4X GOUD – Cartouche, Grootscholten, Labrie en van Boeckel winnen de enige echte virtuele – NIET ZONDER JOU – trofee op pomgedichten punt nl – naar een regel uit het prachtlied ‘storm in een glas‘ van Trio Bier.
wedstrijd gesloten -het klassement is al gemaakt – ver voor de eindstreep is bereikt van half 11 – eren wij van hier 4 niet meer te overtreffen gedichten – 4X goud! dichters dankjewel voor insturen – de gouden dichters vandaag van harte! – goud voor Cartouche – met een waardig eerbetoon voor de dame met de paarse handjes – de lady van een nu door haar heengaan aangetast united kingdom – haar eenzaamheid onnavolgbaar vastgelegd. goud voor Etwin Grootscholten die met zijn gedicht natuurwetten aan de kant schuift – dit is nog nooit vertoond in de poëzie: een poëtisch maar tevens wiskundig bewijs dat er naast het niets wel degelijk nog iets van liefde bestaat – overblijft. Goud ook voor Anke Labrie voor poëzie waarin herinneringen opleven in het leven van alledag. en goud voor Rik van Boeckel die zo subtiel de liefde wist te plaatsen in de boven ons mensen gestelde ruimte. dank ook aan de mannen van Trio Bier voor die prachtige en ingehouden gezongen inspiratie “niet zonder jou’- ik ga ze binnenkort zien in de roode bioscoop. natuurlijk in de hoop dat dit nummer daar gezongen zal worden.

ik zou – ik heb ik u mogen kussen – u
gehandschoend zwart en wit, nooit open
en bloot, dichterbij komen was er niet bij
hoe hield u van dat spel, uw eigen stem
die minzaamheid, humor, ironie
gracieuze ongenaakbaarheid
ontwaarde ik – ik zag u naar de ogen
twee verloren zielen in een vissenkom*
jaar in jaar uit lopend over dezelfde
oude bodem – en wat we vonden
niets dan eendere eilandvrees, ik
wou dat u hier was,“my love”
nu bent u dood, bijna begraven
mijn voeten op uw aarde, de uwe op
mijn grond, twee zielen op boogafstand
aaneengeknoopt in edelijk hoog verband
ga in vrede heen en voort, moge u tot slot
de zinnen vinden die we lang ontbeerden
de koningin is dood, leve de koning, u en ik
queen and page for old times’ sake
die als geen ander weten hoe alleen
zijn is , hoe zeer wij ons missen
zoals adam pantokrators hand
zonder de uwe red ik het niet
geen dag, geen nacht
mijn lieve, Lillibet, dat ik te bedde ga
zonder dat jouw hand mijn lippen raakt
09-09-2022 / GV
*songtekstregel van de Doors uit “I miss you”
een zeer persoonlijk thema deze week – en ik leg geen beperkingen op – dit type gedichten kent nu eenmaal de noodzaak van alle geschreven regels – geen beperking – de noodzaak van over alle toppen heen schreeuwen als het moet – de zanger doet het prachtig ingetogen en bijna verstild – vertraagd mooi zijn ‘niet zonder jou’.
ja hij kan het wel Cartouche – als geen ander – de eenzaamheid en de triestheid van de grootste nu ter aarde met de dichter gedeeld – je moet maar durven – maar zo groot is het fenomeen – alleen zijn – nu eenmaal – het gaat ons allemaal aan – niet zonder jou – het thema betekent nu eenmaal in elk mensenleven nooit meer zonder jou. de zanger zingt zijn levenslied de dichter schrijft regels van tristesse. we krijgen met wie ons echt lief is en lief was nu eenmaal levenslang. na twee keer lezen ga ik voor dit gedicht op mijn knie-en.

voelen wat mist
en daar zijn geen woorden voor nodig
nul woorden
geen
het niks
ons niks dus
maar het is wel van ons
wie zijn ons
Etwin Grootscholten
laten we het voorgetoverde het minimalisme van grootscholten noemen. ik houd er wel van om de taal uit te kleden tot op het bot – en hier heel functioneel tot op het bot van de verloren gegane relatie – er is niets maar dan ook niets over van wat ‘van ons’ was maar wat van ons was is van ons. verleden en heden vloeien in elkaar over. natuurwetten gaan aan de kant: niets is toch iets – en dat iets is niets. buiten het niets bestaan de geliefden van toen. we lezen hier tevens een puur wiskundig bewijs dat dat nul ook 1 is. een wonder der natuur dit gedicht. ik zou wel een fotootje van haar (vermoed ik) willen zien.

samen één bed vanaf de start
totdat we ouder werden
nog steeds dezelfde kamer
Willeke aan de ene muur
Bob Dylan aan de andere
de hechtste band
die ik ooit heb gehad
had ik met jou
‘jij was de oudste, maar ik was de wijste’
werd mij al snel als kind geleerd
of dat laatste klopt
vraag ik me eigenlijk af
want zonder jou
was ik niet geworden wie ik ben
niet zonder jou
anke labrie
10-09-2022
een eenvoudige beschrijving zonder kunstgrepen met de tekening van het overleden en zo dierbare zusje. geen minimalisme, geen dichterlijke hoogstandjes, een beschrijving slechts van hoe het was (een selectie uit het leven) – maar het gedicht is van een in een bedrieglijke eenvoud uitgesneden werkelijkheid. in een selectie van een beperkt aantal simpele regels twee levens indrukwekkend getekend.

De leidende hoop is gedoopt
met wijwater van de zondvloed
zonder jou is er leegte van sterren
het badend universum waakt
zingt ons toe met genegenheid
verlegen kijken wij naar de stilte hoog
de maan fluistert ons lieve zinnen in
tot zonsopgang dromen laat dansen
op het ritme van de gevoelige snaar.
Rik van Boeckel
10 september 2022
in 9 simpele regels (wel met vervreemdende woorden: leidende hoop, badend universum) besprenkeld met ‘WIJwater van de zondvloed’ (goede vondst, nee briljant) beschrijft de dichter de immense locatie waarin en waaronder de mensheid huist – de geliefden huizen – zonder jou onder alle leegte van die sterren maar met de geliefde verlegen en met lieve zinnen. een echte rik van boeckel maar zo subtiel gehouden – dat ik mijn hoed in grote verlegenheid afneem voor zoveel moois. het wordt moeilijk vandaag met het vaststellen van de eremetalen.
- Elbert Gonggrijp – je bent er immers al. Ik hoef je niet te zoeken,
- Cartouche – ik heb ik u mogen kussen
- Rik van Boeckel – zonder jou is er leegte van sterren
- Etwin Grootscholten – het is wel van ons
- Vera van der Horst – iets dat zonder ons niet kan bestaan
- Erika De Stercke – is het thuiskomen in een kus
- Anke Labrie – ik met jou
wie wint de enige echte virtuele – NIET ZONDER JOU – trofee op pomgedichten punt nl? een regel uit het prachtlied ‘storm in een glas‘ van Trio Bier.
we gaan het lezen – zonder wie u niet – zonder wie u nooit meer – de ‘NIET ZONDER JOU’ – trofee op pomgedichten – het gedicht mag over de top – hoe ingetogen de zanger het lied ook zingt. het thema wordt duidelijk genoeg verwoord door de zanger – niets meer aan toe te voegen alleen de poëzie – u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20/25 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
JIJ
iemand die zegt:
je was lief voor me, die avond
je hielp me in het weten
hoe het was om naast je te zijn
in zo heel veel
in hoe je deed en altijd doet
die kleine gebaren
waarin je me voor laat gaan bij een deur
in hoe je naast me zat en keek
zo mooi – meer dan mooi
iemand die zegt:
dat er een liefde in mijn leven was en is
die bijzonderder is dan alle liefdes die ik kende
bijzonderder dan liefdes die ik in boeken lees
om elke keer weer te kunnen kijken zoals die eerste keer
iemand die zegt:
dat de stilte in mij waarop ik altijd terug kan vallen
daar waar verder niemand is
waar ik ooit alleen met me zelf sprak
iemand die dan zegt:
dáár ben jij en ga je niet
én dieper kan niet
dieper bestaat niet, lief
pomwolff

Mijn gisteren
Jij bent overal. Alsof ik je ooit kwijt kon raken – langzaam ken ik jouw
verleden, moet ik eraan geloven dat liefde oorspronkelijk blijft – die
onvergelijkbare vergelijking hoe jij telkens standhoudt terwijl ik je
niet altijd weet. Hoe ideaal is dan ons geluk. In de armen van
mijn gisteren bepaal ik je –
de tijd aanhangig te maken, de aarzeling tot aanraking tijdig te staken,
want wat let me. Jij bent mij het meest lichamelijke dat mij als eerste
overkwam. We hebben elkaar, dat is een feit. Uit duizenden jou
herkennen, jouw gezicht weer te zien. Wat geeft het dan als
ik denk je niet te kunnen vinden –
je bent er immers al. Ik hoef je niet te zoeken,
je bent hier waar je staat, waar je gaat – overal
waarin ik je zeker weet –
Elbert Gonggrijp,
Egmond aan den hoef,
woensdag 31 augustus 2022
‘je bent er immers al.’ de cruciale regel in dit gedicht – bijna op het lijf van de geliefde geschreven maar dan in het hoofd en met de pen van de verliefde. dichter neemt ons ademloos mee in zijn verwondering en overgave. ja dat is misschien wel het beste woord – een gedicht met overgave zoals de ware liefde ook overgave is. zeer persoonlijke overgave gedeeld met de lezer.

Niet zonder jou
Ik ben de zee waarop ik verdwaal en het bos waarin ik me verstop in holen, waar ik elk hazepad ken en dan zie ik een vogel en noem hem jij en jij maakt me blij
Ik loop in de nevel struikel al mijn benen
zie geen hand voor de ogen maar een hand in mn leven die mn hart vasthoudt zodat hij niet kan breken die hand ben jij
Ik zing van de herfst in hartje zomer
vlieg de herfst voorbij en dan maak je van de winter lente, je gooit alles onderste boven
want jij bent jij
En het is zo makkelijk dat het niet lijkt te kunnen dat hoog hoger is en diep dieper
met jou en je stiltes, liefdes en dromen
hoe meer liefde kan er in mij————–‐———————-
ineens was de liefde klaar voor mij
ik zag het niet komen en nu ben ik eraan
en het komt ook zo makkelijk
dat het niet mogelijk lijkt
als ik je niet voor me zie
weet ik dat je achter me staat
want je bent er altijd
Het is niets kortstondigs
als bliksem of storm maar iets
dat zonder ons niet kan bestaan
geef dat maar een naam lief.
Vera van der Horst
‘want je bent er altijd’ lijkt me de cruciale regel hier. het thema in een paar woorden beschreven. de inleidende schermutselingen heeft de dichter nodig om het tweede meer poëtiche en toch beschouwende deel van dit monsterlijk lang gedicht in te leiden. (maar dan spreek ik alleen van de lengte) – er is veel aan woorden op af te dingen – maar ik beheers me – dichter maakt duidelijk overmand te zijn door de eenvoud van de liefde en zoekt nog naar de juiste woorden om die eenvoud met de lezer te delen. vraagt zelfs de geliefde om het allemaal een naam te geven. ‘niet zonder jou’ is het antwoord hier lijkt me.

door windvlagen heb ik gezweefd
regenbuien zonder me vragen te stellen
genegeerd, in te kleine kamers geslapen
het ongedierte verdragen en naar insecten
gemept alsof mijn leven in cirkels draaide
me door modder geworsteld, lege magen
verzameld, naar zeep en water verlangd
en naar een bed waar veren geen gif
afgeven maar de slaap opwekken
zonder constant naar de tijd te gapen
nu ik in je armen lig, de geuren kan plaatsen
bij het gezamenlijke zweten zijn mijn vragen
grotendeels verdwenen, de mist min of meer
opgelost, is het thuiskomen in een kus
en zoveel meer zonder afspraken vastgelegd
de angsthaas is opgestoofd, gedachten van
zwaarte door spaarlampen beroofd, beelden
vervagen en ja, ik heb geen enkele reden om
te klagen, spring van ’s morgens tot ’s avonds
rond, ben bekaf, zelfs bij het ontwaken
wij, voor jaren, waarom niet, blijven samen
Erika De Stercke
‘nu ik in je armen lig,…’ is hier de cruciale regel neem ik aan – alles kan ik verdragen als jij bij me bent – de lezer krijgt een opsomming van vreselijkheden die dichter beschrijft als de geliefde niet de ware is of lijkt – maar dan – dan is het grote moment daar – de ware zoen wordt gegeven en alles aan pijn en ellende smelt als sneeuw voor de zon in een onmachtige winter – er is lente er is lammetjesliefde er wordt gedarteld en gesprongen. de wens ook – lezen we – de liefde voor altijd te laten zijn – in een samenzijn. ach het is er en was er voor ons allemaal toch. mooi zo. dit opgewekte lentegevoel. tussen ‘ongedierte, modder en gif’. de lezer moet er allemaal ook door heen. dat dan weer wel. bij elkaar wel het leven beschreven zoals het leven is of kan zijn in een de lezer toch ook omarmend gedicht.