Jako Fennek wint de enige echte virtuele zo groen als het gras groen is trofee op pomgedichten – Erika de Stercke zilver en Rik van Boeckel brons.

nog even langs de amstel gereden met de e-bike om het groen te controleren – en ja er was groen en gras en alles door elkaar heen aan de oevers van die altijd weer zo kwikzilverige amstel met zijn roeiers. en op de pom vandaag prachtige gedichten – jako deed de PC Hooftstraat aan waar zij grasgroen – niet voor hem maar voor haar vriendinnen. het grasgroen van jako goud vandaag. alle inzenders dank jullie wel – een dag als deze verdient mooie gedichten – en er waren mooie gedichten. impressionistische zelfs van erika de stercke zilver als het water van de amstel en brons voor rik van boeckel – van harte!
  • Jako Fennek zij noemt het graag pelouse
  • Frans Terken over groentje
  • Petra Maria over de geur van de jasmijn
  • Erika De Stercke op het groene, de koeien
  • Cartouche waren we koeien
  • Marc Tiefenthal De spar mag donker kijken
  • Rik van Boeckel een zwaan door groen
we houden het eenvoudig deze week – wie wint de enige echte virtuele zo groen als het gras groen is trofee op pomgedichten?

en er was gras
zo schaamteloos groen
dat er grond was
om aan te nemen
dat zelfs god zich schaamde


pomwolff


de dichters kennen de regels:
de gedichten niet te lang svp – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.

Hoi Pom,
Vandaag een keertje echt op tijd en niet op de valreep. Een wonder!
Ik doe overigens verdomd graag mee, maar het lukt me niet altijd. Het ouder worden heeft zijn prijs.
Wens je vandaag een fijne dag, zonnig als het zo wil.
Heb het goed, groet van Jako.

 
in gedachten
 
voor hem is gras gazon
zij noemt het graag pelouse
een woord nog in haar hoofd
van dagen in parijs
 
hij houdt van kort gemaaid
plaatst holes in de grond
voor een dagje golfen in de tuin  
met vrinden
 
als de heren zoet zijn
gaat zij shoppen in de pc hooft
met als doel
een grasgroen jurkje  
voor vanavond met de dames
 
jako fennek


wij van hier koesteren Jako en met hem Het Wonder – dat ook deze week weer verhaalt van het mondaine leven en van haar. we zien haar lopen in de PC Hooftstraat – in haar door jako beschreven jurkje – het is de eenvoud aan al haar goddelijke schoonheid meegegeven die hier hoogtij viert – hoe de peperdure amsterdam-zuid en zuidas-chique in jako’s poëzie met beide benen op de grond terug gebracht – paradeert in een grasgroen jurkje. prachtig gewoon – die onbeschreven hoge hakken ook.
 
Groentje

Laat mij de herder zijn
die je neerlegt in deze grazige weide
voer ik naïef als een groentje aan

bemerk ik in je ogen een blik
die eerder troebel dan helder is
om niet glazig te zeggen

jij vraagt wat de bedoeling is
maakt een gebaar van liever niet
dan met mij het perk te betreden

het gras al weggemaaid
voor ik een woord van verleiding
aan je voeten kan leggen

een boodschap van ziel tot ziel
in stil water gevallen en ondergegaan
blijft mij niets dan de afdruk in het gras

FT 25.05.2019


het is meer een blauwtje lopen – een groentje die een blauwtje loopt dat is het. de woorden ziel en herder in dit verleidingsspel laten de goede verstaander aan cornelis vreeswijk denken – de dat dat gras verboden was –  scene uit zijn bekende lied van de nozem en de non. maar als ik me het goed herinner gooide daar meneer agent roet in het groene gras en niet de dame.
ZOMER

kruin aan kruin liggend
kijken we de wolken voorbij
als verschoten klaprozen

onthoud de geur
van de jasmijn
en vraag mij nog eens
wat voor bloem is dit

want als de winter komt
zullen wij nooit meer
het gras maaien

Petra Maria


ik lag al naast je in de eerste twee strofen petra weg te dromen – kruin aan  kruin – uitgenodigd om vragen te stellen – en ik stelde de vragen – ik bleef vragen stellen en jij maar antwoorden – krijg ik plotsklaps de derde strofe als een deksel op mijn neus – de winter over me heen – dat gaat me echt veel en veel te snel in één gedicht. zo mogen dromen niet ineens bevroren worden. zo ga je niet met mensen om – niet met de liefde – niet met mij. koud hier brrrr.
Veldstress

Het hoofd boven het maïsveld
alsof hij de natuurkrachten met
zijn blik wil bedwingen

de koeien laten begaan, een stel
kauwen over de velden naar
een dak van avondrust

zijn handen volgen de wolken
dreigend in het oogstseizoen
hij blaast strontvliegen weg

Paardenbloemen overwinnen
op het groene, de koeien, loom
door zware uiers laten begaan

Erika De Stercke


ja dit gedicht bevalt me – een impressionistisch schilderijtje – die strontvliegen ook weg ermee – precies op het goede moment van de lezer afgeslagen. een rare engelse titel erboven – rare strontvliegen ook – zware uiers allemaal merkwaardige ingrediënten die bij elkaar gebracht een prachtig werkje worden. erika ga zo door. je kunt zo de galerie in. dit is poëzie.
Van heester tot spar
 
Wie loopt daar, wie drentelt hier,
blootsvoets over het gazon,
uitgelaten, haren in de wind,
kordaat en tegelijk gezwind?
 
De voetzolen slaan groen uit,
niemand slaat terug.
 
De heester ziet er niet naar om,
eeuwig groen is wat ik brom.
 
De spar mag donker kijken
en toch zo groen.
 
Nee, ik ben het niet.
Misschien was ik het ooit
of jij, wie weet.
 



marc tiefenthal


tiefenthal laat het in het midden. stelt zijn vragen – ik krijg even de behoefte om de eerste vraag in de eerste strofe te beantwoorden met – het is vreemde zeker die verdwaald is zeker – ja hoor grijze haren in de wind – het is sinterklaas kan niet missen.  onee het is de spar een omgekeerde evolutie heeft plaatsgevonden hier in het gedicht – de mens tot spar de dichter tot spar zijn geliefde tot spar. een heel bos bij elkaar.
 

Als gekende exoot
doe ik het vandaag
in tweeën, geen
hai- maar nepkoe


Jij en ik zijn één
soort woekerende exoot

I
Gras is eeuwig groen
de bal gaat rond, altijd voort
als gespannen draad
 
staan ronde palen
op de weg naar ooit een keer
een echte omhaal
 
uit je slof schieten
woest en in het wilde weg
            het doel zoekende
 
godenzoon te zijn
is alles wat we dachten
hoe snijdend de pijn
 
als de maaier komt
ons het mes in de hals zet
opslokt in zijn kooi
 
wij de geest geven
in een laatste siddering
het wit voor ogen
 
en hoe licht en groen
leven had kunnen lopen
in een weidegang
 
II
waren we koeien
met een goede melkopbrengst
van begin tot eind
 
op een groot stuk land
de vaste wisselspeler
voor- of achterin
 
maar wij zijn alleen
zus en broer, hoeders
van het onnoemelijke
 
bouwers van woorden
stallen om in te wonen
  groot in hun kleinheid  



gebogen ruggen
die overspannen willen
de smalle marges
 
van mens, plant en dier
tussen kunst- en levend gras
als veldgewas  gedijen
 
zo hard en zo zacht
groen als gras maar groeien kan
hoe zou dat komen?
 
25-05-2019
Cartouche


tuurlijk zijn we de noemers van het onnoemlijke – wij dichters cartouche – daar hoef je niet meer dan dertig jeaninehoedemakertjes voor uit je poëtische kast te trekken – had ik je zowel kunnen vertellen – wat de dichter met dit levenswerk wil blijft toch een beetje raadselachtig – de mooie taal woekert voort – als gras waar toch ook weer steeds de maaimachine overheen moet – hier wordt het menselijk tekort beschreven – het dichterschap dat dat tekort niet kan opheffen – de goede resultaten van ajax zijn cartouche een beetje naar het hoofd gestegen zo kan het ook gezegd.
 
en cartouche weet natuurlijk best dat we hier op de pom geen vragen stellen aan het einde van zoveel strofen – en zeker niet de vraag hoe het allemaal gekomen is – dan ben ik de hele zondag bezig met antwoorden – dat kan niet de bedoeling zijn. ik houd het kort. hoe het komt? omdat u dichter bent – dat is het antwoord.
Synthese in het park

In het park wandelt een zwaan
door groen als was het een stoplicht

dansen futen tegen achtergrond van wit
lelijke eendjes vertellen sprookjes

ze zullen nooit mooier zijn dan de pauw
de trots daalt neer op het gras

hun snavels kwetteren klanken
vleugels van hoogmoed

zwevend langs dampend groen
tillen de dageraad op

brengen haar naar de randen
van vertederende synthese.

Rik van Boeckel
26 mei 2019


ik dacht even dat de woorden richting foto-synthese gingen – de biologieles van weleer in poëzie gevangen – maar nee – het is een prachtig min of meer impressionistische voortzetting van het gedicht van erika de stercke hierboven. rik zou rik niet zijn als hij niet wat natuurgeluiden zou toevoegen – ik ga het rijksmuseum maar eens even bellen – een zaaltje van boeckel de stercke inrichten graag – mijnheer.

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Doe mee met de conversatie

2 reacties

  1. Groentje

    Laat mij de herder zijn
    die je neerlegt in deze grazige weide
    voer ik naïef als een groentje aan

    bemerk ik in je ogen een blik
    die eerder troebel dan helder is
    om niet glazig te zeggen

    jij vraagt wat de bedoeling is
    maakt een gebaar van liever niet
    dan met mij het perk te betreden

    het gras al weggemaaid
    voor ik een woord van verleiding
    aan je voeten kan leggen

    een boodschap van ziel tot ziel
    in stil water gevallen en ondergegaan
    blijft mij niets dan de afdruk in het gras

    FT 25.05.2019

  2. ZOMER

    kruin aan kruin liggend
    kijken we de wolken voorbij
    als verschoten klaprozen

    onthoud de geur
    van de jasmijn
    en vraag mij nog eens
    wat voor bloem is dit

    want als de winter komt
    zullen wij nooit meer
    het gras maaien

    Petra Maria

Laat een reactie achter