PETER BERGER aan het cement: ‘Nu eerst de handen in het vet want cement bijt venijnig. Nog steeds. Ongeblust. Olijfolie. Morgenochtend maak ik de klus af. Daarna genadig verder zweten. Gewoon lekker liggen. Pijnloos. In de wildernis. In de zon. Tijdloos. Totdat de avond valt. Tot de oranje maan…’


Vier zakken. Dacht je. Hoogstens. Je nam er vijf. Voor de zekerheid. Eentje te weinig. Alsnog. Het blijft een raadsel. Waar het blijft. Die zakken. Dat cement. In de muur verdwijnt het. Tussen stenen. Dat weet je inmiddels wel. Het verdwijnt altijd zodra je aan het voegen slaat. Als sneeuw voor de zon verdwijnt het. En toch steeds weer te weinig. Un seul sac. Keer op keer. Reden voor een ritje. Altijd leuk. Heen en weer. Op en neer. Grietje ronkt. Grietje knort. Ik geniet. Ik heb haar gemist. Crazy car.

De kassajuf heeft haar dag niet. Vandaag niet. Ze zaagt een rafelige glimlach en haar ogen lijken te klotsen in een poel van onbestemde tranen. Lippen dansen een tandeloze tango. Het hart gebroken. Snap ik. Douleur. Maar toch. Daarbuiten immers druipt de zon wellustig terwijl het hierbinnen, in de bricolage, onvervalst riekt naar gezaagd pershout en oude mensen. Er is niets. Morgen misschien.

Beter zwoegen in stinkende zon. Nat van zweet. De buitenmuur op zuid is trouwens een complete woning. Flatgebouw. City. Wereldstad. Muizen. Bijen. Hommels. Mezen. Borstjes. Zwaluwen. Mieren. Van alles woont er tussen de spleten en spelonken. De stenen zijn kriskras gestapeld met rauwe klei ertussen. Ooit. Klei zo uit de koude grond getrokken. Hier. Ook de stenen. En dat driehonderd jaar geleden. Okee. Tweehonderdvijftig dan. Ofzo. Mensenhanden. Tijd. Eva. Stof. Het is niet raar dus.

Wind. Regen. Droogte. Vorst. Spleten en spelonken. Steeds weer nieuwe. Gatenkaas.
De muur leeft. Gisteren de losse boel uitgehakt en vandaag was dichtsmeerdag. Waar het blijft is me een raadsel. Ieder jaar opnieuw. Vandaag is mooi geweest. Nu eerst de handen in het vet want cement bijt venijnig. Nog steeds. Ongeblust. Olijfolie. Morgenochtend maak ik de klus af. Daarna genadig verder zweten. Gewoon lekker liggen. Pijnloos. In de wildernis. In de zon. Tijdloos. Totdat de avond valt. Tot de oranje maan. Rien ne manque sauf la jungle.


Peter Berger

Share This:

Anke Labrie neemt deel aan de Kunst 10 Daagse Bergen, in oktober – vandaag haar gedicht ‘ditjes en datjes’ op pomgedichten punt nl

ditjes en datjes 


een kind maakt zich niet druk
om ditjes en om datjes  
totdat van lieverlee
een ditje vaak een dit wordt
een datje een grote dat
 
een slecht rapport
dat ene vriendje
het ontslag
 
later pas bij zijn dood
kwamen de hoofdletters
 
de gemaakte echo was een Dit
de uitslag bleek een Dat te zijn
de zorgen om de ditjes en de datjes
waren voorlopig wel voorbij
 
anke labrie
29-05-2022



 

Share This:

JORGE BOLLE wint de enige echte virtuele dit en dat zus en zo – trofee op pomgedichten punt nl – Jako Fennek zilver, Anna Eikelboom brons

Jorge, Jako en Anna Eikelboom Post deze week wat mij betreft in het zonnetje. GOUD. ZILVER en BRONS! van harte gefeliciteerd. Dank ook aan de andere dichters die werk inzonden. Vera welkom weer terug. Het thema evenwichtig aangepakt door Jorge , speels aangepakt door Jako, en min of meer vilein door Anna – dat we daarmee een evenwichtige en speelse bij tijd en wijlen zo nodig ietwat vileine zondag vandaag zullen beleven! wensen wij u van hier toe!

Mijn grote broer zorgde er op mijn zeventiende voor dat ik nooit ben gaan roken. Niet een sigaret, geen drugs, nooit. Zijn verkeerde trip hield mij de scherpst denkbare spiegel voor.

Mijn zus, die mij niet kent, zou ik willen vragen mij te zoeken. Met open armen zou ik je ontvangen. We zouden kunnen dansen in zee. Of elkaar een brief schrijven. Een brief die blijft steken in de tijd en ruimte van een onvervuld verlangen. En zo is het.

Jorge Bolle


een prachtig geschreven evenwichtig gedicht geschreven op het thema zus en zo. eigenlijk klopt alles aan de woorden. geen een te weinig geen een te veel. persoonlijk maar voor de lezer zeer invoelbaar gedicht. schrijf een regel als deze: ‘Een brief die blijft steken in de tijd en ruimte van een onvervuld verlangen.’ en ik geef mij gewonnen.
Hoi Pom,
steeds grenzeloos blauw hier en droog, griezelig droog. En veel zwaluwen, die in de lucht mug noch vlieg heel laten. Vreemde tijden. Maar dat houdt ons niet tegen er een fijne dag van te maken. En dat wens ik je. Groet van Jako.


licht

je zet het op papier
met een paar krabbels ernaast
hoe je het bedoelt

ze  zullen je meewarig aanstaren
er geen jota van begrijpen

je tikt met je vingers op tafel
ongeduldig en legt uit
dat ze het zwart of wit mogen zien
of dik of dun
dat het allemaal lood om oud ijzer is

er zal ze een licht opgaan


jako fennek

we lezen een erg aardig taalspel opgezet door Jako rond het thema zus en zo – niet zwart of wit, niet dik of dun maar wel lood om oud ijzer – een uitdrukking die zo het vergeten woorden item van de taalstraat in kan. een leuke en waardige afsluiting van deze luchtige – zo jako wil – lichte zondagochtendwedstrijd op pomgedichten punt nl – zeker gelet op de droge humor van jako.
Hi Pom, op deze zonnige zaterdag een kort gedicht over ditjes en datjes, moeders en zonen. 


Mijn kerel 

Als hij boos wordt 
echt boos, steekt zijn moeder 
uit Oud-West met vet 
Amsterdams accent 
als een volgroeide lintworm 
haar platte kop op: 
“En jij dit! En jij dat!” 
Wat een jeugd heeft die man gehad. 


Anna Eikelboom Post

als we toch in de klas aan het uitleggen zijn – zie het commentaar bij frans terken – dan nemen we dit gedicht er meteen ook maar bij. een fijne korte tekst – waar de een van zou kunnen zeggen maar dit is toch geen gedicht dit is een anekdote – de ander zou kunnen zeggen een gedicht mag ook een anekdote als uitgangspunt hebben. maar je moet wel oppassen dat de tekst niet TE persoonlijk bij de lezer overkomt. dat gevaar schuilt wel een beetje in deze tekst – maar wordt naar mijn smaak opgeheven door de kortheid van de tekst en de enorm geestige en vreselijk onredelijke uithaal richting schoonmoeder – zullen we maar invullen. geestig omdat schoonmoeders wordt neergezet als ‘een volgroeide lintworm’ zich door de tijd heen vretend – onredelijk in de zin dat volgroeide lintwormen met een plat amsterdamswest accent nog geboren moeten worden. en zie daar hoewel ze nog geboren moeten worden – treft deze dichter nou net het enig tot leven gekomen exemplaar! ja dat exemplaar moet dan wel een gedicht in. terecht.
  • Rik van Boeckel – zus en zo verlopen die tijden
  • Frans Terken – dat het zus of zo…
  • Anna Eikelboom Post – “En jij dit! En jij dat!” 
  • Vera van der Horst – t is dan weer dit en dan weer dat
  • Jorge Bolle – En zo is het.
  • Jako Fennek – dat het allemaal lood om oud ijzer is

wie wint de enige echte virtuele dit en dat zus en zo – trofee op pomgedichten punt nl? een uitgelezen gelegenheid voor de dichters om het een of het ander met ons te delen. zal het zus zijn of zal het zo zijn – wij van hier nemen u dit of dat echt niet kwalijk – én u kent de regels – die zijn duidelijk: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.

dit en dat zus en zo
 
ik weet wel
dat er achter een naam 
een mens zit of moet je zeggen schuilt
en daarachter weer een moeder
 
alles wat hij uitspookte
viel in het niet bij de eerste jaren
die in haar verankerde warmte
zijn eerste woorden
 
later zijn spoken words
over dit en dat
en zusje
het kind dat zij verloor
 
 
pom wolff
Pom, zus en zo zit het met het onduidelijke familie verleden dat naar Nederlands Indië leidt. Groeten Rik


Verborgen verleden

Zussen en broer en opa
vragen beantwoorden verhalen

het eiland Nias is de wortel
voor de kust van Sumatra

de stam van de stamboom
leidt naar ons verborgen verleden

in de lijnen van het nu
gedijen de zinnen met vraagtekens

zus en zo verlopen die tijden
naar 19e eeuwse familieband

de njais nimmer opgeslagen
in de piramide van de stamboom

waar het DNA toe leidt
de vraag hangt in onzekerheid.


Rik van Boeckel
28 mei 2022

rik verzorgt een adequate uitwerking van het ietwat onduidelijke zus of zo vakantiethema deze week op pomgedichten punt nl. met het onduidelijke familie verleden als uitgangspunt – wordt het gedicht bijna een scenario voor een goed bekeken televisie programma. met dichter  rik van boeckel als bewegend strateeg door de tijd. op weg naar de plaatsen en tijden van weleer.
De goede kant

Doe jezelf niet tekort
steek niet onder stoelen of banken weg
dat je met de hand nee éen vinger al
wil wijzen dat het zus of zo

dat je ergens steun zoekt
als het nog naar alle kanten open
er valt zo weinig over te zeggen
moet het als altijd zelf doen

en vraag het niet aan een dichter
die op zoek naar een pen in zijn tas graait
hij haalt slechts oude papieren boven
en stuurt je daarmee het bos in
waar richting ver te zoeken is

vinden hoe het de goede kant op
het hoofd er klaar voor maken
nu nog een vaste hand
en het verlossende woord

© FT 28.05.2022


frans terken kleurt de onduidelijkheid in met een duidelijk advies – de juiste weg vind jij zelf! dichters zijn daar niet voor uitgevonden. dichters doen daar niet aan mee. geestig is dat als en terwijl dichters ergens niet aan meedoen hier in het gedicht er toch aan meegedaan wordt.
weer eens een bewijs dat linksaf en rechtsaf – boven en onder – wellus en niet nietus, redelijkheid en onredelijkheid, 0 en 1  in de poëzie heel goed tegelijkertijd samen kunnen gaan. als je wil uitleggen wat poëzie is dan lijkt me dit gedicht als voorbeeld inhoudelijk heel geschikt.
 
Hoi pom, tot dieper inzicht kon ik vandaag niet komen, in dit kwakkelweer, dat ik het nog op durf te sturen…miss krijg ik verderop in de avond meer inspiratie, maar ik vrees van niet, want ik ga nu Dune kijken.

Tja

liefde is een theatrale trut
wil altijd uitgesproken worden
in plaats van er bedeesd te zijn

nooit kan ze stil de ruimte vullen
t is dan weer dit en dan weer dat
als ik haar daar op aanspreek
zegt ze doodleuk

ach je kent me niet

Vera van der Horst


aha onze vera weer eens terug op het vertrouwde dichtersnest dat pomgedichten toch ook is. blijkt er geen nest te zijn – zit je zo maar in een vrije val van die vreselijke webmaster bij wie je je nooit een moment veilig zult kunnen voelen. nou ja wat betreft zijn commentaar op ingestuurde werken. en zo is het ook. als je gedichten instuurt moet je ook tegen kritiek kunnen anders moet je de gedichten nog even in je eigen veilige omgeving houden. geef je je poëzie aan pomgedichten dan geef je je poëzie aan de wereld van de lezers. als ik van mezelf weet dat ik een briljant gedicht heb geschreven en het commentaar is vreselijk dan maakt de recensent zichzelf voor het leven belachelijk. lijkt me geen pretje. als ik een matig gedicht heb geschreven en de recensent legt de vinger op de pijnlijke wond dan moet ik daar blij mee zijn. zo ongeveer ook het goede advies aan onze brabanders. die nog wel eens webmasters woorden kwalijk nemen. ik denk aan een cartouche, een adelaar, een van der horst. hahaha. de tekst van vera zou door peter le nobel betiteld worden als een lekkere eenhapscracker – vermoed ik zomaar. ik vind het een hele geestige tekst – kan zo het cabaret in. ik lees ook in de tekst de droefheid van een clown. de hele wereld lacht over dingen die hij/zij aandraagt maar hem/haar zien ze niet staan in die hier in de laatste regel subtiel beschreven ellende.

Share This:

Yvonne Koenderman: “Schorum”

Ongetwijfeld kwam hij

net van de kapper.

gestyleerd haar en baard

met niet in het zicht

geweldige krul in snor.

Totaal anders 

als de man ernaast 

ondanks gezamenlijke 

polkadot die wat stug

de wereld achter glas

bezag en een hmmmm

voortbracht bij iedere

greep van de buurman

in de zak M&M’s.

Je zag hem denken 

vanonder de hoed

Schorem…

Yvonne Koenderman

Share This:

VON SOLO: ‘Het is de onverschilligheid, die onverschilligheid voortbrengt. Onverschillig is niet hetzelfde als geen verschil. Het verschil wordt enkel maar groter….’

Terwijl ik naar de supermarkt liep, zag ik aan de overkant, dat een bezorger hardhandig probeerde een pakketje door een brievenbus te proppen, wat klaarblijkelijk niet erg wilde lukken. Naast hem stond een identieke jongeman en ze waren blijkbaar aan het overleggen. Het waren Oost-Afrikaanse jongens, die, gezien ze met een hele grote witte bezorgbus onderweg waren, wel in bezit van een rijbewijs moesten zijn. Hoewel ik ook wel weet, dat in Oost Afrika de burgerlijke stand in bepaalde streken niet-bestaand is, waardoor vaak niet duidelijk is, hoe oud iemand nu echt is. De bus blokkeerde het fietspad, zat vol deuken en was vies. Ik meende het rood gele logootje slordig achter de voorruit geplakt te zien. Mijn vooroordelen maakten me moedeloos.
 
Jonge gasten, die uit ellende of op zoek naar een betere toekomst hier beland zijn. Die de hele dag pakjes in moeten laden bezorgen. Bij mensen, die wel het geld hebben om pakjes te bestellen. Dat zal hun niet overkomen. Ze krijgen per pakje betaald en dat is door de accountant van het pakjesbedrijf zo uitgerekend, dat het het laagst mogelijke loon is, dat nog uitbetaald mag worden. Maar eigenlijk is het te veel werk voor één persoon, dus daarom moet zijn neef ook meehelpen. Voor dat ene bedrag, dat salaris genoemd wordt, maar eigenlijk niet meer is, dan een ontoereikend, beledigend schijntje, voor een dienst, waar ze zelf nooit gebruik van zullen kunnen maken.
 
Op zondag hangen ze rond in de stad met hun lotgenoten. En kijken naar blonde meisjes. Meisjes, die in huizen wonen, waar het in de geschiedenis van de browser vol staat met Zalando, Amazon, Bon-prix, bol.com en wat dan al niet meer. Onbezorgde jonge meisjes, met mild bezorgde ouders. Niet bezorgd over hun meisjes, maar over hun energierekening of de wachttijden op Schiphol. Of wanneer dat pakje nou komt. En dan klagen, dat het boek, dat ze besteld hebben gekreukt door de brievenbus is gekomen. Wel op tijd overigens. Want het is de jongens inderdaad gelukt het pakje door de gleuf te forceren. Het zal niet het laatste en enige gleuf zijn.
 
Intussen voert men discussies over woke zijn. Betuigt spijt en wist het verleden. Doet yoga en bestelt een nieuw matje op yogashop.nl, of koopt het op Bali, na de wachtrij getrotseerd te hebben op Schiphol en een soepele overstap in Bangkok en een hemelse ontvangst in het paradijs. Terwijl de nieuwe slaven hier intussen weer in hun gammele bus stappen en bijna tegen de afgeragde bus met Bulgaars kenteken botsen, waar de gravers van de greppels voor de glasvezelkabels in rondrijden. Wat de Oostafrikanen en de Bulgaren gemeen hebben is de gammele bus en de onderaannemingsconstructie. Tot stand gekomen na een geheel legale aanbesteding door respectievelijk DHL en KPN. Beursgenoteerde bedrijven. Zij zullen hun handen niet vuil maken, maar besteden dat op die manier ook weer uit. Juridisch waterdicht.
 
Het is de onverschilligheid, die onverschilligheid voortbrengt. Onverschillig is niet hetzelfde als geen verschil. Het verschil wordt enkel maar groter.

VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST

Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
 
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl 

Share This:

die bijzondere vlinder van LOES ESSEN

Butterfly

Jij, in een kuipstoel
in de zon, waardoor
je schaduw op de grond
een zwarte vlinder leek

we lachten droevig naar elkaar
wisten wat de ander dacht
toen de ober aan je vroeg
wat je poison was

zwak, maar gretig, steeds
naar alles wat je lijf
nog aan leven op kon nemen,
nam je afscheid van New York

ik keek naar jou
vertraagde film in kleur
te midden van gehaast zwart-wit

het was geen hersenschim,
we stonden stil, we zagen hem allebei:
een grote witte vlinder
boven een veld van yellow cabs

alsof hij opvloog
uit een bloemenzee
en je vóór ging
– steeds hoger

waar hij voor eeuwig
uit het zicht
verdween.


Loes Essen

Share This:

Merik van der Torren: ‘Een klein koolwitje fladdert om de seringen, danst luchtig ballet…’

Een klein koolwitje
fladdert om de seringen,
danst luchtig ballet

Hoi Pom,
 In Tuinpark Buitenzorg wordt al jaren een poëzieroute ingericht. Op een paar plekken in het park worden
gedichten geplaatst van tuinders met betrekking tot Buitenzorg. De redactrice van dit gebeuren vroeg mij onlangs om een bijdrage. Dat zijn deze vier haiku geworden.
De vierde haiku is geïnspireerd door de zinsnede “Auf Flugel des Gesanges” door Heinrich Heine,
 
Groet, Merik



Vier haiku
( voor Buitenzorg )

 
Ergens verder weg
richten tanks verwoesting aan,
lees ik in de krant.
 
Een klein koolwitje
fladdert om de seringen,
danst luchtig ballet
 
knipoog van de zon
in fantastisch Buitenzorg,
klink op de vrede.
 
Op vleugels van zang
over zeeën en bergen
vind en zoek ik je.
 

Merik van der Torren,
15 mei 2021
 

Share This:

Peter Posthumus: …’sommigen moesten huilen…’

foto: Ruth Hoeck


Buiten adem stond ze stil
hield een tak vast
langs het pad

ga maar, doe jij maar
ik kom later

wat ik zo nodig doen moest
is vergeten
eerst zag ik de helikopter
daarna mensen op de binnenplaats
sommigen moesten huilen

nog even
zag ik haar gezicht
en later was
definitief nooit meer

Peter Posthumus

Share This:

Peter Berger in een jubelstemming: ‘Vandaag is feestdag. Straks zie ik alles scherp. Op Netflix. Tien films tegelijk als het moet. Glasfiber. Dat belooft wat…’


Vandaag is feestdag. Straks zie ik alles scherp. Op Netflix. Tien films tegelijk als het moet. Glasfiber. Dat belooft wat. Adieu! Vaarwel. Er komt nu definitief een einde aan het gewoonlijk nogal waterige beeld over de schokkerige connexion die me hier jarenlang met de bewoonde wereld verbonden hield. Snel. Sneller. Snelst. Einde mist. Dat moet ook want Suikerberg´s Metaverse rukt op. De monteur, die niet zonder trots in een kleine Renault hoogwerker kwam aanzetten, had zijn aankomst vanochtend vroeg al aangekondigd. Mondeling. Per telefoon op mijn nieuwe mobiele nummer. In onverstaanbaar Frans uiteraard. Dat ´ie al in aantocht was. Niet dat ik nou op een Frans telefoonnummer zat te wachten. Het is een kwestie van koppelverkoop. De man in de Orange winkel twee weken geleden liet er geen twijfel over. Doen!

Want met mobiel nummer erbij betaal je minder dan zonder. Bijna twee tientjes minder zelfs dan voorheen. Per maand! Meer voor minder zeg maar. En als Hollander ga je dan gauw overstag. Toch? Mijn trouwe Nokia heeft twee SIM slots bovendien dus alles kan verder bij het oude blijven. Of moet ik toch aan de smartphone? Met zo´n aanraakscherm dat niet voelen kan? Even niet nog denk ik. Laat die Metaverse maar ijskoud zitten. Voorlopig heb ik genoeg aan de ongekende snelheid van glasvezel. Het is in een uurtje gepiept. Klaar is kees. Fini. Ze waren met z´n tweeën trouwens. Die monteurs. In van die Franse werkman overalls die hier wel goed van schnitt zijn. Modieus bijna. Nu heb ik turbospeed. Sneller typen kan ik niet. Dat blijft aanmodderen. Maar downloaden kan nu zonder gemopper. Gamen ook. New horizons. Uploaden? Dat was voorheen mission impossible. Ik ga het meemaken. Vanavond nog.

Peter Berger

Share This:

gaat u ook aan de slam? stuur uw tekst in (het kader van) de enige echte virtuele….. op pomgedichten punt nl – Frans Terkens, Rik Van Boeckels en Anke Labries eerste schreden op het pad der slammers

vooraf maar eens een paar meer algemene opmerkingen over de slam en slampoëzie. zoals poëzie zich niet laat vangen in een definitie – fictie niet – laat ook slampoëzie zich niet vangen. gelukkig maar. poëzie is net zo veel en vaak een meisje als een duizendkoppig monster, net zoveel jongen als honderdduizend staalborstels zwemmend in een zee van woorden. kortom aan een definitie: niet aan beginnen.

een paar kenmerken laten zich wel benoemen. slampoëzie is performance-poëzie en vindt plaats in een directe interactie tussen zender en ontvanger: dichter en zijn/haar publiek. teruglezen is er niet bij dat betekent dat de teksten (zo u wilt de boodschap) toegankelijk moeten zijn. vaak zoeken slamdichters dan ook het rijm op – en/of andere rederijkers of raptechnieken. vaak ook wordt inhoudelijk gezien het moralisme in de teksten niet geschuwd. (dit of dat vinden we allemaal toch? – wordt er dan als het ware uitgeschreeuwd – de slammer zou ‘uitgemest’ of ‘uitgespuwd’ zeggen – grof en populair taalgebruik wordt niet gemeden: ook dat is vaak een kenmerk – behalve door meisjes die cursussen van de schrijversvakschool hebben gevolgd – die worden getraind in het vinden van spitsvondige vergelijkingen – je vinger een wortel! )

twintigers/dertigers vertellen graag een verhaal met uitgeschreven meisjes of jongensleed. S-10 komt niet uit de lucht vallen – eigenlijk is zij met haar nummer in de DIEPTE alles wat de moderne slampoëzie ook inhoudt – eigen persoonlijke ellende in een fraaie performance eenvoudig weergegeven. gooi over de eigen persoonlijke ellende nog een sausje van rap of van schrijversvakschool – tips en je hebt de slammer anno 2022.

slammers van mijn generatie – de fossielen – vragen zich dan ook vaak af – waar de poëzie toch gebleven is als er weer eens in een slamwedstrijd 3 of 4 minuten persoonlijk proza word gedebiteerd. tot zover enige ontwikkeling en enige kenmerken.

wat blijft is dat de dichters/slammers in een wedstrijd wel aandacht moeten hebben voor de uitvoering van hun slampoëzie en dat uitvoering samen het wedstrijdkarakter van de slam voor een leuk avondje en vaak ook spraakmakend avondje voordrachtskunst zorgen. en zo was het ook gisteren bij mijn afscheid van de slam in de VRIJBURCHTSLAM onder de bezielende zorg van Pieter. een afwisselend mooi avondje slampoëzie. niets meer aan doen – zo houden! SLAMMERS vernieuwen – getuigen – en performen en dienen zo de poëzie! het waren – het zijn – en het blijven helden.

  • FRANS TERKEN: over de hoofdschuldige die weer eens schittert door afwezigheid
  • RIK VAN BOECKEL: laat de woorden gillen
  • ANKE LABRIE: van die rappers heb ik niets te vrezen

gaat u ook aan de slam? stuur uw tekst in (het kader van) de enige echte virtuele….. op pomgedichten punt nl

u las het hieronder – de zaterdagavond doe ik het nog één keer – slammen – ik begreep dat ook vriend ROOP de vrijburchtslam zal bezoeken als deelnemer – nou ja dan is poëzie op die plek in het nieuwe amsterdam verzekerd. roop zeker ook bekend als genadeloos jurylid hier op pomgedichten in de zondagochtendwedstrijd – verder bekend als eiland/stadsdichter van Texel. en roops lieve levensgezellin leest u hier heel vaak op de maandag – KARIN BEUMKES is haar naam. zij is geen slamster –  zij is de beste dichteres van nederland. maar dat terzijde.

stuur uw tekst in voor zondagochtend:

gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  –insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.

en ik zal u zeggen waarom het geen of waarom het wel een slamtekst is. dat zal dan morgen zondag  gebeuren na een prachtavondje poëzieslam op VRIJBURCHT! doe ik er alvast ook een!

BUFFELS

ik maakte je knoopjes los
wilde dichter bij je hart
ik meende wat ik zei
er liepen buffels door mijn hoofd
ze graasden jou hun koeientongen
 
en dat ik je borsten tegenkwam
vond ik ook niet erg
 
als ze me straks de scan in duwen
zien ze denk ik wel die buffels
hoe is het mogelijk zullen ze zeggen
meneer wolluf! u heeft er veel te veel!
en dat het allemaal maar past
 
pom wolff

Uit de knoflookdialogen

Laat me met één gerichte opmerking
vrienden en aanverwanten plat leggen
ik vul m’n grote muil met gebakken rijst
uit een stevig Thaigerecht van de kaart

ze schenken er voor mij walsende wijn bij

adem diep in bij het aanhoren van al het leed
de notoire klaagzangen die aan tafel borrelen
haal een besmuikte lach uit de mondhoeken op
en hamer als een specht stevig op tafel

tot er een fles in glasgerinkel uiteenspat
wij zitten tot enkelhoogte tussen de scherven
zeg ik en wijs met de vinger naar de hoofdschuldige
die weer eens schittert door afwezigheid


trek nog de mond wijd open en geef de walm
alle ruimte tussen de gangen door
verspreid zo luchtig voor- en tegenspraak
onder de kroonluchters slaat de vlam in de pan


© FT 21.05.2022

laat ik de tekst als slamtekst beoordelen. slammer frans heeft dichter frans niet helemaal weten te elimineren: walsende wijn/notoire klaagzangen/besmuikte lach zijn toch een beetje van de poëzie. het verhalende is wel van de moderne slam – zie mijn uitleg – en met het woord ‘muil’ is frans de goede slamweg ingeslagen. ik mis wel iets van genadeloosheid – zeg maar ze moeten omvallen van de walm – we gaan niet voor niet minder in de slam. de dik gedrukte regels kunnen zo een slam tekst in. als frans nog een week oefent kan ie ook zo de slam in.

Dichtslam Rap

Slammen is woorden in de oren klemmen
op de veroorzakende oorwurm stemmen
een prijs winnen het gevolg van goede zin

twee prijzen is het publiek beminnen
vervolgens naast de schoenen lopen
 met het hoofd in de volle glorie 

ga eens housen en dicht op die beat
dit ritme van ’t moderne levenslied
doe de dichtslam rap met een open klep 
ga zo de slagen en de reizen rond

laat de woorden gillen zo de oren trillen 
 niet als een slak doch met speels gemak 
met expressie nee niet zonder
een vulkaan van vurige woordenwind.


Rik van Boeckel

klemmen/stemmen – beat/lied zijn goede slameffecten – met ‘laat de woorden gillen’ heeft Rik de slam wel goed te pakken. de boodschap van het gedicht is me niet geheel duidelijk – er zit wat goede raad in de tekst en ietwat moralisme – niet ongebruikelijk in de wereld van de slam – ik zeg nog twee weken oefenen en rik is een slammer. lezen we van hem een genadeloze afrekening – dan wel – gelet op riks altijd positieve persoonlijkheid – een himmelhochjauchzend eerbetoon aan weer en wind en woord – maar dan in een gillend vulkanisch verantwoorde vurigheid aan woorden schoon.


Ha Pom,
 Deze parodie schreef ik jaren geleden eens. Het raakt enigszins aan het thema en is wel geschikt voor een podium, merkte ik vroeger, dus toch maar mailen.

(Ik dacht er weer aan toen ik onlangs bij Vertaalwedstrijd op fb  ‘opperrapper’ werd genoemd n.a.v. mijn allereerste vertaling van een Amerikaanse rap, leuk, waarmee ik in de prijzen viel.)
Mooie column van jou rond het slammen. Het was vast een mooie avond.
 
Hartelijke groet,
Anke



De rap en het sonnet

Wordt het sonnet al door de rap verdrongen
lelijk gedreun in plaats van mooie klanken?
Hiphoppend staan die dichters op de planken
hoe er hier met de taal wordt omgesprongen…

Woorden half gezegd en half gezongen
Spraakmakende taal, allemaal te danken
aan de straat en nergens aan de schoolbanken
waar echte dichters ooit ’respect’ afdwongen

Maar van die rappers heb ik niets te vrezen
hun motief is primitief en agressief
Zelf zit ik in een perk poëet te wezen

schrijf daar prachtige sonnetten voor mijn lief
die ik haar mooi op toon dan voor mag lezen
Daar vind ik weerklank, daar ligt míjn motief



Anke Labrie
(lang geleden)

een zeer toegankelijke tekst en op rijm – én badinerend én een stevige afrekening als boodschap – je zou zeggen een prima slamtekst – niet helemaal cabaret. want daar moet de slammer vanaf blijven. cabaretiers zijn beter in cabaret – zij richten zich op de lach – dichters en slammers op de kracht van de taal – tenminste zo zou het moeten/kunnen. en toch mist de tekst iets. de tekst is TE netjes. zeg maar een tekst niet van de straat. net TE keurig voor een slammer. als Anke weer de straat op kan na covid komt alles goed – ook de slammer in haar.



Share This: