Erika De Stercke wint de enige echte virtuele – een beetje kleur aan het leven – trofee op pomgedichten – zilver voor Conny Lahnstein en brons voor Ien Verrips
ik ga helemaal stuk – geweldige werken deze paasweek voor pomgedichten punt nl – ga er maar aanstaan – eerst maar eens alle dichters bedanken voor de geboden dichtwerken. trots als bijna elke zondag maak ik straks mijn rondegang langs de amstel – langs de mooie meisjes in de rene brandhoff roeiboten – langs het standbeeld van rembrandt – langs het trimparcours van barbara baarsma, langs het vernieuwde maar gesloten Kalfje, langs de nijlganzen met de 6 kleintjes in het Amstelpark – nagenietend van jullie poëzie. en weet ik het al? waar het goud naar toe gaat. ik weet het al. één gedicht drong steeds dieper door – bijna genadeloos mooi. en zo beschreven dat je als lezer je uiteindelijk helemaal gewonnen geeft. Erika de Stercke heeft het goud verdiend deze week. de andere plaatsen zilver en brons zijn een beetje arbitrair. eervolle vermeldingen genoeg: het bijzondere ding van Paul Bezembinder, Lisan Lauvenberg met het indringende ziekenhuisgedicht zeker ook, Annagriet Diesman klasse, Max Lerou heel geestig. ja zo kan ik wel nog even doorgaan. maar ik kies Conny Lahnstein voor zilver – het paasverhaal geschreven – een prachtig moment – zoals een paasverhaal geschreven moet zijn ook in deze barre tijden. en dan hebben het brons nog over: voor het tere “fluistergroen” van Ien verrips. dank jullie allemaal wel! winnaars van harte.
Frans Terken – lente van witte blaadjes
Petra Maria – morgen het zachte grijs
Elbert Gonggrijp – dat uitzinnige prille groen.
Conny Lahnstein – hoe je paars maakt
Rik van Boeckel – rood niet van bloed of dood
Cartouche – geel en blauw zijn slechts een variant
Erika de Stercke – onze voeten op gouden bloemen
Vera van der Horst – Je bent niet geel of wit
Lisan Lauvenberg – van blauwe engelen en groene grazige weiden
Max Lerou – bonen in tomatensaus
Paul bezembinder – Grauw was de zee
Annagriet Diesman – fletse zinnen in dit braaklandschap
Anke Labrie – dansen op het ritme van de kleur
Ien Verrips – dat fluistergroen
René Hillenaar – een onbekende kleur
wedstrijd gesloten
Share This:
Gepubliceerd door Pom Wolff
Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman.
In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes.
Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'.
Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.)
'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.
Bekijk meer berichten
Doe mee met de conversatie
4 reacties
Dichter bij het raam
Dat er een prille lente
van witte blaadjes dwarrelt en
je een tulpenveld voorspiegelt
alle kans om kleur op te doen
het is nog geen pleister
op het hoofd vol bloed en wonden
al zingt de muziek een zuiver lied
van troost en mededogen
hoe het je naar buiten roept
jij in sereen licht dat om je heen hangt
een valkuil van dampende rust
drukt je met de neus tegen de ruit
zo ronddraaien op de vierkante meter
happen naar blauwe bellen die opstijgen
van de bodem in dit aquarium
ze borrelen op als vragen
waarvoor dit goed is
en dat het niet went
buiten de lentekleuren
hierbinnen jij en ik
langs de velden zwelt grauw de stilte aan in deze nacht.
bleke woorden kleumen op mijn lippen, oostenwind rukt er aan;
ik laat ze niet – los. ik hul mij in fletse zinnen in dit braaklandschap
dat vaal achter het geheugen van een kleurloze dag ligt,
over resten van wat pas nog morgen was. als de ochtend
straks weer tinten, als de kleur dan weer ontwaakt,
zou ik dan durven stiekem vragen: ga met mij mee
om te dansen, dansen op de regenboog
Dichter bij het raam
Dat er een prille lente
van witte blaadjes dwarrelt en
je een tulpenveld voorspiegelt
alle kans om kleur op te doen
het is nog geen pleister
op het hoofd vol bloed en wonden
al zingt de muziek een zuiver lied
van troost en mededogen
hoe het je naar buiten roept
jij in sereen licht dat om je heen hangt
een valkuil van dampende rust
drukt je met de neus tegen de ruit
zo ronddraaien op de vierkante meter
happen naar blauwe bellen die opstijgen
van de bodem in dit aquarium
ze borrelen op als vragen
waarvoor dit goed is
en dat het niet went
buiten de lentekleuren
hierbinnen jij en ik
© FT 10.04.2020
ROZE
de zon zakt vanavond
in vurig oranje
alsof zij geruststelt
dat morgen het zachte grijs
van de ochtendnevel
het leven weer zin geeft
maar vandaag
bedekt een deken van moeheid
als een polygoon journaal
mijn uren
dus kleur dat roze blosje
maar op mijn wangen
zoals jij dat kan
dichterbij dan ooit
petra maria
langs de velden zwelt grauw de stilte aan in deze nacht.
bleke woorden kleumen op mijn lippen, oostenwind rukt er aan;
ik laat ze niet – los. ik hul mij in fletse zinnen in dit braaklandschap
dat vaal achter het geheugen van een kleurloze dag ligt,
over resten van wat pas nog morgen was. als de ochtend
straks weer tinten, als de kleur dan weer ontwaakt,
zou ik dan durven stiekem vragen: ga met mij mee
om te dansen, dansen op de regenboog
lieve annagriet heeft u ook een foto van uzelve? ik zou deze zo graag ontvangen op pomgedichten@gmail.com