MAX LEROU wint de enige echte virtuele – haakt u ook weleens af en zo ja van-wat-dan? trofee op pomgedichten. JEANINE HOEDEMAKERS ook goud, ERIKA DE STERCKE brons

Goedemorgen pom, er is goed ingestuurd, prima leesvoer waarvoor dank. Hier volgen de beoordelingen en het edelmetaal. Merik haakte af, Cartouche liet zich gaan en toen stuurde Jeanine in en werd mijn aanvankelijke besluit aan het wankelen gebracht. Het staat voor mij buiten kijf dat Max en Jeanine allebei goud verdienen, hun gedichten zijn verschillend in stijl en allebei af, toch doe ik het zo

Max goud
Jeanine zilver
Erika brons
Liefs en een fijne zondag, uw aller Bregje

de winnende gedichten:

Hongerspel

dat er altijd
een dag daarna is
zeg je

waarna, vraagt hij en
merkt op dat alle eerdere
dagen ook

voor een treffende reactie
plaats je je vinger
op een willekeurige regel
in de tv gids en leest
hardop voor:

een grote arena
waar er aan het eind maar één
levend uit kan komen

dat zeg ik, zegt hij
en staat op om de kippen
te gaan voeren
terwijl er helemaal
geen kippen zijn

precies zo er geen
echt gesprek was
denk je

.

Jeanine Hoedemakers

.

pom: mooie verstilde dialoog – bijna een pomgedicht – helemaal een pomgedicht – het is de eenvoud van de woorden die in een beklemmende sfeer een wereld van verschil oproept – niet tussen dichters maar tussen hem en haar. prachtig! als bregje dit gedicht niet in edelmetaal belegt vreet ik mijn hoed op.

.
bregje: Jeanine Hoedemakers —
De wens eens een goed gesprek te voeren proef ik uit de woorden , een gesprek dat kennelijk maar niet tot stand komt ongeacht het onderwerp dat wordt aangesneden. In eenvoudige taal neergezet. Sober met doeltreffend een mooie verwijzing naar de film The hunger games, waarna de kippen worden ingezet. Je proeft de honger dubbel, die van hongeren naar en de honger erna.

brief gespijkerd aan de paleisdeur

geachte mevrouw tot mijn spijt
moet ik u uit noodzaak laten
en daarmee afzien
van mijn verdere diensten
daar uw aanzien (spijtig genoeg)
inmiddels ver voorbij
het aanvaardbare is voortgeschreden

hoe u zich niet in ongestreken pyjama
gestoken in onze sponde neervlijt
maar dat het uw naakte vel is
waardoor ik tot zulk een gedachtedwaling kon geraken
u begrijpt en als niet auf wienerschnitzel

u veel succes toewensend in uw streven
naar een volkomen geneugtenleven verblijf ik
tijdelijk ter troost bij buuf

uw voormalig neukertje

ml

pom: ja een klassieker deze. verdient zonder meer goud bregje. maar bregje deelt de edelmetalen uit deze week. buurvrouw lust er wel pap van lezen we. ‘moet jij nog koffie gekkenhuis.’ wordt hier aan mij gevraagd in de huiskamer waar ik deze woorden opschrijf. max is afgehaakt zeg ik – graag ja – doe maar koffie. de dingen lopen door elkaar – ach ja – ik denk aan mijn buurvrouw hoe zij in de ochtend – dank je wel ja lekker die koffie – wie max leest houdt van koffie van poëzie, houdt van alle buurvrouwen, van het gekkenhuis waar ze in de ochtend koffie voor je inschenken. van pyama’s ook. mooi!

.
bregje: ml –
Haha, dat is nog eens ajuus zeggen.

PETRA MARIA ook in eindhoven bij Dutch Design Week
FRANS TERKEN ‘meer kapot dan dat kan niet’
MAX LEROU ‘auf wienerschnitzel’
MERIK VAN DER TORREN over een lege koude hal met een schim
ERIKA DE STERCKE tuinen bladeren leeg
ANKE LABRIE van toverbal tot kogel
MARC TIEFENTHAL richt zich tot ditmar
JOLIES HEIJ back in town tot Cartouche: U weet niet eens wat een clitoris vermag
CARTOUCHE ook back in town tot Jolies – vrij vertaald: ooit zullen we samen
JEANINE HOEDEMAKERS in een grote arena

wie wint de enige echte virtuele – haakt u ook weleens af en zo ja van-wat-dan? trofee op pomgedichten? van een vrouw van een man van een ding van uzelf? en daar sta je dan in het grote boze sprookjesbos dat wereld heet.
‘als je zegt wie je niet bent houd je jezelf over’

eens kijken of cartouche en laHeij al afgehaakt zijn – misschien van elkaar afgehaakt – we gaan het zien lieve lezer, lieve dichter. spannend zo het loskomen – ja daar sta je dan – argeloos, naïef en alleen in het grote boze sprookjesbos dat wereld heet. ach misschien hebben die twee elkaar weer een arm gegeven laheij en cartouche – ze kunnen echt niet zonder ons – dat zijn de genen. bregje juryvoorzitter aan onze zijde deze week. u kent de regels: gedichten niet te lang tenzij ze over de top zijn of tenzij noodzaak – stuur in voor zondag 10.30 uur (voor Cartouche 11.00 uur) onder ‘contact’. (zie hierboven in de zwarte kolom) – of op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. het commentaar is verzekerd.

.

het is een rare dag vandaag
een vogel vliegt het blauwe raam
de tuin rookt snijdend koud van steen
de muggen zo bloeddorstig

als je zegt wie je niet bent
houd je jezelf over
een soort eerlijkheid die schoon is

pw

.
Goedemorgen Pom, ach als ik over blijf, blijf jij dan ook?
Ik ben er vroeg bij, maar op naar Eindhoven, Dutch Design Week. Inspiratie. Komt allen.

Later als ik

aan een zijden draadje
in het ochtendlicht
speelt het blonde haar
in zachte wind

in het voorbijgaan
zie ik haar
alsof ik weer schommel
in de keukendeur

het witte hekje
dat altijd lokt
kauwgom op de plank
voor later

dan draai ik om
ze zwaait

tot later
als

PM

pom: Goedemorgen Pom, ach als ik over blijf, blijf jij dan ook? pom: natuurlijk kind ik zal er altijd voor je zijn als je alleen overblijft. voorlopig zit je gezellig begrijp ik in eindhoven met je en temidden van je dutch design – eens even kijken of je het thema wel hebt gehaald. afgehaakt in het grote boze sprookjesbos dat wereld heet. iets met een kind? lees ik dat goed. een ontmoeting in een gedicht met een schommelend kind in een deuropening. kindjes doen het altijd goed in de poëzie. een in zachte woorden opgeschreven jeugdherinnering vanuit een vervreemdend perspectief. ja zo kan poëzie ook. (al wantrouw ik wel altijd kindjes in de poëzie – maar ja dat ben ik) – mogelijk denkt bregje daar anders over.

.
bregje: PM – Ik weer bij haar ben, vul ik in als ik klaar ben met lezen. Oh mijmeringen, verlangen.

doen we wel even deze tussendoor:

Bloedzuiger

Krabben aan de korsten van verbittering
hoe je je ook tegen pulken verzet
het trekt onweerstaanbaar

in elke wond woekert een litteken
een streep een vlek op de huid
loerend oog naar wie of wat je kwijt wil

meer kapot dan dat kan niet denk je
breekt het in nog kleinere kruimels
in bloeddruppels proef je het onherstelbare

om ze stuk voor stuk uit te zuigen
driftig zuiveren alsof je de hand
een laatste vinger al niet meer voelt

FT 21102017

pom: op de vroege ochtend ligt de inhoud van dit gedicht toch zwaar op de maag – smakelijk is anders frans. het thema helemaal gehaald – want zo is het gevoel natuurlijk wel na het afhaken. frans zet de boel meteen maar om in kneedbaar pus. hahaha. als bregje niet op tijd aan de kant gaat zit ze onder.

.
bregje: FT 21102017 – –
Ai. dit gedicht valt me zwaar op de maag. Het slaat me om de oren met een welhaast brute bitterheid. Ik vraag me af over wie je het hebt en betreur die persoon. Of, zou het de bedoeling zijn dat ik glimlach, dat ik in de overdrijving het tegendeel dien te proeven?

brief gespijkerd aan de paleisdeur

geachte mevrouw tot mijn spijt
moet ik u uit noodzaak laten
en daarmee afzien
van mijn verdere diensten
daar uw aanzien (spijtig genoeg)
inmiddels ver voorbij
het aanvaardbare is voortgeschreden

hoe u zich niet in ongestreken pyjama
gestoken in onze sponde neervlijt
maar dat het uw naakte vel is
waardoor ik tot zulk een gedachtedwaling kon geraken
u begrijpt en als niet auf wienerschnitzel

u veel succes toewensend in uw streven
naar een volkomen geneugtenleven verblijf ik
tijdelijk ter troost bij buuf

uw voormalig neukertje

ml

pom: ja een klassieker deze. verdient zonder meer goud bregje. maar bregje deelt de edelmetalen uit deze week. buurvrouw lust er wel pap van lezen we. ‘moet jij nog koffie gekkenhuis.’ wordt hier aan mij gevraagd in de huiskamer waar ik deze woorden opschrijf. max is afgehaakt zeg ik – graag ja – doe maar koffie. de dingen lopen door elkaar – ach ja – ik denk aan mijn buurvrouw hoe zij in de ochtend – dank je wel ja lekker die koffie – wie max leest houdt van koffie van poëzie, houdt van alle buurvrouwen, van het gekkenhuis waar ze in de ochtend koffie voor je inschenken. van pyama’s ook. mooi!

.
bregje: ml –
Haha, dat is nog eens ajuus zeggen.

Nee, ik haak af,
Bregje is volgens mij seksueel gefrustreerd en drinkt te weinig alcohol,
ik haak af,
ze heeft geen boek gelezen en beklimt het hoogste podium om – neus in de lucht – gedichten af te kraken,
ik haak af, naargeestige versjes en een portret van een everzwijn, een lege koude hal met een schim, dat is wat Bregje ooit liet zien, ik haak af.

Merik van der Torren

pom: ik voel een nare bries in een lege koude hal met schimmen. brrr. nee merik mag bregje niet. zoveel is zeker. merik denkt bregje te kennen. of is merik bregje zelf? we komen het maar niet te weten. het afhaken zelf mooi vorm gegeven. dat dan weer wel.

.
bregje: Merik van der Torren

Arme Merik
als kloppen naar uithalen klinkt
weerzin leidt tot resultaat
een portret van lamgelegde ogen
in een afgewend gezicht
ja dan komt soms de taal
tot een podium
waarop het zichzelf voordraagt
dat wezen
in een heel fout licht

Alstublieft van der Torren

Loep

Een week van jeuk
houdt me de spiegel
van veroudering voor,
ik die de jaren buiten blaas,
nu het nog kan.

In een steen
wil ik veranderen,
ongevoelig
voor koude en warmte,
waar voeten aan voorbij lopen
en waarop vogels
in een onverschilligheid
drek lozen.

Merkwaardige dagen,
tuinen bladeren leeg,
verpleegsters verkassen
het buitenlicht
naar gedachten die spreken
met sprongen.

Ik ben het vergrootglas
uit mijn brein.

Erika De Stercke

pom: een beetje morbide is ze wel onze erika. als ze afhaakt dan zal het zo moeten zijn lezen we. nou ja ze brengt wel onder woorden waar velen voor weglopen. de leuke jongemeisjeslook een keer ver van haar geworpen. ja pomgedichten werkt reinigend. je houdt jezelf over als je deze site bezoekt. de meeste mensen kunnen dat niet aan. erika wel. hulde!

.
bregje: Erika De Stercke –
Zo lees ik ze wel graag. Minpuntje, strofe twee ontaardt wat in opsommen en tuinen bladeren leeg…. Verder oké. Prachtig is: ik die jaren buiten blaas

taal
toverbal
kan ik nog kleur bekennen
of streelt mijn tong jou al te lang
en rest alleen
de harde grauwe kern

geef mij iets van jouw oude toverkracht
zodat die kern geen kogel wordt

anke labrie

pom: leren we uit de woorden van anke. als de betovering de schone schijn verliest rest niet altijd een schitterende diamant – het leven in een notendop geschilderd.

.
bregje: anke labrie –
Mooi gesproken, een kern mag geen kogel worden, niet verharden. Er zijn altijd meer toverballen meisje. Dankjewel Anke.

Zo, ik dacht, bakker, laat ons een koekje van eigen deeg, ditmar en aldus:

Los en lost

Van het ene ogenblik
op wat anders, lag de lijn strak.
Het zou een karper moeten zijn.

Trekken was de boodschap,
het aas had gediend als klare hap.
Ik haalde de lijn binnen,
kon weinig anders verzinnen.

Daar kwam de knaap
in zicht gezwommen
recht voor mijn raap.

In het zicht van de oever,
de hengel was wat geklommen,
maakte hij zich met een karpersprong los.

Marc Tiefenthal

pom: afhaken – ja dat wordt nooit wat tiefenthal en ditmar bakker. de hengel was geklommen? tiefenthal vist precies die woorden uit de taal om recht te doen aan de titel van dit gedicht.

.
bregje: Marc Tiefenthal –
Hmm, niet gek, drie eerste, veelbelovende regels, dan zakt het een beetje in met als diepte punt de vierde regel, even lijkt de lijn weer te spannen maar dan dat ‘recht voor mijn raap’ . Goede laatste regel. Die tilt alles prima op.

maak je geen zorgen, pom, het was maar de spreekwoordelijke knuppel in het hoenderhok
dat we elkaar en anderen maar mogen blijven knuppelen!

Spiegels zuigend tot medelijden

Toen ik u voor het eerst ontmoette praatte u heel handig
de losse eindjes aan elkaar, die bestonden heel gewiekst
uit het ontluisteren van mijn ziel. Als een
ware dokter legde u uw elektriserende zijn

op pijnplekken, martelaressen waren er om te
beffen en al het bloed is lekkerder als het met
medelijden is aangelengd. Maar u kent mij
niet, u kent alleen de spiegel die ik u

voorhoud en uw eigen evenbeeld is leeg als
een lekkende teef. U heeft iets met moeders
die u hebben gekneed en getemd tot knuffeldier.

Tot hier en niet verder. U weet niet eens wat een
clitoris vermag, ziet enkel eikels vallen tot samenraapsel
en babbelt driftig uw eigen onvermogen aan elkander.

Jolies Heij

pom: wat een lelijke titel kind. over nieuw! dat is geen dichten! een ‘me-too’ gedicht schat ik verder in. zonder het opportunisme dat amber helena reisig zo kenmerkt en in ruime mate in zich herbergt. hoe dan ook – cartouche mag wel dekking zoeken. Cartouche praat heel handig de eindjes aan elkaar – zoveel is zeker – Als een ware dokter legt hij zijn elektriserende zijn op pijnplekken – ja dat moet cartouche wel zijn – toestanden weer hier op pomgedichten – ben blij dat bregje een oordeel moet vellen.

.
bregje: Jolies Heij – Zo, Jolies pakt weer even uit. Vreselijke titel, dat is spijtig. Martelaressen waren er om te beffen. Kijk, zo leer je nog eens iets.

Haha, half elf, jij halve gare
hoe kom je erop, het is twee
voor twaalf, handen op een buik
gevouwen blaas ik deze duit als laatste
in de zak mits je handklok de tijd terug
voluit op 11 of 12 voor een zondag zet
zo niet – houd je mij maar voor gezien


***********~~***********

Oost is oost en west is west en ooit zullen ze samen

als ik tot het oostereinde gaan, het verre
Isphahaan, om het sprookje los te dansen
niet met jou, jij hebbeding, vluchteling
alleen mij en ik, zinnebeeld en tegengif
voor alle vloeken, haken en ogen

vonken en vibreren, draaien om de as
in wervelmaat de wereld slaan in lood en wit
op een podium van doodse stilte waar de voet
zijn loper vindt in het ritme van een heup en
hand als maaiden ze het afgehaakte pad

met kool gerande ogen rondjes draaien
in een klokkende mantel sprekender dan
enig van Nietzsches tranen, Wagners goden-
deemstering of carnaval van Saint-Saëns
zo deerlijk kon verbeelden, dit dierlijk

bovenmenselijk kolken in mijn bloed
de vloed van ongetraande gratie laten
stromen om het hoofd te tamponneren
en dichten handen en voeten te geven
aan geloof het bos te kunnen zien

lichtelaaie in vermolmde bomen

21-10-2017
Cartouche

pom: 21 regels – cartouche is uit op een rode kaart. geen enkele noodzaak ook om dit gedicht te laten uitdijen. de kern is genoeg – hij moet heij niet. haakt af en schrijft:

alleen mij en ik, zinnebeeld en tegengif
voor alle vloeken, haken en ogen
vonken en vibreren, draaien om de as
in wervelmaat de wereld slaan in lood en wit
op een podium van doodse stilte
dit dierlijk bovenmenselijk kolken in mijn bloed

ja zo is hij onze cartouche.

.
bregje: 21-10-2017 – Cartouche –
Pffft, zware kost. Meneer toont even dat hij zijn klassiekers kent en zo. Ik durf niet te beweren of alles wat er in staat nodig is maar ik zou ook niet aan kunnen wijzen wat er uit zou kunnen. Al struikel ik bijv. toch wel over; dit dierlijk bovenmenselijk kolken, ik weet niet goed wat ik bij een dergelijke verwoording moet proeven. Misschien ben ik in een dichterlijke ‘ruzie’ terecht gekomen. Tjonge.

Hongerspel

dat er altijd
een dag daarna is
zeg je

waarna, vraagt hij en
merkt op dat alle eerdere
dagen ook

voor een treffende reactie
plaats je je vinger
op een willekeurige regel
in de tv gids en leest
hardop voor:

een grote arena
waar er aan het eind maar één
levend uit kan komen

dat zeg ik, zegt hij
en staat op om de kippen
te gaan voeren
terwijl er helemaal
geen kippen zijn

precies zo er geen
echt gesprek was
denk je

.

Jeanine Hoedemakers

.

pom: mooie verstilde dialoog – bijna een pomgedicht – helemaal een pomgedicht – het is de eenvoud van de woorden die in een beklemmende sfeer een wereld van verschil oproept – niet tussen dichters maar tussen hem en haar. prachtig! als bregje dit gedicht niet in edelmetaal belegt vreet ik mijn hoed op.

.
bregje: Jeanine Hoedemakers —
De wens eens een goed gesprek te voeren proef ik uit de woorden , een gesprek dat kennelijk maar niet tot stand komt ongeacht het onderwerp dat wordt aangesneden. In eenvoudige taal neergezet. Sober met doeltreffend een mooie verwijzing naar de film The hunger games, waarna de kippen worden ingezet. Je proeft de honger dubbel, die van hongeren naar en de honger erna.

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Doe mee met de conversatie

5 reacties

  1. Goedemorgen Pom, ach als ik over blijf, blijf jij dan ook?
    Ik ben er vroeg bij, maar op naar Eindhoven, Dutch Design Week. Inspiratie. Komt allen.

    Later als ik

    aan een zijden draadje
    in het ochtendlicht
    speelt het blonde haar
    in zachte wind

    in het voorbijgaan
    zie ik haar
    alsof ik weer schommel
    in de keukendeur

    het witte hekje
    dat altijd lokt
    kauwgom op de plank
    voor later

    dan draai ik om
    ze zwaait

    tot later
    als

    PM

  2. Bloedzuiger

    Krabben aan de korsten van verbittering
    hoe je je ook tegen pulken verzet
    het trekt onweerstaanbaar

    in elke wond woekert een litteken
    een streep een vlek op de huid
    loerend oog naar wie of wat je kwijt wil

    meer kapot dan dat kan niet denk je
    breekt het in nog kleinere kruimels
    in bloeddruppels proef je het onherstelbare

    om ze stuk voor stuk uit te zuigen
    driftig zuiveren alsof je de hand
    een laatste vinger al niet meer voelt

    FT 21102017

  3. brief gespijkerd aan de paleisdeur

    geachte mevrouw tot mijn spijt
    moet ik u uit noodzaak laten
    en daarmee afzien
    van mijn verdere diensten
    daar uw aanzien (spijtig genoeg)
    inmiddels ver voorbij
    het aanvaardbare is voortgeschreden

    hoe u zich niet in ongestreken pyjama
    gestoken in onze sponde neervlijt
    maar dat het uw naakte vel is
    waardoor ik tot zulk een gedachtedwaling kon geraken
    u begrijpt en als niet auf wienerschnitzel

    u veel succes toewensend in uw streven
    naar een volkomen geneugtenleven verblijf ik
    tijdelijk ter troost bij buuf

    uw voormalig neukertje

    ml

  4. Zo, ik dacht, bakker, laat ons een koekje van eigen deeg, ditmar en aldus:

    Los en lost

    Van het ene ogenblik
    op wat anders, lag de lijn strak.
    Het zou een karper moeten zijn.

    Trekken was de boodschap,
    het aas had gediend als klare hap.
    Ik haalde de lijn binnen,
    kon weinig anders verzinnen.

    Daar kwam de knaap
    in zicht gezwommen
    recht voor mijn raap.

    In het zicht van de oever,
    de hengel was wat geklommen,
    maakte hij zich met een karpersprong los.

  5. Haha, half elf, jij halve gare
    hoe kom je erop, het is twee
    voor twaalf, handen op een buik
    gevouwen blaas ik deze duit als laatste
    in de zak mits je handklok de tijd terug
    voluit op 11 of 12 voor een zondag zet
    zo niet – houd je mij maar voor gezien

    ***********~~***********

    Oost is oost en west is west en ooit zullen ze samen

    als ik tot het oostereinde gaan, het verre
    Isphahaan, om het sprookje los te dansen
    niet met jou, jij hebbeding, vluchteling
    alleen mij en ik, zinnebeeld en tegengif
    voor alle vloeken, haken en ogen

    vonken en vibreren, draaien om de as
    in wervelmaat de wereld slaan in lood en wit
    op een podium van doodse stilte waar de voet
    zijn loper vindt in het ritme van een heup en
    hand als maaiden ze het afgehaakte pad

    met kool gerande ogen rondjes draaien
    in een klokkende mantel sprekender dan
    enig van Nietzsches tranen, Wagners goden-
    deemstering of carnaval van Saint-Saëns
    zo deerlijk kon verbeelden, dit dierlijk

    bovenmenselijk kolken in mijn bloed
    de vloed van ongetraande gratie laten
    stromen om het hoofd te tamponneren
    en dichten handen en voeten te geven
    aan geloof het bos te kunnen zien

    lichtelaaie in vermolmde bomen

    21-10-2017
    Cartouche

Laat een reactie achter