POMgedichten presenteert de donderdag column:
VON SOLO, FEAR AND LOATHING IN POWEZIE LAND!!!
Openhartige openbaringen van de Jeff Koons van de vaderlandse powezie.
Vanavond fietste ik tijdens de spits over de Erasmusbrug van Zuid naar Noord richting thuis. Het was kil en regenachtig. De fietsers waren dun gezaaid op de brug. De auto’s schoven bijna op hetzelfde tempo als ik naar de overkant. Onderweg naar beneden de brug af, was ik net wat sneller. En ik stond meteen vooraan bij het stoplicht.
Deel 113. Autocratie
Op de fiets kost het me vijfentwintig minuten om van de Kop van Zuid naar mijn huis in Hillegersberg te geraken. Met de auto zal dat in de spits rond de zesentwintig minuten kosten. Van die tijd sta je dan ook nog eens twaalf minuten stil. Fietsend sta je slechts vijf minuten stil. En als je thuiskomt hoef je ook nog eens geen parkeerplek te zoeken. Als het regent ben je wel nat. Bij thuiskomst doe je droge kleren aan.
Toch zijn de automobilisten in de meerderheid. Ook hier gaat de tachtig twintig regel op. Voor elke twintig fietsen doorkruisen tachtig auto´s de stad. Auto´s waar vier personen in vervoerd kunnen worden. Waarvan in tachtig procent van de gevallen enkel de bestuurder aanwezig is. Fysiek. De automobilist in de stad is kenschetsend voor de dystopische wereld waar we in leven. Mogen we van de automobilist verwachten dat hij de gebaande paden buiten gaat. Nee. Mogen we een lift verwachten. Nee. Snel vergrendelt hij centraal zijn voertuig als was het zijn huis, zijn land en zijn geest. En vertrouwt op zijn boordcomputer zonder te weten wat zich onder de motorkap afspeelt. Zolang het karos maar blinkt.
Mijn mening over al deze automobilisten die door de stad rijden is dat het slappelingen zijn. Slaaf van hun voertuig. Onderworpen aan hun rijdende cel. Waarmee ze zich begeven naar hun hokjes met schermen in blokken van beton, vlechtstaal, dubbelglas en klimaatbeheersing. Als ze naar huis gaan zitten ze daar droog. Ze zitten er warmpjes bij. Terwijl de motor draait. En de radio geluidsgolven over hen uitbraakt. Onderweg van A naar B. Dat is belangrijker dan de reis. Loeren naar de lichtjes van hun voorganger. Met z´n allen. Soort van comfortabel in hun gouden paardje van Troje. Rijden ze de olie van de Arabieren op. En betalen hun sjekkeltjes aan Shell. Je merkt niet dat de aarde opwarmt als je airco hebt in je auto. Je merkt niet dat je rommel uitstoot door je pollenfilter en je Wunderbaum. Uiteindelijk merk je niks meer. Want je hoeft niks meer. Net zo lang tot alles auto is.
Thuisgekomen stap ik voor de deur af. Mijn handen zijn koud. Mijn broek nat van de regen. Er is geen sprake van een automatische piloot. Het warme licht van binnen lonkt. En het is warm in mijn hart. Parkeerhulp heb ik niet nodig. Mijn buurman rijdt op dat moment zijn hybride SUV de oprit op. Hij staart uitdrukkingsloos voor zich uit en ziet me niet.
.
Who’s gonna tell you when, it’s too late
Who’s gonna tell you things, aren’t so great
You can’t go on, thinkin, nothin’s wrong
Who’s gonna drive you home tonight
Who’s gonna pick you up, when you fall
Who’s gonna hang it up, when you call
Who’s gonna pay attention, to your dreams
Who’s gonna plug their ears, when you scream
You can’t go on, thinkin, nothin’s wrong
Who’s gonna drive you home, tonight
(‘Drive’, The Cars, 1984)
.
https://youtu.be/xuZA6qiJVfU
Deel 88. Intergalactisch
Deel 89. Wild horses
Deel 90. Eeuwige liefde
Deel 91. Boze Buurman
Deel 92. Het leed dat sociaal zijn en camperen heet
Deel 93. Carnaval Festival
Deel 94. Yes, we can
Deel 95. Het grootste geluk
Deel 96. Vluchten kan niet meer
Deel 97. Suicide Solution
Deel 98. De Afvallige
Deel 99. First time right
Deel 100. Haarfijn
Deel 101. Bukken
Deel 102. Womanizer
Deel 103. Onmogelijk
Deel 104. Quetzal
Deel 105. #zeghet
Deel 106. Waar zijn ze gebleven
Deel 107. Valt een eend van een flatgebouw en zegt…
Deel 108. Te vreten
Deel 109. Rugtasje
Deel 110. Relatie 2.0
Deel 111. Treurig
Deel 112. The Dark Side