactie achter