DE VON SOLO van vandaag: ‘We worden beoordeeld op onze ‘shareholder-value’. ‘

Deel 323. Professioneel

Een verplicht verjaardagsfeest, bedrijfsfeest, netwerkborrel noem maar op. Mensen die elkaar eigenlijk weinig tot niets te zeggen hebben. Die voor het fatsoen elkaar wat obligate vragen stellen. Telkens dezelfde vraag. Niet: ‘Wie ben je?’ of ‘Wat vind je leuk om te doen’, maar ‘Wat doe je?’ En dan denken over het antwoord. Wat je doet? Men bedoelt vast welke dienstbetrekking ik heb bij een werkgever. En je antwoord dat dan. Degene die tegenover je staat, repliceert dat hij een succesvolle eigen zaak heeft met tien man personeel en weken van tachtig uur draait. Je voelt je klein worden.

Eigen baas van een succesvolle onderneming staat wel bovenaan. Daarna de medici, juristen en commerciële academici. Economen en politici draaien ook mee, maar dat zijn meer de parvenu’s. Dan de hele trits nietszeggende middenklasse banen. Met aan de onderkant de ambtenaren, leraren en het zorgpersoneel. Die brengen niets op. Die kosten alleen geld. Ergens daaronder bungelen nog de ZZP-ers. Mensen die geen baan konden houden en de ellende zochten, gestimuleerd door allerlei mooie valse marketing vanuit de UWV ‘s en werkgeversorganisaties. Je zou bijna vergeten dat er mensen zijn zonder baan. Tenminste…

Het is ziekelijk dat we op de sociaal maatschappelijke ladder worden afgerekend op onze kostendekkendheid. Dat we ‘wat op moeten leveren’ in termen van euro’s. We worden beoordeeld op onze ‘shareholder-value’. We zijn al zo ver gedegenereerd dat we elkaar er zelfs al op lopen af te rekenen. En onszelf een schuldgevoel aanpraten als we niet genoeg monetaire waarde vertegenwoordigen. Onze identiteit is gevormd door de economische waarde die wij en de wereld om ons heen aan ons toekent. Het is niet meer zozeer maatschappelijke verdienste, ecologisch activisme, medemenselijkheid, ethiek of esthetiek, die je waarde bepaalt. Het zijn enkel nog de euro’s. En het zit ons dieper onder de huid dan we zouden willen toegeven. Triple A en niet minder.

Een grappig bijverschijnsel is het volgende. Mijn moeder was vroeger huisvrouw. Dat kon, als je man voldoende verdiende. Dan kon je je dagelijks met huishouden en kinderen bezighouden. Ook kon je sporadisch een kopje koffie drinken met buren of naaste familie en op het gemakje een gesprek voeren bij de bakker of de slager. Er waren zelfs hier en daar slimme mannen die hun tijd ver vooruit waren, die zagen dat ook de vrouw de hoofdkostwinner kon zijn. Het was een luxe waar de huidige generatie jaloers op zou behoren te zijn.

Maar dit blijkt dus niet het geval. In die veertig jaar is er niet zo heel veel veranderd. Er zijn nog steeds, zij het wel wat minder vrouwen die onderhouden worden door hun echtgenoot, of het nou is binnen het huwelijk of via een vorstelijke alimentatieregeling. Maar huisvrouwen zijn er nauwelijks meer. Er zijn wel heel veel yoga instructrices tegenwoordig. En life coaches, wandelcoaches en orthomoleculaire geneesvrouwtjes. Meestal zijn ze op social media ook nog directeur of eigenaar van hun eigen bedrijfje waar ze de enige werknemer zijn. Tenzij ze het samen doen met nog een paar van dezelfde gesitueerden. Ze hebben het zo druk, want het huishouden doen ze er ‘ook nog bij’. Erbij ja. Want daar wil je niet op getaxeerd worden. We houden onszelf voor de gek met de naampjes die we onszelf en anderen geven.

Als iemand mij op een verjaardag vraagt wat ik doe, dan zeg ik dat ik dichter, columnist en cineast ben. Kijk maar op het podium, lees mijn columns, check mijn films en je weet dat het klopt. Mijn geld verdien ik als ambtenaar. Zo lever ik spreekwoordelijk een wederdienst aan de maatschappij voor de riante subsidie die ik maandelijks ontvang. En daar ben ik in zekere zin ook nog trots op ook. Maar ik weet ook, dat daarmee het gesprek verder gauw afgelopen zal zijn. Mijn waarde is te laag. En daarbij ben ik ook nog een klaploper.

Het is jammer dat het in onze ‘ranking the stars meets whatever next top flopper’ zo werkt. Het dwingt mensen in keurslijven, die niet zitten en daarbij vaak ook nog eens helemaal niet staan. Maar dat is natuurlijk puur een waardeoordeel van een lang vergane orde.

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Laat een reactie achter