de VON SOLO uit 2015

POMgedichten presenteert de donderdag column:
VON SOLO, FEAR AND LOATHING IN POWEZIE LAND!!!
Openhartige openbaringen van de Jeff Koons van de vaderlandse powezie.

Tien jaar geleden nam mijn carrière een vlucht. Ik was van baan gewisseld en trad toe tot de middenklasse. Er werd aardig op gepusht dat ik zou gaan golfen. Want iedereen deed dat. Uitgerekend één keer heb ik afgeslagen. Het heeft me nooit kunnen boeien. De nut en noodzaak om er sociaal maatschappelijk mee vooruit te komen ook niet. Golf is wat dat betreft passé. Nu hebben we hardlopen…

Deel 84. Road to nowhere

Intussen mag ik van tijd tot tijd borrelen met directeuren en managers. En zo kwam het dat ik vorige week met magistraal uitzicht over de stad een paar biertjes stond te drinken. Door een collega werd ik voorgesteld aan een paar managers die ik enkel kende van horen zeggen. Zij waren met een aantal directeuren in druk gesprek over hardlopen. En als directeuren praten, luisteren mensen. En praat men elkaar naar de mond. De directeuren hadden duidelijk hardlooplijven. Lang, slank en atletisch. Duidelijk niet aangetast door een veeleisend gezinsleven dat alle zelfontplooiing verstikt. De managers waren dat niet. Die waren wat ouder en licht gedrongen. Te weinig tijd aan zichzelf besteed. Maar dat maakten ze nu goed. Er werd gepraat over de marathon in estafette. En mentaal was ik al weer afgehaakt van zo weinig vreugde en zoveel ambitie. Toch luisterde ik nog even. Want dat doe je dan. En op een gegeven moment hoor ik één van de managers zeggen: ‘Ik heb eigenlijk geen hardloopconditie, wel veel uithoudingsvermogen, maar als ik veel hardloop gaan mijn knieën pijn doen.’ Hierop wachtte ik het moment van stilte af en sprak plechtig: ‘Ach, pijn is ook maar een emotie…’. Deze uitspraak werd met een langere stilte onthaald en met blikken als zag een team biologen een nieuwe keversoort die ze niet eerder zagen. De toon was gezet. Even later toen het over de Bruggenloop ging, die langs de nieuwe Markthal gaat, stelde ik voor om het dan niet ‘Operation Market Hall’ te noemen, omdat anders het risico te groot zou zijn dat ze misschien een brug te ver zouden lopen. Wederom de ongemakkelijke stilte. In mijn ooghoek zag ik de financiële man gniffelen. Die kende zijn klassiekers tenminste wel. Het bleek achteraf dan ook geen hardloper. Mijn kansen bij deze mensen ooit nog in het gevlij te komen had ik in ieder geval om zeep geholpen. Maar dat was allengs beter dan elke borrel weer die hardloopverhalen te moeten aanhoren.

En dan wat ik van hardlopen vind. Simpel. Iedere boerenlul kan het. Net als golfen. We zijn er op gebouwd. Korte stukjes tenminste. Als we tien kilometer hardlopen, dan geeft ons lichaam gewoon aan dat dat niet de bedoeling is. Als je dan nog verder loopt, dan luister je in ieder geval niet naar je lichaam. Grenzen verleggen noemen ze dat dan. En dan vraag je je af waarom iedereen zo gestresst is. Omdat niemand het meer rustig aan doet. Hardlopen om te ontspannen. Veel tegenstrijdiger krijg je het niet. Vroeger liep een enkeling de marathon. Tegenwoordig moet je hem wel gelopen hebben, of minstens op de bucket list hebben staan, anders tel je niet meer mee in gesprekken op borrels en verjaardagen. Het is eenvoudigweg een prachtig voorbeeld van nieuw Angelsaksisch populistisch proletarisme. Als je maar genoeg ambitie hebt en competitief ingesteld bent, dan kan je alles bereiken. Alleen jammer dat mensen dat dan niet gewoon toepassen op de gebieden waar ze talent voor hebben of voor in de wieg gelegd zijn. En kiezen voor het dogma hardlopen. Ze zouden ook gewoon muziek kunnen gaan maken, tuinieren, spelen met de kinderen, klussen of een gedichtje schrijven. Nee, liever lopen we onszelf massaal voorbij. Onder de streep blijft de sociaal maatschappelijke omgeving waar we in leven er nog steeds één waar eigenlijk alleen telt wie de grootste heeft. En dat laten de aapjes elkaar nu dan weer zien door heel hard rondjes te gaan lopen. Of zijn het schaapjes?

Ik begin er niet aan en ga er al helemaal niet harder door lopen. Momentum creëer ik wel op een andere manier. En toch loop óók ik soms achter de feiten aan. Ik vertelde mijn vader dat ik een smalende column over hardlopen ging schrijven. Hij wist me te vertellen dat dat ook al op televisie was geweest afgelopen weekend. Dat kon ik niet weten. Ik kijk net zo min TV als dat ik hardloop. Ik doe gewoon zo hard mogelijk waar ik goed in ben.


In the day we sweat it out on the streets of a runaway American dream
At night we ride through the mansions of glory in suicide machines
Sprung from cages out on highway nine,
Chrome wheeled, fuel injected,and steppin’ out over the line
H-Oh, Baby this town rips the bones from your back
It’s a death trap, it’s a suicide rap
We gotta get out while we’re young
`Cause tramps like us, baby we were born to run


(1975, Bruce Springsteen)

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Laat een reactie achter