Sartre, o ja, dat las ik toen ik depressief was, quote:
‘Er is een dubbele zon voor nodig om de bodem van menselijke domheid te verlichten’

Alles is al gedaan in huis tijdens de eerste lockdown. Alle plinten eindelijk vastgeplakt,
dat irritante zoompje van je gordijn wat los is genaaid of geplakt, het scheefgezakte keukendeurtje weer rechtgezet, u snapt wel wat ik bedoel, alles waar je anders geen oog voor hebt of je tijd niet aan wilt verdoen.
Wat nu? De boekenkast eens opruimen. Ooit tijdens het verhuizen van de één naar de andere kamer, alle boeken er weer lukraak in teruggezet. Waarom bewaar je al die boeken eigenlijk, je kijkt er nauwelijks meer naar om, althans ik niet, als ik een boek gelezen heb is het klaar, ik ben geen herlezer – behalve poëzie- , maar vind het hoogstens wel eens leuk wat ruggen te bekijken, Sartre, o ja, dat las ik toen ik depressief was, quote: “
Er is een dubbele zon voor nodig om de bodem van menselijke domheid te verlichten” , daar knapte ik van op! Not. Waarom ga je in hemelsnaam zo’n boek lezen als je het toch al niet meer ziet zitten, bevestiging ? Daar staat de vierde man, Gerard Reve schreef het als boekenweekgeschenk, het werd geweigerd door de commissie kuis en onbevlekt vanwege de controversiële inhoud.
Man wat werd ik opgewonden van dat boek- ik krijg het woord geil altijd moeilijk uit de pen of mond- later is het verfilmd door Paul Verhoeven, maar van Jeroen Krabbé en Renée Soutendijk (jakkes) werd ik niet koud of warm.
Daarom kijk ik ook nooit porno, die gasten bevallen me niet en zeggen en doen net die dingen waardoor ik zo snel opdroog als een nylonkous in de wind, één vlaagje, één zucht.
Nee, als het dan toch moet, geef mij maar een lekkere tekst, een beeld van Marlon Brando, Alain Delon, Johny Depp, Sean Penn, Prince, of wie heb je tegenwoordig, Ryan Gosling, nah…nee, net niet, of gewoon een herinnering van iemand en mijn ongebreidelde fantasie doet de rest.Wat windt u op, ach, dat gaat mij ook niets aan en ik dwaal af, maar je moet wat in coronatijd.
Ik kwam ook Heleen Hildering, Saaie gedichten voor huisvrouwen , tegen.
Kijk, in deze tijd beleef je misschien niet zoveel, de mens verveelt zich, gaat rare dingen roepen zoals: we leven in oorlogstijd, we worden gegijseld en meer van die zieligheid. Kalm mensen, zak lekker onderuit in je luie stoel, neem nog een borrelnootje en probeer poëzie te zien in de dingen om je heen, al is het een afgeknipte teennagel en dan niet van die klaagzangen over Corona, desnoods klaagzangen over in en om je huis. Als Hildering dat kan, kunnen wij dat toch ook?
Kleinheidswaanzin
de bovenkant
van een plint
sikkelvormige
restanten
van nagels
een ooghaar
een vetvlek op
een tafelkleed
minuten
polsslagader
een meeëter
vliegenpoep
op een ruit
mijn gezicht
mieren
———————‐—-‐-
Man in huis
In het donker valt alles mee
zijn taal zoemt aan me
voorbij
Nooit kan ik hem vertellen
dat hij eendimensionaal is
en dat ik hem bekijk
Niet zonder moeite
vormen zich de woorden
in zijn mond.
Soms puilen ze uit
rollen naar beneden
en treffen het tapijt
zonder nagalm.
Stille bomkraters
laat hij achter
en oorlogsverveling
‐———-‐————————
Binnenste buiten
Waarom verspringt het licht
en waarom word ik dronken
in mijn eentje aan het bureau
waarom verzamelen mijn afgestoten minnaars zich niet om mijn bed
waar het toch prettig doodgaan was
ik kijk naar buiten
een congruentie van mijn huis
een venster met wat glas
waarin ik waarzeggen wil
maar dat vergt toch inzicht in
wat men werkelijkheid noemt
al jarenlang een droom
die ik wel dromen wil
maar die zeker niet verschijnt
aan dronken mensen
Vera van der Horst