
Het jaarlijkse etentje was ronduit amusant. Oude vrienden, ouwe koeien! Maar eerst dronken we een spreekwoordelijke borrel, omdat dat nu eenmaal zo hoort. ¨Petertje weet altijd alles beter,¨ zei ´ie, ¨net als vroeger.¨ Compleet uit de lucht gegrepen, nog voordat ik de kans kreeg om serieus in te haken op zijn minzame opmerking over de politiek. De formatie. De democratie. Het gekonkel. Het laatste nieuws. Wetende dat de goede man altijd gedwee meegaat in het Haagse narratief deed ik er inhoudelijk maar het zwijgen toe. Jeugdvriend. Lagere school. Goede vrede. ¨Haha. Nog altijd even tegendraads,¨ grapte hij desondanks, om vervolgens tussen neus en lippen door twee bier te bestellen. ¨Juffrouw!¨ Met veel kabaal. ¨Twee vaasjes om de kelen te smeren.¨ Het meisje keek me aan met een blik vol ongeloof. ¨Voor mij een Spa rood graag.¨ Ze knikte instemmend. Dat meiske. Ik ken haar van om de hoek.
Ik probeerde het punt te maken dat, hoewel ik dingen vaak wel anders zie, ik geen intentie heb beter te weten. Proberen begrijpen is al lastig genoeg. Lukt zelden. Uitzoomen. Onze zintuigen zijn nu eenmaal beperkt. Sta in de weg. Dat sloeg aan. Tegendraads! ¨Weet je nog? Iedereen spaarde voetbalplaatjes maar jij was helemaal bezeten van je bonte verzameling schedels.¨ Op de vensterbank in mijn slaapkamer prijkte inderdaad een lange rij in chloor gebleekte mini doodskoppen. Meeuw. Rat. Kraai. Mol. Konijn. Haas. Enzovoort. Wit als schoolkrijt. Ik liet geen gelegenheid onbenut om gevonden kadavers te decapiteren. Stad en land heb ik afgestruind. Droomde stiekem van grotere exemplaren. Kat. Vos. Hond. Geit. Ezel. Een en al schoonheid. Maar eer het zover kwam, lag de complete collectie al in de vuilnisbak omdat ik mij inmiddels aan het bekwamen was in het maken van de ultieme pijl en boog. Boemerang. Catapult. Avontuur overal.
¨En toen iedereen Levi´s droeg, ging jij voor een versleten Lee. Of droeg je die belachelijke blauwe afgeragde bootschoenen met witte zolen terwijl suède met spekzolen de trend was. Bordeelsluipers. Weet je nog?¨ I confess. Middelbare school. Maar is dat betweterig? Tegendraads? Als ik er al een intentie mee had, was dat hoogstens omdat ik op basis van uiterlijke kenmerken niet bij een bepaalde groep wilde horen. Ik wil ook nergens bij horen. Want als je nergens bij hoort, ben je overal thuis. Krakers. Punkers. Kakkers. Koninginnen. Criminals. Corpsballen. Discussie? Dat was nog maar het voorgerecht.
Als hoofdgerecht moest er per se biefstuk komen. Saignant. Nee beter nog. Bleu! Lauwwarm rauw koebeest. ¨Gewoon om een keertje te zondigen,¨ zei ´ie likkebaardend; het vlees steeds schertsend boefstuk noemend. Bij hem thuis ondenkbaar, maar hij wist dat ik er geen bezwaar tegen zou hebben. Helemaal juist. Onder het genot van de bloederige vleeshomp wist hij het zeker: ¨Over een paar jaar eten we allemaal gewoon kweekvlees. Geweldig! Heb je het nieuws niet gezien?¨ Hij wist me te vertellen dat een kilootje kweekvlees nu ergens rond de zeshonderd euro kost, en dat de prijs bij verdere schaalvergroting zo ver zou dalen dat die boerenschoften binnenkort allemaal wel zouden kunnen inpakken. Dat wist ik niet, dat van die kiloprijs, maar ik hou wel van dat soort feitjes.
¨Okee,¨ zei ik, ¨een kilootje laboratoriumvlees is nu dus ongeveer even duur als een complete koe, dus er moet nog wel wat water door de Rijn stromen eer die twee in lijn zijn.¨ Volgens hem zou dat echter heel rap kunnen gaan omdat iedereen tegenwoordig wel inziet dat kweekvlees de oplossing is voor alle ellende in de wereld. ¨Dat boerentuig heeft straks het nakijken!¨ Sorry, maar zoveel disrespect kan ik niet aan. Ik probeerde hem derhalve uit te leggen dat ik daar toch wel anders over denk. Namelijk, dat we eerst vooral moeten nadenken of we de boerenstand, klootzakken of niet, wel willen inruilen tegen grootindustriëlen die dat soort ontzield fabrieksvoedsel stelselmatig door onze strot zullen willen gaan duwen. Dat gebeurt ook al met vegan. ¨Het zijn industriële voedingsmiddelen, die vegaburgers, en daar ben ik niet zo van,¨ poogde ik uiteen te zetten. “Geef mij maar vers. Ik heb nog nooit een potje pastasaus gekocht. Hou trouwens wel van pasta met paddenstoelen.” Dat bevestigde zijn standpunt. ¨Zie je nou wel! Petertje weet alles beter. Nog steeds!” riep ‘ie triomfantelijk.
Dan het dessert. Dame Blanche? Dat kon echt niet meer. Volgens hem. Inclusiviteit. Daar draait het om. Het ijs? Koud, romig en stroperig. ¨Jij bent nog niet erg Woke, zie ik, maar dat komt vanzelf nog wel.¨ Volgens hem. Omdat het niet anders kan. Logica enzo. Hij lichtte toe dat hij er eerst ook weinig van begreep, van Woke, maar dat z´n derde vrouw hem daarin de weg had gewezen. Adam en Eva? Ik kon er niks mee, maar weerstond de verleiding hem eraan te herinneren dat ie vroeger toch vooral z´n lul achterna liep. Een ragfijn spel. Volgens Heer Bommel; en daar begrijp ik nu eenmaal weinig van. “Je hebt helemaal gelijk,” antwoordde ik daarom maar, “maar ik stel wel prijs op het recht om ongelijk te hebben.” Dat snapte hij dan weer niet. Ook goed. Volgend jaar zien we verder. Alles is.
PETER BERGER