Abraham Von Solo op het eiland: ‘Puck en Floris-Jan zijn sinds mei niet meer gezien. Wel een tuinman, die de tuin is komen doen op hun eilandje…’


VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
 

Deel 333. Eiland

De lente was van oudsher de tijd dat iedereen weer begon de zaken in orde te maken voor het seizoen. Bootjes meerden weer aan op de eilandjes in de Bergse Achterplas. Buren groetten elkaar en hielpen elkaar met kleine reparaties. Kinderen maakten de tuigage van hun kleine zeilbootjes weer in orde en maakten afspraakjes voor de eerste onderlinge wedstrijdjes ronde de eilandjes. In de avond fonkelden over de plas de lichtjes op de eilandjes. Zelfgemaakte hutjes op het veen, die van aanloop tot uitloop van het zonnige seizoen kleine paradijsjes vormden voor hele families, die dan op hun beurt ook weer een hele familie vormden van eilandbewoners.

Mijn buurvrouw van vierentachtig kijkt naar buiten door haar ruitje van enkel glas in een houten sponning, waar aan de buiten- en binnenkant de verf langzaam afbladdert. Haar man loopt krom over het eilandje met een jerrycan om het motortje van het bootje bij te vullen. Bij het belendende eilandje meert een sloep aan. Een grote, nieuwe, open boot met zo’n kabeltouw rondom. Wit met een Nederlands vlaggetje. Twee yoga vrouwen en een man in een polo met opgezet kraagje gaan aan land. Eén van de vrouwen ziet mijn buurvrouw en werpt een kushandje. Even later komt er een waterscooter aan gescheurd met daarop een zongebruinde man.

Op het eiland is het jaar daarvoor een uit de kluiten gewassen tiny villa opgetrokken in stemmig grijs, wit en zwart. Met een groot terras en aansluitend een aanlegsteiger. De glazen schuifwanden staan open en op het terras houden de mannen zich bezig met het braden van een côte de boeuf van slager Tol op de Green Egg BBQ. Ibiza lounge muziek golft over het water naar het eilandje van mijn buren. Puck en Floris-Jan heten ze. De nieuwe buren. Puck is lifecoach en werkt aan een reisroman. Floris-Jan werkt bij een grote verzekeraar en zijn functie is een afkorting, die blijkbaar een algemeen bekende functie beschrijft. Ze hebben het eilandje via een tussenpersoon op de kop getikt. Ver boven de vraagprijs natuurlijk, want dit is zó uniek. Ze hadden geluk dat ze de kans hadden. Iets met oude mensen en overlijden of zo.

Het is bijna juli. Vroeg in de middag. Mijn buurvrouw zit op haar vlondertje en kijkt over het water. Haar man zit er ook en is ingedut. Vroeger waren ze hier met hun vier zonen. Later kwamen daar kleinkinderen bij. Door de weeks werkt iedereen en is er weinig aanvaart. Maar in het weekend is het een komen en gaan van bootjes. Puck en Floris-Jan zijn sinds mei niet meer gezien. Wel een tuinman, die de tuin is komen doen op hun eilandje. Elke twee weken. En ook is er nog een schoonmaakster geweest een keer. Puck is op wereldreis, voor haar boek. Floris-Jan werkt ook veel en als hij tijd heeft vliegt hij Puck graag even achterna. Maar begin augustus komen ze weer naar het eiland. Beloofd. Zeker een weekend.

Geld koopt je alles. En geld kan je alles afkopen van degenen zonder geld. Onze buurvrouw weet het ook. Al die yuppen, die eilandjes kopen voor een paar ton en dan voor een paar ton een huisje op gooien om drie weekends per zomer zichzelf te bevestigen dat ze de rijkdom inderdaad voor zichzelf hebben. En het is niet dat het ze niet gegund is. Het is meer dat het zoveel anderen nooit meer gegund zal zijn. Waar vroeger families en generaties konden genieten van de gezamenlijkheid, is het nu een schaars goed voor de rijken geworden. Die met alles wat ze kunnen kopen hetzelfde omgaan. Ze consumeren en gooien weg, of laten verrotten. Maar oh wee, als je eraan durft te komen.

Mijn buurvrouw kijkt naar de vogels die aan en af vliegen om nestjes te maken. En met leven en wel wezen zal ze het seizoen weer zien veranderen na de zomer. Voor haar staat het eiland voor een stukje geluk en een schatkamer aan herinneringen. Ze vertelt ons erover, met twinkelingen in haar ogen. Die herinneringen houdt ze bij zich. Als een reddingsvest.

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Doe mee met de conversatie

1 reactie

  1. Het is een jaar of meer geleden dat ik nog eens in vuur & vlam schoot van een Solocolumn. Dit keer krijg je me weer (in vuur & vlam). Geld, daar koop je alles mee (weg). Geld, mijnheer, daarmee gaat alles rotten. Zo is dat maar.

Laat een reactie achter