VON SOLO – ‘Stel je voor dat je te horen krijgt dat je nog een dag te leven hebt. Wat ga je dan doen?’

VON SOLO schrijft voor U!

Deel 317. Handschoen

Onderweg van kantoor A naar kantoor B fietste ik, na het Centraal gepasseerd te zijn, over Kruisplein. Ik werd ingehaald door een vrouw met een grijze knot op een fiets met zadeltassen. Ze fietste over een hobbeltje in de weg. Uit een van de fietstassen viel een handschoen. Ik zag hem vallen. Landen op de straat. En riep: ‘Mevrouw, u verliest een handschoen.’ Stoïcijns fietste de vrouw door. Ze keek niet eens om. Een moment dacht ik om te draaien en de handschoen op te halen en haar achterna te fietsen. Maar toen die gedachtegang ten einde kwam, was ik al weer zestig meter verder.

Ik zag dat ze stopte bij de kruising met de Kruiskade. Inhalen zou kunnen als ik hard fietste. Maar wat zou ik dan te zeggen hebben? ‘Mevrouw, u bent tweehonderd meter terug uw handschoen verloren.’ Zou het ze iets kunnen schelen? Zou ze de moeite nemen om terug te fietsen om hem op te halen? In mijn schuur liggen twee volle vuilniszaken met uitgewassen handschoenen. De oogst van één winterseizoen handschoenen oprapen op mijn dagelijkse fietstochten. Ik voelde een moedeloze onverschilligheid die zich meester van me wilde maken.

De kruising met de Kruiskade overstekend zag ik honderd meter voor me dat de vrouw stopte en haar fiets op de stoep zetten. De zette het rijwiel op slot en ging een pand binnen. Toen ik er voorbijfietste, zag ik dat dat het Goethe Instituut was. De vrouw was dus waarschijnlijk Duits en had niet verstaan of gehoord wat ik riep, toen ze haar handschoen verloor. Nog vijftig meter twijfelde ik, voordat ik alsnog de teugels wendde. Ik fietste terug naar Kruisplein en vond daar op dezelfde plek als ik hem had zien vallen de handschoen. Ik pakte hem op.

Het plan was om de handschoen in de fietstas van de vrouw te stoppen. Zo zou ze hem weer terug hebben. Toen ik echter aankwam bij het Goethe Instituut was ik er niet meer zeker van welke fiets het was. Iedereen lijkt tegenwoordig wel fietstassen te hebben. Dus belde ik aan en stapte, nadat een jonge vrouw de deur open had gedaan de drempel over. Ik legde uit dat ik een handschoen had gevonden van een vrouw met grijs haar en een knotje, die hier zojuist vijf minuten eerder was binnengegaan. Een zwaar Duits accent antwoordde das das ein Kollegen gewesen sein moeste en nam de handschoen in ontvangst. Ik wenste haar een goede dag en liep de deur uit. Toen ik me omdraaide zag ik de vrouw met het knotje haar hoofd om een hoekje steken binnen en met een brede lach zwaaien. Dat voelde goed.

Ik stapte op mijn fiets en dacht verbaasd over de weinige praktische moeite die het had gekost iemand blij te maken. En hoe onevenredig veel innerlijke discussie me dat had gekost. Trappend om op snelheid te komen scheen er flets licht door de ontbladerde bomen langs de Westersingel en stelde zich de volgende vraag: ‘Stel je voor dat je te horen krijgt dat je nog een dag te leven hebt. Wat ga je dan doen? Pak je dan de eerste handschoen op die je ziet liggen? Of ga je filosoferen over een probleem waar je de oplossing nooit meer van zult vinden.’

VON SOLO

DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST

Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl

Share This:

Merik van der Torren: ‘laten we nieuwe goede dingen doen, laat ik je hand vasthouden…’

merik

Hoi Pom,
 
Het thema van mijn inzending op 1 januari 2019 voor de 2-de is natuurlijk Oud en Nieuw. Bij deze, veel geluk en wijsheid in 2019 , groet, Merik

Oud en Nieuw 2019

Zie je die foto’s van toen;
de kinderwagen en de pop,
die lieve hond,
de oude huizen
opschriften – uit de tijd,
blauwe trams;

laten we nieuwe goede dingen doen,
laat ik je hand vasthouden,
laten we zingen
van haar aan de overkant;
hoe we roeien en zingen
tegen de stroom in
en in de middag
kaarsen ontsteken
voor de nacht.
Meester, open de fles, rood en wit,
laat wapperen die haarlinten
in de zwoele wind;

Gelukkig Nieuwjaar !

Share This:

jaaroverzicht: dat we 2018 nemen zoals het is en het verlaten maar nooit verlaten van wat was

2018 jaaroverzicht

dat een voormalige dichteres des vaderlands
net doet of het stellen van vragen poëzie is
en dat kunstje ook eindeloos herhaalt als ze optreedt

dat de poule des doods lekker aangevuld is dit jaar
ja dat krijg je er van als je over lijken gaat
en dat al die gortdroge jaaroverzichten mij de keel uithangen

dat dichters wel 88 teentjes hebben waarop je kunt trappen
dat ik het nog steeds erg leuk vind om op 88 teentjes te trappen

dat die protestants gristelijke zedenpreekster met die rare ogen
zeker niet de slimste mens was

dat je alles wel poëzie kunt noemen
als je er maar vragen bij stelt

dat Alja Spaan de meest indrukwekkende bundel schreef in 2018
over dat niets – dat onontkoombare existentiële niets

dat er ook met niets te leven valt

dat we 2018 nemen zoals het is
en het verlaten
maar nooit verlaten van wat was

pom wolff

zo wens ik alle lezers – nou ja alleen de lieve natuurlijk en alle dichters en columnisten van pomgedichten een onvergetelijk 2019 – ik zeg het u 2019 wordt een heel heel bijzonder jaar

Share This:

CARTOUCHE wint de enig echte virtuele brood&koffie trofee op pomgedichten – maar dan wel die van moeders.

  • marc tiefenthal – de zee die beeft, mensen op de vlucht.
  • rik van boeckel – dode koffie gedronken bij de grafsteen
  • petra maria van den eerenbeemt – liefste de gordijnen kunnen open
  • cartouche – dat zie ik in – moeder, een zachte tong en op zijn tijd een bakje troost
  • frans terken – en niet het surrogaat uit die rotoorlog
goud voor cartouche deze week

Voorbij de toast

Een pirouette zag ik vandaag
de dag draaien voor mijn ogen, jij
die ik volg, plakt aan mijn zijde alsof
cellen zich niet elke zeven jaar delen
iedere druppel een oceaan op zich is
zo nemen we ronde na ronde en eten
van de nacht, de middag en de morgen
voorbij de grens van toast en espresso

hoor ik de echo van kan het dan
niets verdommen of je verrekt of slikt
leven meer is dan je bedrinken en denken
in inkt zwart en wit in plaats van zoals jij
me in wijsheid van oude dagen pleegde
voor te houden, een bed een bad
en breekbrood is al wat een mens
van node, een wereld van verschil

dat zie ik in – moeder, een zachte tong
en op zijn tijd een bakje troost

30122018
Cartouche

GOUD VOOR CARTOUCHE DEZE WEEK: ja ronduit indrukwekkend de woorden van cartouche in de laatste regels –  het eten van de nacht en de vluchtelingen naar de stem van moeder, zijn moeder, alle moeders toegeschreven. ik buig diep voor dit gedicht. het raakt me.

zolang ik leef is er oorlog daar. het is waar moeders niet voor baren. of dichters politieke verzen moeten schrijven? of politieke verzen wel van de poëzie zijn – daar kun je ook een leven lang van mening over verschillen. en dat we gelukkig niet echt meer/nog van de oorlog weten hier in dit polderlandje – van de immense pijnen en de angsten – van de haat over en weer – dat we er in ieder geval één keer bij stil staan hoe we er ook in staan. het thema deze week naar aanleiding van een bezoek aan het tropenmuseum in 020 – een levend museum – was er jaren niet geweest – het groene t shirt – de dichter – de poëzie – het verlangen naar moeder, de geur van een veilig thuis. hoe je op een milde wijze vorm geeft aan vrijheidsstrijd door de jaren en door culturen heen. het tropenmuseum een bijzonder museum.

wie wint de enig echte virtuele brood&koffie trofee op pomgedichten – maar dan wel die van moeders. de basisingredienten van het leven graag gedicht deze week – een beetje smokkelen mag wel – als het maar van het leven is. u kent de regels:
de gedichten niet te lang svp – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10.30 uur. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst.

wat is een vrouw

wat is een vrouw meer dan
haar cellen
dat je haar beschrijven kan
misschien

hoe mooi ze ligt
is dat dan iets
of dat ze kotst en zo
zich uit

gehaast haar kind
van school moet halen
haar hoofddoek strikt vertrouwelijk
nog wijd en zijd bemind

als ego nog slechts lego is
én hij de zoon geworden
die op hem lijkt
weet zij één dood
die nog vol leven zit
was dat het dan

pomwolff

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is groen4-e1546020937377-225x300.jpg

(…)

In plaats daarvan kwamen nieuwsberichten
uit alle hoeken van de wereld.
Een gebouw dat instort, een vulkaan die uitbarst,
de zee die beeft, mensen op de vlucht.
Ik wist al lang niet meer hoe lang ik zo ijsbeerde.

marc tiefenthal

de vrijheidsstrijd van tiefenthal voor een vrije en ongeremde tiefenthal enigszins aan banden gelegd – in die zin dat 85 regels intro die alleen over tiefenthal gingen en niets toevoegen aan het bekende beeld van tiefenthal – buiten het thema vielen. komen we toch uit bij de wereld en een persoonlijke noot die ontroert – komen we uit bij de poëzie.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is groen4-e1546020937377-225x300.jpg

Moeder’s hartenlied

Moeder’s koffie al lang geleden
geroken die is koud zonder smaak
dode koffie gedronken bij de grafsteen
tijdens het geurrijk hartenlied

zoals moeder las in Nederlands Spaans koffiebonen met passie maalde
de witte Makedonika dronk uit poëzie
het Indisch kassijan uitsprak met sambal

niet meer beweegt geen woorden leegt
die tijd ronkt na in herinnering van liefde
de geur lijdt leidt maakt verleden verkouden stilt de dorst van de zangkeel

moeder’s koffie aan de naaimachine
pruttelt in de smaak van jaren
zingt zieltogend het lied van harten
als het lepeltje suiker proeft.

Rik van Boeckel
29 december 2018

de naai(brei)machine zoals ie zijn intrede deed in de poëzie in jaap montagnes leiden, en in rotterdam en dan nu wederom in leiden. in de woorden legt de dichter iets van verlangen naar vroeger. hoe het was en hoe het rook. de dode koffie nu – een sterk beeld. ‘die tijd ronkt na in herinnering van liefde..’ schrijft de dichter. hoe de dichter beelden schetst naast en naar aanleiding van het thema – het is duidelijk rik kan met het gegeven oorlog niet echt  uit de voeten. van dat er altijd koffie is, moeders zijn, oorlog is.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is groen4-e1546020937377-225x300.jpg

wijn en koffie
bij de radio

Ik ben je angst
de lege dagen
zonder licht

in mijn ogen
lees je
wat er niet is

ik ken je angst
je wens
dat wat ik niet ben

zag je mij maar
in het licht
van mijn ziel

liefste
de gordijnen
kunnen open

weldra
is het te laat

Petra Maria

oorlog, moeders, geliefden, dreiging en dat de gordijnen nu nog wel open kunnen – de radio in deze dagen van de top 2000 – vroeger van de vrije geluiden van ver weg. petra beschrijft een gemoedstoestand aan de hand van het thema.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is groen4-e1546020937377-225x300.jpg

Voorbij de toast

Een pirouette zag ik vandaag
de dag draaien voor mijn ogen, jij
die ik volg, plakt aan mijn zijde alsof
cellen zich niet elke zeven jaar delen
iedere druppel een oceaan op zich is
zo nemen we ronde na ronde en eten
van de nacht, de middag en de morgen
voorbij de grens van toast en espresso

hoor ik de echo van kan het dan
niets verdommen of je verrekt of slikt
leven meer is dan je bedrinken en denken
in inkt zwart en wit in plaats van zoals jij
me in wijsheid van oude dagen pleegde
voor te houden, een bed een bad
en breekbrood is al wat een mens
van node, een wereld van verschil

dat zie ik in – moeder, een zachte tong
en op zijn tijd een bakje troost

30122018
Cartouche

ja ronduit indrukwekkend de woorden van cartouche in de laatste regels –  het eten van de nacht en de vluchtelingen naar de stem van moeder, zijn moeder, alle moeders toegeschreven. ik buig diep voor dit gedicht. het raakt me.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is groen4-e1546020937377-225x300.jpg

Op de nuchtere maag

Het mag nog donker zijn
een zwak licht op de achtergrond
op de tast vul je de filter

zeven afgestreken schepjes
waar de waterstand acht meet
voor minder gaan we het niet doen

de geur alleen al haalt je lief uit bed
zij veert op alsof haar moeder roept
van onder aan de trap

ingeschonken en met een wolkje melk
een lepeltje alsof je in leven roert
geen haast om de dag te beginnen

en niet het surrogaat uit die rotoorlog
verdomd nee echte koffie
van bonen in overvloed

geen oog dat het zwart ziet
je maalt en roert zolang als nodig
als het leeg lijkt schenk je weer bij

hoe het loont als er damp kringelt
vers brood blikkert in de oven

FT 29122018

…alsof je in leven roert …- de koffie als beeld voor hoe het voor de dichter het liefste is – echt en geen surrogaat asjeblieft – het leven niet en ook de koffie niet – het is al lang geleden de surrogaatkoffie laten we aan de vorige eeuw. de koffie staat op de nuchtere maag alleen liefde toe. dat het ook donker kan zijn in een gedicht als een hoopvol begin van de dag.


Share This:

RIK VAN BOECKEL presents BEWEEG ALS EEN STRATEEG – een bundel die als de TGV leest op weg naar parijs en verder, op naar het universum, voorbij mars het verleden tegemoet, met de adem van vinkenoog en aja waalwijk in de rug richting toekomst, rik snelt voorbij aan elk universum – maar niet aan haar. mooi!

.
ik hield mijn hart vast – maar het slaat nu als nooit eerder – natuurlijk ken ik rik van boeckel van mijn site – trouwe inzender van poëzie voor de zondagochtendwedstrijd. maar ik wil ook eerlijk zijn in mijn recensies. ik hoef mijn hart niet meer vast te houden – de pacemaker van boeckel is geplant – ik beluister de CD – ik luister naar OCHTENDJAZZ – het achtste nummer van de CD toegevoegd aan de bundel – en het is prachtig – het is van internationale allure – het is rik van boeckel in optima forma – het is niet alleen een sinterklaaskado van jewelste – het is een sensatie en als je de eerste druk van deze bundel niet verwerft het zal je later spijten. we kunnen beginnen….
 
word wakker makkers
staakt uw wild gesnurk
ontkurk de energie
cést la vie!
 
van internationale allure – uitgeverij Bunker heeft goud in huis gehaald met deze verzorgde uitgave – 3 hoofdstukken met dertig Rik van Boeckels in de bundel BEWEEG ALS EEN STRATEEG van de kosmos tot aan de ochtendjazz – parijs, lissabon, berlijn alles vliegt aan je voorbij als lezer, de landen de steden, het heden het verleden, het firmament springt open in het NU als rik jouw reisleider is én rik is de onontkoombare reisleider – en deze bundel is dan ook de onontkoombare reisgids – een universum op zich – rik in optima forma: in hoofdstuk 1 en 2 – 14 en 10 gedichten en in hoofdstuk drie de 6 songteksten – waarvan twee in twee uitvoeringen op de CD. we bewegen mee op het ritme van zijn woorden over de vele poëtische wegen die we met deze reisleider samen verkennen. het is werkelijk één onontkoombare droomreis in een ritme van tijd en zwaartekracht, van eb en vloed, van droom en werkelijkheid.
.
ja hoe heet die stroming ook al weer waarin de dichter en zijn woorden op gaan in een wereld waarin alles tegelijkertijd samenvalt – de wereld en het universum voor onze ogen openbreekt is een betere beschrijving – het heeft een naam – ik noem het het rikvanboeckelisme. en dan ook nog zo dat de toekomst zichtbaar wordt en het verleden zichtbaar blijft.
 
wat wordt voortgezet zal weerbaar zijn
wat ophoudt zal de eb ingaan
wat geschreven wordt gaat aan de tijd voorbij
 
Ik wil nog twee facetten belichten. de reisgedichten In hoofdstuk twee. een selectie van de reisgedichten zoals ze ook op mijn site te lezen waren en ongetwijfeld in de toekomst weer te lezen zijn – rik verhaalt zo graag over zijn wereldreizen – in hoofdstuk twee onder de strakke regie van joz knoop weet joz , in een selectie van 10 gedichten, riks ongebreidelde reislust terug te brengen tot highlights – tot sprankelende spirituele hoogtepunten zoals je ze in reisgidsen niet snel zult aantreffen.
.
Nee waar ik het echt over wil hebben zijn de 14 licht weemoedige gedichten – standbeelden van verdraagzaamheid bijeengebracht in hoofdstuk een – naast alles wat hierboven aan uitbundigheid beschreven is begint de bundel in verstilling – bijna wil ik zeggen een rik van boeckel op zijn best -(maar dat is omdat ik zelf dichter ben) – en het is niet waar – omdat rik alles is – dichter, popdichter, musicus – het vele en niet in het ene te vangen is – in deze zo afwisselend ingerichte bundel.
de verstilling gaat over haar- en over hoe om te gaan met wat voorbij is gegaan. lees rik van boeckel om te weten hoe je met liefdespijn kan omgaan. over de  ‘het verlaten maar nooit verlaten van wat was’ lessen in de liefde van leermeester rik van boeckel:
 
 
mijn zin bemint verleden tijd
een langzaam knipperend wonderlicht
dromen heeft zij aangeraakt
(…)
jij zei dat mijn ogen
een gedicht konden liplezen
 
het is prachtig wat dit ruigoordkind – (nouja beetje ruigoord, beetje simon, beetje aja, helemaal rik!), in deze bundel verenigt- een bundel die als de TGV leest op weg naar parijs en verder, naar de wereld en verder, op naar het universum, voorbij mars het verleden tegemoet, met de adem van vinkenoog en waalwijk in de rug richting toekomst, ja rik snelt voorbij aan elk universum – maar niet aan haar. mooi!
 
en de deejay zei nog zo….
en de deejay zei nog zo….
en de deejay zei nog zo….
 
Rik van Boeckel is zelf een knipperend wonderlicht. en ik herhaal een wonderlicht van internationale allure.

Share This:

ELBERT GONGGRIJP – BIJ BENADERING MISSCHIEN DIT – Een nieuwe J.A. der Mouw is geboren – om zo op de rand van het bestaan te kunnen schrijven – een kunstzinnig solipsisme dat we sinds Johan Andreas der Mouw niet meer hebben kunnen lezen

ELBERT GONGGRIJP  – BIJ BENADERING MISSCHIEN DIT – Een nieuwe J.A. der Mouw is geboren – maar we zitten zonder god! om zo op de rand van het bestaan te kunnen schrijven – een kunstzinnig solipsisme dat we sinds Johan Andreas der Mouw niet meer hebben kunnen lezen

Laten we bij het begin beginnen – de bundel. ‘Die prachtige titel: ‘Bij benadering misschien dit’ – ik heb inmiddels het eerste hoofdstuk NABIJ gelezen – met dat werkelijk fenomenale gedicht “Dit dus” –

(…)
 
Misschien wil iets
blijven om naar te kijken, iets
blijvends, zoals jij nu
 
(…)  je wilde, je luisterde
een heel lichaam lang.
 

het gedicht dat heel veel gedichten overbodig maakt – ik had zo gehoopt het te kunnen vinden – heb het in jouw bundel gevonden – maandag de recensie.’,  schreef ik aan Elbert. Maar nee niks maandag – in een ruk heb ik de bundel verder uit gelezen tot het bittere einde, tot de laatste regel: “Hoe gelukkig maakt ongeluk nu het zich niet meer laat traceren –“

In deze bundel van Elbert Gonggrijp, en voor alle duidelijkheid zeg ik het maar meteen – alle vooroordelen kunnen de deur uit. Ook die van mij.  Natuurdichter – niks natuurdichter – geen bloemetjes of  beestjes – in deze bundel staat de mens centraal. En god is ver te zoeken. Een troostrijke god heeft de dichter al helemaal niet gevonden of tot zijn beschikking. Hij moet het helemaal alleen doen. In het eerste hoofdstuk is er nog even ‘een meid’ – heeft ie heel even meer dan de dichter der Mouw – maar na het eerste hoofdstuk zit ie ook zonder meid – Moeder is ook nog even aanwezig in hoofdstuk 2 TOENADERING geheten. Maar de toenadering is tot mislukken gedoemd in deze bundel – deze zoektocht – deze Alleingang: ‘een moeder die mij niet herkent, terwijl ze nog kan, terwijl ik het wil – ‘

De bundel telt 62 gedichten – 6 hoofdstukken met achtereenvolgens 13-13-7-23-5-1 gedichten. We hebben een nieuwe der Mouw maar in het jasje van Elbert Gonggrijp. En waarom ik op de achtergrond Stef Bos toch soms zacht hoor zingen als ik de gedichten van Elbert lees – ik hoop het antwoord vandaag nog te vinden. 

De vergelijking met Der Mouw is natuurlijk niet per ongeluk gekozen. BIJ BENADERING MISSCHIEN DIT – deze bundel – deze zoektocht – deze alleingang  is een prachtig voorbeeld van kunstzinnig solipsisme – dat er maar één enkel bewustzijn bestaat: dat van de dichter-waarnemer  in zijn poëtisch weten.  Het universum en de personen waarmee gecommuniceerd wordt, bestaan slechts in de geest van de dichter-waarnemer. Waar de dichter  der Mouw zich begaf in zijn zoektocht van atman tot aan brahman – heen en weer geslingerd – tussen het onvolmaakte en het verlangen naar een volkomen al –  begeeft Elbert Gonggrijp  zich door de tijd heen. Elbert Gonggrijp behoedzaam wadend door een levenslang tekort – door  ‘de lege gaten in de tijd’.

Wat achter hem ligt kan vergeten worden, desnoods herhaald  – wat voor hem (ons) ligt is slechts een gissen, wel met  ‘de gedachte dat elk begin bericht van een nieuw einde’. Het leven gezien als een voortdurende herhaling van gebeurtenissen – Zo komen we uit bij de opdracht in de bundel met de hand geschreven: ‘uiteindelijk vertaalt poëzie zich in stilte’. Hoe uiteindelijk het leven zich vertaalt in stilte – hoe alles samenvalt als het voorbij is,  de woorden oplossen in een dodelijke stilte. En dan – in zekere zin troostrijk –  dat dit alles weer ten dienste staat van een nieuw begin.

Deze dichter moet het alleen doen – met slechts één hoofdstukje liefdeslyriek. Hoofdstuk 1 – de eerste 13 gedichten. Maar dan houdt het op – is het over en voorbij.  En daar staat hij. Het leven houdt hem op.  Niemand om tegen aan te leunen. Niemand! Het is niet de wereld die door draait – het is de angst. In Hoofdstuk 2 TOENADERING in 13 gedichten komt de dichter heel dicht bij zijn poëzie.  Krijg je als lezer de dichter als het ware er gratis bij. Maar ik schreef het al. Elke toenadering is hier tot mislukken gedoemd.

En bestond het eerste hoofdstuk NABIJ al uit wonderbaarlijk mooie poëzie de laatste drie hoofdstukken in deze bundel zijn van een –  na hoofdstuk 2 –  onverwachte aangename lichtheid, waarin de dichter met ingehouden explosiegevaar maar ook met die hem kenmerkende behoedzaamheid de regels van de poëzie het werk laat doen:  het oponthoud (het leven) kleur geeft, de tijd stilt – geduldig wacht. Het is werkelijk adembenemend. Je moet als Elbert hebben geleefd om zo op de rand van het bestaan te kunnen schrijven – om zo vorm te kunnen  geven aan een kunstzinnig solipsisme dat we sinds Johan Andreas Der Mouw niet meer hebben kunnen lezen. En nergens dondert hij zijn eigen gegraven graf in. Hoe de kunst hem op de been houdt in deze wonderbaarlijk uitgebalanceerde prachtbundel.

 

pom wolff

 

de bundel is te bestellen bij uitgeverij Silhouette Artistique

info@connylahnstein.nl

Share This:

ALJA SPAAN – “tegen het vergeten en voor de behoedzaamheid”- de nieuwe bundel – elk gedicht is een met uiterste precisie gekozen schakel in een prachtige ketting van verbondenheid tussen twee mensen

ALJA SPAAN – “tegen het vergeten en voor de behoedzaamheid”- de nieuwe bundel – elk gedicht is een met uiterste precisie gekozen schakel in een prachtige ketting van verbondenheid tussen twee mensen

Daar gaan we dan ALJA SPAAN – “tegen het vergeten en voor de behoedzaamheid”- de nieuwe bundel van Alja  – 4 hoofdstukken met 15 – 15 – 22 en 17 gedichten in totaal 69 gedichten – en alle gedichten aan W opgedragen zoals haar vorige bundels ook aan W werden opgedragen. Wie W is god mag het weten. En ook deze bundel weer prachtig – en dan bedoel ik ook prachtig –  door uitgeverij indeknipscheer  uitgegeven – de bundel die uitnodigend met de zacht in de hand liggende kaft het tot een genot maakt om Alja op te pakken.

69 gedichten ga er maar voor zitten – meestal is dit de plaats in een recensie waarin ik voorzichtig opschrijf – ietsje minder had ook gekund – had er 40 gedaan of 32. Maar in deze recensie schrijf ik dat niet. 69 gedichten van Alja Spaan en geen één te veel –  zoveel is zeker – dat schrijf ik op. Deze dichter gaat zo zorgvuldig met haar levenswerk om – materiaal zullen sommigen zeggen – dat je haar niet kunt betrappen op teveel. Wel op te weinig, op het vervolg moeten we als lezer dan maar wachten.

Zijn het eigenlijk wel gedichten? lezen we wel in een gedichtenbundel?  of lezen we in wezen  een korte roman, de tekst een beetje bijzonder over de 90 pagina’s van het boek verdeeld. Ja we lezen in een boek over de liefde. Dat is het. We lezen Spaan maar we lezen soms ook Kopland, beter gezegd het Koplands van Alja Spaan:

Het verdunnen van de waarheid is misschien een methode.
Het geluid van tinkelende doorzichtige blokjes is van korte duur (..)
Het misschien is dus een antwoord op zich.


Niet al te vaak natuurlijk maar toch zo af en toe en heel precies plaatst Alja Spaan een filosofische aantekening precies daar waar de poëtische situatie deze behoeft – waar ook de  verloren liefde én het altijd weer en steeds opnieuw opdoemende zó existentiële verlangen van de ik persoon niet aan ontkomen.

Voor onze ogen voltrekt zich het verhaal waarin de ik persoon  toch voor altijd verbonden is en blijft met haar geliefde – wat er ook allemaal heeft plaatsgevonden –  en hoe zeer de hij persoon – in wezen – inmiddels tot haar verleden behoort. Verbondenheid  met de geliefde – dat is het thema van dit liefdesverhaal. Elke regel in de bundel heeft de dichter in dienst  gesteld, met uiterste precisie, om de verbinding tussen de geliefden in stand te houden. Geen enkele regel, geen enkel woord is teveel. Elk woord (elke regel – elk gedicht)  is een precies gekozen schakel in een prachtige ketting van verbondenheid tussen twee mensen. En wij als lezer zijn getuige hoe de ketting na elk gedicht steeds mooier in het levenslicht kleur krijgt en blinkt.

Het verhaal opent met NIETS – we zien en horen Alja dit gedicht voorlezen op Youtube: zo begint het verhaal: “Er is dat niets.” begrijpt u wel DAT NIETS. Dat allesomvattende niets, dat overal aanwezige niets, dat niets dat door de hele bundel en  door het hele verhaal heen kleur krijgt, geschiedenis kent, warmte geeft – gretig een woord van Alja Spaan –  haar tot in alle staten van geluk en genot heeft gebracht – en natuurlijk in wezen niets meer is en niets meer kan zijn – DAT NIETS dat onontkoombare existentiële niets wordt in deze bundel tegen het vergeten behoedzaam aan de lezer meegegeven – uiteindelijk toch ook als een soort troost – dat er toch ook met niets te leven valt. Dat we het nemen zoals het is, het verlaten en het verlaten zijn, maar weten nooit verlaten te zijn – van wat was.

In de woorden van Alja:

 

dat er niets vergeefs is, dat er altijd gehoord wordt,
dat er opnieuw en steeds weer vergeven wordt, opkomt,
terugkeert, verwacht wordt, toegedekt wordt zodat het
 
slapen kan.

 

Het verhaal speelt zich af tussen het eerste gedicht ‘rechtop” met DAT NIETS en het laatste gedicht – gedicht 69 in de bundel ‘tot aan die bocht’ dat Alja in het koplands van Spaan afsluit:

 

Weten is tegelijkertijd het verlangen naar alles
en niets, het lampje in de donkere kamer, het
groen van de ruimte rondom, het blauwe water in je ogen
en daartussenin een vogel die vliegt.

 

En denk niet dat het de dichteres makkelijk afgaat lieve lezer of makkelijk afging  – deze ultieme poging om dat existentiële niets  in stand te houden – dat niet verloren mag gaan en in en door deze bundel niet verloren is gegaan. Zo lezen we aangrijpende woorden in het gedicht “onbekend” – aangrijpend als de hele bundel, aangrijpend als het hele verhaal “tegen het vergeten en voor de behoedzaamheid” in deze nieuwe bundel van Alja Spaan:

 

Niets erger dan te weten dat hij daar zou zitten,
(…)
Niets erger dan dat gemakkelijk praten over niets,

 

Alja Spaan – Tegen het vergeten en voor de behoedzaamheid. Gedichten

Share This:

TIMO VERBEEK weet wat geluk is – ‘op vrouwen jagen en nauwelijks slapen?’

timo verbeek geeft ons antwoord op de vraag waar we allemaal wel het antwoord op willen weten – komt goed uit dat timo het antwoord weet. is ook te lezen in zijn nog uit te brengen bundel – het grote niets –

wie timo is – harderwijk is een woord – ik laat me niet in een hokje duwen – is een statement opgetekend uit zijn mond – en ik moet zeggen timo maakte een gelukkige indruk – en dat al op zo jeugdige leeftijd

Share This:

KAREL WASCH – Het geluid van denken – De onontkoombare poëzie van Karel Wasch ligt wonderlijk zacht in de hand. Een recensie.

 

KAREL WASCH – Het geluid van denken – De onontkoombare poëzie van Karel Wasch ligt wonderlijk zacht in de hand. Een recensie.

Je gelooft er niet in, maar soms gebeurt het én ook nog waar je bij staat. Een Wonder. De bundel “Het geluid van denken” van Karel Wasch, mooi en zachtaardig softcoverig uitgegeven door uitgeverij In De Knipscheer wil ik niet meer loslaten. Laat me niet meer los.  Ik heb een wonder in mijn hand, denk ik terwijl ik tiep. Ik wil lezen – alleen maar lezen. En bladeren – 74 pagina’s, 11 hoofdstukken, 34 gedichten zachtromig neergelegd in deze bundel. Dit voelt zo goed!

En zo moet het ook  – de woorden van Karel Wasch, de thema’s, de regels, zijn gedichten verdienen een voor een,  deze prachtplaats. Dichter Wasch schrijft niet zomaar op wat in hem opkomt. Deze dichter heeft de geschreven woorden doorleefd, deze dichter beleeft de regels. En de woorden die we lezen mochten blijven. Het zijn eenvoudige woorden maar heel vaak zo alleszeggend.  

En steeds maar weer als ik Karel Wasch lees moet ik denken aan de grote dichter Kouwenaar – aan zijn adagium ‘het zacht maken van stenen’ – dat was  wat Kouwenaar trachtte – naar eigen zeggen. Waar Kouwenaar trachtte is het Karel Wasch  gelukt:  in zijn nieuwe bundel de stenen zacht.  Als we de poëzie van  Wasch recenseren spreken we over een zeldzaam hoog niveau poëzie. En ik overdrijf geen letter. Het is adembenemende poëzie met die wonderlijke zeggingskracht die alleen hele grote dichters achteloos weten te leggen in hun gedichten. Zo lezen we bijvoorbeeld  in de slotregel van het gedicht ‘Dansen in de nacht’:  ‘Vlak voor de abortus, die jouw schuld zou zijn, zoals alles.’

‘zoals alles’ – begrijpt u wel zoals alles – grote dichters weten met twee woorden meer dan een hele wereld op te roepen. ‘echt’ is ook zo een woordje, zo’n waschwoordje:  ‘…dat ze eindelijk echt was en niet meer, wat ik van haar had gemaakt.’

Zo worden de stenen zacht gemaakt door Karel Wasch, soms tederzacht als hij over zijn moeder schrijft: “Ik heb zelden geprobeerd een gedicht over haar te maken. Niet tijdens haar leven, ook niet daarna. Wel is er een zeker echoënde zachtheid  van toon in mijn werk,….”

Zo worden ook andere soms zware onderwerpen  zacht gemaakt, zacht gepresenteerd aan de lezer, de tragische vriendschap – de jeugdvriend Erik kreeg een naam – ‘We dronken ons door een woud van leugens en wisten niet welke leugens en tot welke prijs.’ ‘…en God wat hebben we gehuild die dag zonder uitzicht, aan zee….’ . Karel Wasch schrijft over Leven, liefde en hoe het (ons) allemaal  kan vergaan –  allemaal en alles,  tot voorbij de dood, ook over dode dichters, over de stad, over  wildernis en over het jonge jongetje Wasch – en dan toch nog in drie regels nog heel even moeder:

 

Hoe alles waarvoor ze

me waarschuwde,

is uitgekomen.

 

we lezen het allemaal in 34 onontkoombare gedichten –  en we lezen als het ware over ons zelf. Als je Karel Wasch leest krijg je zin om poëzie te schrijven – Karel Wasch inspireert. Zin om je eigen stenen zacht te maken en zin om poëzie aan te raken. De onontkoombare poëzie van Karel Wasch ligt wonderlijk zacht in de hand.

 

 

http://www.indeknipscheer.com/tag/karel-wasch/

Karel Wasch
Het geluid van denken

gedichten
gebrocheerd in omslag met flappen,
76 blz., € 17,50
ISBN 978-90-6265-507-6
eerste druk oktober 2018

Share This:

MAX LEROU wint de enige echte virtuele – haakt u ook weleens af en zo ja van-wat-dan? trofee op pomgedichten. JEANINE HOEDEMAKERS ook goud, ERIKA DE STERCKE brons

Goedemorgen pom, er is goed ingestuurd, prima leesvoer waarvoor dank. Hier volgen de beoordelingen en het edelmetaal. Merik haakte af, Cartouche liet zich gaan en toen stuurde Jeanine in en werd mijn aanvankelijke besluit aan het wankelen gebracht. Het staat voor mij buiten kijf dat Max en Jeanine allebei goud verdienen, hun gedichten zijn verschillend in stijl en allebei af, toch doe ik het zo

Max goud
Jeanine zilver
Erika brons
Liefs en een fijne zondag, uw aller Bregje

de winnende gedichten:

Hongerspel

dat er altijd
een dag daarna is
zeg je

waarna, vraagt hij en
merkt op dat alle eerdere
dagen ook

voor een treffende reactie
plaats je je vinger
op een willekeurige regel
in de tv gids en leest
hardop voor:

een grote arena
waar er aan het eind maar één
levend uit kan komen

dat zeg ik, zegt hij
en staat op om de kippen
te gaan voeren
terwijl er helemaal
geen kippen zijn

precies zo er geen
echt gesprek was
denk je

.

Jeanine Hoedemakers

.

pom: mooie verstilde dialoog – bijna een pomgedicht – helemaal een pomgedicht – het is de eenvoud van de woorden die in een beklemmende sfeer een wereld van verschil oproept – niet tussen dichters maar tussen hem en haar. prachtig! als bregje dit gedicht niet in edelmetaal belegt vreet ik mijn hoed op.

.
bregje: Jeanine Hoedemakers —
De wens eens een goed gesprek te voeren proef ik uit de woorden , een gesprek dat kennelijk maar niet tot stand komt ongeacht het onderwerp dat wordt aangesneden. In eenvoudige taal neergezet. Sober met doeltreffend een mooie verwijzing naar de film The hunger games, waarna de kippen worden ingezet. Je proeft de honger dubbel, die van hongeren naar en de honger erna.

brief gespijkerd aan de paleisdeur

geachte mevrouw tot mijn spijt
moet ik u uit noodzaak laten
en daarmee afzien
van mijn verdere diensten
daar uw aanzien (spijtig genoeg)
inmiddels ver voorbij
het aanvaardbare is voortgeschreden

hoe u zich niet in ongestreken pyjama
gestoken in onze sponde neervlijt
maar dat het uw naakte vel is
waardoor ik tot zulk een gedachtedwaling kon geraken
u begrijpt en als niet auf wienerschnitzel

u veel succes toewensend in uw streven
naar een volkomen geneugtenleven verblijf ik
tijdelijk ter troost bij buuf

uw voormalig neukertje

ml

pom: ja een klassieker deze. verdient zonder meer goud bregje. maar bregje deelt de edelmetalen uit deze week. buurvrouw lust er wel pap van lezen we. ‘moet jij nog koffie gekkenhuis.’ wordt hier aan mij gevraagd in de huiskamer waar ik deze woorden opschrijf. max is afgehaakt zeg ik – graag ja – doe maar koffie. de dingen lopen door elkaar – ach ja – ik denk aan mijn buurvrouw hoe zij in de ochtend – dank je wel ja lekker die koffie – wie max leest houdt van koffie van poëzie, houdt van alle buurvrouwen, van het gekkenhuis waar ze in de ochtend koffie voor je inschenken. van pyama’s ook. mooi!

.
bregje: ml –
Haha, dat is nog eens ajuus zeggen.

PETRA MARIA ook in eindhoven bij Dutch Design Week
FRANS TERKEN ‘meer kapot dan dat kan niet’
MAX LEROU ‘auf wienerschnitzel’
MERIK VAN DER TORREN over een lege koude hal met een schim
ERIKA DE STERCKE tuinen bladeren leeg
ANKE LABRIE van toverbal tot kogel
MARC TIEFENTHAL richt zich tot ditmar
JOLIES HEIJ back in town tot Cartouche: U weet niet eens wat een clitoris vermag
CARTOUCHE ook back in town tot Jolies – vrij vertaald: ooit zullen we samen
JEANINE HOEDEMAKERS in een grote arena

wie wint de enige echte virtuele – haakt u ook weleens af en zo ja van-wat-dan? trofee op pomgedichten? van een vrouw van een man van een ding van uzelf? en daar sta je dan in het grote boze sprookjesbos dat wereld heet.
‘als je zegt wie je niet bent houd je jezelf over’

eens kijken of cartouche en laHeij al afgehaakt zijn – misschien van elkaar afgehaakt – we gaan het zien lieve lezer, lieve dichter. spannend zo het loskomen – ja daar sta je dan – argeloos, naïef en alleen in het grote boze sprookjesbos dat wereld heet. ach misschien hebben die twee elkaar weer een arm gegeven laheij en cartouche – ze kunnen echt niet zonder ons – dat zijn de genen. bregje juryvoorzitter aan onze zijde deze week. u kent de regels: gedichten niet te lang tenzij ze over de top zijn of tenzij noodzaak – stuur in voor zondag 10.30 uur (voor Cartouche 11.00 uur) onder ‘contact’. (zie hierboven in de zwarte kolom) – of op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. het commentaar is verzekerd.

.

het is een rare dag vandaag
een vogel vliegt het blauwe raam
de tuin rookt snijdend koud van steen
de muggen zo bloeddorstig

als je zegt wie je niet bent
houd je jezelf over
een soort eerlijkheid die schoon is

pw

.
Goedemorgen Pom, ach als ik over blijf, blijf jij dan ook?
Ik ben er vroeg bij, maar op naar Eindhoven, Dutch Design Week. Inspiratie. Komt allen.

Later als ik

aan een zijden draadje
in het ochtendlicht
speelt het blonde haar
in zachte wind

in het voorbijgaan
zie ik haar
alsof ik weer schommel
in de keukendeur

het witte hekje
dat altijd lokt
kauwgom op de plank
voor later

dan draai ik om
ze zwaait

tot later
als

PM

pom: Goedemorgen Pom, ach als ik over blijf, blijf jij dan ook? pom: natuurlijk kind ik zal er altijd voor je zijn als je alleen overblijft. voorlopig zit je gezellig begrijp ik in eindhoven met je en temidden van je dutch design – eens even kijken of je het thema wel hebt gehaald. afgehaakt in het grote boze sprookjesbos dat wereld heet. iets met een kind? lees ik dat goed. een ontmoeting in een gedicht met een schommelend kind in een deuropening. kindjes doen het altijd goed in de poëzie. een in zachte woorden opgeschreven jeugdherinnering vanuit een vervreemdend perspectief. ja zo kan poëzie ook. (al wantrouw ik wel altijd kindjes in de poëzie – maar ja dat ben ik) – mogelijk denkt bregje daar anders over.

.
bregje: PM – Ik weer bij haar ben, vul ik in als ik klaar ben met lezen. Oh mijmeringen, verlangen.

doen we wel even deze tussendoor:

Bloedzuiger

Krabben aan de korsten van verbittering
hoe je je ook tegen pulken verzet
het trekt onweerstaanbaar

in elke wond woekert een litteken
een streep een vlek op de huid
loerend oog naar wie of wat je kwijt wil

meer kapot dan dat kan niet denk je
breekt het in nog kleinere kruimels
in bloeddruppels proef je het onherstelbare

om ze stuk voor stuk uit te zuigen
driftig zuiveren alsof je de hand
een laatste vinger al niet meer voelt

FT 21102017

pom: op de vroege ochtend ligt de inhoud van dit gedicht toch zwaar op de maag – smakelijk is anders frans. het thema helemaal gehaald – want zo is het gevoel natuurlijk wel na het afhaken. frans zet de boel meteen maar om in kneedbaar pus. hahaha. als bregje niet op tijd aan de kant gaat zit ze onder.

.
bregje: FT 21102017 – –
Ai. dit gedicht valt me zwaar op de maag. Het slaat me om de oren met een welhaast brute bitterheid. Ik vraag me af over wie je het hebt en betreur die persoon. Of, zou het de bedoeling zijn dat ik glimlach, dat ik in de overdrijving het tegendeel dien te proeven?

brief gespijkerd aan de paleisdeur

geachte mevrouw tot mijn spijt
moet ik u uit noodzaak laten
en daarmee afzien
van mijn verdere diensten
daar uw aanzien (spijtig genoeg)
inmiddels ver voorbij
het aanvaardbare is voortgeschreden

hoe u zich niet in ongestreken pyjama
gestoken in onze sponde neervlijt
maar dat het uw naakte vel is
waardoor ik tot zulk een gedachtedwaling kon geraken
u begrijpt en als niet auf wienerschnitzel

u veel succes toewensend in uw streven
naar een volkomen geneugtenleven verblijf ik
tijdelijk ter troost bij buuf

uw voormalig neukertje

ml

pom: ja een klassieker deze. verdient zonder meer goud bregje. maar bregje deelt de edelmetalen uit deze week. buurvrouw lust er wel pap van lezen we. ‘moet jij nog koffie gekkenhuis.’ wordt hier aan mij gevraagd in de huiskamer waar ik deze woorden opschrijf. max is afgehaakt zeg ik – graag ja – doe maar koffie. de dingen lopen door elkaar – ach ja – ik denk aan mijn buurvrouw hoe zij in de ochtend – dank je wel ja lekker die koffie – wie max leest houdt van koffie van poëzie, houdt van alle buurvrouwen, van het gekkenhuis waar ze in de ochtend koffie voor je inschenken. van pyama’s ook. mooi!

.
bregje: ml –
Haha, dat is nog eens ajuus zeggen.

Nee, ik haak af,
Bregje is volgens mij seksueel gefrustreerd en drinkt te weinig alcohol,
ik haak af,
ze heeft geen boek gelezen en beklimt het hoogste podium om – neus in de lucht – gedichten af te kraken,
ik haak af, naargeestige versjes en een portret van een everzwijn, een lege koude hal met een schim, dat is wat Bregje ooit liet zien, ik haak af.

Merik van der Torren

pom: ik voel een nare bries in een lege koude hal met schimmen. brrr. nee merik mag bregje niet. zoveel is zeker. merik denkt bregje te kennen. of is merik bregje zelf? we komen het maar niet te weten. het afhaken zelf mooi vorm gegeven. dat dan weer wel.

.
bregje: Merik van der Torren

Arme Merik
als kloppen naar uithalen klinkt
weerzin leidt tot resultaat
een portret van lamgelegde ogen
in een afgewend gezicht
ja dan komt soms de taal
tot een podium
waarop het zichzelf voordraagt
dat wezen
in een heel fout licht

Alstublieft van der Torren

Loep

Een week van jeuk
houdt me de spiegel
van veroudering voor,
ik die de jaren buiten blaas,
nu het nog kan.

In een steen
wil ik veranderen,
ongevoelig
voor koude en warmte,
waar voeten aan voorbij lopen
en waarop vogels
in een onverschilligheid
drek lozen.

Merkwaardige dagen,
tuinen bladeren leeg,
verpleegsters verkassen
het buitenlicht
naar gedachten die spreken
met sprongen.

Ik ben het vergrootglas
uit mijn brein.

Erika De Stercke

pom: een beetje morbide is ze wel onze erika. als ze afhaakt dan zal het zo moeten zijn lezen we. nou ja ze brengt wel onder woorden waar velen voor weglopen. de leuke jongemeisjeslook een keer ver van haar geworpen. ja pomgedichten werkt reinigend. je houdt jezelf over als je deze site bezoekt. de meeste mensen kunnen dat niet aan. erika wel. hulde!

.
bregje: Erika De Stercke –
Zo lees ik ze wel graag. Minpuntje, strofe twee ontaardt wat in opsommen en tuinen bladeren leeg…. Verder oké. Prachtig is: ik die jaren buiten blaas

taal
toverbal
kan ik nog kleur bekennen
of streelt mijn tong jou al te lang
en rest alleen
de harde grauwe kern

geef mij iets van jouw oude toverkracht
zodat die kern geen kogel wordt

anke labrie

pom: leren we uit de woorden van anke. als de betovering de schone schijn verliest rest niet altijd een schitterende diamant – het leven in een notendop geschilderd.

.
bregje: anke labrie –
Mooi gesproken, een kern mag geen kogel worden, niet verharden. Er zijn altijd meer toverballen meisje. Dankjewel Anke.

Zo, ik dacht, bakker, laat ons een koekje van eigen deeg, ditmar en aldus:

Los en lost

Van het ene ogenblik
op wat anders, lag de lijn strak.
Het zou een karper moeten zijn.

Trekken was de boodschap,
het aas had gediend als klare hap.
Ik haalde de lijn binnen,
kon weinig anders verzinnen.

Daar kwam de knaap
in zicht gezwommen
recht voor mijn raap.

In het zicht van de oever,
de hengel was wat geklommen,
maakte hij zich met een karpersprong los.

Marc Tiefenthal

pom: afhaken – ja dat wordt nooit wat tiefenthal en ditmar bakker. de hengel was geklommen? tiefenthal vist precies die woorden uit de taal om recht te doen aan de titel van dit gedicht.

.
bregje: Marc Tiefenthal –
Hmm, niet gek, drie eerste, veelbelovende regels, dan zakt het een beetje in met als diepte punt de vierde regel, even lijkt de lijn weer te spannen maar dan dat ‘recht voor mijn raap’ . Goede laatste regel. Die tilt alles prima op.

maak je geen zorgen, pom, het was maar de spreekwoordelijke knuppel in het hoenderhok
dat we elkaar en anderen maar mogen blijven knuppelen!

Spiegels zuigend tot medelijden

Toen ik u voor het eerst ontmoette praatte u heel handig
de losse eindjes aan elkaar, die bestonden heel gewiekst
uit het ontluisteren van mijn ziel. Als een
ware dokter legde u uw elektriserende zijn

op pijnplekken, martelaressen waren er om te
beffen en al het bloed is lekkerder als het met
medelijden is aangelengd. Maar u kent mij
niet, u kent alleen de spiegel die ik u

voorhoud en uw eigen evenbeeld is leeg als
een lekkende teef. U heeft iets met moeders
die u hebben gekneed en getemd tot knuffeldier.

Tot hier en niet verder. U weet niet eens wat een
clitoris vermag, ziet enkel eikels vallen tot samenraapsel
en babbelt driftig uw eigen onvermogen aan elkander.

Jolies Heij

pom: wat een lelijke titel kind. over nieuw! dat is geen dichten! een ‘me-too’ gedicht schat ik verder in. zonder het opportunisme dat amber helena reisig zo kenmerkt en in ruime mate in zich herbergt. hoe dan ook – cartouche mag wel dekking zoeken. Cartouche praat heel handig de eindjes aan elkaar – zoveel is zeker – Als een ware dokter legt hij zijn elektriserende zijn op pijnplekken – ja dat moet cartouche wel zijn – toestanden weer hier op pomgedichten – ben blij dat bregje een oordeel moet vellen.

.
bregje: Jolies Heij – Zo, Jolies pakt weer even uit. Vreselijke titel, dat is spijtig. Martelaressen waren er om te beffen. Kijk, zo leer je nog eens iets.

Haha, half elf, jij halve gare
hoe kom je erop, het is twee
voor twaalf, handen op een buik
gevouwen blaas ik deze duit als laatste
in de zak mits je handklok de tijd terug
voluit op 11 of 12 voor een zondag zet
zo niet – houd je mij maar voor gezien


***********~~***********

Oost is oost en west is west en ooit zullen ze samen

als ik tot het oostereinde gaan, het verre
Isphahaan, om het sprookje los te dansen
niet met jou, jij hebbeding, vluchteling
alleen mij en ik, zinnebeeld en tegengif
voor alle vloeken, haken en ogen

vonken en vibreren, draaien om de as
in wervelmaat de wereld slaan in lood en wit
op een podium van doodse stilte waar de voet
zijn loper vindt in het ritme van een heup en
hand als maaiden ze het afgehaakte pad

met kool gerande ogen rondjes draaien
in een klokkende mantel sprekender dan
enig van Nietzsches tranen, Wagners goden-
deemstering of carnaval van Saint-Saëns
zo deerlijk kon verbeelden, dit dierlijk

bovenmenselijk kolken in mijn bloed
de vloed van ongetraande gratie laten
stromen om het hoofd te tamponneren
en dichten handen en voeten te geven
aan geloof het bos te kunnen zien

lichtelaaie in vermolmde bomen

21-10-2017
Cartouche

pom: 21 regels – cartouche is uit op een rode kaart. geen enkele noodzaak ook om dit gedicht te laten uitdijen. de kern is genoeg – hij moet heij niet. haakt af en schrijft:

alleen mij en ik, zinnebeeld en tegengif
voor alle vloeken, haken en ogen
vonken en vibreren, draaien om de as
in wervelmaat de wereld slaan in lood en wit
op een podium van doodse stilte
dit dierlijk bovenmenselijk kolken in mijn bloed

ja zo is hij onze cartouche.

.
bregje: 21-10-2017 – Cartouche –
Pffft, zware kost. Meneer toont even dat hij zijn klassiekers kent en zo. Ik durf niet te beweren of alles wat er in staat nodig is maar ik zou ook niet aan kunnen wijzen wat er uit zou kunnen. Al struikel ik bijv. toch wel over; dit dierlijk bovenmenselijk kolken, ik weet niet goed wat ik bij een dergelijke verwoording moet proeven. Misschien ben ik in een dichterlijke ‘ruzie’ terecht gekomen. Tjonge.

Hongerspel

dat er altijd
een dag daarna is
zeg je

waarna, vraagt hij en
merkt op dat alle eerdere
dagen ook

voor een treffende reactie
plaats je je vinger
op een willekeurige regel
in de tv gids en leest
hardop voor:

een grote arena
waar er aan het eind maar één
levend uit kan komen

dat zeg ik, zegt hij
en staat op om de kippen
te gaan voeren
terwijl er helemaal
geen kippen zijn

precies zo er geen
echt gesprek was
denk je

.

Jeanine Hoedemakers

.

pom: mooie verstilde dialoog – bijna een pomgedicht – helemaal een pomgedicht – het is de eenvoud van de woorden die in een beklemmende sfeer een wereld van verschil oproept – niet tussen dichters maar tussen hem en haar. prachtig! als bregje dit gedicht niet in edelmetaal belegt vreet ik mijn hoed op.

.
bregje: Jeanine Hoedemakers —
De wens eens een goed gesprek te voeren proef ik uit de woorden , een gesprek dat kennelijk maar niet tot stand komt ongeacht het onderwerp dat wordt aangesneden. In eenvoudige taal neergezet. Sober met doeltreffend een mooie verwijzing naar de film The hunger games, waarna de kippen worden ingezet. Je proeft de honger dubbel, die van hongeren naar en de honger erna.

Share This: