
‘Doe het niet! Koop geen elektrische fiets! Hoe oud ben je? Achtentwintig jaar. En hoe ver woon je van je werk? Vijftien minuutjes fietsen. Koop geen elektrische fiets. Je beweert nota bene, dat je groen en duurzaam bezig bent. Denk dan ook eens aan het materiaalverbruik dat zo’n ding kost. En dan vooral aan de accu, waar op dit moment nog geen fatsoenlijke recycling mogelijkheden voor bestaan. De energie die in de productie en logistiek eromheen gaat. En aan dat Congolese kind in die put, wat ze een mijn noemen. Die de hele dag erts en modder schept voor jouw accu. En het feit, dat dat ding ook nog eens aan het elektrisch moet, terwijl we er juist op uit zijn om energie te besparen. Nog even afgezien van het feit, dat je er waarschijnlijk ook nog op naar de sportschool gaat, wat niet nodig zou zijn, als je op een gewone fiets fietste, waar je ook zelf de energie nog verbruikt. En dan heb ik het nog niet eens over de stress. Dat je nu nog sneller van A naar B kan, waardoor je dus ook nog meer tijd over houdt om nog meer dingen te moeten doen. Doe het niet!’
Op dat moment murmelde mijn jonge collega nog, dat het mooi van haar opgespaarde overuren betaald kon worden belastingvrij. Ik keek ze enkel nog aan. Ze zei vervolgens, dat haar vriend ook al zoiets opgemerkt had en dat ze het dan misschien niet moest doen. Intussen was ik iets afgekoeld en liet haar weten, dat ik wellicht iets te heftig met gestrekt been erin gegaan was, maar dat ik het wel meende. Mijn geprikkeldheid kwam voort, uit het feit, dat ik die ochtend door een tiener, die onderweg naar school was, ingehaald werd op een gloednieuwe, elektrische fiets.
En natuurlijk zijn er tal van drogredenen te verzinnen, waarom je er wel één zou moeten kopen. Een voorbeeld, dat vaak aangehaald wordt, is dat het de drempel is, om niet meer met de auto naar het werk te hoeven. Dat klinkt op zich nobel, maar reken maar, dat dit ook de mensen zijn, die als het regent, toch weer de auto pakken. Nee, doe dan je auto weg, dan bereik je wat. En dan nog zo één, dat het kind anders zo ver naar school moet fietsen. Lul me er niet van. Ik kom uit Zeeland. Daar was alles ver fietsen. En dan nog de Urban Arrow. Het status-vlaggenschip van menig rijk, blank gezin. Een elektrische bakfiets van vijfduizend ballen. Past mooi op de oprit naast de Tesla van pa en de Mini Cooper van mama. Een mooie aanvulling op de set (elektrische) Van MOOF-fietsen en de obligate racefietsen, die aan de zoldering in de garage hangen. Nee, de enige groep mensen die ik in het algemeen een elektrische fiets gun, zijn ANWB-bejaarden, die er voor hun plezier op gaan fietsen. Het houdt ze op een quasi verantwoorde manier in beweging. Eenieder die nog gezond is, behoeft geen elektrische fiets.
Maar wat me gewoon het meest stoort, is dat de elektrische fiets een consumptieartikel is geworden. Iets voor erbij, ‘omdat het kan’. Omdat het te koop is. Het is eigenlijk al niet meer de vraag, waarom je een elektrische fiets zou kopen, het is de vraag geworden waarom niet. Het wordt je gewoon opgedrongen. Het is zo langzamerhand de norm geworden. De groene waas, die het product omringt, heeft het tot een must voor jong en oud gemaakt. Onder de streep kost het een gigantische berg grondstoffen en energie. En we schieten er letterlijk en figuurlijk niets mee op. En daarbij is de eerste generatie elektrische fietsen intussen alweer onderweg naar de storthoop. Maar ja, het telt mee voor het bruto nationaal product. Iets wat van de zevenendertig jaar oude Batavus Topper, waar ik op rijd, niet gezegd kan worden.
Als je niet op enigerlei wijze hulpbehoevend of bejaard bent, is een elektrische fiets de zoveelste apotheose van overbodige luxe, waarmee je met een duurzaam gevoel, de wereld langzaam weer wat verder naar de klote helpt. Voor mij het nieuwe symbool van het hersenloos consumentisme. Doe het niet!!!

VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl