VON SOLO – authentiek, oprecht, eerlijk, contemplatief, uitnodigend: over hoeren en huizen


Wij wonen op nummer vierenzeventig in een oude viswinkel. Die hebben we drie jaar geleden gekocht en helemaal kaal gesloopt en vervolgens met de overwaarde van ons vorige huis geheel getransformeerd tot polyvalent woonhuis met een hip atelier aan de voorzijde, waarbij we de oude etalageruit behouden hebben. Met dien verstande dat we het oude glas vervangen hebben door dubbel gelaagd glas. Elke maand hangen we weer nieuwe mooie kunstwerken en objets trouvés in de etalage. Dat verlevendigt het straatbeeld. De buurt is in opkomst.
 
Een paar huizen verderop op nummer vierenzestig beneden, een huisjesmelkerspand, woonde een hoertje. De eerste keer dat ik haar zag was ik gecharmeerd van haar Indische uiterlijk en haar weelderig zwierende borsten. Ze liep toen in een trainingspak richting de Action bij ons in de straat. Haar leeftijd zal ergens voor in de twintig zijn geweest. De gordijnen van naar slaapkamer aan de voorkant van de woning waren altijd dicht. Eén keer ben ik een pakje op gaan halen dat de bezorger bij haar had achtergelaten voor mij. Ze deed open in een satijnen kamerjasje. Ze groette nooit terug op straat. Als ze ergens heen ging was dat altijd met de taxi. Dat kon ik zien vanuit onze erker op de eerste verdieping, waar ik in de avond vaak het leven in onze straat gade sla. Als ze een keer niet met de taxi ging, stonden de auto’s die haar ophaalden altijd ver weg aan de overkant bij de bloemenzaak. Mevrouw Solo was niet overtuigd dat het om een meisje van plezier ging. De uitbater van de vintage winkel tegenover ons deelt mijn mening wel. Zeker zullen we het nooit weten, want ze woont er niet meer.
 
Tegenwoordig woont op vierenzestig beneden een jonge gast met tattoos  en een baseball petje. Hij heeft een vriendin die als twee druppels water op het hoertje van weleer lijkt. Had zo d’r zus kunnen zijn. Twee weken geleden stond er ineens een grote Dodge Ram Hemi 5.7 liter pontificaal met twee tractorwielen op de stoep voor ons huis geparkeerd. De buurjongen had een feestje. Om het uur kwam hij met een nieuwe verjaardagsgast de Ram starten en laten horen wat een herrie die kon maken. Twee keer is het brullen van een 5.7 liter Hemi motor best leuk. Maar na zes keer is de verrassing er wel af. En dan ga je naar bed. En als het zo warm is, slapen we altijd met alle ramen open. Vanuit de dode hoek van ons blok, waar de betegelde binnenplaats van vierenzestig beneden zich bevind, galmt een feestje aardig door. Zeker als de feestgangers om het luidst boven de bas van de happy hardcore uit, proberen elkaar zaken toe te roepen. Gezien het gespreksniveau was dit op zich op best mogelijk. Ik had verwacht nooit boven de herrie uit in slaap te vallen, maar dat bleek mee te vallen. Op één of andere manier was het best rustgevend.
 
Om half drie ’s nachts werd ik echter toch weer wakker. Uit de tuin van vierenzestig beneden klonk allerlei onsamenhangend geruzie, dat ik, zonder de inhoud te kennen, perfect kon associëren met feestjes waar ik vroeger ook wel kwam. Kansloze gebeurtenissen met veel drank en weinig perspectief. De onduidelijke woordenwisseling culmineerde in het moment dat er klonk of er iets brak, toen één van de feestgangers struikelde. Vervolgens klonk er het geluid van een snel leeglopende gastank en een algehele feestpaniek. Ik vermoed dat er niets onze slaapkamer was binnengewaaid, maar toch moest ik er erg om lachen. Kort daarna vatte ik de slaap weer. De volgende morgen was ik al vroeg op om de hond uit te laten. Op de stoep voor vierenzestig beneden lag een aardige hoeveelheid zwarte ballonnetjes. Een dag later was de grote Dodge Ram voor onze deur weer verdwenen. Die had onze buurjongen voor zijn verjaardag een dagje van zijn oom mogen lenen. Zijn oom is waarschijnlijk de huisjesmelker en de buurjongen bewaakt voor hem tegen inwoning de stash of plantage.
 
Sinds de corona crisis is het bijna elke vrijdag wel borrel bij de vintage winkel aan de overkant van de straat of bij ons voor op de stoep. Ik heb zelfs een uitklap terrasje aan mijn gevel gemaakt om alles wat meer een hip Berlijn-gevoel te geven. Sommige mensen vinden dat amusant. Anderen zien het met lede ogen of meer of minder milde afkeuring aan. De leukste mensen zijn degenen die gewoon aanwaaien voor een biertje. Als ik de buurjongen van vierenzestig beneden en de zus van het hoertje voorbij zie lopen, zie ik ze denken: ‘Die lui zijn niet goed wijs.’ Maar dat is niet zo. Dit is hoe de woningmarkt werkt. This is gentrification man!!! Alles begint met een eerste stap. Over tien jaar wonen hier geen stoepdrinkende hipsters, undercover prosti’s en lachgassende proletenjeugdigen meer. Dan is alles gewoon Deloitte en Audi wat de klok slaat. Maar voor nu moet dat even. Over tien jaar zetten we met een dikke overwaarde onze wooncarrière ergens anders voort. En dat brengt ons bij de moraal van dit verhaal. De één verkoopt z’n lichaam, de andere drugs en de derde zijn huis. En waarvoor? Ach, in de grond van onze ziel zijn er allemaal gelijk en leven we allemaal op dit kleine stukje aarde als verdorven kapitalistjes. Gewoon op de ….weg in Rotterdam. (adres bij de columnist zelf op te vragen red. pomgedichten)
 

VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
 Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl 

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Laat een reactie achter