MIRJAM AL neemt afscheid van Merik van der Torren
ik schreef eerder al bij het overlijden van merik dat de woensdag nog een tijd van merik blijft. onze vaste columnist op de woensdag. mirjam AL die een half leven lang met merik – op poëtische wijze optrok zal samen met vera jongejan de woensdag op ‘de pom’ gaan verzorgen – zo af en toe zal merik langskomen en zijn goedkeuring ons toeknikken. zo zal de woensdag zijn. ik zal vanavond met bjorn van rozen op de boot ‘het einde van de wereld’- de boot van catelijne – een eerbetoon brengen aan de dichter van amsterdam, de dichter van de pijp, de dichter van amsterdam zuid, de dichter van eijlders, de dichter van ruigoord, de dichter van zaal 100 – etc etc aan merik de dichter van ons!
Voor Merik
de zon ging onder
de maan lichtte op
sterren twinkelden in het universum
al slapend ging hij op reis
’n koffer met herinneringen
’n lege tas liet hij achter op de laatste halte
voor het hemelsblauw zich openbaarde
zo helder en doodnormaal
doe de gordijnen open en kijk in de verte
er is geen weg terug
en in zekere zin is dat maar goed ook
wij allen zijn op weg naar de Oase
die misschien ’n fata morgana is
we weten het niet
Merik nu wel
dat hij in vrede zal rusten
Shalom
Mirjam Al
Peter Posthumus – nee dat niet…
laat hij haar in het donker staan? alles rook naar eeuwigheid.
je weet het is eens in je leven
en het komt nooit meer
– nooit meer zo –
een bankje aan de rivier
met uitzicht op
het maakte niet uit
alles rook goed
alles naar jou
alles naar eeuwigheid
pomwolff
Karin Beumkes: ‘ik ben beslist geen open oase vader…’

Het is grijs op Tessel en de lichtjes zijn allemaal aan, Onze kat heeft het goed bekeken en ligt verder vredig. Ons huis een oase en dat voert naar een gedicht.
En hier is het november, zelfs op de kalender zijn contouren te zien van grijstinten en vogels
ees mijn gedicht en geloof in liefde en de dagen van december, net zo waardevol.
Liefs Karin.
Dijk van opzij
Stofplaats op schaapscheerdersgrond
waar een keutel makkelijk maansteen wordt
ik ons voor de grap uit de linkerdroomduim zuig
lam ben van klappen in mijn handen nu
de kudde stuift een losse steen
doet taal verzinnen.
Ik kan je wegkrabben uit alfabedden
hier ook blijven tot wind is aangewakkerd
iets van a naar b verzetten en als ik regen vang
een waterplaats openen.
Vergelijk me daar hoe de dijk mij
nietiger en kleiner maakt
het maakt in leegte niet langer uit
ik ben beslist geen open oase vader
dat weet je zelf ook.
Karin Beumkes
deze week geen wedstrijd – pom & bjorn woensdag op het einde van de wereld – 20 uur 30
1
ook al staat de zon in het oosten – een nieuwe dag begint – en hoewel alles hetzelfde lijkt – en hoewel alles lijkt te kloppen – ‘ik voel alleen niet meer hoe het was’- vrij naar bjorn voor rozen – dit moois bewaren we voor ons optreden aanstaande woensdagavond op de boot van Catelijne – 20 uur 30 – als je mooi wil horen kom ook genieten.
2
deze week geen zondagochtendwedstrijd – de kleine van drie uit berlijn komt opa’s amsterdam een weekje mooier maken en hij neemt zijn zusje Liva mee – die amsterdam voor het eerst aandoet met haar drie maanden. opa pom gaat aan de P – de p van pizza, pindakaas en pannenkoek – de P van opa pom een dagje patat wellicht nog wat poffertjes. nou lekker dan! zullen zijn ouders roepen – u begrijpt het – het wordt druk – maar het setje woensdag met bjorn is werkelijk prachtig – beginnen we daar en dan met een eerbetoon aan merik. en zie daar dan het leven zoals het leven is: alsof niet iedereen verliest.
je weet het is eens in je leven
en het komt nooit meer
– nooit meer zo –
een bankje aan de rivier
met uitzicht op
het maakte niet uit
alles rook goed
alles naar jou
alles naar eeuwigheid
pw
je weet het is eens in je leven en het komt nooit meer – nooit meer zo – een bankje aan de rivier met uitzicht op – het maakte niet uit – alles rook goed – alles naar jou – alles naar eeuwigheid
DITMAR BAKKER vertaalt! sonnet 12 – ‘Sonnets From An Ungrafted Tree’ van Millay

Mijn felicitaties met je tweede kleinkind. Ik begreep dat het in Berlijn het levenslicht zag, en er zijn slechtere plekken om dat te doen ter wereld.
Geluk is een vreemd ding; geluk is gevaarlijk; een zeepbel, heb ik ook weleens horen zeggen. De reeks ‘Sonnets From An Ungrafted Tree’ werd, al experimenterend, door Millay gemaakt, en, tja, grossiert in prachtig leedwezen, denk ik.
De reeks behelst het ziekbed-en-sterven van een man, bezien door de bril van zijn vervreemde wederhelft, die terugkeert naar hem als hij ziek is (ondanks het feit, dat zij niet van hem houdt, wat dat dan ook precies moge zijn—hier verwijs ik graag naar het andere werk van Millay) en hem verzorgt tot het eind. Ik stuur je de oorspronkelijke sonnetten en hun schaduwrijke fluisterstem in het Nederlands toe. Geniet, of niet!
Veel geluk met Liva, en veel geluk voor haar.
Liefs! Ditmar Bakker

XII.
Destijds zachtaardig, of ze een kind met
kwaaltjes voedde—zij beurde op en trok
hem op wanneer, met koorts, hij lag in bed—
en ze zijn handen klemde om de mok,
was ’t lichaamskracht die zij haar gade schonk,
denkend aan mannen—hulpeloze schapen—
totdat hij dan uiteindelijk in zou slapen
maar draaien bleef, terwijl zijn stem nog klonk.
Op zulk momenten floot, als was ’t een vriend,
een trein op ’t spoor, ver weg en onvoorspelbaar,
betoverend: haar geestesoog ontelbaar
steden in een wond’re wereld ziend
ver van waar zij lag—en toch zo dichtbij,
niets scheidde hen, dan iets dat naast haar sliep, en het gordijn.
XII.
Tenderly, in those times, as though she fed
An ailing child — with sturdy propping up
Of its small, feverish body in the bed,
And steadying of its hands about the cup —
She gave her husband of her body’s strength,
Thinking of men, what helpless things they were,
Until he turned and fell asleep at length,
And stealthily stirred the night and spoke to her.
Familiar, at such moments, like a friend,
Whistled far off the long, mysterious train,
And she could see in her mind’s vision plain
The magic World, where cities stood on end …
Remote from where she lay — and yet — between,
Save for something asleep beside her, only the window screen.
Ditmar Bakker vertaalt
Ton Huizer: A night at the Poets Club
VON SOLO en de midlife

Dit relaas gaat niet over jou. Het gaat over iemand anders.
Je moeder heeft altijd goed voor je gezorgd. Op haar manier. Je bent beschermd opgevoed in een klein dorp in de provincie. Door je beperkte lichaamslengte was je op de lagere school een makkelijke prooi voor grotere en driestere jongens, die hun vermogens tot intimidatie moesten uitproberen. Op de middelbare school probeerde je je daaraan te ontworstelen. Je stelt je wat agressiever op en smeedt de nodige bondgenootschappen met grotere jongens. Dat helpt. Je doet wat aan vechtsport, maar blinkt nooit uit. Je mist de discipline om je er echt toe te zetten. Het gaat vooral om het beeld dat je schetst van jezelf, dat je heel wat bent. Alles om maar niet lastig gevallen te worden. Onder de streep heeft het allemaal geen zin. Je voelt je er uiteindelijk alleen maar een acteur bij, wier talenten onopgemerkt blijven en altijd tot het land der fabelen blijven behoren.
Je leest boeken waar Hemingway de held is. Henry Miller de man, die alle vrouwen weet te strikken. En Bukowski de man, die al het bier in de wereld op kan zuipen. Je modelleert je naar die mannen. Probeert het op je eigen manier na te doen. Vecht, flirt en zuipt. Alles marginaal en met wisselend tot weinig succes. Maar je moet wat. Dat gaat zo jaren door. Je maakt jezelf wijs, dat je een hele vent bent. Dat je gelijk hebt. Dat jouw manier van leven is, zoals het bedoeld is. Je overweegt zelfs nog in het leger te gaan, maar dat doe je niet. Door je slechte ogen maak je namelijk geen kans bij een heroïsch onderdeel te komen. Zo mis je de oorlogen in de jaren negentig en de begin twintigste eeuw. Dat wat alles echt had kunnen maken.
Uiteindelijk ga je zelf kinderen maken. Je doet het zoals je ouders het deden. Als ze klein zijn bescherm je ze zoveel mogelijk. Om ze wat te leren ben je streng. Je wordt boos als je denkt dat dat helpt. Je voelt je waardeloos als ouder. Niet iemand waar men naar op kan kijken. Ook je partner vraagt zich soms af, wat ze ooit in je gezien heeft. Misschien de rimpeling in het oppervlak van de tijd, waar alles anders had kunnen zijn. Je kinderen worden ouder. Zelf word je het ook. Je betekent voor hen niets meer, dan een slechte herinnering aan wat een fijne vader had moeten zijn. Jij en je partner slapen aan elk hun eigen kant van het bed. Je helden en je grote voorbeelden zijn dood, bejaard of van hun voetstuk afgevallen. Er is niets meer om je aan te spiegelen en alles dat daarin houvast bood, is voorbij en gegaan. Je bent nooit de held geworden, die je had willen zijn.
Als niemand je ooit heeft geloofd, kun je dan eigenlijk wel spreken van een bestaan?
VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl
we kunnen op de woensdag voorlopig nog even niet zonder merik – met een gedicht van lucienne köhler aan merik

merik stuurde altijd op dinsdagavond zijn bijdrage per mailbericht voor de woensdag op deze site. vorige week stond in het teken van zijn overlijden hier op de pom. we hebben nog wat tijd nodig om te wennen – een woendag zonder merik. ‘van mij had je mogen blijven…’ schreef ik op een briefje. nog een paar woensdagen blijft merik gewoon nog hier.

Winter
Het wintert gramstorig in de vlakte.
Vlagen ijs bijten zich vast.
Dan breekt de dooi de knellende band,
nog verstoppen zich de kleuren,
maar ergens in dit verwaaide land
heeft een hand een bloem gestrooid,
decoreert stilletjes het barre tij
en grondvest het idee voor later,
waar de zon lachend op zinspeelt
Merik van der Torren

Poëtisch Reveil
Zoals straten regen opzuigen en
het spiegelend oppervlak
langzaam terug in de grond verdwijnt
vaagde jij uit
Een laatste gesprek
werd een monoloog
bij gebrek aan tegengeluid
maar zo was het eigenlijk altijd;
als een ander iets zei
raakte jij je woorden kwijt
en keek je naar de wereld
zoals een dove naar lippen
en gebaren kijkt
Alsof daaruit iets te ontcijferen viel
dat zich doorgaans
aan het menselijk oog onttrekt
Een papieren werkelijkheid
die zich hult in maanlicht
en zwijgt
Lucienne Kohler
Opgedragen aan
Merik van der Torren 1956-2023 –
