de wedstrijd van januari 2021
alles overziende – met dank natuurlijk aan alle dichters die instuurden deze week – er waren prachtwerken bij (Petra Maria, Anke Labrie) – prachtregels ook (Cartouche, Erika De Stercke) – prachtige gedichten die nog een beetje aandacht behoeven Vera, Jako) – er was heel veel te genieten deze week. – Petra Maria en Anke Labrie delen het zilver en Vera en Jako delen het brons. van harte! buiten elke categorie Ditmar Bakker – de eervolle vermelding treft hem.
- Petra Maria – dat het de eeuwigheid raakte
- Ditmar Bakker – over ‘de voze spruitjesgeur van haar vagijn…’
- Vera van der Horst – van -dat- gevangen in verlangen zijn
- Rik van Boeckel – honing het medicijn dat de dagen kleurt
- Frans Terken – de opwinding bij die eerste blik
- Anke Labrie – sommige vrienden sterven veel te snel
- Cartouche: ik krijg het niet gezegd
- Erika De Stercke – ik geef (ze) nu ze dood zijn gelijk
- Ien Verrips – opgelost al voor ze mij bereikten
- Jako fennek – ze weten niet van beter

het is best moeilijk – denk ik – zal ik zeggen
om niet te zeggen wat ik zeggen wilde
toen
jij aan het vergeten ging
ik mijn beste gedicht nog moest schrijven
alle warmte uit de tijd geslagen werd
pom wolff
u kent de regels: de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.

strekte je nog ademloos
de handen uit
alleen jouw geur
bleef dwalen als
bossen vol rozen
daar heb ik jou gevonden
je leek zo bevroren
in de tijd
de mooiste woorden
ben ik vergeten
maar ik weet zeker
dat het de eeuwigheid
raakte
en de liefde
petra maria
–>
we verwachten bij dit thema toch iets van mooi en van een heerlijke weemoed, een terugblik met een rouw randje maar ook de opluchting van voorbij, een frisse nieuwe wind – nieuwe adem mooie poëzie! we gaan het ervaren in deze zondagochtendwedstrijd op uw eigen pomgedichten punt nl. we lezen zo graag hoe het zover heeft kunnen komen en dat de dichter er gehakt van draait onee dat is de slager. poëzie in ziet is beter gezegd.
nou petra maria komt deze week een heel eind. ‘bevroren in de tijd’ is de geliefde – het zal je maar gezegd zijn. maar dan toch lezen we de woorden van liefde en van de eeuwigheid gesprenkeld over de persoon, nee gesprenkeld over de rozengeur die deze persoon naliet. eigenlijk mis ik de maneschijn een beetje om het beeld helemaal compleet te krijgen.

’t Is een goedkope goocheltoer
die dichters doen. Elke auteur
een quasi-chique souteneur
die ’s werelds alleroudste hoer
uitvent, hautain. Een parelsnoer
in ’t kaarslicht krijgt bij dag de kleur
van plastic. Feminien odeur,
belofte van jasmijn, saffloer,
verhult de voze spruitjesgeur
van haar vagijn. Parfait amour
u aangeprezen, stelt teleur,
want blijkt geen liefde, maar likeur
geschonken naast een plat du jour
als varkenskost. Kunst? Farce majeure.
Ditmar Bakker
–>
Ditmar maakt inderdaad gehakt van het sprookje dat dichters ook maar één waar woord zouden kunnen schrijven of iets van echtheid in zich herbergen. het is vreselijk volk meneer lezen we bij deze dichter, die het kan weten. want Ditmar dicht wat af – tegen de klippen van het leven op. slotconclusie: dichters deugen van geen kant. we lezen over plastic en we lezen: “Elke auteur een quasi-chique souteneur die ’s werelds alleroudste hoer uitvent,… ” – we weten weer wie we zijn, hoe we zijn, wat we zijn en zelfs van het waarom. en het erge is dat ik vermoed dat Ditmar het zo vreselijke gelijk aan zijn kant draagt. deze heren versie geldt ook de dames al zullen de bewoordingen net even anders liggen. Bettie krijst van onder de douche vandaan: ‘meneer wollufs handen af van ditmar hoor, ik kan niemand die eerlijker schrijft en indringender dan dichter Dit – de hete straal altijd op de juiste plaats gericht,…’ ja Bettie dichter Ditmar houdt nu eenmaal van de dingen die het leven mooi en warm maken – van woorden.

Jij, die alles dicht wat open is
heb je ooit woorden over mij
gelegd, me ooit in zinnen gepakt
zoals ik rijm van jou, de nachten dwing
te zwijgen over -toen-, de dagen loszing
van -dat- gevangen in verlangen zijn
en tussen dag en nacht slingeren
je woorden aan – weet ik wie- of mij?
Verberg je me in neuzelende poëzie
of loop je zelf verloren in -wat-
ik lezen wil, en geven wil.
Op afstand was je als wie
dan ook het dichtst bij mij.
Mijn dichter, dicht me dichterbij.
Vera van der Horst
–>
dichters die dichten en open wonden helen of opnieuw openrijten – of varianten hierop – we lazen het vaker. ik krijg toch de behoefte bij dit gedicht om de minder mooie delen weg te halen – want ergens vermoed ik wereldregels die ik zelf graag geschreven had – dichten is ook weghalen en is ook de regels situeren zodat ze onontkoombaar overkomen – koplandachtig beeldend werken: hier liggen tientallen mogelijkheden voor de hand – ik kies deze:
zoals ik de nachten dwing
te zwijgen over -toen-, de dagen loszing
van -dat- gevangen in verlangen zijn
je woorden aan weet ik wie of mij
verloren in wat ik lezen wil en geven wil.
op afstand was je als wie dan ook
het dichtst bij mij, mijn dichter
dicht me dichterbij.
prachtig!

We raken de snaar van ‘t hart stil aan
spelen zachte noten als zielsverwanten
het lied leidt haar eigen zegeningen
naar de val van komende dromen
jij zal haar zingen en vangen
vindt een stem van diepgaande dagen
spreekt de tong van jaren weemoed aan
wandelt langs breekbare raamkozijnen
we lopen de vertolkende droom achterna
over de brug naar nieuwe verbinding
verwerken als bezige bijen de tijd
honing het medicijn dat de dagen kleurt.
Rik van Boeckel
9 januari 2021
–>
‘zielsverwanten, zegeningen, vertolkende, verbinding’ zijn de woorden die de meer sprankelende woorden in dit gedicht doen doven. de beelden ook net iets TE gezocht en iets van TE veel: een stem van diepgaande dagen maar dan ook nog de tong van jaren weemoed enz enz – nee deze is echt minder een echte Rik van Boeckel. het is niet alle dagen feest zullen we maar zeggen.

Hoe je bladert door de kalender
de dagen die niet bevallen
je noemt ze niet
negeert ze
ze tellen niet
op de schaal van heuglijk
afgeschreven is een beter woord
je scheurt ze los en gooit ze weg
bleek en leeg zijn ze
bij die ene stralende dag
die buiten alle vergeten valt
die dag met rood omcirkeld
roder nog als de konen gloeiden
de opwinding bij die eerste blik
© FT 09.01.2021
–>
een gedicht dat ook van onder naar boven gelezen kan worden. dichter kiest ervoor om de lezer met een fijn gevoel achter te laten – een hele opbouw naar dat ene gelukzalige moment. en na dat moment wordt het allemaal niet beter. maar dat hadden we dan al gelezen. frans keert de werkelijkheid in tijd om – dichters bieden troost.

dan pas
als er nog iemand over is gebleven
– sommige vrienden sterven veel te snel –
die bereid is om te luisteren
en nog in staat is om het op te schrijven
– wiens naam eronder komt te staan
maakt me dan niets meer uit –
zal ik uiteindelijk de woorden vinden
anke labrie
(2021)
–>
een overweging wellicht een noodkreet – voor de lezer woorden die je per woord uitschenkt op een eetlepel – en je neemt steeds een beetje in. gulzig naar binnen slikken doet verslikken. nee heel gepast, woord voor woord dichters woorden in je opnemen. en dan is het kwestie van afwachten wat het geheel gaat doen: of er woorden worden gevonden – of de fles gevuld kan worden. of het vaccin tegen ontluistering zal werken en voor hoeveel procent.

Samensmelten
het voetstuk waarop jij stond, het hoofdeinde
en ik aan je voeten, streelde je G-spot – ook daar
ligt er een zoals elke dichter weet – jij straalde
een en al brons – samengaan van warmte
en kracht als een tot leven gewekte –
ontvlamde
ongenadig mallorcaans, zo kwamen we
traden de wet met hand en tong tezamen
tot mythe – stof om je mee in te dekken
een onbesproken te ontknopen droom
oog dat verlekkert, knop die zich heft
tot het ondenkbare
koper van de zon
boven het ribbenraam van tinmetaal
dat zich voorgoed gedragen denkt tot dat
het zich verliest in het plooien van de nacht
de tijd een beeld tot verstarring brengt
hoe apart
goddomme ik krijg het niet gezegd
09-01-2021
GV / Cartouche
–>
een hele opbouw – en Cartouche trekt alle dichtersladen open en ja hoor daar liggen Cartouches woorden voor het oprapen en Cartouche raapt ze natuurlijk ook op – in een ademstoot in een ademtocht in alles wat ie in zijn donder heeft, alles maar dan ook alles – maar voor haar is het niet genoeg om haar in zijn woorden te vangen – en daarom lezen we uitgeput die prachtige laatste regel – een van de mooiste slotregels in een Nederlands gedicht ooit geschreven: “goddomme ik krijg het niet gezegd” – een regel die zo mooi en kernachtig is dat ie makkelijk op zich zelf kan staan. het gedicht erboven overbodig maakt.

route
de lat valt laag op avonden waar melodieën
mijn stilte in neuriën opdrijven, muzikanten
wisten het en ik geef nu ze dood zijn gelijk
applaudisseren als een zwerm muggen op
dreef aan deze tafel van ontspanning, ik nip
aan de toekomst, voorlopig met één glas
bochten en zijn wrevelsporen poets ik weg
vind de schakeling tot hogere versnellingen
in een lawine van woorden
Erika De Stercke
–>
“muzikanten wisten het en ik geef ze nu ze dood zijn gelijk” – een wereldregel, werkelijk prachtig! maar nu om deze regel heen nog graag een goed gedicht geschreven – zonder clichés en opsmuk. hoe kan een mens ZO vreselijk mooi maar ook zo vreselijk lelijk achter elkaar schrijven – neem nou de volgende passage: “zijn wrevelsporen poets ik weg vind de schakeling tot hogere versnellingen…”

jouw woorden
onbekommerd uitgesproken
dwarrelend als zoete sneeuw
opgelost al voor ze mij bereikten
in mijn herinnering
de mooiste
ooit gezegd
Ien Verrips
–>
Ien doet/houdt het kort en natuurlijk ook – mogelijk conform haar eigen natuur – je weet het niet als lezer – een beetje vilein. de woorden zijn/waren de mooiste maar dan wel alleen in dichters herinnering – en in real live de zijn de woorden al opgelost bijna voor ze uitgesproken werden – dichter relativeert in een klein gedicht alle kanten van de tijd – en toch met lieve accenten – waar vind je nog ‘zoete sneeuw’ – deze suikerverslaafde dichter lezer verneemt nog graag even de vindplaats.

Hier wind, luid en koud. Goed voor poëzie met een warm kop koffie.
Maar ik moet op pad.
Blijf lekker binnen, hou je taai, geniet de dag! Dat is mijn wens.
Groet van Jako
schors
ze weten niet van beter of het beste
schrijven in het zand
nabij de vloedlijn zinnen
alsof gekerfd
met mes in boomschors
een hart, een pijl met initialen
ze zijn nog onervaren
beginnen een gedicht, waarin
het leven uitweg zoekt
als de zon valt golven keren, vult
de wind de sporen van de woorden
houdt de liefde adem in
jako fennek
“alsof gekerfd
met mes in boomschors” is echt teveel en storend. zonder die overbodige regels houden we een heel aardig gedicht over – over hoe het leven onbekommerd tegemoet getreden wordt in jonge tijden – wijze woorden van iemand die het allemaal heeft overleefd en zonder belerend te zijn inderdaad van beter weet.
toen ze voorbij kwam
strekte je nog ademloos
de handen uit
alleen jouw geur
bleef dwalen als
bossen vol rozen
daar heb ik jou gevonden
je leek zo bevroren
in de tijd
de mooiste woorden
ben ik vergeten
maar ik weet zeker
dat het de eeuwigheid
raakte
en de liefde
petra maria
Blikvanger
Hoe je bladert door de kalender
de dagen die niet bevallen
je ze noemt ze niet
negeert ze
ze tellen niet
op de schaal van heuglijk
afgeschreven is een beter woord
je scheurt ze los en gooit ze weg
bleek en leeg zijn ze
bij die ene stralende dag
die buiten alle vergeten valt
die dag met rood omcirkeld
roder nog als de konen gloeiden
de opwinding bij die eerste blik
© FT 09.01.2021