- MartinB – wat ooit haar ogen waren
- Frans Terken – de geur van je haar
- Rik Van Boeckel – en toch blijf je
- Rob Mientjes – vanuit Café Weemoed Tilburg
- Ien Verrips- en toch..
- Luk Paard – me oge heb je al
- Conny Lahnstein – je was heb ik meegenomen
- Elbert Gonggrijp – met de moeite van weleer.
- Karlijn Groet – ik kan niet kiezen tussen winnen en verliezen – —Karlijn wijst ons en passant nog op het volgende prachtige foto streep poëzieboek met een van haar teksten:

wie wint de enige echte virtuele – over de weemoed die tot alles wel…- trofee op pomgedichten.nl ? – nou ja zoiets – lieve lezer, lieve dichter – de weemoed die een dichter tot in alle staten kan brengen – in vervoering – in een ultieme staat van verlangen of anders wel in die staat van zum tode betrübt – we gaan het lezen – van het gevoel en van de poëzie – we lezen het hier zo graag – u kent de tegels – nee de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
de weemoed die
we waren wie we waren
en dreven ooit op iets van wat ze ook wel
lichte oneindigheid noemen
later hebben we het
nog een keer getracht
nee nooit komt iets terug
de oneindigheid niet
de schoonheid niet en ook
de weemoed die niet triest maakt
niet
pom wolff

vrij hysterisch kutwijf
duwt me in de badkuip
slingert glazen naar mijn kop
mist altijd net
liefde is ook
een soort mikken
o wee hè!
die vinger dat gezicht
haar moeder in reprise
ik blijf rustig zitten
de deur is zachter
dan wat ooit haar ogen waren
maar het sluit beter
MartinB

Weemoed
Hoe het om zakdoeken vraagt
de keren dat ik wachtte tot je kwam
en jij maar heel even bleef
met droeve ogen zag ik je gaan
hoe de geur van je haar
zich nestelde in mijn neus
niet dat ik die steeds ophaal
maar weten dat die er hangt
ook zonder je te zien
maakt je al tastbaar
het aanraken van iets
dat rondom in de lucht zweeft
elke dag een verse lading
het drijft je dichter bij mij
© FT 21.11.2025

Hier mijn bijdrage voor het thema weemoed.
Over een voorbije relatie met een vrouw uit een ander land.
Met dichterlijke groet
Rik van Boeckel
De laatste kus
De taxi rijdt weg als in een film
het volgende moment
verdwijn je uit mijn leven
met de laatste kus
ik weet niet wanneer ik je weer zal zien
in mijn land en in jouw toekomst
een verscheurd hart zegt tot slot ‘ciao’
daarin is alles verwoord
de laatste kus dat was een weemoedige dus
de afscheidsdans het slotakkoord
ik kan het niet geloven je bent weg
en toch blijf je bij mij
kan het niet bevatten
alsof ik grijp naar wind.
Rik van Boeckel

Weemoed en pijnlef
Weemoed en pijnlefvechten om lijf en leed
spelen landjepik
hoofdpersoon
heel ondermaats
bevraagt
stand van zaken
van pijn en wee
moed en lef
om lief zijn
te bedwingen
de overloop
de emmer
de tranen
wellen op
in
ontieglijk verdriet
en
intens verlangen
naar dat alles
achter de wolken
pikzwart
Rob Mientjes
En passant wijst Karlijn ons nog op het prachtige foto streep poëzieboek met een van haar teksten: Het boek van Arne van Steenis is vorm gegeven samen met grafisch vormgever Patrick Jakari Sanders en verrijkt door tekst van Karlijn Groet, dichteres en zangeres.
Het boek vormt een donker geheel en is genaaid met een open rug, de zwarte garen met lijm zichtbaar als een rij van pennen van veren. Ook de cover is uitgevoerd in zwart. Stevig en tactiel waardoor het boek als object even mysterieus oogt als de kraaien zelf.
Fotoboek: We zijn hier / We are here door Arne van Steenis

weemoed
de verhalen zijn bekend
Adam en Eva, Romeo en Julia
van de liefde
het verraad
het verlangen dat ons drijft
de sleetse pijn die weemoed heet
tis alles reeds verteld
en toch..
Ien Verrips

” sprekend “
in me droom beeld ik
je op me netvlies
me oge heb je al met
me hart d’r in gedrage
ik kan mezelf nie blind late
me hart en ziel
de passie van de liefde
verzinke in elkaar
k’maan late we doen zodat
ik je met mij kan drage
zoas me oge spreke
en wacht nie langer
om me van jou te late
© luk paard
(’n fotootje met me hart in de oge dragend)

HET VEERTJE
Gemeenschappelijk eenzaam licht – zo her en der,
een melkstolp van een verloren verlangen, een
vroege geschiedenis – wit te zijn, zonder enige
vreugde of verdriet. Ik heb dit leven lief, maar
met de moeite van weleer.
Om mij heen niets dan vreemden – ik bemin
ze allen evenveel – de bomen met hun kale
takken, deze tuin in zijn zachte grijzen, dit
langzame monotone blijven.
Ik ben mij niet bij machte, ik wil meer zijn dan ik
wil – niet enkel jij of menig ander, ik wil voorbij
dit geheel. Even oud te kunnen worden, niet
mistroostig of triest – vond ik een veertje,
raapte ik het op –
Elbert Gonggrijp,
Egmond aan den Hoef,
vrijdag 21 november 2025

Toen de tijd daar was
Voor mijn vader
Het is niet de eerste keer dat we afscheid
namen, jij in je pyjama voor het raam terwijl
we naar elkaar zwaaiden, je stem te zwak
van inspanning die het uit bed gaan van
je vergde. Ik zie je daar nog steeds, ook
al ben je er allang niet meer
Je was heb ik meegenomen, die te grote
pyjama gehouden waarin ik elke avond
moest schuilen, ik nog niet kon huilen,
omdat het verlies te ondraaglijk, de film
tijdens elke was moest worden gedraaid,
steeds een stukje valer, de stof sleetser
tot ik in een rek een glimp bespeurde
van roze rozen en vergeet-mij-nieten,
de stof zo zacht en strelend mooi,
mij neuriënd toezong dat het tijd was
voor ons laatste afscheid en ik mijzelf
weemoedig hul in mijn nieuwe lente
Conny Lahnstein
22 november 2025
