
Op een maandagochtend, een klein jaar geleden, rende ik voor dag en dauw door park Schiebroek. Het was zo vroeg, dat het leek of ik de enige wakkere in de wereld was. Na het vee rooster gepasseerd te zijn zag ik in de verte een kudde Schotse Hooglandrunderen verspreid over het pad staan. Deze mooie beesten benader ik altijd met een zekere voorzichtigheid, gezien ze grote horens hebben. Half op het pad stond een rund, waarvan in me afvroeg of het een os of een stier was. Behoedzaam passeerde ik het hoefdier. Het bleek inderdaad een stier. Nu wist ik, dat de kudde een aantal kalfjes had en een koe zal altijd zijn kalf verdedigen en een stier zijn kudde. Maar de stier was ik al voorbij. Honderd meter verderop stond een grote koe midden op het pad, dat al smaller werd. Ik besloot nu mijn pas te vertragen en voorzichtig langs de koe te lopen. De koe keek niet op en ik was bijna opgelucht, ware het niet, dat ik nu zag dat vijftig meter verderop twee kleine kalfjes stonden. Voorzichtig liep ik door en voelde angst in me opkomen. Eén van de kalfjes gaf een zorgwekkend geloei af en de moeder keek op in mijn richting. Ik schatte mijn afstand in tot voorbij de kalfjes en het volgende vee rooster. Als het mis zou gaan, zou ik het net wel of net niet halen. Helemaal langs de kant van de bosjes bewoog ik mij heel langzaam langs de kalfjes, zonder naar hen te kijken. Wel spiedde ik over mijn schouder naar de moederkoe. Die keek niet op en ik slaakte een zucht van verlichting toen ik de kalfjes voorbij was. Ik was werkelijk even bang geweest. Gelukkig had ik mijn handelen er niet door laten bepalen.
Onlangs las ik in de krant, dat een onfortuinlijke hardloper bij mij in de buurt aangevallen en op de horens genomen was, door een Schotse Hooglander. Vragen die in het artikel rezen, waren onder andere of het wel verstandig was deze beesten zo los te laten lopen. Of dat de horens niet afgeknot konden worden. Er gingen stemmen op om de koe in kwestie af te laten maken. Tevens werd in de kantlijn nog de waarschuwing gegeven, deze beesten te allen tijde voorzichtig te omzeilen. Nu kende ik in deze de betreffende hardloper toevallig. Kast van een huis, dikke baan, hoog in aanzien. Zo’n man, die altijd gelijk heeft. Een superieur ras. Soms zie ik hem voorbijschieten op zijn elektrisch aangedreven VanMoof fiets, totaal het verkeer om hem heen veronachtzamend. Want zijn superioriteit beschermt hem als een airbag vol gebakken lucht. Blijkbaar had hij met de Hooglanders minder geluk gehad. Ik zag het al voor me hoe hij hooghartig richting de kudde rende. Met zijn uitstraling duidelijk makend, dat de weg vrijgemaakt moest worden voor zijn vooruitgang. Binnen de logica van zijn Nijenrode- en MBA-brein is een koe niet meer of minder dan de leverancier voor steaks voor rijke blanken, die lunchen of dineren bij de Gauchos in Hillegersberg. Niet iets waar je voor opzij gaat. Dan ken je geen angst en ga je uit van je eigen kracht.
Later sprak ik kennissen van de man, die me wisten te vertellen, dat hij er middels het lokale bestuursorgaan in geslaagd was, de koe die hem aangevallen had, ‘over te laten plaatsen’ voor een ‘speciale behandeling’. Hij was daar erg trots op.
Ook dat soort dingen maken me bang.
VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl