bijna als elke week weer de onmogelijkheid om de eremetalen te verdelen – alsof poëzie iets is van rangorde én alsof een recensent een code van hoog en laag zou kennen. dat is te makkelijk. kees fens ooit poëzierecensent van De Volkskrant verklaarde zijn waarderingen door te wijzen op zijn particuliere leeservaringen waarin hij een nieuwe leeservaring onderbracht. zo is het wel ongeveer – daarbij opgeteld mijn zondagochtendhumeur. reden ook waarom TON HUIZER deze week met goud getooid de week in kan. zijn gedicht over platjes op een platje zeer geestig – platter kan het echt niet. zilver gaat naar de eenvoud van IEN VERRIPS die in eenvoud dat oergevoel van vroeger in één regeltje wist te treffen: ‘ we deden er toe’. Brons voor CARTOUCHE voor die vreselijke overdaad aan elementen waarin elke lezer verdrinkt maar toch iets aansprekends terug zal vinden. Dank aan alle dichters en mijn zondagochtendfelicitaties voor de winnaars.

gehannes op afdakjes.
Doe dus eventueel maar buiten mededinging.
Een glimlach op de zondagmorgen is
tenslotte ook wat waard.
Lentegroet,
T.
Bezoek
Er stond een engel voor de deur
of ik wat letters over had
ze spaarde voor een mooi
gedicht
ik schonk haar heel mijn
woordenschat
ze bleef een nachtje slapen
maar moest helaas weer terug
naar huis
ze kuste me en verdween tussen
de wolken
met een lieveheersbeest in haar
kruis
Ton Huizer
–>
de ach weet je van onze platjes nog – trofee – maakt ton huizer van het thema. die beestjes konden welig tieren in de oude huizen die door jonge mensen bevolkt werden onder de omstandigheden waarmee jonge mensen van vroeger te dealen hadden. begrijpen wij in 010. gedicht past in die zin echt wel binnen het thema. en ja zeer geestig natuurlijk die luis in haar kruis. de jonge huizer zorgde echt wel goed voor de dames.
en de engelen. god zag dat het goed was – maar al die jeuk door huizer verstoorde toch wel enigszins het hemelse beeld.
- Rik van Boeckel: ik ben jouw onverlaat … en uit dicht hout gesneden
- Petra Maria: de dagen stroomden
- Frans Terken: altijd met pakken Pinard onder handbereik
- Erika De Stercke: de week met weinig
- Ton Huizer: ze kuste me en verdween tussen de wolken
- Ien Verrips: we deden er toe
- Cartouche: dampo smeren op je keel en borst
- Anke Labrie: een Sartre ben je nooit geworden

wie wint de enige echte virtuele – ach weet je van ons platje nog – trofee op pomgedichten punt nl?
hoe het allemaal begon – van de eenvoud – toen er bijvoorbeeld nog gehuurd kon worden tegen een maandhuur van 69 of 78 gulden en niet voor 1600 of 1950 euro. het platje, twee stoelen en de avondzon, goedkope wijn van dirk van den broek. de stad, de tuin ergens beneden, geroezemoes. alle dichters kennen hun eigen platje … en wij lezen graag nog een keer op DAT platje met de dichter mee. u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.

de ergste dag is aanstaande
vroeger had je nog een vrouw
die met een brief liep
een dichter
die je de weg wees
een veldwachter konijnen
met myxamatose
pomwolff

In het losse bos
Hij wandelt door het losse bos
zet zich neer op een omgevallen stam
simpele vogelmuziek streelt zijn oren
denkt aan de hippe hits van toen
hij een puberende fan van The Byrds was
houdt zijn tamboerijn los en vast
dompelt zich ononderbroken onder
in reflectietijd op de verleden geleden
onontkoombare werkelijkheid
onder de muziek van toen dicht hij
wie jij bent onder jouw mysterieuze klanken
schellend als voetzoekers
door nacht en dag langs tak en blad
verrijs melancholiek jouw stem
door een onbekend lied
dat zeker naar huis wegvoert
ver weg van dit ruimhartige bos
ik ben jouw onverlaat in staat
van eenvoud en uit dicht hout gesneden
speel het tsjirpend ritme voor de vogels
zo staat hij op van zijn platgeslagen zelf
het schelleninstrument in twinkeling
op een veelzijdige takkenhemel gericht.
Rik van Boeckel
6 maart 2021
–>
de klanken van the Byrds in een dichterlijk bos beschreven – deze oude popgroep in een nieuw jasje van natuur en milieu gehesen – erg leuk. zelf houd ik het meest van de laatste twee strofen hier. waarin de ik persoon zich manifesteert en bijna in euforie de stand van zaken opmaakt – als de vuurvogel phoenix die uit as herrijst.

dagen van gras in je haren
jong zijn en alles snappen
de dagen stroomden
alsof het een echt leven was
er was een thuis
gebouwd op vreemde aarde
bloemperken droegen de zomers
ijsramen de winters
het zou zomaar weer kunnen
ware het niet
dat terugkeren naar voorbij
geen mens ooit gelukt is
petra maria
–>
heerlijke overpeinzingen in de eerste twee strofen – de conclusie in de derde had niet expliciet gehoeven. zit trouwens al in regel 4 van de eerste. twee strofen hier in dit gedicht zijn genoeg. zouden zelfs genoeg zijn geweest voor eremetaal. maar nee die derde zorgt ervoor dat het eremetaal aan het gedicht ‘voorbij’ vliegt vandaag.

Mijn eerste kennismaking met wijn was Pinard van Albert Heijn, het rood, het wit en de rosé van de studentenfeestjes in het begin van de jaren zeventig. Als ik toen had geweten wat het betekende, had ik het waarschijnlijk niet zo schielijk tot mij genomen. Pinard was het jargon voor bocht, het was de wijn die de Franse soldaten tijdens de Eerste Wereldoorlog in de loopgraven kregen als vervanging van het water dat helemaal niet te drinken was. Zelfs kanonnenvoer kent dus een bijpassende wijn.
Pinard
Het waren dagen dat je geen stoel nodig had
om een nieuwe wereld te scheppen
in kleermakerszit op het krakende balkon
liever nog buiten op het gras of in het zand
altijd met pakken Pinard onder handbereik
want zonder zou het niet gaan
hoe het ons spreken van dubbele tong voorzag
tegen de moraal van de hoge heren
waarop wij van driehoog op neerkeken
we maakten er voor een schijntje werk van
en bestegen daarmee de kale planken
van aftandse jongerencentra en bruine kroeg
want drinken zouden we
anders kwam er niets uit onze handen
laat staan iets blijvends op papier
© FT 06.03.2021
–>
Frans reikt onmisbare elementen aan voor het platjesgevoel uit vroeger dagen. de kartons met wijn inderdaad ja. een tijdsbeeld – ik heb het vermoeden dat de gang naar de parken in coronatijden door vele jonge mensen uit eenzelfde verlangen voortkomt. iets van vrijheid, een onbevangen zijn, qua existentie willen verschillen van de ouders die hetzelfde gevoel eerder wilden ervaren en met meer gemak konden ervaren.

magie
de nacht nam ons in zijn dromen
mee voorbij de middaguren
vanuit de studentenkamer met
zicht op een doodlopende straat
overleefden we de week met weinig
elke cent omgedraaid tot een feest
van meer drank dan eten, wij groot
en creatief in onze kleine wereld
wat waren we slank
als één lichaam op de grondmatras
Erika De Stercke
–>
groot en creatief in onze kleine wereld – wat waren we slank met weinig geld ook – bijna een ware geschiedenisles die Erika ons voortovert. ook zij herinnert het platje nog – het was een hard liggen maar warmer en meer onvergetelijk zou het nooit meer worden.

vrienden waren we
we deden er toe
regeerden de wereld
bij de macaroni ham/kaas
geld speelde geen rol
bij de vino italia
onderbroeken van de HEMA
de rest van de rommelmarkt
in vrolijke armoe
leefden we los
lachten om 40 plus
dachten dat het altijd zo zou zijn
en wij ook
Ien Verrips
–>
vrij subtiel opgezet. de conclusie ook subtiel gebracht – subtiel dichteresje hoor die verrips uit het mooie Zaanse land. de vrolijke armoe mooi beschreven hoor zonder opsmuk. ‘we deden er toe…’ een prachtige observatie. elke nieuwe generatie doet er toe! en ze laten het weten ook.

Toen het leven uit zijn schulp ging
en soa nog net voor soda werd versleten
land langzaamaan minder plat en venus voorzichtig
ook uit haar schelp begon te schuimen in het heuvelland
ving de eerste DKW aan, de straat groengeel te kleuren
en blauw rekten we ons, trokken we de weekeindjes uit
met thermoskoffie, een dikke plaid en een paar sneetjes
met ei en rauwe ham om al wat ons benauwde te laten
voor wat het was , de randen van asfalt op te zoeken
in de berm te tellen en determineren hoeveel en hoe
gezwind zoveel schoons aan ons voorbij kon sjezen
hier – viel andere lucht te snuiven dan onze platjes
zo armzalig – kregen we zicht op nieuwe wegen naar
een luizenleven zonder knie of elleboog van je broer
in rug of zij in je al te krap bemeten muffe twijfelbed
kwam de droomvrouw je voor ogen die meer vermocht
dan bakken van zoete broodjes en dampo smeren op je
keel en borst als je snotterde van honger en van dorst
zo’n stoere snelle, die je in een handomdraai wist
in en uit te pakken, zonder schaam of schand
gleden en hingen wij er samen, – niet als pro-,
maar puur als recreatieganger – de toerist uit
een leven zonder dwang en beven
al wat ons voor ogen zweefde
daar in dat gras
06-03-2021 / Cartouche
–>
ja Cartouche combineert het platje met de platjes. kun je rustig aan hem overlaten – mijn god een geschiedenisboek vol emotie, poëzie en proza én jeuk. geen element vergeten – over de hang naar ‘een leven zonder dwang en beven…’ schrijft de dichter. voor ieder wat wils – de dampo in je neus. zou het nog bestaan dampo? de overleden zanger van merwijk kan ‘haar’ dromen – houdt het ietsje korter – maar ja dat is een liedje.

Ha Pom,
Het was ook de drang om te ontsnappen, herinner ik me. In muziek, ‘filosofie’ e.d.
en hevig verliefd worden (met alle ldvd vandien). Parijs, toen nog.
Mooi thema. Deze lag er nog. Zie maar.
fijn weekend.
Hrtgr.
Anke
mijn bolsjewiek uit Beverwijk
bij nader inzien ben jij toch
de ware existentiële liefde niet
stond op die ansichtkaart
poststempel Parijs
die je me pas na weken stuurde
maar ook al heette zij Simone
hoorde ik later van je vrienden
een Sartre ben je nooit geworden
zag ik toen ik je onlangs googelde
anke labrie
–>
het platje, twee stoelen en de avondzon, … alle dichters kennen hun eigen platje. anke schetst een tijdsbeeld van zwart en wit en het existentialisme, parijs en de hoofdpersonen sartre en de beauvoir. ongeveer zoals het was en dat het leven ook nog gewoon van het leven was met alles van goed en van het kwade.
Pinard
Het waren dagen dat je geen stoel nodig had
om een nieuwe wereld te scheppen
in kleermakerszit op het krakende balkon
liever nog buiten op het gras of in het zand
altijd met pakken Pinard onder handbereik
want zonder zou het niet gaan
hoe het ons spreken van dubbele tong voorzag
tegen de moraal van de hoge heren
waarop wij van driehoog op neerkeken
we maakten er voor een schijntje werk van
en bestegen daarmee de de planken
van aftandse jongerencentra en bruine kroeg
want drinken zouden we
anders kwam er niets uit onze handen
laat staan iets blijvends op papier
© FT 06.03.2021
VOORBIJ
dagen van gras in je haren
jong zijn en alles snappen
de dagen stroomden
alsof het een echt leven was
er was een thuis
gebouwd op vreemde aarde
bloemperken droegen de zomers
ijsramen de winters
het zou zomaar weer kunnen
ware het niet
dat terugkeren naar voorbij
geen mens ooit gelukt is
petra maria