Vera van der Horst wint de enige echte virtuele – praat nou eens rustig in uzelf en laat ons mee lezen – trofee op pomgedichten punt nl 

die alles en iedereen verwoestende subtiliteit neergelegd in die laatste regel van haar gedicht is zo onontkoombaar deze week dat het goud wel vera’s kant op moet gaan. goud voor mevrouw van der horst daarachter in dat eindhovense. zo ‘is elk gedicht een metafoor voor hoe ze zal beminnen.’ ja prachtig en van harte. dank natuurlijk ook aan alle dichters die werken inzonden.

Doornroosje

Er slaapt een dichter in me
droomt de wereld zo volmaakt
zoals de kleuter zag

geen weet meer van de aarde vol met shit,
die van slachtoffers beulen maakt
waar het leven dat je denkt te kennen
niet bestaat

daar is het waar de dichter in ontwaakt
zoeken alle zinnen naar waarachtigheid
en is elk gedicht een metafoor voor
hoe ze zal beminnen.


Vera van der Horst


dichter is een meester in het opwerpen van regels die bijna genadeloos en zeer zeker subtiel – ‘nebenan’ zouden ze in  duitsland zeggen – het ontembare verlangen naar liefde in een derde persoon aan de lezer voorbij laat zweven – als aerosolen: ‘..elk gedicht een metafoor voor hoe ze zal beminnen.’ –

nou ja dan had er moeten staan voor hoe ze wil beminnen. het is dus nog erger – we lezen over een onstuitbare beminbehoefte van een derde persoon want hoeveel gedichten zijn er wel niet? en dat doornroosje sluimert in de eerste persoon zoveel is hier zeker en dat ze door de lezer wakker gekust moet worden. niet gek voor een dag in de week als de zondag ook is – maar weet waar u aan begint lieve lezer. aerosolen zijn  aerosolen – voor je het weet ben je met een onbedwingbaar virus besmet. want tegen beminnen hebben ze nog niets uitgevonden.
 
  • Rik van Boeckel in de vroege ochtend
  • Frans Terken op de dijk
  • Ton Huizer waakt waar wordt gedroomd
  • Cartouche tussen waken en slapen
  • Vera van der Horst hoe ze zal beminnen
  • Anke Labrie binnen in mij
  • Jako Fennek in mijn volkstuin
  • Ien Verrips ik hou van deze uren
wie wint de enige echte virtuele – praat nou eens rustig in uzelf en laat ons mee lezen – trofee op pomgedichten punt nl?
 
de nacht is lang soms te lang – wel een tijd  en mogelijk ook een plek voor contemplatief dichten – nou eens niet praat nederlands met me maar – ga er eens goed voor zitten en praat rustig in uzelf. we lezen het resultaat graag mee. u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
 

het ontstaan van een gedicht
 
het is nog vroeg
niemand leest mee
ik kan nog rustig in mijzelf praten
de lap hier is een martelgang
een vreemd huis, vreemde geluiden ook
een vreemde trap en alles kraakt
ik schrijf nooit op vreemde computers
en waarom heet de plek hier waar ik alleen zit gemeenschapsruimte?.
 
de nacht hangt nog buiten
dweilt de laatste resten op
 
pomwolff
Goedemorgen Pom, deze schreef ik gisteren in alle rust van de vroege morgen na een donderdagse wandeling door park Nieuw Leeuwenhorst in Noordwijk en het bekijken van een video van The History of the Eagles.
En ik vond tijdens die wandeling ook nog eens een nieuw ritme uit: Krangiki Rico!
Met dichterlijke groet
Rik


De poëtische ritmeborst

De dichter laat deze hoofden praten
in zijn droom na het groene licht
van Nieuw Leeuwenhorst

het uitgevonden Krangiki Rico ritme
geeft aan de dag frisse betekenis
van melodische dorst

beelden van alfa adelaars
kruipen de ziel binnen
tot aan de poëtische ritmeborst.

Rik van Boeckel
10 juni 2022

Rik beschrijft wat de dag hem brengt – ik ken geen dichter die meer in het NU leeft als deze dichter en daarvan elke dag ook weer getuigt – in taal, in beeld en in ritme – het ritme van de week is vrij gegeven – lezers we gaan eraan – aan de Krangiki Rico!

De meeuw

De dijk is bij uitstek een plek
om rustig in mezelf te praten
al valt het vandaag nog niet mee
bij het schreeuwen van de meeuw

een dijk van een prooi
blijft hij maar roepen
waar ziet hij me voor aan en
hoe denkt hij mij te verschalken

behapbaar zeg ik tegen mijzelf
en zet een grote mond op
maai dan wild met mijn armen
van rustig praten wil hij niet horen

houd je gore snavel snauw ik hem toe
ik kom hier voor de rust en inspiratie
zit niet te wachten op vreemde vogels
die nietszeggend mijn gang verstoren

FT 11.06.2022

een meeuw toespreken is niet echt zinvol. aan de foto is overigens de ergernis niet af te meten. buurman hier zou een schiettuig met hagel hanteren. maar ja dat mag weer niet van de partij voor de dieren. aan de dijk is het zonder meeuwen goed toeven. lijkt de dichter ons voor te houden. frans moet maar niet naar oostende gaan op vakantie – bij de dijk moet ik altijd aan dat liedje denken van wie ook al weer met die vlaamse stem erbij – even zoeken:
 

https://youtu.be/lgDrBHlllbU

Insomnia

Ik kijk niet naar je slaap
te dichtbij
vergeelde beelden waar geen
woorden voor bestaan

maar dat gaat jou niets aan
jij holt weer met je hondje
langs het strand
jij bent op reis in dromenland

een oude ziel waakt waar jij
droomt
luisterend naar het leven dat
door je longen stroomt

Ton Huizer


ook dit mag. ik zeg: het is een wat onwennig Poetry International nieuwe stijl gedicht zou je kunnen zeggen – of in ieder geval ontstaan door of vanwege de nieuwe stijl – we lezen over inmiddels vergeelde beelden van weleer – herinneringen die de dichter uit de slaap houden – maar de oude dichter blaast een gedicht het nieuwe leven in. waar nog gedroomd kan worden waar men nog zuurstof ademt.

het is een wel erg vrije interpretatie van de woorden – maar ja dat krijg je als een gedicht op de rand van persoonlijk lijkt geschreven. hoe helder hier de woorden ook zo onduidbaar bijna de regels. het is inderdaad even wennen – Poetry International nieuwe stijl.
Alleenspraak
 
hoe gaten te dichten?
je ligt en luistert
 
bestaat leven niet
in hoofdzaak uit de leemtes
verbindingsstukken tussen al
wat je helder voor de geest
en het donkere, verborgene
 
gaat het niet meer
om wat broeien en boeien blijft
niet te ontcijferen – alleen
tussen waken en slapen
even aanraakbaar
 
in woorden niet te omschrijven
bepalend wat en wie je bent
in wezen voor altijd
 
een raadsel
voor de wereld en jezelf
 
11-06-2022 / Cartouche


ja cartouche stelt de lezer vragen – altijd mee oppassen – maar bij dit thema mag het. oppassen omdat de lezer maar al te graag de vragen beantwoordt op een wijze die de dichter niet zint. de dichter wil helemaal geen antwoorden hier. gelukkig vult cartouche de antwoorden voor een deel ook zelf in. (is het niet zus of is het niet zo…)
maar daar kleeft ook een risico aan – dat zijn dichters antwoorden en niet die van de lezer.
maar cartouche is een geslepen dichter; hij stelt de vragen getuige de titel van het gedicht aan zichzelf.
 
woorden

te veel en te ver weg
om ze op te diepen
binnen in mij

zonder jou zinloos

het wordt stil
steeds stiller
vredig zou je kunnen zeggen

pas als jij weer terugkomt
komen zij tevoorschijn
vrijwillig

maar dan nog
wat moet je met die woorden
leg liefde maar eens uit

anke labrie
(11-06-2022)

een verstilde mijmering – lichte weemoed –
en die mooie alleenstaande regel:

‘zonder jou zinloos’

de liefde uitgelegd in poëzie!
Het zwart van de aarde nog onder de nagels. De borstel erop!
Het wordt een mooie dag, geniet ervan. Groet van Jako.



stevig


al vroeg in mijn volkstuin
gedreven door verlangen
naar zwart en vocht van aarde


zie tineke van een tuin verder
ook al bezig
in haar korte schortje
hoe ze zich bukt in het zonlicht
alles erop en eraan
wat een weelde


jammer hoe de afstand tussen ons
het zicht verzwakt
wel weer verlangen sterkt
naar zwart en vocht van aarde



jako fennek de derde strofe mag rustig weggelaten. we begrepen al genoeg van de beschreven weelde. uitleg was niet nodig beste jako. tineke in al haar doen en laten in al haar aanwezigheid – bukkend in haar tuintje in het zonlicht en dan ook nog eens in dat korte schortje – ja dat is dé BETTIE – ons aller BETTIE – in dat altijd weer zo prachtige zwitserland (levensgevoel.) we houden van bettie ze hoeft niet uitgelegd. en dat elke meter afstand in dat zonnetje teveel afstand is begrijpen we echt wel.

wat zeg ik tegen mij als ik soms wakker lig
herinneringen maan te vormen naar mijn wil
als witte wieven zijn ze fluïde prikkelend plagend
ontroerend soms

ik hou van deze uren laat mij niet kwellen
door spijt of enig chagrijn
vermaak mij met de woorden van van Gaal
als ik mij nestel voor de slaap
“ik hou van mij”

Ien Verrips

zo wordt er wel heel veel van jezelf gehouden als van gaal als voorbeeld wordt genomen. de olieplatte flatcharacter en gymnastiekleraar van weleer die nog nooit in zijn leven een gedicht heeft gelezen. zijn talen niet beheerst en alleen maar waarheden als een noordhollandse koe debiteert – verguld van zichzelve. gelukkig hebben we Ien nog. zelfs ook als ze van gaal citeert.

Share This:

Yvonne Koenderman over hoe het begon, over het kunstenaarskind en meer. ‘Hij gedroeg zich altijd netjes…te netjes naar mijn maagdelijke dromen, tot die ene keer,…’

Het kunstenaarskind.

Hoe oud zou ze zijn?
24 Schat ik zo in.
Dochter van eerste liefde
en geweldig mooi lief mens.
Vaderlief ken ik vanaf mijn 15e en was op slag verliefd,
We dronken iedere zaterdag koffie, bij hem thuis of in de koffiepot op de hoogstraat. We schilderden samen en ik ging met hem mee naar zijn zanglessen. Hij gedroeg  zich altijd netjes…te netjes naar mijn maagdelijke dromen, tot die ene keer, waar hij liefdevol en hoffelijk als hij was stopte toen hij besefte dat dit meisje onervaren was en haar braaf achter op de fiets naar huis bracht.

Moeder ontmoette ik later nadat mijn oudste  een jaar of twee was en ik weer eens tegen het kunstenaarskind haar vader aangelopen was. Ik had een schilderij van hem gezien waar manlief helemaal weg van was. Eigenlijk wilde hij er niet vanaf, maar omdat ik het was mocht ik het bij hem thuis komen halen. Thuis bleek drie straten achter onze woning te zijn. Ik weet nog goed dat ik de woonkamer binnen stapte en de mams van dit mooie kind poedelnaakt in een bad op leeuwenpootjes zag zitten. Zacht haar lichaam inzepend en me vrolijk begroetend “oh dus jij bent de Yvonne waar ik al zoveel over gehoord heb”. Schuim spatten in het rond terwijl ze opstond uit haar bad om zich af te drogen.

Trudy en Albert…Ze leken voor elkaar gemaakt. Sindsdien  zat ik vaak aan hun tafel, het bad met leeuwenpootjes waar als het water via een slang door de woonkamer vloer weggelopen was een grote ronde glasplaat over lag. Ik verwonderde me over de vooruitgang die Albert met schilderen maakte en het beeldhouw werk van Trudy en genoot van de vrijheid waar deze twee in leefden. Toen kwam Camille een leuke goedlachse baby die al gauw op doek vastgelegd werd. Na een tijdje verwaterde het contact wat. Wij verhuisden en de twee die zo goed bij elkaar pasten smoorden in hun kunstzinnigheid en verworven vrijheden.

Albert zag ik zo nu en dan, hij opende zelfs de galerie Kust Kunst waar werk van mij en een vriendin stond en hing. Trudy en Camille zag ik steeds minder. Vandaag liep ik ineens tegen dit mooie kunstenaarskind aan. Op de vraag;” hoe is het met je ouders” kwam als antwoord; ” Het gaat goed, Just living there lifes to the fullest” ik verwacht ook niets anders van ze, net als van dit mooie kunstenaarskind, die duidelijk haar genen van geen vreemde heeft en eigenlijk zouden we dit allemaal op ons eigen manier moeten doen.

Yvonne Koenderman

Share This:

pom wolff: ‘..en waarom heet de plek hier waar ik alleen zit gemeenschapsruimte?’


het ontstaan van een gedicht
 
het is nog vroeg
niemand leest mee
ik kan nog rustig in mijzelf praten
de lap hier is een martelgang
een vreemd huis, vreemde geluiden ook
een vreemde trap en alles kraakt
ik schrijf nooit op vreemde computers
en waarom heet de plek hier waar ik alleen zit gemeenschapsruimte?.
 
de nacht hangt nog buiten
dweilt de laatste resten op
 
pomwolff

foto: Ben Kleyn

Share This:

VON SOLO toch maar liever de trein


Schiphol, Schiphol en nog eens Schiphol. De bomen rijken weer tot de hemel, alsook het gezeur. Intussen zie ik ook steeds meer vliegtuigen opstijgen van Zestienhoven. Vliegschaamte behoort tot het verleden en zelfs de meest verstokte Groenlynxer stapt zonder enige gêne in de luchtbus naar de zon, het avontuur of de spirituele verlichting. En maar klagen over de rijen, want ja, dat is toch maar slecht geregeld. De post-pandemische reislust laat zich niet inbinden door oorlogen of ellende. Vliegen is niet de vraag. Waarom niet vliegen is de vraag.

Ik heb geen hekel aan vliegen. In het verleden heb ik het ook wel eens gedaan. Dronken in een vliegtuig zitten terug uit Mallorca is erg vermakelijk. Ook omgeroepen worden, terwijl je nog in een bar zit op Boston Logan Airport is een belevenis. Of hossen met zatte Brabanders terug uit Liverpool. Vliegen kan een feestje zijn. Maar de hele santenkraam erom heen staat me altijd tegen. Het enige leuke op Schiphol is de café Rembrandt. Verder veracht ik de rijen en de mensen die erin staan. Ook het wachten bij de bagageband is een straf voor me. Het enige positieve aan Schiphol vind ik, dat de trein naar Rotterdam er stopt.

En de trein is ook het vervoermiddel, dat ik het liefst gebruik. Je kunt rustig naar buiten kijken. Hoeft niet te sturen en ook bijna nooit te wachten om in te stappen. En als er dan toch vertraging is, kun je meestal de gelegenheid te baat nemen om de lokale stationsbuurt te verkennen. Soms sta je wel eens midden in een weiland voor Jan Lul te wachten, maar er is weinig dat een goed boek dan niet kan verhelpen. Zeker als je eerste klas zit. Maar ook reizen in een bagagerek in een overvolle boemel naar de Berlijnse Love Parade was geen straf. Of in het fietsencompartiment van de nachttrein naar Parijs. Ook in een grensstreek blijven steken en moeten wachten op de eerste trein verder in de morgen heeft zijn charmes. Heel anders dan vliegen.

Een tijd geleden kreeg ik van mijn zevenentachtigjarige buurman een stapeltje ansichtkaarten. Het waren kaarten die hij veelal zelf verstuurd had en weer terug geërfd van groot- en ouders. Er zat een kaart bij vanuit Arnhem aan zijn ouders, die ik erg mooi vond. Ik vroeg hem of hij zich nog herinnerde de kaart verstuurd te hebben. Hij antwoordde, dat hij de kaart verstuurd had na aankomst in Arnhem. Hij was een hele dag onderweg geweest vanuit Rotterdam. Ik vroeg hem hoe hij er gekomen was. Hij antwoordde: ‘Op de fiets!’ De buurman was dus gewoon een dag onderweg om een avondje bij zijn opa en oma te blijven slapen en fietste daarna weer een dag terug.

Dat is tegenwoordig ondenkbaar. Reizen moet zo weinig mogelijk tijd te kosten. Je gaat een afstand die je in een uur kan overbruggen niet in drie uur afleggen als je ergens heen moet. Dat moet op de snelste manier. Het snelst is het best. Zo zijn we stiekem geïndoctrineerd geraakt. De ideale dogma’s om de verkoop van auto’s en vliegtuigen en de bijbehorende benzine en kerosine te stimuleren. En op de koop toe wordt de tijd die er gewonnen wordt weer gekoloniseerd door aan de ene kant werkgevers, die niet voor reistijd betalen en werkvolk van ver zo goedkoop mogelijk kunnen aantrekken. Aan de andere kant door onder andere de toeristenindustrie, die de niet-reizigers langer in haar webben kan spinnen met als doel meer omzet en winst. De reis is een ondergeschikt onderwerp geworden. Een lastig onderdeel in het proces dat van A-naar-B-komen heet. Reizen is inefficiënt. In de tussentijd prediken de mindfools onder ons, dat de reis belangrijker is dan het doel, maar onderwijl vliegen ze naar Bali om die reis vervolgens te maken in hun hoofd daar.

De vraag is of we snel genoeg reizen. Terwijl de vraag zou moeten zijn of we goed reizen.
Reizen is als het leven zelf. Je doet het elke dag en kan dat bewust meemaken of focussen op randzaken. Ooit hoorde ik in Zeeland het verhaal van een kunstenaar en zijn vrouw, die naar India waren gegaan op de fiets in de jaren zestig van de vorige eeuw. Die waren een jaar weg. Niet heel erg efficiënt zou men nu zeggen. Maar zij hadden toen ook de optie nog niet om middels een muisklik hun CO2 footprint af te kopen. Of heel misschien zijn ze wel bewust op de fiets gegaan…

VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST

Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
 
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl 

Share This:

pom wolff: ‘een troosteloos gezicht is het hoofd in je handen…’

een troosteloos gezicht
is het hoofd in je handen
 
 
dit is een gedicht
dat niet had gemoeten
ik zou je een dichter wensen
 
die begint met schrijven
waar ik niet verder kan
vergeef me mijn eenvoud
 
misschien is het nu
wel een goed moment
om te sterven
 
maar dat kan
de overweging niet zijn geweest
als je het niet voor het uitzoeken hebt
 
dichters hebben het vaak
over leegte
maar ze bedoelen iets anders
 
dat ze uit al die woorden
niet die kunnen vinden
die je echt kunnen troosten
 
pom wolff
 
 

Share This:

Merik van der torren in alle staten: ‘De orkaan stak op, scheurde het zeil, als een bladzij in de Bijbel…’

De orkaan stak op, scheurde het zeil,
als een bladzij in de Bijbel.



Het meesterroer

Het oog van de zon keek vuil
en sloot zich achter wolken
die kolkten van razernij
alsof de natuur zich wreekte
voor de overmoed der mensen.

De orkaan stak op, scheurde het zeil,
als een bladzij in de Bijbel.
Stuurloos zwalkte ik op zee,
zwarte golven omringden mij,
maar U, o meester nam het roer,
en veegde de wind uit de hemel,
trok de wolkendeken weg.

Lachend scheen de schalkse zon,
U nam me even in de maling, meester,
beproefde mij tot ik niet meer kon,
U nam het roer, wij voeren weer
naar zeker, zolang het duren mocht.


Merik van der Torren

Share This:

PETER POSTHUMUS in BAR JOOST met ‘ALLEEN DE WOORDEN’ – én oa met starik, wigman, zwagerman, wieg en de hand van cateleine – een verslag

de namen vielen gisteren als mussen dood van het dak terwijl het toch regende. starik, wigman, zwagerman – een ontbrak er nog – hoe heet ie al weer – oja rogi wieg – dat was hem – zo zaten we bij elkaar in BAR JOOST – joost van joost zwagerman sprak onno. verder aan tafel annemarie, cateleine peter posthumus en ondergetekende.
op nieuw de nieuwe bundel van peter posthumus – Alleen de woorden – aan de orde van de dag – woensdagavond  nogmaals op de boot van cateleine – HET EINDE VAN DE WERELD een optreden van peter posthumus. een hele tour maakt de man die in denemarken huist door het amsterdamse.
gisterenavond had zij natuurlijk weer  haar hand erin. elke maand schrijft een dichter een gedicht op de spiegel in BAR JOOST nadat gastvrouwe cateleine het gedicht van de vorige maand liefdevol verwijdert. de beurt aan peter posthumus deze maand die het spiegelgedicht inlijstte en met een verzorgd optreden de seance afsloot.
de man uit denemarken, de man met unieke levenspoëzie. geen gram teveel aan woorden en elk gedicht met body. de recensie van de bundel zal binnenkort natuurlijk te lezen zijn op pomgedichten punt nl – het is heerlijk zou joz knoop opmerken om poëzie voor de boeg te hebben – de wetenschap dat je er  steeds een hapje van kunt nemen maakt van de meest geoefende lezer een hongerig kind.
het was mooi in bar joost – de levenspoëzie van peter posthumus was mooi – de hand van cateleine was mooi. woensdag zal het weer mooi zijn op het einde van de wereld. zo mooi moet poëzie zijn. Alleen de woorden.
Vermoei de woorden niet
met waar ze onder lijden
met ongerief en gram
onbeduidend leed,
obsessief gedram

bevrijd ze uit hun
dagelijks gezeik
laat ze dansen springen
en schreeuwen tegelijk

laat hetklinken zoals het
nog nooit geklonken heeft.


Peter Posthumus

en uit een eerdere versie van het gedicht deze prachtregels nog:

laat ze verblinden met
licht dat mooier is
dan dat van regenbogen

Share This:

Nieuwe bundel poëzie van Peter Posthumus – ‘Alleen de woorden’ – maandag 18 uur 30 café BAR JOOST en woensdagavond de boot van Cateleine HET EINDE VAN DE WERELD

foto: Ruth Hoeck
even terug uit het hoge noorden Peter Posthumus – dinsdag een gedicht hier te pom uit de nieuwe bundel ALLEEN DE WOORDEN – maandag van half 7 tot half 8 in Bar Joost in 020 – oost – en woensdag op de boot HET EINDE VAN DE WERELD – we zijn benieuwd we gaan hem lezen.

foto: Ruth Hoeck

Vermoei de woorden niet
met waar ze onder lijden
met onbeduidend leed
met ongerief en gram
met patserige pertinentie
en obsessief gedram

bevrijd ze uit hun
dagelijks gezeik
laat ze dansen, springen
en spelen tegelijk
laat ze spatten tot op
grote hoogte
laat ze verblinden met
licht dat mooier is
dan dat van regenbogen


Peter Posthumus

Share This:

Peter Berger: ‘Gekker wordt het niet vandaag. Brandende broekspijpen. Hongerige wolf. Demain un autre jour. Aux jambes raides…’



Geen apen op het dak. Of tijgers in de tuin. Dat soort beesten niet. Maar wel uilen. Hazen. Vossen. Eikelmuizen. Dat soort grut. Plus af en toe de rauwe kreet van een ergens opvliegende fazant en een flinke pootafdruk beneden bij het stroompje dat te miezerig is om beek te mogen heten. De hond van de buurman misschien? Toch een heuse wolf sinds kort? Ja hoor! Dream on. Verder nog sporen van zwijntjes en bambi´s dus voor iedereen wat wils. En dan die rust. Deep down. Ja die is dezelfde. Die rust. Eva rules. Ogen dicht. Ogen toe. Jungle fever. Robot dreams. Liberté. Welkom thuis.

Er is werk aan de winkel. Toujours. Onderaan, op links nabij dat sliertje water, liggen nog een paar dunne stammetjes te wachten op de kettingzaag. Brandhout. Moet kort gezaagd, want wintervoer voor beide kacheltjes. Bar veel is het niet maar toch genoeg voor een tiental kruiwagens boordevol. En achter dat stroompje dat zelden kabbelt ligt al eeuwen een flinke berg takken. Afval. Droog snoeihout van vele jaren noeste arbeid. Tien bij vijf bij twee. Zoiets. Zo flink. Die berg. Temptation. Daar gaat straks de fik in. Eén lucifer. Bovenwinds. Opdat het binnen de perken blijft. J´espère.

Flink zweten was het trouwens. Met zwaarbeladen kruiwagens de nog ongemaaide heuvel op. Na de zoveelste bestorming helemaal uitgeteld. Hongerig ook. Moet vrezen voor pijn in de liezen morgen. Spierpijn! Dat krijg je van luieren op het strand en kuieren door de jungle. Held op slippers. Teenslippers nog wel. Dat fikkie? Werd zowaar een dansend paasvuur zo groot. Jammer voor de kersenboom ernaast. Dat wel. Nu is het tijd voor een mals stuk côte de bœuf geroosterd op de nog immer smeulende asresten. Uiteraard. Grillé au feu. Rood zoals het hoort. Wel zonde van m´n ribfluwelen tuindersbroek, want eenmaal met m´n uit de kluiten gewassen oerfranse biefstukkie boven op het terras aangekomen bleek die stilletjes te smeulen bij de hiel op links. De broek. De zoom al ver voorbij. Een scherp riekend rookpluimpje dat langs de tafelpoot omhoog krulde maakte er gewag van. Gekker wordt het niet vandaag. Brandende broekspijpen. Hongerige wolf. Demain un autre jour. Aux jambes raides.

Peter Berger

Share This:

Frans Terken wint de enige echte virtuele op twee sloffen en een oude voetbalschoen – kameraden – worden we allemaal kampioen op pomgedichten punt nl !

natuurlijk aan alle dichters die inzonden een dankjewel. allemaal kampioen allemaal goud – maar vandaag na die intens droeve mededeling over GINO gisteren de voorrang gegeven aan het mooie – het zo mooie – hoe een dichter kan genieten van zijn kleinzoon – voetballen met je kleinzoon – de onbezorgdheid die zo wreed ook zomaar verstoord kan – het bos in met opa frans terken scoort een zorgeloos goud –

onder het gedicht van frans het gedicht GINO – van Henk van Zuiden – dat ik zojuist op FB las van zijn hand en dat ik naar ik hoop met zijn goedkeuring hier ook op de pom mag plaatsen – als het niet zo is dan verneem ik dat graag. hoe henk de pijn voor iedereen zo voelbaar weet te maken dat je er stil van wordt. en blijft. vreugde en verdriet zo dicht en gedicht bij elkaar.

Zo ontspannen in het bos, het brengt toch iets aan inspiratie.
Bijgevoegd wat er van kwam, kijk maar of je dit inruilt voor J.C.
Het heeft iig de toestemming van genoemde kleinzoon ?

Het bos in

In het bos is elke halfdode den
op zijn minst een doelpaal
kleinzoon dribbelt met de bal
aan zijn linkspoot en legt hem

met een omhaal zo op tafel 
dat die als op de penaltystip 
precies tussen de glazen ligt
alles staat nog recht als een huis

blijven oefenen zeggen wij
ga nog even door en Ajax belt
en als het daar onverhoopt niet lukt 
mag je wellicht toch naar de Arena

steward op de hoofdtribune 
net als eerder je vader 
of in het slechtste geval 
de lege glazen ophalen in een skybox

© FT 04.06.2022

als ajax niet belt belt opa wel voor een potje voetbal – als we frans zo zien zitten zal de kleinzoon trots de open plekken in het bos benutten om zijn voetbalkunst te etaleren. de dichter in opa geeft hem nog realiteitszinnen mee voor het leven in de slotstrofe. maar laten we het voorlopig maar bij die prachtige eerste vijf regels houden – laten we de droom in poëzie gegoten voorlopig nog maar blijven dromen – trouwens het is ook droom om te kunnen genieten van je kleinzoon –
 
In het bos is elke halfdode den
op zijn minst een doelpaal
kleinzoon dribbelt met de bal
aan zijn linkspoot en legt hem

met een omhaal zo op tafel 

 
GINO

Wat doet me dat pijn Gino.
Je bent een stilstaand plaatje
gebleven. Ik hoopte dat in jouw
afbeelding beweging kwam, dat
je levendig in de lens zou kijken.
De foto van jouw step die ik op
veel plekken tegenkwam, is het
laatst vertrouwde wat je vasthield.
Wat een ongeluk dat je de prooi
moest zijn van een gruwelijk
iemand.

Er werd zonet onder de zon een
jong reebokje door een adelaar
bij zijn moeder weggegrist.
De moeder keek hulpeloos
omhoog. Soms lukt het niet,
godallemachtig aan toe, om
iemand te beschermen. Wat
rest is een ondoordringbare
berg vol verdriet.

Henk van Zuiden
Brissago Porta, 5 juni 2022

  • Merik van der Torren – Hij zit er in!!
  • Anke Labrie – ‘Was het weer een schwalbe deze keer?’
  • Rik van Boeckel – gedegradeerd naar het oeverloos nu
  • Max Lerou – de keukenkampioen
  • Frans Terken – hun zullen het zo niet lezen / ga nog even door en Ajax belt
  • Ien Verrips – over Livia
wie wint de enige echte virtuele op twee sloffen en een oude voetbalschoen – kameraden – worden we allemaal kampioen op pomgedichten punt nl ! uw voetbalgedicht deze week (of laat u iemand het leven uit sloffen?) – wellicht vereert de dichter oude helden wellicht nieuwe helden – het mag hier allemaal. dood of levend aan de bal of niet aan de bal – we gaan zien hoe de dichter het balletje laat rollen. u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
ajax

voor mij is ajax koetjes repen
tien voor een gulden en natuurlijk gras

de tram lijn negen middenweg
de begraafplaats waar ze liggen nu

de meer met houten hokjes
voor de kaartjes

en piet keizer die de bal
concreet in een abstract deed vloeien

pom wolff

2-1, de bal is rond 

 
Noodweer hangt over het veld en beukt tegen de palen,
en mannen zijn mannen zijn mannen.
 
Zwoegen in vuil en modder, schoffelen ze onder
als de scheids niet kijkt.
 
Gelukkig heeft nr. 14 hem in het net geprikt, maar
over 5 minuten fluit de hondelul af.
 
En een lepe pass van Pietje en hij vliegt er vandoor,
Nr. 14, slalomt om één, twee man, de doelman.
 
Hij zit er in!!
 
Wij hebben de beker!!!
Wij hebben de beker!!!
Wij hebben de beker!!!

Merik van der Torren

met pietje zal ook wel piet keizer bedoeld zijn – de echte voetballiefhebber weet dat niemand maar dan ook niemand beter en artistieker voetbalde dan piet keizer – ooit de linksbuiten van ajax – geen JC, geen messie, geen eusebio, geen pele en ook de hand van maradonna niet – zij vallen in het niet bij de schaarbeweging van piet keizer. na een hersenoperatie na een trap tegen zijn hoofd voetbalde hij nog mooier – er scheerde een schaar over het grasveld maar alleen als piet er zin in had. zo niet dan zag je een man staan links buiten op het veld dromend. merik houdt het korter en schrijft over ‘een lepe pass van Pietje’.
 

Mannen en voetbal

Natuurlijk weet ik wel wat buitenspel is,
twee minuten uitleg waren echt genoeg.
Inzicht in een corner kost nog minder tijd,
een vrije trap is werkelijk kinderspel
en een strafschop is een fluitje van een cent.

Natuurlijk kijk ik met hem mee voor de tv.
‘Was het weer een schwalbe deze keer?’
Hier op onze bank maken wij dit samen uit,
de scheidsrechter kan ons nog meer vertellen.
Wij zitten er met onze neus toch bovenop.

Natuurlijk word ik ook een voetbalkenner:
‘Dat is een echte macho, neemt te veel risico.
Deze mist de penalty, kijk maar naar zijn ogen,
hij is bang’. En ik stijg in achting bij mijn man,
als de keeper deze bal inderdaad kan stoppen.

Natuurlijk volg ik Derksen en z’n team op zeven,
van der Gijp zijn onderarmen mooi in beeld.
Plaagstoten en veel zelfspot, ‘t is een verademing.
Voetbal is maar een spel, mits je de regels kent
leuk om te volgen met een glaasje witte wijn.


Anke Labrie (2010)

dat mannen van voetbal een wetenschap van maken gaat anke te ver. het is maar een spelletje – en een beetje intelligente vrouw heeft minder dan twee minuten nodig om de regels te beheersen. én te doorzien hoe die mannen hun kunsten op het veld zullen etaleren. waar de gemiddelde man een leven over doet is voor een vrouw een fluitje van een cent – dat lijkt de poëtische boodschap hier. stand in de de wedstrijd hier:  testosteron tegen een glaasje witte wijn: 0-1.
 
Aan zet

Mijn Alles Door Oefening niet gepromoveerd door
de veerkracht van Rotjeknor Excelsior

ooit de lob gezien van Johan
in het voorbije Zuiderpark

de ark van voetballende Hagenezen
ligt verstild in het ogenschijnlijk verleden

gedegradeerd naar het oeverloos nu
laten de ballen de tijd niet los

koppen de hoofden in en achter het net
aan zet is nu Dirk met de deinende kuit.


Rik van Boeckel
4 juni 2022

de stand van zaken van ADO prachtig in poëzie beschreven als ‘gedegradeerd naar het (een) oeverloos nu’ – bij ADO  is een en al achter het net vissen – en wordt het kuit of hom vraagt de dichter zich af. de tijd zal het leren.
keukenkampioen
 
het groen geel niet meer
dan een taai ongerief
 
vuurwerk en middelvingers
vliegen richting uitvak
 
een ijzeren staaf corrigeert
het gebit van ome rinus
 
den haag bakt ze bruin
heel holland bakt beter
 
ml
04 06 2022

ook dichter lerou schildert de teloorgang van ons aller ADO – om je groen en geel aan te ergeren na een ruime voorsprong toch de pottebak in – nou ja de titel keukenkampi – oen ligt straks weer voor het grijpen.de supporters slaan zich wel een weg door de ellende van het door Rik van Boeckele beschreven NU. misschien wordt het morgen beter zong vreeeswijk al.
Logisch
-voor J.C.-



Ik schrijf geen gedicht dat logisch is
hun zullen het zo niet lezen
en ik speel niet op de man 
maar leg de bal bij jou

ook dat is logisch zonder bal 
ben je als je hem niet hebt nergens
en ik heb nog tijd van leven
al tikken de jaren naar het eindsignaal

ook wie rookt gaat eens de pijp uit
die voorzet kop je er geheid zelf in
en ik heb niet eens de kop gekrijt
als je maar het juiste nummer telt

later weet je vast wel waar je was 
toen je het doodsbericht hoorde
ja ik kocht twee broden een doos eieren 
(nee geen vis) wacht nu op herrijzenis


© FT 2016

Frans eert de JC van het voetbal in al zijn taaluitingen. net zo onnavolgbaar als de voetbewegingen van JC.
 

Ien Verrips – onze ien schrijft in handschrift een waar eerbetoon voor Livia – de vrouw der vrouwen en houdt zich aan de opdracht van de wedstrijd: ‘ wellicht vereert de dichter oude helden wellicht nieuwe helden – het mag hier allemaal. dood of levend aan de bal of niet aan de bal – we gaan zien hoe de dichter het balletje laat rollen.’ voor wie meer over livia ofwel julia augusta wil weten dat kan hier –

Share This: