FRANS TERKEN wint de enige echte virtuele – en wat was u vergeten te krassen in de boom van toen – trofee op pomgedichten punt nl

u zult wel denken – wat een geboefte die wolluf – vraagt ie naar een persoonlijke ervaring, een persoonlijk moment uit een persoonlijk verleden – vervolgens vertrouw je een persoonlijke moment toe aan het papier of aan het scherm en dan neemt meneer je kwalijk dat je gedicht te persoonlijk is geworden.

maar zo is het niet. persoonlijke of niet persoonlijke inhoud dienen in de poëzie te voldoen aan gelijke criteria om de lezer te kunnen innemen, overtuigen, op zijn minst om begrepen te worden. (meestal zeg ik erbij omdat in poëzie nu een maal ook alles mag: een keer oote boote boe mag ook natuurlijk en kan als poëzie benoemd worden).

ik zie een gedicht uiteindelijk toch als een vorm van communicatie tussen zender en ontvanger – weliswaar poëtische communicatie (het gedicht – de boodschap – de taal en de woorden  – ik noem ze voor het gemak maar even de tekens) – maar toch communicatie tussen dichter en lezer of  tussen dichter en toehoorder. we maken ook bijvoorbeeld  niet voor niets een onderscheid tussen gedichten die je beter kunt lezen en gedichten die meer geschikt zijn voor een directe performance dichter van rederijker tot slammer of spoken word artiest stopt andere tekens in zijn tekst dan de dichter die zich beperkt tot een bundel.

terug naar het persoonlijke aspect. de persoonlijke ‘tekens’ die de dichter in zijn gedicht stopt moeten wel begrepen kunnen worden door de ontvanger’ de lezer hier. als u in een gedicht de higgsdeeltjes gaat uitleggen omdat u persoonlijk zo gegrepen bent door die natuurkundige uitvinding dan zullen heel wat lezers afhaken. als u de hele of halve  klassieke oudheid opneemt in uw lange gedicht om uw eloquentie te tonen dan zullen ook heel wat lezers afhaken. of als u een hele honden kennel uw gedicht inhaalt dan zullen de kattenliefhebbers zeker afhaken en die blafbeesten dood wensen. (overal kom je die krengen tegen en nu ook nog op zondagmorgen in een gedicht!)

maar schrijft u bijvoorbeeld over uw geliefde – op een manier dat de lezers ook verliefd worden op uw geliefde dan bent u een groot  dichter- de persoonlijke tekens gegeven aan uw gedicht zullen door vele lezers worden herkend en erkend. u heeft als dichter alshetware van het persoonlijke het algemeen geldende weten te maken.  grote dichters kunnen dat – vraag mij niet hoe – vraag het maar aan FRANS TERKEN hier – die wint deze week het goud – hem is dat deze week gelukt. van harte Frans!

Aangetekend

Krassen in de bast van de boom
is als zagen aan de wortels
wat je ooit wilde kerven is na jaren
als vergane sappen op- en uitgedroogd

dat het snijden was
om vast te houden wat niet vergeten mocht
hakken als het mes niet scherp genoeg
om het duidelijk te maken

om er naam aan te geven
dat het niet in de lucht bleef hangen
maar als aangetekend neergezet
en met een pijl verankerd

tot de boom geveld en
als brandhout in blokken verkocht

FT 02.07.2022

dichter Terken stopt precies genoeg info in de woorden van zijn gedicht (tekens) zodat de lezer daar zijn eigen wereld bij kan denken. met prachtige regels bovendien:
 
dat het snijden was
om vast te houden wat niet vergeten mocht

 
zou ik poëzieles geven op school ik zou dit gedicht als voorbeeld van poëzie bespreken. ik zou opmerken dat de zender (dichter) van teksttekens aan de ontvanger (lezer) een prachtige poëtische boodschap – in mooie versregels –  heeft afgegeven:
 
dat hoe er ook wordt vastgehouden aan wat niet vergeten mag worden de boodschap uiteindelijk toch door de tijd wordt ingehaald
  • Jeroen Den Harder: Als ik me afvraag wat zou jij doen…
  • Jorge Bolle: …gelaten alsof dit seizoen dat jaar niet bestond.
  • Merik van der Torren: en ik heb iets groens
  • Rik van Boeckel: de boom van ‘t geheugen
  • Frans Terken: dat het snijden was om vast te houden
  • Anna Eikelboom Post: zoveel schoonheid
  • Ton Huizer: liefde wordt met scherp geschreven
  • Anke Labrie: de boom staat er nog steeds
  • Vera van der Horst: het stoepje waarop we oeverloos zaten
wie wint de enige echte virtuele – en wat was u vergeten te krassen in de boom van toen – trofee op pomgedichten punt nl?
 
zoals bekend bezoekt u op pomgedichten een min of meer soms ietwat zwarte soms een wat lichtere romantische site – maar wel voor poëzie. die boom van toen – die staat voor uw herinnering – staat deze week centraal in de zondagochtendwedstrijd.  en ach romantici houden zich helemaal niet aan thema’s –   dichters trouwens ook niet haha.  op zich zijn we op zoek naar die momenten die toen voorbij gingen – mogelijk achteloos voorbij gingen – en die toch blijvend zijn gebleken – blijvend blijven – waaraan terug gedacht kan worden en die een gedicht verdienen. en dat gedicht lezen we nou hier graag van u. het kan van vroeger zijn – van ooit of van gisteren wellicht – dat ze tegenover je zat bijvoorbeeld. u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
 
soms is een gedicht een aantekening
die nog wel gemaakt moet
vergeten te krassen in die boom van toen
 
kom nog een keer bij me zitten in het gras
wat niet meer zal en niet meer was
blijft in zich zelf van het zelfde mooi
 
je donkere ogen
met het donkere groen
de lange weg van de moeite moe
 
 
pom wolff
 
Deze heeft het niet gered in de bundel, maar vele anderen wel! (Waarom weet ik eigenlijk niet.)


Als ik naar je foto kijk
Als ik een mooi nummer hoor op de radio
Als ik een herinnering krijg
Als ik me afvraag wat zou jij doen

Nog zoveel te delen
Net als toen
Maar dat mag er niet meer zijn
Het is hier verleden tijd

Konden we nog maar even delen
Konden we nog maar even samen zijn
Konden we nog maar even…….
Die goede oude tijd

Jeroen Den Harder

de opdracht: momenten die toen voorbij gingen – mogelijk achteloos voorbij gingen – en die toch blijvend zijn gebleken – Jeroen haalt een aantal zaken terug uit een gedeeld mooi verleden. soms wordt poëzie krachtiger als je regels weglaat:
 
 Als ik naar je foto kijk
Als ik een mooi nummer hoor op de radio
Als ik me afvraag wat zou jij doen
Het is hier verleden tijd

 
in deze vier regels staat alles – maar mooier – wat ook in de eerste acht regels staat. een prachtige poëtische conclusie: ‘Het is hier verleden tijd.’
we krijgen met de IK te doen – zoveel verloren en zoveel verleden tijd – hoe nu verder vraagt de lezer zich af.
en dat zou ik graag op poëtische wijze verwoord willen zien in de volgende regels. in het gedicht van Jeroen – wat mij betreft deze twee slotregels. niet alles hoeft gemeld. laat de lezer ook wat Jeroen.
 
Konden we nog maar even samen zijn
Konden we nog maar even…….



Hij heeft de boom gedragen naar de wortels van zijn tijd. Niets gesnoeid, niet geknipt, gelaten alsof dit seizoen dat jaar niet bestond.

En zo is de boom niet geveld, als een lichting zonder licht. Maar omgevallen en weggesleept door handen zonder eelt.

Een boom gedragen door de wortels zonder tijd.

Jorge Bolle


in zekere zin een mysterieuze tekst. een derde persoon is met een boom in de weer. de tijd doet het werk zoveel is zeker. de derde persoon laat de natuur het werk doen – maar dat dan toch weer niet helemaal zo – gelet op de eerste regel. de omgevallen boom word door de derde persoon verplaatst. is dat het wat de dichter kwijt wil? een gedicht zonder wortels is mijn conclusie.
 
Boom

Ik heb iets groens,
iets houterigs over me
en groei het dak dicht.

In bedompte schaduw
groeien mossen,
kweek ik geestverruimende zwammen

In mijn vermolmde oksel
schuilt de wijsgeer
en eekhoorns verstoppen
in mijn bast schatten
van onzegbare waarde,

en ik heb iets groens,
iets houterigs over me,
ik schrijf een rapport

Merik van der Torren


ha weer een boom! een gedicht met regels die herhaald worden. waarom weet ik niet. ook hier wordt de lezer toch een beetje de duisternis van het door de dichter gecreëerde woud ingeduwd. het is toch een persoonlijke beschrijving, een beleving wellicht die de dichter aan de woorden meegeeft.
de tekens die worden meegegeven aan het gedicht door de zender/dichter moeten wel open gelegd kunnen worden door de ontvanger/lezer. dat ontbreekt hier een beetje. die tekens zijn te persoonlijk van gevoel – door paddowerking wellicht.

Goedemorgen Pom
Hier een poëtische terugblik op een traumatische gebeurtenis in 1963 in Den Haag waar ik toen woonde.


Haagse bomen van Pex

De hond kwispelt bij de boom
tilt zijn poot op tegen de tijd van toen
nu ontworteld vervaagt herinnering
aan Kniertjes laatste tocht
naar Haagse bosjes van Pex

bomen zingen het lied van verdriet
takken weerstaan geen jaren zestig
reizen nemen landen door
van Laan van Meerdervoort
naar Lago Maggiore en Dordogne

oude bladeren gevallen
in zicht van denderende aarde
laten de boom van ‘t geheugen groeien
boven de kwispelende staart
stervend onder vier wielen.

Rik van Boeckel
2 juli 2022

een droeve gebeurtenis in poëtisch vacuüm geseald – ben niet goed  in Engels of je sealen zo schrijft weet ik niet.

een dood hondje waar hebben we het over? zegt deze lezer. de dichter spreekt over een traumatische gebeurtenis.
hebben we het toch echt over persoonlijk leed – niet voor de lezer – voor deze lezer al helemaal niet – ik houd niet van honden – ik heb liever een dood hondje dan een levend mij ongevraagd likkend en aanblaffend hondje.

als ik u zomaar op straat bespring vind u dat dan ook gewoon?  zeg ik vaak tegen hondenliefhebbers die hun onopgevoed beest niet in bedwang kunnen houden – dan kijken ze net zo stom uit hun ogen  als dat beest van ze.
Werk van Gini Ruitenbeek
Nog groen achter de oren, olieverf op doek, 50 x 50


Hi Pom, 
In de boom gegrift dit miniatuur met knipoog naar Clouseau. 


Late liefde 

Het linkerbeen wat stram 
op de trapper, het andere zwaait 
onvast door de lucht. Het wat 
scheve lijf geeft 
een slinger aan het stuur. 

Met trage zwier 
fiets je de straat uit, zoveel 
schoonheid heb ik nooit verdiend. 

Anna Eikelboom Post

 ik houd van miniaturen. maar in poëzie loert dan wel het gevaar dat elke woord maar dan ook elk woord telt. en ja dat is hier het geval. elke woord telt mee – er kan er geen een weg. misschien hoeft ‘nooit’ niet en kan het gewoon niet zijn. verder geen kritiek. dichter houdt zich niet echt aan de opdracht – alles in de tegenwoordige tijd levert meer een actueel gevoel op dan een herinnering. dat dan weer wel.
 

Dag Pom,
Allereerst hartelijke felicitaties voor buurtgenoot Solo. Altijd goed voor een strijdbare
en originele bijdrage op de Pom. 

Geen overbodig geromantiseer, de bijl aan de wortel. Miller in de boekenkast, Zappa
op de draaitafel. Zo lezen en horen wij het nog steeds graag in ons Rotterdamse
Kleiwegkwartier.  Waar ik ooit vis kocht in wat nu de huiskamer van von Solo is.
We missen nog steeds een behoorlijke viswinkel in de wijk, maar kregen er gelukkig
wat ongezouten meningen voor terug.

Hopelijk kun je wat met mijn bijdrage. Ik heb inmiddels wel begrepen dat het in
Amsterdam meer over glijden dan over knarsen gaat.
Komt wel goed. De tijd…
Tot de volgende
Ton


Rode beuk bij het oude toegangshek
van begraafplaats Crooswijk te
Rotterdam –


Poortwachter

Je ving de wind van honderd herfsten
spande je kroon boven een
eenvoudig bankje

een collegebankje
voor mensen die mooi oud willen
worden
er is in gekerfd

net als in je huid
liefde wordt met scherp geschreven
door jonge handen die nog niets
van taal en tijd begrijpen

nog niet weten hoe zwaar de dagen
soms in de scharnieren draaien
als staal op staal

door merg en been

Ton Huizer

een fijne beschrijving over hoe jong gelukkig nog niet van oud weet. alles wordt wel precies gezegd en uitgelegd hier. een fijn kort verhaal – met merg en been en  staal op staal als  poëtische toegevoegde elementen aan een soort – hoe heet ie –  a.l. snijdersproza.
treurwilg

ik durf haar best een zoen te geven
en ik heb het net gedaan
onder de boom daar bij de sloot

een kamer vol verjaarsvisite
wat kunnen grote mensen lachen

door de grond wilde ik zakken

de boom staat er nog steeds
ooit nog door die oom
in de oorlog omgekomen
als onbedoeld gedenkteken geplant

die boom heeft alles overleefd
barstensvol herinneringen
maar er is nooit iets ingekerfd

anke labrie
02-07-2022

het zal aan mij liggen maar die kamer ineens met verjaarsvisite – die kan ik niet plaatsen. ik vermoed een herinnering en dat de aanwezigen de zaak (het verhaal van het meisje) belachelijk hebben gemaakt. moeilijk voor een kind. en dat de tijd alles overwint de beschreven boom als getuige. ik kan niet zoveel met dit gedicht. het is meer een ja-ok-en-wat-nu gedicht.

Dit is een ongeschreven brief
naar een adres dat ik niet weet
aan een persoon waaraan ik denk
die ik heel even heb gekend

Ik schrijf:
je zal nog wel dezelfde ogen hebben
heel nieuwsgierig en als absint zo groen
daaronder een mond die alsmaar vroeg
naar wat ik toen niet wist

Vaak loop ik nog langs het stoepje
waarop we oeverloos zaten en dat
daarna nooit meer hetzelfde was
maar als je dit leest, weet dan

jij man, ik een heel leven nodig had
om te antwoorden op al je vragen

Vera van der Horst

toch maar even melden – deze dichter is het gewoon om meerdere versies in te sturen – en bijna altijd is de eerste versie in mijn ogen de beste – nu ook weer – maar om oorlog met eindhoven te voorkomen plaatsen we maar met alle tegenzin de door de dichter gewenste versie. het is al beter dan vroeger – dichter pleurde vier vijf versies van een gedicht over het hek en schreef erbij – zoek maar uit wat je het beste vindt. als ik dat dan vervolgens deed kreeg ik een enorm commentaar dat ik weer eens niet de goede versie had geplaatst. zie daar de vrouw in de dichter. hoe dan ook nu dit gedicht en deze versie: hoe leuk ik dat stoepje ook vind en die oeverloosheid ook – het is me net TE poëtisch gezocht deze vondst. die hele derde en vierde strofe heb ik niet nodig om de eerste twee prachtig te vinden – EN rond! EN af!

Dit is een ongeschreven brief
naar een adres dat ik niet weet
aan een persoon waaraan ik denk
die ik heel even heb gekend

Ik schrijf:
je zal nog wel dezelfde ogen hebben
heel nieuwsgierig en als absint zo groen
daaronder een mond die alsmaar vroeg
naar wat ik toen niet wist

Share This:

VON SOLO jarig – we zijn al weer twee jaar verder – vandaag is het veilig kroketjes eten bij VON in 2022

wij van hier feliciteren de rotterdamse doorduwer dichter en analist VON SOLO met zijn god mag weten hoe oud meneer is geworden – verjaardag. al meer dan 10 jaar een gewaardeerde columnist op pomgedichten punt nl – donderdag vonderdag u weet het – u kent hem. een bijzonder mens. een bevlogen dichter en ik denk ook een lieve vader voor zijn kinderen. maatschappij kritiek is hem niet vreemd. die kritiek is hoorbaar en leesbaar in zijn poëzie en in zijn columns. op pomgedichten leest u inmiddels een tiental jaren von solo – eigenlijk een verslag van leven van een generatie. bent u van na hem – dan bent u verwend kindje – een autoachterbankgeneratiekindje – bent u van voor hem dan bent u bijna dood. dat ben ik haha.

maar ik ben voor hem al ben ik van voor hem. van harte VON!

Share This:

VON SOLO – ‘Ik snap die boeren wel. Het is uiteraard niet chique, wat ze doen. Maar daar zijn het dan ook boeren voor.’

https://www.gids.tv/video/466100/marcel-van-roosmalen-over-rijm-spandoeken-boerenprotest-zo-communiceert-een-boos-boertje-dus-video


Voor de mensen die nog twijfelen of ze door zullen lezen, zal ik vast stellen, dat ik het 100%
eens ben met de boerenprotesten. Ook het persoonlijk benaderen en intimideren van politici
vind ik niet per definitie laakbaar.

Voor degenen die niet afgehaakt zijn, zal ik beginnen met een koe. Een koe wordt
genadeloos geëxploiteerd. Voor melk schijnt het zo te zijn, dat een koe eerst een kalf moet
werpen, dat dan meteen bij de moeder weggehaald wordt, zodat de koe efficiënt melk kan
leveren. Wat er met het kalf gebeurt weet ik niet. Maar kalfsvlees is bij elke beter slager wel
verkrijgbaar. Dat is een soort bijvangst. Vrouwtjeskalveren kunnen weer opgefokt worden
voor de zuivelindustrie. Alles is perfect industrieel ingericht. Dat moet ook wel, want de
inkopers van bedrijven als Campina is er alles aan gelegen de laagste prijzen per liter te
scoren. Dat draagt bij aan de winstgroei van de zuivelsector. Kijkt u maar eens wat uw stukje
kaas tegenwoordig kost. Het moet uit de lengte of de breedte komen. De inkopers van Ahold
hebben dezelfde missie als de inkopers van de Campina. Hun bonussen zijn echter
navenant groter, gezien het gaat om aandeelhouderswaarde en de groei van het dividend,
dat jaarlijks uitgekeerd kan worden. De boer is intussen de huilende derde. De koe, daar
hebben we het niet eens over. De kapitalist wint altijd.

Een kalf kan zich niet erg goed verweren. Als het ter aarde komt, is er een mens, dat hem
oppakt, nog voor hij goed en wel op zijn benen kan staan en in een kooi zet. Vervolgens
krijgt het voer tot het dik is en dan wordt het ergens anders heen geleid. Het weet niet waar,
maar alles beter dan waar hij was. Het gaat een wagen in, waar het zijn kont niet kan keren.
Na met een stroomstok een fabriek in gedreven te zijn, wordt het vergast. De keel
overgesneden en doodgebloed. Met industriële precisie. Geheel volgens de regels van de
kunst. Alles legaal en geaccepteerd.

Een boer is een mens. Net als u en ik. Een boer heeft dus dezelfde rechten als bijvoorbeeld
de minister president. In theorie. De wet is namelijk de wet niet meer. De wet is de markt. En
de markt is de macht. De markt is zelfs niet de markt meer. De markt is een bedrijf, dat net
als Amazon enkel uit is op het monopoliseren van alles dat winst oplevert. Koste wat kost en
wat er dan ook maar voor kapot moet. Ahold en zijn aandeelhouders zijn de markt. Zij
bepalen dat de boer een paar losse grijpstuivers voor zijn liter melk krijgt, die zij met een
veelvoudige marge verpatsen in hun blinkende hamsterhokken. De boer heeft niks te
zeggen. Die moet op eigen kosten risico’s nemen en door investeren. Grootschaliger en
industriëler gaan werken. Efficiëntie. De Rabobank houdt wel toezicht op dit proces. Het is
niet de boer die bepaalt hoe groot de boerderij is, het is de smerige aandeelhouder van
Ahold in zijn villa in Wassenaar of op zijn jacht bij de Bahamas. Allemaal old boys van het
Corps. Gedekt door de beste advocaten, bankiers en register accountants. En als kers op de
taart, door de politiek. Want daar zitten ze ook.

Laatst werd er een medewerker van een slachthuis doodgedrukt door een stier, die op weg
was naar de slacht. Heel zielig. Maar de stier deed nog wat hij kon. De boer is in dit land zo
machteloos als het kalf. Het gouden kalf. Dat nu op het offerblok moet van de vastgoed- en
bouwindustrie. Ook old boys. In plaats van de boer tien keer zoveel te geven voor zijn melk
en vlees, tien keer zoveel er voor te betalen en tien keer zo weinig vlees en melk te
consumeren, blijft Appie zoeken naar winstgroei. En daar is vooral veel voor nodig. Veel
meer. Niet beter. Als we de zelfstandige boeren hier kapot hebben, dan laat de regelgeving
wel toe, dat we alles uit Brazilië halen. Daar is niet beter, maar wel meer. En minder
regenwoud. Maar de kleine boeren daar, die kun je nog gewoon neerschieten. Evenals de
milieu activisten. Hier in Nederland hoeft dat niet meer. Wij zijn beschaafd. Geconstrueerde
wetgeving en gemanipuleerde, eenzijdige onderzoeken doen het werk. De politie handhaaft
blind wat de markt hen via de politiek oplegt.

Ik snap die boeren wel. Het is uiteraard niet chique, wat ze doen. Maar daar zijn het dan ook
boeren voor. Eigenlijk zouden we ze moeten zien als een voorbeeld. Slachtoffers van de
kapitalistische ‘rechtstaat’. Slachtoffers van ‘de markt’. Ik ben benieuwd wat ons te wachten
staat, als wij terzijde kunnen. En of we nog wat doen, dan.

VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl 

Share This:

Merik van der Torren over het vijf meter hoge beeld van de kleuter Bartje

mijn bijdrage voor woensdag op pomgedichten, een tekstje over een plantsoentje bij mij in de buurt waar ik vaak kom,
 
Hartelijke groet,
Merik


Art-Zuid 2021

Op het plantsoen van de
Tuyll van Serooskerkerweg
stond vijf meter hoog
het betonnen beeld
van de kleuter Bartje.

Hij waarschuwde tegen
te weinig bier, wijn of tosti’s
en voor de dollende hondjes:
besnuffel iedere grasspriet.

Is dat zwarte Saartje
of gevlekte Betty ?

Op het plantsoen van de
Tuyll van Serooskerkerweg
ontmoet ik je,
krullenbol.


Merik van der Torren

Share This:

kerosine is hij en tot kerosine zal hij wederkeren…

1953
 
ik zie het jaartal 1953
de laatste tijd
net te vaak verschijnen
in overlijdensadvertenties
 
god heeft gesproken:
én laten we vooral
de dichter wolluf niet vergeten
die is ook van het rampjaar 53
 
sinds hij op aarde is aangespoeld
is het daar één goddeloze bende
sinds hij gedichten schrijft
zaait meneer frictie en verderf
 
het is nu wel welletjes geweest met die wolluf
zo sprak de heer zachtmoedig:
kerosine is hij en tot kerosine zal hij wederkeren
‘dan maar liever de lucht in’ met meneer
 
 
pom wolff

Share This:

IEN VERRIPS in de ban van ROME….’aan het water van de Tiber…’

Hoi Pom,
Rome blijft nog even inspiratiebron.
Vrolijk dinsdag gewenst.
liefs ien


een dag als deze 
had ik samen willen zijn 
zo’n mooie lome dag 
woordenloze wolken aan de hemel 
het talmend water van de Tiber 
een kerk bezocht ik als toerist 
aldaar getransformeerd tot pelgrim 
graag had ik op een dag als deze 
samen willen zijn 
met jou 



Ien Verrips

Share This:

PETER BERGER slaat genadeloos terug: ‘Wee degeen die stil in zijn vuistje lacht,…’

we wisten het wel hier op de redactie van de pom – de hondstrouwe peter berger die ongeëvenaarde briljante proza stukjes proza aflevert op de maandag op de pom – kan de kritiek zoals hieronder geformuleerd door de vormvaste dichter DITMAR BAKKER waarderen – het is niet iedereen gegeven goed met kritiek om te gaan. met SONNET II slaat Peter Berger genadeloos terug haha – webmaster van pomgedichten – voor sommigen ‘die rellensite’ – waardeert de nieuwe bijdrage van Peter in sonnetvorm zeer – worden die wolluf en die bakker ook eens op hun nummer gezet – en zo is dat. volgende week maandag genieten we Peters proza weer. vandaag:

SONNET II

Wee degeen die zich op glad ijs begeeft;
in onwetendheid om advies verzoekt.
Daar het domein van ijdelheid bezoekt
en daarom ook wel grote ballen heeft.

Het is een zaak van hoe hij het beleeft;
van hoe hij deze wereld steeds vervloekt
en de mist van modder heeft opgedoekt.
Dat is waarom hij naar perfectie streeft.

Wee degeen die stil in zijn vuistje lacht,
nog steeds op zoek naar echte levenskracht
de dans ontspringt; de stok met vogellijm.

Het is geen kwestie van heel hard of zacht
of wat hij er misschien van had verwacht.
Hij schrijft maar houdt niet zo van kinderrijm.


Peter Berger

Share This:

DITMAR BAKKER kokend van woede – opmerkingen bij een sonnet van PETER BERGER: “‘sonnet’ (zo wil ik het best noemen, hoor, in de poëzie mag immers alles, alles mag en wilt u daar leverworst bij)’

DITMAR BAKKER kokend van woede – opmerkingen bij een sonnet van PETER BERGER: “‘sonnet’ (zo wil ik het best noemen, hoor, in de poëzie mag immers alles, alles mag en wilt u daar leverworst bij)’

het borrelt, het bruist, het kookt maar wel van oprechte woede – arme PETER BERGER (gewaardeerd prozaschrijver hier op de maandag) schrijft nietsvermoedend een sonnet – en gaat wederom nietsvermoedend akkoord met mijn suggestie om zijn dichtwerk voor te leggen aan DITMAR BAKKER voor enig commentaar. nou we zullen het weten – uhh Peter zal het weten – u leest eerst het gedicht – dan Ditmars commentaar en woede uitbarsting – en tenslotte hoe het allemaal zover gekomen is.

in de horeca zeggen ze dan: geniet ervan!

ontbeer de opkomst van d’oranje zon
het duister dat kordaat verdrongen wordt
door warme liefde die hem schijnbaar schort
zolang hij tango danst met zijn mammon

gedwee berustend in broze cocon
zich lavend tot honingdrank hem tot gort
verdooft duurt het genot altijd maar kort
eer hij ontwaakt door een verstomd kanon

van dode mussen in een grauwe dag
tot hij opeens een blonde eenhoorn zag
als tovenaar die nimmer heeft geloofd

precies die plek waar hij in duigen lag
wordt hij nu wakker met een schaterlach
want rozen bloeien op haar lichtend hoofd

Peter Berger

Pom, liefste, 
 
Als de zee zo blauw wordt als een sinaasappel heb je kans dat ik het gedicht niet meer begrijp zonder er handboeken op na te slaan en me te branden aan analyse—close reading, heet dat geloof ik nog steeds. Uiteindelijk vallen de stukjes wel op hun plaats, en zo nee is er vaak een hamer voor de hand. 
Wat—volgens mij—het voornaamste probleem van het ‘sonnet’ (zo wil ik het best noemen, hoor, in de poëzie mag immers alles, alles mag en wilt u daar leverworst bij) is, is dat het de zwateltaal en constructen van de hedendaagse powezie overneemt, waarbij de lezer steeds driftig tot tien heeft geteld. Hosanna, dat is dichter gelukt. 
Het Procrustesbed van het sonnet vergt echter discipline en regelzucht: als men zo anaal-retentief is om de lettergrepen te tellen onder het schrijven, wees dan ook zo gefrustreerd in de hantering van uw grammatica. Wanneer Berger in r.10 onder gejuich het juiste rijmwoord vindt, vergeet hij dat hij tot dusver in de tegenwoordige tijd heeft gesproken en in deze context niet zomaar kan wisselen, en dat steekt. Ook heeft hij last van die akelige partikeltjes, die lidwoorden die ruimte vragen in het metrum maar dan wel op de juiste plaats moeten vallen, wat leidt tot een foeilelijke (en, gezien het unicum dat onze zon in ons stelsel is, onnodige) elisie in de eerste regel, alwaar in andere regels lidwoorden missen die gewenst zijn (‘in cocon’ wordt tandenknarsend toegelaten, minder nog ‘tovenaar’). Zelfs lidwoorden hebben een functie in het geheel, hoe vervelend ze ook in te voegen zijn in het gekozen metrum. Verder is ‘schorten (aan)’ volgens mij een ditransitief werkwoord waar het nu transitief wordt gebruikt—maar hier zet ik een joker in. 
Wel moddert het voort. Stilistisch is het een rommeltje: ‘gedwee berustend’ is pleonastisch; gort verdoven kan niet, want het is niet sensibel; het ‘verstomd kanon’ van mussen duidt op deze manier weergegeven niet op ’s ochtends kwinkelerende sperwers-en-andere-kippenachtigen achter het raam (zie, ik *begrijp* het wel, Berger. Jij nu anders schrijven doen?) maar vooraleer op vogels die in een kanonvormige mal zijn gepropt; geen mens dan een witte boomer zou het nog over een ‘blonde eenhoorn’ hebben in een gedicht als dit (en bespaar me het hert met de witte voet), enzovoort, enzovoort. 
Berger noemt het sonnet een gevangenis: ik raad hem aan uit te breken en zijn instrumentarium, als het hem beknelt, zo af te schudden. De kunstgrepen van het sonnet zijn een middel tot een doel, geen begrenzing—die zit in ons hoofd.  
 
Pro tip nr. 1: interpunctie 
Pro tip nr. 2: alterneer in woordsoort waar het eindrijmen betreft. Geeft een speelser effect. 
 
Genoeg zo, Pom? Nee, dat is niet goed. Genoeg zo, Pom! 
 
Zie je wel? Interpunctie doet echt wel dingen met je. Xoxo. 

D.

  Peter Bergervr 24 jun. 19:06 (23 uur geleden)
  
 
aan mij ha pom – dank voor je lieve en mooie woorden….. een nog niet smeltend amsterdam: dat klinkt, leeft en voelt! vooralsnog stuurde ik steeds iets wat op proza lijkt; maar soms laat ik mij ook wel verleiden tot iets anders. weet alleen niet zo goed wat ik ermee aanmoet. wel benieuwd wat jij ervan vindt. hieronder is zoiets. peter  
ontbeer de opkomst van d’oranje zon
het duister dat kordaat verdrongen wordt
door warme liefde die hem schijnbaar schort
zolang hij tango danst met zijn mammon

gedwee berustend in broze cocon
zich lavend tot honingdrank hem tot gort
verdooft duurt het genot altijd maar kort
eer hij ontwaakt door een verstomd kanon

van dode mussen in een grauwe dag
tot hij opeens een blonde eenhoorn zag
als tovenaar die nimmer heeft geloofd

precies die plek waar hij in duigen lag
wordt hij nu wakker met een schaterlach
want rozen bloeien op haar lichtend hoofd
<pomgedichten@gmail.com> vr 24 jun. 19:31 (23 uur geleden)
  
 
aan Peter ha peter – je stuurt net het dichtwerk op waar ik weinig tot geen verstand van heb – 14 regels sonnetachtig of sonnetwaardig. de echte ‘sonnetters’ zullen er zeker een mening over hebben. ik lees op hoe het gedicht bij mij binnen komt en wat het bij mij doet in de leeservaring waarin ik een gedicht plaats. ik weet dat ik nooit echt vriendelijk overkom en overkwam bij de zogeheten vormdichters als ditmar bakker en de dode joop komen. die laatste kon trouwens ook bijzonder mooi proza schrijven. als ik jouw gedicht lees valt mij op rijm – een beetje verheven toon –  archaïsche woorden ook – de verwijzingen in het gedicht zullen best verantwoord zijn – maar ‘mijn’ gedicht is het niet. die wending in de laatste regel bevalt mij wel. nou ja zie hier the results of the emsterdam vormvrije versjury. wel leuk om te plaatsen denk ik en ditmar bakker op te roepen een recensie te schrijven zullen we dat doen? groetgroet uit een weer minder benauwd amsterdam.   Peter Berger 14:20 (4 uur geleden)
  
 
aan mij dank voor je eerlijke feedback. ja het voelt wel een beetje als een gevangenis zo´n sonnet. maar dat is dan ook meteen de uitdaging. ben wel benieuwd wat ditmar bakker er eventueel over te zeggen heeft. groeten uit een regenachtig france. peter

Share This:

ANNEKE WASSCHER haar bundel ATLAS VAN DE TIJD: het is daar stil, er wordt gezwegen. het is alsof de woorden zichzelf afleggen. over het verfijnde dichterschap van anneke wasscher.

publicatiedatum recensie 14 november 2017

ik moet toch even mijn excuses maken aan Anneke Wasscher. gisteren ontmoette ik Anneke weer eens na corona tijden in het Heerhugowaard van Corrie Nieman – podium kompleks. mooie lommerrijke tuin, fijne ambiance, prima poëzie van oa Marten Janse en Anneruth Wibaut en natuurlijk van Anneke Wasscher onbetwistbaar poëziehoogtepunt van de middag – zo schreef ik op ons aller FB.

Tijdens een gesprekje merkte ik op dat het tijd werd dat ik toch wel eens die bundel wilde hebben van Anneke – Anneke keek mij aan – diepe meewarigheid duidelijk zichtbaar in Annekes beide ogen – je hebt die bundel al hoor! ik ontkende halsstarrig. we spraken af thuis nog eens goed te kijken of de bundel is verstuurd dan wel of de bundel is ontvangen. de bundel is niet alleen door mij ontvangen – de bundel is ook door mij gerecenseerd – zie hieronder – mijn dementerend vermogen heeft weer eens grote hoogten bereikt.

ANNEKE WASSCHER in haar bundel  ATLAS VAN DE TIJD: het is daar stil, er wordt gezwegen. het is  alsof de woorden zichzelf afleggen. over  het verfijnde dichterschap van anneke wasscher.

deel 1 – 13 gedichten – ‘we leggen nieuwe woorden op een lege plek’ – nieuwe woorden dus op die lege plek, legt ze, ANNEKE WASSCHER in haar ATLAS VAN DE TIJD –  de verwijzing naar kopland  kan geen toeval zijn – anneke laat niets aan het toeval over – als persoon niet –  en niet als dichter. in het eerste deel staat een relatie centraal – over hoe die voorbij ging – hoe een leven dan getekend wordt? – en hoe de dood?  het is het werk van een dichter om daar vorm aan te geven. de woorden héél zorgvuldig gekozen in elk gedicht weer. de woorden schreeuwen stilte, de stilte uit in alle toonaarden.  maar hoe anders dan in woorden leg je dodelijke stilte, het dodelijk gemis. het is natuurlijk onbegonnen werk.  toch openbaart zich in twee gedichten het wonder van de poëzie. het is het wonder van de eenvoud dat stiller maakt dan stil kan zijn in een gedicht: in:  “het sprak vanzelf”

 
 
soms zet ze toch twee borden neer
of legt zijn leesbril naast een boek
het sprak vanzelf dat hij er was

en in: “onze herfsttuin”

er is niets jong gebleven op ons erf
de verf laat los en bladdert af en ik
ben niet in staat iets vast te houden
 
 zo weten we in het eerste deel van annekes ATLAS VAN DE TIJD de nieuwe woorden op de lege plekken die kopland ons achter liet. in wezen is het eerste deel van annekes bundel een eerbetoon aan kopland:
 
.
Ga nu maar liggen liefste in de tuin,
de lege plekken in het hoge gras, ik heb
altijd gewild dat ik dat was, een lege
plek voor iemand, om te blijven.

bij anneke – lezen we nauwelijks hoofdletters, bijna geen leestekens, in de hele bundel welgeteld één vraagteken. we moeten het van de woorden hebben – niet meer en niet minder. behalve in deel 2 – 8 gedichten met 8 namen – met hoofdletters van mensen in de titels van de gedichten. we zitten in een gekkenhuis – de wereld  – lijkt het wel – of op de terminale afdeling van het onze lieve vrouwen gasthuis of gewoon op drie hoog achter in de jordaan, in ieder geval in een wereld zonder houvast waar verloren jaren samen gaan met verloren idealen. heb je een naam – het kan kort duren of het kan lang duren – na verloop van tijd leg je die naam ook weer af. op de plaatsen die anneke in haar atlas beschrijft.

relaties, mensen die we hebben gekend met namen – we gaan er allemaal aan in deel 1 en 2 van deze bundel – anneke laat ons geen ruimte – de neus op de feiten. en een naam hebben we allemaal. het is tijd voor de eeuwigheid – en inderdaad in deel 3 maakt anneke tijd vrij voor de eeuwigheid in 9 gedichten bij nacht en ontij in een winters geheel.

In deel 4 is het stil, wordt er gezwegen. er hoeven geen woorden meer gelegd te worden op de lege plekken.  het is alsof de woorden zichzelf afleggen. hier toont zich het verfijnde dichterschap van anneke wasscher – alsof ze er de hele bundel over heeft moeten doen om aan te raken  wat je  verstilde weemoed zou kunnen noemen. de oude beelden – als iedereen is weggegaan, als niemand meer een naam draagt.  tot aan het slotgedicht “symbool”  in deel 5: met  de aanklacht, de verbijstering en iets van hoop nog?

(…)
de taal is hier zichzelf niet meer
 
een woord misvormt de Davidster
het spelt de smaad die tergend is
onbeschaamde koorts van haat
 
het virus is besmettelijk
bizar dat juist dit stukje stof
het lef van overleven heeft
 

Share This:

Vera vd Horst wint de enige echte virtuele – heeft/had u ook markante familieleden in de familie – trofee op pomgedichten punt nl – ton huizer zilver/ ien verrips brons – de ome joeps en tante stannies – laten we poëzie van ze maken.

uit alle dierbare én toch zo menselijke omes en tantes omaas en opaas is het moeilijk kiezen. ze speelden een onuitwisbare rol – in ieder geval een niet te vergeten rol in het leven van de dichters hier. soms zelfs een existentiële – zo lezen we de oma van vera van der horst – di ehelaas overleden nog elke dag haar kleindochtertje vera wat leert. de bijsluiter van het gedicht bevatte meer poëzie dan het prozaïsche gedicht zelf. en toch kwamen de woorden binnen. dus zeker eremetaal. dichter ton huizer richtte een standbeeld op voor zijn ome – de zeebonk ‘afgemeerd onder een zee van bloemetjesjurken…’ – hoe verzint je het. geweldig – en dichter Ien Verrips gebruikt de poëzie om het mannendom voor eens en altijd te scheiden van schilderachtig vrouwenschoon. hadden we na goud, zilver en brons nog meer edelmetaal de familie van rik van boeckel en frans terken zouden zeker in de prijzen. nu doen we goud zilver en brons in de gememoreerde volgorde: vera goud, ton zilver en ien brons.

Hoi Pom – Ik wil toch ook een duit in het zakje doen,
hoewel ik weinig tijd had om er meer poëzie in te stoppen en bij te schaven, …

Doe mijn oma wel een beetje tekort met dit gedicht er valt zoveel over haar te vertellen,ik leer nog steeds van haar, al is ze er niet meer.


Oma


Ik zag mijn oma elke dag,
wij woonden boven haar in het grote huis
eens een pension met gasten die
haar moeder noemden.

Vaak zat ik aan haar tafel  met een potlood en papier
terwijl ze las of een spelletje met zichzelf kaartte
ze zei nooit veel, maar wat ze zei
bleef voor altijd aan mij haken

Naar haar verjaardag kwamen trouw
alle neven, nichten, ooms en tantes
uit den Haag tante Cate, voorheen Katrien de kouwe kak, de warmte kwam, van ome Cor, waarschijnlijk samen met zijn vrouw
uit indonesië meegenomen

en  Fred Kaps heette dan gewoon ome Bram,
een stille man, maar de trucks kwamen dan van opa
die als ik het vroeg wel een banaan voor me uit zijn oor toverde
ze hielden van Fien, van haar siblings  de jongste maar ze  kwamen allemaal naar haar

Tot er steeds minder kwamen en ook oma
verdween, maar haar beeld is voor mij nog heel, zo senang met haarzelf, zo markant
een mens die ik nooit heb kunnen betrappen
op enig vooroordeel.

Vera van der Horst

tsja nou oma wordt echt wel in het zonnetje gezet – het prozaïsch gedicht is echt niet tekort – bij noodzaak mogen hier meer dan 20 regels – we verklaren oma maar tot noodzaak – was oma er niet geweest we hadden vera ook niet gehad. en ach zie daar fred kaps – twee woorden die mij terug brengen bij mijn eigen vader die hem fred kaps (ome bram dus) – ik dacht zelfs wereldkampioen goochelen – een geweldenaar vond. leuk portret van oma zo – dat mysterieuze indo-achtige zit er toch ook bij oma een beetje in. ik zou de laatste regels van dat vooroordeel – dat zal allemaal wel – vervangen door een regel in de inleiding: er valt zoveel over haar te vertellen,ik leer nog steeds van haar, al is ze er niet meer.
Thuishaven

Als de kruiser De Ruyter aan de kade lag
lag oom in de kleerkast
De kruiser met lampjes in de mast
oom Jan met een stuk in zijn kraag

Naast het model gevouwen uniform
lag hij vredig afgemeerd
onder een zee van bloemetjesjurken

Nog voor de VARA haan reveille kraaide
was hij alweer verdwenen
Maar als je flink je best deed kon je nog
heel even een restje zeelucht snuiven

voordat de mottenballendamp weer
neerdaalde over het grijze droogdok van
onze thuishaven


Ton Huizer

Jan Kassels
Luitenant ter zee der Koninklijke Marine
Broer van mijn moeder. Man van de wereld
22.04.1913 – 28.12.1982


ja ome jan weet wat – af van bloemetjesjurken – een heerlijk gedicht – ome jan precies gesitueerd zoals ome jan nu eenmaal afgemeerd was. een waardig eerbetoon – ome jan aan de wal – vereeuwigd door neefje ton huizer. ome jan 40 jaar na zijn overlijden weer springlevend op de pom.

van harte gefeliciteerd.

miezerig en grijs 
waterland als een vergeten prent 
rechtlijnig de kille weteringen  
als de gedachten 
van de slotengravers 
het zouden mijn broers kunnen zijn 
 
zwierige wolken wit op blauw 
Ruijsdael kwam hier langs   
gezeten aan de boezem  
richt hij zijn  penseel 
goedkeurend gemurmel van de plas 
zoals mijn zusters kunnen doen 

Ien Verrips

nou dat – de woorden van Ien – kunnen de broertjes hier in hun zak steken – de zusjes komen er veel beter vanaf. de rechtlijnige ratio afgezet tegen schilderachtige zwierigheid – we – de lezer – weten wel waar de voorkeur van dichteres ligt na een paar regeltjes Ien. we weten natuurlijk niet of dichteres wel broertjes heeft. als ze er zijn dan voorspel ik angstvallige stiltes op de komende verjaardagen. als ze er niet zijn hebben ze geluk gehad.

  • RIK VAN BOECKEL – vanmiddag in OSDORP – met oa tante Gonnie en tante Annie
  • FRANS TERKEN over ome Henk en tante Greet
  • broers en zussen in het spinnenweb van IEN VERRIPS
  • TON HUIZER over ome Jan in de kleerkast
  • VERA VAN DER HORST over oma senang

wie wint de enige echte virtuele – heeft/had u ook markante familieleden in de familie – trofee op pomgedchten punt nl? we lezen graag over die helden – de ome joeps en de tante stannies – laten we poëzie van ze maken. u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.

het water geeft het water neemt

familie

ze zijn allemaal dood mijn helden
waarom kan niet meer gevraagd
 
ome joep met zijn schilferhanden
dode huid op de grond
 
die verwoestende blik
als hij even niet kon krabben
 
en met 140 kilometer per uur
richting zee het zoute water
 
en dan heb je tante stannie nog
die woonde in het dorp van oma

ga maar kip halen bij tante stannie
als ik aanbelde was de kip al dood

je kreeg een poot met een spier om mee te spelen
en de kip mee in een krant
 
pom wolff
 
 
Goedemorgen Pom
Hier mijn familie gedicht.
Nu ga ik me voorbereiden op mijn optreden vanmiddag met The Blank Ark in Betondorp. Daar kan je In het groene licht nu live op reggae muziek horen tussen 13.00 en 14.00
Met dichterlijke groet,
Rik

De zin van de tijd

Voorouders laten zich niet kennen
aan ouders zullen we altijd wennen

opa ijzervreter zag de Atjeh oorlog
de zin van de tijd verdwaalt nimmer

tante Gonnie dronk zo vele rode wijnen
verdwenen in de tijd rust zij in gedachten

tante Annie liet mij als cadeau fietsen
van de Haagse Laan naar Leidse grachten

nam mij mee aan de oude hand
naar het zand van jaren vijftig Kijkduin

oom Stan zwom zachtjes aan in de zee
van Montgo La Escala nam de jaren mee.


Rik van Boeckel
25 juni 2022

mooi inkijkje in het familieverleden van Rik – een bonte stoet – maar ze toonden allemaal wel op een eigen wijze rik hun genegenheid. nou ja de meesten – voor zover rik ze nog herinnert. dat rik zijn reislust in ritme en poëzie etaleert is na lezing van dit gedicht niet echt verwonderlijk. tante gonnie lijkt me wel een aardige tante. zo op het eerste gezicht qua inname.

Goedemorgen nog Pom, 
Een familietafereel, met een knipoog.
Warme groet, 
Frans


Tussen ooms & tantes



We hadden ze in soorten en maten
zoals ze leefden tussen opkomst en ondergang door

ome jo die met één hand de buurtbus bestuurde
en wees op het mooie uitzicht achter de heuvels

tante nellie zat er met geknepen knieën bij
een zakdoek in de aanslag tegen de zenuwen

ome henk van de overkant 
vroeg of we ook in het duits konden lachen
hij schaterde dan zelf het hardst

zo kwam ook oom karel uit z’n stoel
die je wel stiekem een geheim wilde verklappen 
blies hij de sigarenrook in je oor

tante greet zei met haar hand op het hart
dat er geen ontkomen aan was 

vanuit de luiers naar de laatste rustplaats
daartussen maar lichtvoetig dansen


FT 25.06.2022

tante greet had natuurlijk gelijk. je moet wat van het leven maken anders maakt het leven wel een ander. en zo ook de dichter die over ‘lichtvoetig dansen’ schrijft. mooie samenvatting van een mensenleven – van de tijd tussen opkomst en ondergang – dreigend onheil en Untergang liggen altijd op de loer. dat we het weten.

Share This: