
Het is woensdagavond zeven uur. Ik zit achter een bureau op een leeg kantoor. Uit mijn draagbare bluetooth speaker knalt het album ‘Troublegum’ van de Ierse band Therapy uit negentienvierennegentig. Mijn voeten stampen heftig de bassdrum mee en telkens gaat de speaker een tandje harder. In gedachten ben ik weer in Utrecht in de Bunker. Onze eigen Führerbunker, van waaruit we plannen maakten om de wereld te veroveren. De Bunker was een complex van de studentenhuisvesting aan de Van Lieflandlaan in Utrecht, waar een vriend van me een kamer in een unit van tien huurde. Ik logeerde daar periodes lang permanent. Hij had een eindeloze collectie harde rockmuziek. Die draaiden we dan ook hard, terwijl we ons verloren in een wolk van wiet en halve literblikken Schultenbrau. Dromen dat we deden. Dat als we de stad in zouden gaan er van alles zou gebeuren. De grootste dingen, die we op dat moment nog niet eens konden inschatten. Meestal eindigden die avonden de volgende ochtend met de vraag wie de eerste joint zou draaien.
Terug op kantoor zet ik muziek weer een tandje harder. Mijn lichaam vibreert mee. De muziek is voelbaar door mijn hele wezen. Man, als we toch eens terug konden naar die tijd. Ja, dan zouden we wel. En ineens krijg ik het gevoel naar buiten te willen. En een flinke pint te halen bij de avondwinkel en de trein te pakken naar de Bunker om in te drinken en dan vol aan los te gaan. Dat gevoel verdiept zich en ik verval in melancholie. De muziek gaat een tandje zachter. Het raam, dat uitkijkt op de parkeerplaats weerspiegelt mijn zevenveertigjarig, kalend hoofd en een gezicht vol rimpels. Ik heb alles dat ik me wensen kan. In plaats van Schultenbrau drink ik nu Tyskie of chique Duitse halve liters in glas van de speciaalbierwinkel. Wiet hoeft niet meer. Liefde kom ik niet tekort. Er is genoeg om te geven en delen. En toch blijft het kriebelen. Altijd de drang naar dat ongerepte land dat op verovering wacht. Lebensraum.
De muziek gaat toch weer een tandje harder. Het lijkt op een verlangen naar toen, maar dat is het niet. Het is een verlangen te doen wat toen niet lukte in dat tijdsgewricht met de wapenen van nu. Ik gooi de computer uit en begeef me naar buiten en neem me voor niet te weten wat ik ga doen, behalve dat ik bij de avondwinkel een halve liter ga halen. Dat voorrecht gun ik mezelf. Het spiegelbeeld knipoogt bij de draaideur ineens terug. De wereld hebben we dan wel niet veroverd nog, maar het is nog geen afscheid van de wapenen.
Of is het niet meer dan het verschuiven van legers die er al niet meer zijn…
(draai hierbij gerust ‘Going nowhere’ van Therapy)
https://youtu.be/5z5HJRC9F_0
VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl